Morgen treft België voor de derde keer op een WK Zuid-Korea. De vierde plaats in 2002 met bondscoach Guus Hiddink bevrijdde de Koreanen van hun WK-complexen. Terugblik op een voetbalsprookje.

Het is vijf voor één ’s nachts, die maandag 3 juni 2002. De bar van het prestigieuze Marriott Hotel aan het chique Haeundae Beach in de Zuid-Koreaanse havenstad Busan loopt leeg. Het personeel is moe, Guus Hiddink nog niet, ook al wordt zestien uur later de eerste kwalificatiewedstrijd van zijn team gespeeld. Thuisland Zuid-Korea neemt het dan op tegen Polen. “Blijf nog even, laten we nog een koffie drinken”, stelt de bondscoach van Zuid-Korea voor. “Ik kan toch niet slapen.”

Een paar uur eerder vond in het stadion de laatste training van Zuid-Korea plaats, gevolgd door een persontmoeting. Na de training stormen vijfhonderd journalisten het veld op. De spelers spurten weg, maar halen de zijlijn niet. Zij worden omstuwd door gretige reporters. Alleen Hiddink blijft kalm en trotseert de menigte, drie rijen dik. “Heerlijk”, roept hij. “Dit is genieten. Hier doen we het toch voor? Ook als ze morgen mijn hoofd afhakken als ik verlies.” Terwijl de oproerpolitie ingrijpt, roept hij nog: “Kom straks naar het hotel, dan praten we wat bij!”

Even later kan Hiddink ook in het hotel geen kant op. Iedereen wil met hem op de foto.

Kim, Lee en Park

Als medeorganisator van het WK 2002 is Zuid-Korea vanzelf geplaatst, maar de voortekenen zijn niet goed. Het land heeft al vijf keer deelgenomen aan een WK-eindronde, maar won nog nooit een wedstrijd. De eerste deelname dateert al uit 1954. Toen verloor het roemloos met 9-0 en 7-0. Het tweede WK in 1986 leverde een gelijkspel tegen Bulgarije op. Sinds 1986 plaatste Zuid-Korea zich trouwens voor elk WK. Een prestatie die verder alleen Brazilië, Spanje, Italië, Argentinië en Duitsland neerzetten.

In Italië 1990 verloor het drie keer, waaronder tegen het België van Guy Thys (2-0). In 1994 volgden gelijke spelen tegen Spanje en Bolivia. In Frankrijk was de enige opkikker het gelijkspel (1-1) tegen België, waardoor Marc Wilmots en co de tweede ronde niet haalden. Vooral de 5-0 tegen Nederland bleef lang nazinderen bij Korea.

Die pandoering bracht bondsvoorzitter Chung Mong-joon wel op een idee. Chunggeraakte overtuigd dat de toenmalige Nederlandse bondscoach, Guus Hiddink, misschien ook zijn land succesvol aan het voetballen kon krijgen. Hoewel Hiddink weinig zin had, ontving hij de bondsvoorzitter toch in Nederland. Gloedvol legde hij uit hoe hij graag werkte en waarom dat niet paste bij Zuid-Korea. Toen Chung opmerkte dat dat allemaal geen probleem vormde, had een verbaasde Hiddink geen argumenten meer om niet op de uitdaging in te gaan. Wel nam hij twee Nederlandse assistenten mee: Pim Verbeek, die later zelf bondscoach van Zuid-Korea zal worden, en NOS-journalist Jan Roelfs die aan de slag kan als teammanager en later over het avontuur een boek zal schrijven: 500 dagen in Zuid-Korea.

De opdracht is simpel: na vier WK’s eindelijk eens een wedstrijd winnen, en als het even kan de tweede ronde bereiken.

Terwijl hij nog een koffie laat aanrukken, vertelt Hiddink hoe hij helemaal van op nul begon, en twee eisen stelde. Vanaf maart moesten alle internationals uit de eigen competitie als een clubteam trainen. De tweede voorwaarde was oefenwedstrijden tegen sterke tegenstanders, én in het buitenland. “Daar waren ze niet enthousiast over. Want tegen sterke tegenstanders riskeer je pandoeringen. In een land waar gezichtsverlies lijden heel erg is, wil men dat vermijden. Liever winnen ze met 5-0 van Maleisië.”

