Jean-Pierre Vandevelde (trainer Denderleeuw, ex-trainer Oud-Heverlee Leuven) : “In de grote wedstrijden, zoals tegen Anderlecht in de voorbereiding en tegen Harelbeke en Lokeren voor de beker, zag ik dat Sander Debroux tot veel in staat was. Ik zei tegen mijn assistent : ‘Zijn die eersteklassers nu zo blind ?’ En er lopen nóg parels rond bij OHL, zoals Manu Lanvu. Debroux’ kwaliteiten zijn : perfect tweevoetig, heel veel techniek, heel snel voor zijn jonge leeftijd, balvast, zeer sterk man tegen man, goede tackle. Logisch dat hij de stap naar eerste klasse zette, maar ik had verwacht dat het naar een topploeg zou zijn. Zijn enige nadeel is dat Sander zich geen pijn doet op training. Hij had het te gemakkelijk. Ik heb hem vaak laten natrainen op weerstand en interval, want hij miste ook wat explosiviteit, snelheid op de eerste meters. Tegelijk was ik bang dat hij geblesseerd raakte, want hij is een beetje fragiel. Doordat hij zich zo weinig pijn doet. Dus moet je oppassen met hem.

Jeroen Simaeys had het niet gemakkelijk. Wij hadden een brede kern met veel potentieel op het middenveld. Jeroen speelde meestal stopper en moest van daaruit het spel verdelen. Hij heeft, op training, heel veel geleerd qua positiespel. Vorig jaar is hij ontbolsterd omdat er enkele middenvelders vertrokken waren. Ik zie dat hij nu vooral zonegebonden speelt en van daaruit kan hij infiltreren : dat doet hij zeer goed. Verder : goede traptechniek, hard in de duels, goeie vista, infiltreert makkelijk met de bal aan de voet. En je moest hem niet aanporren, hij deed alles uit zichzelf. Hij lééft voor de sport. Hij heeft iets minder talent dan Debroux, maar meer karakter om er te willen komen. Meer lef ook.

“Met François Sterchele heb ik niet gewerkt, maar ik heb hem toch een keer of tien zien spelen. Schitterende voetballer, een plezier om naar te kijken. Maakt uit het niets een doelpunt. Mooie baltoets. Een zuiver talent.”

Guido Brepoels (trainer Oud-Heverlee Leuven) : “Ik heb nooit getwijfeld aan Jeroen. Hij is, met zijn mentaliteit en werkkracht, een typische speler voor Sint-Truiden. Een jongen uit de duizend, iemand die alles voor zijn sport overheeft, maar ook voor zijn studies. Toen ik vorig jaar in Leuven kwam, was hij geen vaste waarde. Ik wilde hem uitspelen op positie zes, als verdedigende middenvelder. Maar hij was te goed voor derde klasse, dus ik zette hem op nummer tien, achter de spitsen. Jeroen is absoluut geen man van acties, maar hij speelt de bal simpel in en lijdt bijzonder weinig balverlies. Technisch niet van de grootste, maar zó slim. Alleen zijn snelheid van uitvoering moet nog beter. Zijn lange pass is al verbeterd, zag ik op televisie. Ik zeg je : die blijft niet bij Sint-Truiden.

“Van François had ik het minder verwacht. Hij maakt in één jaar tijd een sprong van drie klassen, maar ik hoorde van Mathijssen dat hij zeer tevreden over hem is en dat hij zich moeiteloos aanpast. Chapeau ! Zijn kwaliteit is één tegen één, dan is hij echt niet te stoppen. Op de tegenaanval is hij onklopbaar, maar met weinig ruimte heeft hij het iets moeilijker. Daarom hebben wij vorig seizoen in de heenronde na elke training telkens een halfuur extra met hem gewerkt. Ballen in de zestien, aanpakken, afwerken. Altijd opnieuw. Kans in de zestien meter ? Doelpunt ! Hij scoort uit niets, maar moet nóg meer aanwezig zijn. Valt hij uit de ploeg, is het ook iemand die steun nodig heeft van de trainer. Dan is de vraag : komt hij daar door ? Jeroen is mentaal harder.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content