Met Noliko Maaseik won Martin Lébl zondag voor het tweede jaar op rij de beker. Maar de vraag rijst : hoe lang volleybalt de Speler van het Jaar nog in België ?

Noliko Maaseik heeft zijn eerste prijs binnen, in een seizoen waarin het maar aarzelend van start ging. Echte twijfels bij het begin van de jaargang 2001-2002 had Lébl niet, “maar het team zag er toch anders uit dan ik verwacht had na afloop van vorig seizoen. Toen rekende ik erop dat we met dezelfde groep de nieuwe campagne zouden aanvatten. We sloten met de spelers onderling een soort overeenkomst : we zouden dit jaar een gooi doen naar de Champions League. Het verraste me een beetje dat het team op verschillende posities gewisseld moest worden. Nieuwe spelers inpassen vergt altijd tijd : je kent elkaar niet en moet sowieso aan automatismen werken. Ik geef toe dat ik zelfs een beetje bezorgd was, but it worked out pretty good.

Hij begrijpt anderzijds wel het standpunt van de spelers die de ploeg verlieten. “Het vertrek van Richard Schuil veranderde veel voor Maaseik, maar ik heb begrip voor zijn situatie. Onze overeenkomst was ook niet bindend, het ging eerder om een idee dat we opperden. Real life is different, dat besef ik maar al te best. Richard kreeg een uitstekende aanbieding uit Italië, iedereen zou in zijn plaats net hetzelfde gedaan hebben.”

Maar kreeg Lébl zelf ook geen mooi aanbod uit het sport- en dus ook volleybalgekke Italië ? “Ik kon naar Italië, maar het was geen fantastisch aanbod. De interesse van Montichiari was het concreetst, maar wij bewezen in de Final Four vorig seizoen dat we beter zijn dan die ploeg ( lacht). Of Sisley Treviso ook een mogelijkheid was ? Daar heb ik geen weet van, maar in Treviso heerst er altijd bedrijvigheid. Zij kopen vaak spelers om ze nadien elders een jaartje te laten rijpen. Dat zie ik niet echt zitten.”

De Speler van het Jaar bleef dus nog minstens een jaar langer in Maaseik, in een team dat hij zich anders had voorgesteld, maar dat snel progressie maakte. “Dat was de grootste en tegelijk aangenaamste verrassing. Aanvankelijk werd niet veel verwacht van deze nieuwe en jonge groep. Er rezen veel twijfels, bij de pers maar ook bij andere waarnemers. We slaagden er door hard te werken in opnieuw uit te groeien dat een moeilijk te ontwrichten team. Hector Soto boekte een grote vooruitgang en vooral de ontbolstering van Georg Wiebel is fenomenaal.”

e Champions League winnen zat er niet in, maar dat zou met dezelfde kern van vorig jaar allicht ook niet gelukt zijn. Noliko Maaseik zorgde met zijn verjongde ploeg wel voor een aantal opmerkelijke prestaties in het kampioenenbal. De Limburgers versloegen titelverdediger Paris Volley in eigen huis en zetten in de Expodroom Iraklis Thessaloniki een hak. Het resultaat dat het meest in het oog sprong was zonder twijfel de 2-3-zege bij de latere kampioen Lube Banca Macerata. Lébl : “De vier wedstrijden in Bree vormden op zich al een hoogtepunt door de massale publieke belangstelling. Voor dat soort wedstrijden doe je het allemaal, hé. De overwinning in Macerata was uiteraard heel spectaculair, want Macerata is zowat het beste clubteam ter wereld op dit moment.”

Een niveau dat nog net iets te hoog gegrepen is voor Maaseik, weet ook Lébl. “We zouden niet misstaan hebben in de Final Four, maar Macerata staat niet voor niets op kop in de A1, natuurlijk. It’s all about money. Anderzijds kwam de stunt in die heenwedstrijd van de kwartfinale voor mij niet helemaal uit de lucht gevallen. Ik ben niet dermate onder de indruk van het Italiaanse volleybal als sommige anderen. Wij kunnen een dergelijk niveau aan, alleen leggen de Italiaanse ploegen een zeer hoge constante in hun spel. Ze móeten wel, omdat de teams aan elkaar gewaagd zijn. Daar ligt nog het verschil.”