In Korea moeten de Nederlanders wennen aan een aantal lokale gewoonten: slurpen, boeren, spuwen, voor en na het eten. En aan de namen. De voornamen zijn moeilijk, de achternamen zijn Kim, Lee of Park. Om de spelers en begeleiders te kunnen onderscheiden geven de coaches hen bijnamen: Little Kim, Big Kim. De chauffeur van Hiddink wordt ‘Driving Kim’. Hiddink, Verbeek en Roelfs schrikken als ze op een dag een paar spelers tegen mekaar horen zeggen: “Slow Kim is coming!” Slow Kim is de bijnaam van de president van het land. Kim Dae-jung heeft aan zijn gevangenisverleden als verzetsheld een manke gang overgehouden. Dat de spelers zo durven praten over de machtigste man van het land, getuigt van een opmerkelijke evolutie in hun gedrag.

Want bij hun aankomst in januari 2001 stellen de Nederlanders verbaasd vast hoe de waarden uit de Zuid-Koreaanse samenleving, gebaseerd op traditie en respect voor leeftijd en hiërarchie, zomaar gekopieerd werden in het voetbal. “Bij het eten zaten ze volgens leeftijd samen”, stelde Hiddink vast. “Eerst gingen de ouderen naar het buffet, daarna knikten ze dat de tweede groep mocht aanschuiven. Die deed hetzelfde, tot uiteindelijk de jongeren aan de beurt waren. Zo’n jongere durfde niet eens een speler aan te spreken die één jaar ouder was.”

Langzaam bouwt de nieuwe bondscoach de hiërarchie af. Al in de eerste trainingsweek verplicht hij de spelers door elkaar aan tafel te gaan zitten. Als een jongere speler een oudere tackelde, ging hij zich achteraf uitgebreid excuseren. Maar Hiddink schreeuwt nu: “Doorspelen!” Het werkt, stelt hij vast: “Vroeger durfden ze geen initiatief te nemen. Lekker balletje breed leggen. Tot ze merkten dat ik geen sancies neem als ze falen. Ze voetballen nu veel ondernemender. De angst verdwijnt.”

Hiddink pakt ook de vedetten aan. Ahn Jung-hwan is op dat moment een van de schaarse profs in Europa – samen met Seol Ki-hyeon van Anderlecht. Ahn speelde voor de toenmalige Italiaanse eersteklasser Perugia. Hij komt aangereden in de nieuwste Mercedes (opvallend in een land waar alleen Koreaanse auto’s rijden), draagt het nieuwste tasje en geniet van de gillende meisjes die in katzwijm vallen voor hem. Kortom: Ahn is een vedette, én best tevreden met zichzelf. Minder tevreden is Hiddink, want Ahns inzet op stage lijkt nergens op. Dus laat de bondscoach hem de volgende wedstrijden thuis, tot Ahns verbijstering én die van de pers: hoe kan je nu een speler uit de Serie A aan de kant laten? Dat de anderen zien dat een vedette aangepakt wordt, motiveert hen nog meer. Uiteindelijk zal Ahn zich te pletter werken en toch geselecteerd worden.

Positief is dan weer de inzet op het veld. Daarin verschilt de Koreaanse voetballer niet van de Koreaanse werknemer, die doorgaans zes dagen op zeven werkt en lange dagen kloppen volstrekt normaal vindt. Korea is dan ook groot geworden door de onverdroten inzet van zijn bevolking.

