… maar dat was buiten de ambitie van Erwin Vandenbergh gerekend: hij gleed weg bij Lille en hees zich daarna weer naar de top bij AA Gent. Donderdag zijn beide clubs elkaars tegenstander in de Europa League.

Naar AA Gent – Lille OSC zal hij donderdag niet gaan – of hij moet in extremis nog zijn uitgenodigd. Voor beide clubs is Erwin Vandenbergh nochtans niet onbelangrijk geweest. Lille slaagde er onder andere dankzij hem in Belgische supporters naar Noord-Frankrijk te laten afzakken en zonder Erwin Vandenbergh was AA Gent het eerste seizoen dat hij er speelde zo goed als zeker nooit als derde geëindigd.

‘Vvoeff … tegen het plafond’

Erwin Vandenbergh: “Dat Lille eerst – of óók – René Vandereycken op het oog had, kwam ik achteraf eigenlijk pas te weten. ( lacht) Ik wist niet dat hij met hen bezig was geweest. Voor mij was de interesse er plots gekomen vóór het WK van Mexico ’86. Ik lag bij Anderlecht nog onder contract, maar ik kreeg wat problemen met Arie Haan, dus toen Lille kwam, heb ik besloten om te vertrekken. Ze zijn hier bij mij thuis geweest, met manager Semois en trainer Georges Heylens en die transfer is eigenlijk redelijk snel afgehandeld.

“Ik ben dan nog naar het WK in Mexico vertrokken, waar ik in de eerste wedstrijd een blessure opliep. Men wist niet goed wat het precies was, maar ik wou wel zeker de voorbereiding starten in Lille, dus namen we de beslissing dat ik samen met René ( naar huis gestuurd omdat hij zich verzette tegen Enzo Scifo, die volgens hem te weinig meeverdedigde, nvdr) naar huis zou gaan. In België ben ik direct naar dr. Martens getrokken, waar mijn blessure niet zo erg bleek – met een inspuiting was ik er na enkele dagen vanaf. Gelukkig voor mij, maar van de andere kant spijtig, want mijn WK was wel weg natuurlijk.

“Ik ben altijd nogal streekgebonden geweest. Lille ligt vlak over de grens, er zat met Georges Heylens een Belgische trainer en Philippe Desmet had er ook getekend. Dat heeft de doorslag gegeven in mijn keuze. Alles bij mekaar genomen ben ik nu nog altijd heel tevreden over mijn periode bij Lille.

“Het Franse voetbal stond hoog aangeschreven – technisch voetbal, zei iedereen. Tot ik erin terechtkwam. ( lacht) Na een maand of twee, drie ben ik eens samen gaan zitten met Georges Heylens omdat ik toch eens met hem over een paar dingen wou praten. Onder andere over het voetbal ginder. Er was net een nieuwe regeling van kracht in Frankrijk om sneller kaarten te geven. Maar het eerste weekend was er zoveel geel en rood getrokken, dat ze nadien de scheidsrechter opriepen om weer te versoepelen. ( lacht) Maar dat voetbal was … Ik had technisch voetbal in gedachten, maar er werd geschopt … Ongelooflijk! Ik dacht: wat is dat hier?! Maar Georges zei: ‘Tja, Erwin, dat is hier toch al een paar jaar zo, hoor.’ ( lacht)

“Ze leven daar als god in Frankrijk, dachten de mensen in België over ons. Forget it! Je ging om de veertien dagen op verplaatsing met het vliegtuig. Als we op zaterdag speelden, reden we vrijdag na het middageten met de bus drie uur of langer naar Parijs, vliegtuig op, ’s avonds voor het eten aankomen in het hotel, zaterdag match om halfnegen, zondagochtend om zes uur opstaan, ontbijten, terug naar Parijs vliegen en met de bus naar Lille, waar we dan rond twaalf uur aankwamen. En dan hadden we gewoon een competitiewedstrijd gespeeld! We waren in België zelfs voor een Europabeker niet langer weg. ( grijnst) Dat was wel een aanpassing.