Het Europese parcours van Noliko Maaseik mocht hoe dan ook gezien worden. De uitschakeling in de kwartfinales bezorgde de Limburgers bijgevolg geen kopbrekens. “De manier waarop we die tweede set in de terugwedstrijd nog uit handen gaven, deed pijn. We grepen nog naast deelwinst door onze onervarenheid. It was the price we had to pay. Maar we wisten op voorhand de sterkte van de tegenstander in te calculeren, waardoor de ontgoocheling gewoon niet groot kón zijn. We mogen met fierheid terugblikken op de Europese campagne, die een goede leerschool vormde voor ons allemaal.”

In de tweede competitiefase leek Maaseik bij wijlen ongenaakbaar. Het verloor slechts een wedstrijd, in Lennik net na de Europese stuntzege in Italië. Zowat iedereen is het erover eens dat Noliko gisteren als grote favoriet de play-offs is ingegaan. Martin Lébl is het daar niet honderd procent mee eens. “Wij zijn niet zo uitgesproken favoriet als vorig jaar, toen we van bij de start van het seizoen de titel als een must beschouwden. De druk ligt deze keer niet zozeer bij ons. Roeselare beschikt op papier over een ijzersterke ploeg en het bewees dat ook al door de Top Teams Cup te winnen. De druk komt op hun schouders te liggen : ze moeten aantonen dat ze ook in eigen land voor een prijs kunnen gaan.”

Met andere woorden Knack Roeselare andermaal als de grote challenger. Van de andere play-offdeelnemers ziet Lébl vooral Go Pass Brabant-Lennik, waartegen Maaseik in principe de halve finale speelt, als gevaarlijke outsider. “Antwerpen deed het tot dusver beter dan ik ooit voor mogelijk achtte, maar die ploeg is vooral te duchten in een wedstrijd. Antwerpen moet het immers hebben van zijn opslagdruk en zijn enthousiasme. Komt de service er niet door, dan zijn ze al een stuk minder gevaarlijk. In een best of three of een best of five bestaat er volgens mij nog altijd een verschil tussen Roeselare, Maaseik en Lennik enerzijds en Everbeur en Antwerpen anderzijds. Lennik werkte de achterstand die het vorig jaar nog had stilaan weg.”

et verschil met het Maaseik van vorig seizoen zit hem ook tussen de oren, zegt Lébl. Coach Anders Kristiansson moest zijn mental coaching alvast wat bijschaven en aanpassen aan de jeugdigheid van zijn groep. Door het vertrek van Schuil kwam er dit seizoen ook meer verantwoordelijkheid terecht op de nog steeds erg jonge schouders van Lébl. “Voor Hector was het zeker niet gemakkelijk om een opposite van het kaliber Schuil te vervangen. Hij deed dat voortreffelijk en bovendien namen zowel ikzelf als Jussi Heino en Kristof Hoho of Jiri Popelka een deel van de verantwoordelijkheid van de hoofdaanvaller over. De mentale sterkte van jongens met de internationale ervaring van Richard Schuil en José Luis Moltó is niet te onderschatten. Maar onze goeie resultaten in de tweede competitiefase sterkten het vertrouwen dat we ook met de huidige spelersgroep voor de prijzen konden gaan. De beker is al binnen, nu nog de titel.”

Twee dubbels op rij, het zou een mooi afscheid kunnen betekenen van het Belgische volleybal ? “Ik lig nog een jaar onder contract, maar als ik weg wil, dan kan dat.”

door Roel Van den broeck,

“Wij zijn niet zo uitgesproken titelfavoriet als vorig jaar.”

“Ik lig nog een jaar onder contract, maar als ik weg wil, dan kan dat.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content