De president jubelt

Een dag na de babbel met Hiddink in het Marriott Hotel lopen de spelers van Zuid-Korea een ereronde langs het zinderende, helemaal in het rood uitgedoste publiek in het stadion van Busan, waar ze net verrassend outsider Polen met 2-0 hebben verslagen. De allereerste WK-zege ooit wordt uitbundig gevierd. President Kim Dae-jungzwaait uitbundig met zijn supporterspetje, en zoekt de spelers nadien in de kleedkamer op om ze allemaal de hand te schudden. Het land is in extase, een half jaar nadat Hiddink bijna met pek en veren Korea werd uitgejaagd omdat men vreesde dat het helemaal verkeerd zou lopen.

Een week voor de wedstrijd echter noemt Samsungbaas Lee Kun-hee de bondscoach het type buitenlandse manager dat zijn bedrijf ooit zou willen. Voor een gesloten samenleving met een conservatieve bedrijfscultuur is dat na zo’n korte tijd al een heel compliment.

De hype komt nu helemaal op gang. Al voor de tweede wedstrijd tegen de VS stoppen auto’s met zakenmensen in het centrum van Seoel aan kraampjes die supporters-T-shirts verkopen. Een zakenman trekt zo’n shirt over hemd en das aan, iedereen juicht, in een T-shirt met als opschrift ‘Be the Reds’. Bedrijven zien zich genoodzaakt te sluiten, net als vele scholen. Gezien de arbeidsethos is dat in Zuid-Korea heel uitzonderlijk. Na een gelijkspel tegen de VS klopt Korea Portugal, en plaatst zich voor het eerst voor de tweede ronde van een WK. President Kim Dae-jung omhelst voor het eerst iemand in het openbaar: Guus Hiddink. Hij gaat opnieuw de spelers opzoeken in de kleedkamer. De bondscoach heeft maanden eerder zijn nek uitgestoken voor zijn spelers. Hiddink had gemerkt dat in zijn selectie weinig voetballers zaten tussen 24 en 28 jaar. Dat komt omdat de militaire dienstplicht in Zuid-Korea verplicht is en tweeënhalf jaar duurt. Veel spelers haken na hun dienstplicht af voor het profvoetbal. Dus vraagt Hiddink bij een lunch met de president of die er niet kan voor zorgen dat de jongste spelers die nog in dienst moeten vrijgesteld worden van dienstplicht als Korea de tweede ronde haalt. Vanzelfsprekend is die vraag niet, in een land dat officieel nog in staat van oorlog is met zijn noorderbuur. In zijn toespraak zegt de president dat de spelers die nog in dienst moeten, daarvan ontheven worden. Tien van de 23 spelers profiteren daarvan. De jongens juichen. Een mooier geschenk had de president hen niet kunnen geven. Ze kijken dankbaar naar Hiddink.

Hiddink Leadership

In Korea verdringt voetbal nu helemaal baseball van de voorpagina’s. In de betere boekhandels liggen bij de bestsellers drie nieuwkomers met de foto van Hiddink. Het zijn managementboeken die een nieuwe trend aankondigen: Hiddink Leadership. Een nieuw begrip in modern Koreaans management.

Het sprookje is nog niet ten einde. In de achtste finale neemt Korea de maat van Italië. De Italianen zijn ziedend. De scheidsrechter maakt er een potje van, maar Giovanni Trapattoni gaat niet vrijuit. In plaats van het gaspedaal in te duwen wanneer zijn tegenstander uitgeteld in de touwen lijkt te liggen bij een 0-1 achterstand vervangt hij een paar aanvallers door verdedigend ingestelde spelers. Wanneer Ahn, in dienst van een Italiaanse club, de winning goal maakt, laat Perugiavoorzitter Luciano Gaucci weten dat hij het contract van de Zuid-Koreaan ontbindt, omdat die het aandurfde het land dat hem betaalt uit te schakelen.

De kwartfinale tegen Spanje loopt uit op strafschoppen. Wanneer Joaquín mist, stapt kapitein Hong Myung-bo (33) naar de bal. De bal gaat net onder de lat binnen. Korea zit in de halve finale en is in extase.

Maar al na tien minuten in de halve finale tegen Duitsland ziet Jan Roelfs dat de Koreaanse spelers doodmoe zijn. Korea is op, en eindigt vierde. Hiddink verhuist naar PSV, en wordt als bondscoach opgevolgd door de Portugees Humberto Coelho.