“De meeste ploegen hadden een of twee privévliegtuigjes en die vertrokken de dag van de wedstrijd en keerden meteen daarna terug. Een paar keer had de club voor ons ook twee kleine vliegtuigjes gecharterd: alleen de veertien spelers, de trainer en de kinesist mochten mee, voor de rest was geen plaats. ( lacht) Je kreeg dan een lunchpakket mee en water of wijn. Op een keer zijn we in een luchtzak terechtgekomen en vloog alles … vvoeff … tegen het plafond. ( lacht) En iedereen lijkbleek van het schrikken.” ( lacht)

‘Ging hij in slaap vallen of niet?’

“In Frankrijk bestonden toen al de vrije transfers en je zag dat het voor clubs als Lille moeilijk was om hun beste spelers te houden of betere aan te trekken en door te groeien. Financieel was Lille niet de top, maar in vergelijking met België was het wel beter betaald. Lille eindigde gewoonlijk in de middenmoot en toen Philippe en ik daar speelden, kwamen er enorm veel Belgen kijken. Dat was ook een beetje de gedachte achter onze transfer. Die supporters zagen dan bovendien alle grote ploegen van Frankrijk langskomen.

“Georges Heylens was een schitterende trainer. Ik had een heel goed contact met hem, maar dat bleef, zeker ten opzichte van de groep, altijd aan de oppervlakte. Het enige waar ik het enorm moeilijk mee kreeg – en dat heb ik ook met hem besproken – was de mentaliteit in de groep als we verloren hadden. Ik was daar dan mee bezig, maar voor die Fransen maakte dat geen fluit uit. Ik lag dan in de bus achterover te piekeren en ik hoorde die gasten lachen. Georges zei: ‘Tja, dat is de mentaliteit hier. Een sjot in de teljoren en laat de boel maar draaien.’ ( grijnst) Maar daar kon ik me moeilijk aan aanpassen. Philippe zat qua karakter iets anders in elkaar, die had het daar iets minder moeilijk mee.

“Na Semois is er een andere manager gekomen en dat klikte totaal niet. Hij haalde na Heylens Jacques Santini ( die tussen 2002 en 2004 de Franse nationale ploeg trainde, nvdr) als trainer. Dat is … de slechtste trainer met wie ik ooit gewerkt heb. Of die nu op het oefenveld stond of niet, dat bleef juist hetzelfde. Op vrijdag, tijdens de training, kwam de manager naar het veld en dan ging Santini bij hem. Daar werd eigenlijk de ploeg opgesteld, vóór hij bij ons kwam. Daar was ik zeker van en daar had ik het moeilijk mee. Er zat niks in, in die mens. Gelaten … Ging hij in slaap vallen of niet? ( lacht)

“Ik bleef bovendien na het vertrek van Heylens en Desmet als enige Belg over, dus op den duur werd ik aan de kant geschoven. Op een gegeven moment betaalden ze mij zelfs niet meer. Ik raakte in contact met Antwerp en mondeling werden we het eens. Tot ik moest gaan tekenen en er in het contract heel andere cijfers stonden dan vooraf afgesproken. Toen heb ik Eddy Wauters gezegd: ‘Als ik op die basis moet beginnen, is het voor mij nu al gedaan.’

“Maar bij Lille gingen ze er wel nog altijd van uit dat ik weg was en dus betaalden ze mij niet meer. Gelukkig kon je in Frankrijk bij een spelersvakbond terecht en één speler uit de groep – ik ga z’n naam niet noemen – heeft mij toen fantastisch geholpen. Hij schreef in mijn naam – ik kende te weinig Frans – een aangetekende brief naar de voorzitter van de club. Binnen de maand stond het geld op mijn rekening! Onbegrijpelijk, hé? Maar dat bevorderde natuurlijk de sfeer niet, ook al had ik gewoon gevraagd waar ik recht op had. En uiteindelijk tot op de laatste Franse frank gekregen.”

‘Ik dacht: aiaiai’ ( lacht)

“René Vandereycken was trainer geworden in Gent en op zijn aandringen kon ik daar na Lille transfervrij naar toe. Jean Van Milders was toen voorzitter, Ivan De Witte deed de contractbesprekingen en Michel Louwagie liep daar pas rond.

