Anderlecht hoedt er zich vooralsnog voor uitspraken te doen over mogelijke verschuivingen in zijn keeperbestand. Het gerucht dat het Silvio Proto (La Louvière) zou aantrekken, vindt geen bevestiging. Intussen zijn er indicaties dat extrasportieve bezwaren zijn komst naar het Vanden Stockstadion in de weg staan. “Proto is een goeie doelwachter,” zegt manager Herman Van Holsbeeck, “maar wij stellen ons vragen bij zijn entourage. Dat klopt. Verder ga ik daar niet op in. Het seizoen is nog niet afgelopen. Voor het ogenblik is die piste dus niet aan de orde.”

Met name Frank Vercauteren zou de entourage van Proto liever niet in huis halen, maar hij ontkent dat. “Elke speler heeft zijn voor- en nadelen”, aldus de trainer. “Wij maken van iedereen een inventaris op. Wat betreft Proto, kan ik alleen dit zeggen : als ik lees dat hij alleen als nummer één wil komen, dan staat dat in zijn inventaris. Meer zeg ik daar niet over.”

Veel besproken figuur uit Proto’s entourage, en kind aan huis in La Louvière en Bergen, is Pietro Allatta. Luciano D’Onofrio is zijn idool en diens vriend Bernard Tapie heeft, zegt hij, zijn grootste respect. Sinds maart jongstleden beschikt hij naar eigen zeggen over een officiële makelaarslicentie. Behaald in het Afrikaanse land Togo. “Ik heb er een domicilie en ben van plan om er ook zaken te gaan doen. Aan talent geen gebrek daar. ( Met een knipoog.) En de meisjes zijn er mooi, maar dat zeg ik beter niet aangezien ik nog in een echtscheiding verwikkeld ben.”

Allatta voetbalde voor kleine clubs in Henegouwen. Als voorzitter-speler van een van die clubs, Piéton, kwam hij in 1994 in contact met Paolo Rossi, voormalig Italiaans WK-topschutter. “In het leven draait alles om relaties. Hij stelde me voor aan Luca Pasqualin, een groot Italiaans makelaar. Ik ben gemaakt voor dit vak. Ik hielp Bergen met Sergio Brio en werk voor spelers als Olivier Suray. Niemand heeft te klagen van mij.”

In de jaren negentig werd Allatta nochtans veroordeeld tot vier jaar cel wegens clandestiene koppelbazerij. “Met uitstel”, corrigeert hij. “Ik heb nooit een voet in de gevangenis gezet. Ik wist nergens van. Mijn rol in het bedrijf van mijn broer was zeer beperkt. Ik hield me bezig met het wagenpark. Het was het proces van de toen geldende zeden in de bouwwereld. Ik heb die bladzijde omgedraaid en leef een ander leven nu. Mijn handen zijn proper. Ik heb nooit iemand aangeraakt.” December 2004 ontsnapte hij ternauwernood aan een aanslag, toen hij vanuit een wagen werd beschoten. Een afrekening, volgens de politie, maar volgens Allatta had het niets te maken met zijn bouwverleden. “Iemand wilde me uit de weg ruimen. Wie ? Het onderzoek loopt nog.” ( JH/PB)

JH/PB

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content