Senioriteitsprincipe

Twaalf jaar na de feiten zit Jan Roelfs, auteur van het boek ‘500 dagen in Zuid-Korea’, voor de NOS op het WK in Brazilië. Hij is er al een paar van ‘zijn’ Zuid-Koreaanse ex-spelers tegen het lijf gelopen. De voormalige helden hebben zich intussen bij het groeiend leger van de tv-analisten gevoegd. “Toen hebben we er het maximale uitgehaald”, blikt Roelfs terug. “Het was echt op. In de halve finale tegen Duitsland hadden we op de bank nog anderhalve speler van niveau. De rest was niet goed genoeg of geblesseerd.”

In 2002 beschikte Hiddink over slechts zes spelers die in het buitenland aantraden: vier in Japan, één bij Anderlecht en een invaller uit de Serie A. Vandaag bevat de WK-selectie meer dan de helft ‘buitenlanders’: vijf profs uit Engeland, vier uit de Bundesliga, vier uit Japan, twee uit China.

Het WK van 2002 heeft in Zuid-Korea wel degelijk iets veranderd, meent Roelfs: “De oude cultuur van een land als Korea verander je nooit, maar de erfenis van toen is het besef dat ze ook kunnen winnen en niet alleen maar meedoen. Dat hebben ze toen opgepikt, en die mentaliteit zijn ze onderweg niet meer kwijtgeraakt.”

Andere invloeden van toen zijn te zien in de professionele manier waarop het team van Zuid-Korea sindsdien is blijven investeren in technologie en begeleiding. “Ze hebben veel zaken goed geprogrammeerd, qua scouting, er wordt beter met de keepers gewerkt, ze hebben een videoanalist, een inspanningsfysioloog. Wij hebben toen conditietrainer Raymond Verheijen naar daar gehaald.”

Het meest trots is Jan Roelfs twaalf jaar na datum op de mentaliteitswijziging die het toenmalige succes met de Nederlandse aanpak heeft teweeggebracht: “In heel het land is toen het besef doorgedrongen dat dat senioriteitsprincipe, waarbij ouderen altijd in een bevoorrechte positie komen, wel eens verlammend en verstikkend kan werken. Niet alleen in een voetbalteam, maar ook in een bedrijf. En het besef dat voetbal ook gewoon leuk kan zijn, dat het geen militaire missie hoeft te zijn.”

Wat Roelfs zelf is bijgebleven van zijn avontuur in Zuid-Korea was correctheid, beleefdheid op alle niveaus, en vooral toewijding. “Als ze ergens voor gaan, gaan ze er écht voor. In Nederland hebben wij de ‘ja, maar’-mentaliteit. Dat kennen ze daar niet. De samenhorigheid is veel groter. Als je die samenhorigheid in je team kan stoppen, krijg je daar veel voor terug.”

Tot vandaag adviseert Guus Hiddink de Zuid-Koreaanse bond. Minstens één keer per jaar trekt hij nog naar Zuid-Korea. Hij was het die bij de bond een duwtje mee gaf toen de voormalige kapitein Hong Muyng-bo benoemd werd tot bondscoach, en toen die Ton du Chatinier wilde als assistent. “Er wordt nog naar Guus geluisterd”, zegt Jan Roelfs. “Hij is opgestaan voor die jongens van toen. Er is veel veranderd aan wat toen vastzat, waardoor er veel energie is vrijgekomen. Er zijn nu geen lijfstraffen meer in het Koreaanse voetbal.”

DOOR GEERT FOUTRÉ

Sinds 1986 plaatste Zuid-Korea zich voor elk WK. Een prestatie die verder alleen Brazilië, Spanje, Italië, Argentinië en Duitsland neerzetten.

“Als ze ergens voor gaan, gaan ze er echt voor. De ‘ja-maar’-mentaliteit kennen ze in Korea niet.” Jan Roelfs

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content