“De eerste reacties in de kranten – en ook van een bepaalde clubvoorzitter – waren: hij heeft geleefd als god in Frankrijk, hij heeft zijn geld al verdiend, hij kan het niet meer en dit en dat. Maar ik ben in het eerste jaar bij Gent weer topschutter geworden, we werden herfstkampioen en eindigden als derde. Daardoor konden we het seizoen daarna Europees spelen tegen Frankfurt, Lausanne, Moskou en Ajax.

“René en ik kenden mekaar al van de nationale ploeg en ik had hem verzekerd: ik ben fysiek in orde, daarover moet je je geen zorgen maken. Maar een paar dagen voor de competitie begon, schoot er iets in mijn rug op training. Ik dacht: het zal niet waar zijn, hé?! Verschrikkelijk! Maar René zei: ‘Geen probleem Erwin, verzorg je, je hoeft niet te trainen, zorg gewoon dat je er staat de eerste wedstrijd.’ Ik raakte in orde en de openingswedstrijd van de competitie wonnen we op Sint-Truiden met 6-2 en ik scoorde vier keer …

“René had toen al zijn eigen principes waar hij niet van afweek. We hadden toen de gewoonte om na een wedstrijd eerst iets droogs aan te doen in de kleedkamer en dan nog een kwartier los te lopen voor de pers bij ons mocht komen. De reden daarachter was om de eerste frustraties zo al van ons af te gooien en met een heldere kop een interview te geven. Maar toch waren er van de pers die het anders probeerden. Op Germinal Ekeren waren er van Canal+ snel binnengekomen in de kleedkamer om te filmen. Ik kwam halverwege de groep de gang binnen gelopen en ik zie in de deuropening van de kleedkamer de cameraman en een geluidstechnicus binnengaan. Ik dacht: aiaiai. ( lacht) René kwam achter mij en ik wist wat er ging gebeuren, dus ik ben er in de kleedkamer eens goed voor gaan zitten. ( grijnst) En ik zag dat de andere spelers ook allemaal zaten te wachten om te genieten. ( lacht) René kwam binnen, pakte die cameraman, die met zijn rug naar hem toe stond, zonder iets te zeggen vast en gooide hem door de deur, met de geluidsman, die met zijn kabel vasthing aan de camera, erachteraan – zijn koptelefoon stond helemaal scheef. ( schatert) Schitterend!

“Ik ben later gepolst door Van Milders om als trainer over te nemen van Van-dereycken, maar ik heb aangegeven dat het voor mij niet nodig was om Vandereycken te ontslaan. Maar allemaal kleine dingetjes bleken uiteindelijk zo geëscaleerd in de spelersgroep dat het ‘vol’ zat in de hoofden. En eigenlijk had ik nog te veel zin om te blijven voetballen. Ik kon René dat ook niet aandoen, om door over te nemen de indruk te wekken dat ik hem mee buiten probeerde te schieten.

“Op het einde van mijn vier jaar bij Gent kwam ik in dezelfde situatie terecht als bij Lille. In mijn laatste contractjaar – Walter Meeuws was trainer – verdween ik met Dirk De Vrieze uit de ploeg omdat ze wilden verjongen. Ik heb niet gereageerd in de kranten, want misschien was de bedoeling wel om dan mijn contract te kunnen schorsen, maar toen ik naar Molenbeek vertrok, moest ik nog loon krijgen van Gent. Dan is het wat scheefgelopen met Louwagie, die alles moest overbrengen van de voorzitter. Uiteindelijk is alles toch in orde gekomen. Maar het is altijd spijtig dat je in het voetbal zelf moet rondlopen voor iets waar je gewoon recht op hebt. Terwijl ik in mijn carrière zelfs nooit uit een A-kern ben gezet: mij konden ze nooit verwijten dat ik mijn plicht niet deed.”

door raoul de groote

Ik zag dat de andere spelers ook allemaal zaten te wachten om te genieten.

Het is altijd spijtig dat je in het voetbal zelf moet rondlopen voor iets waar je gewoon recht op hebt.

Ik had technisch voetbal in gedachten, maar er werd geschopt … Ongelooflijk!

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content