Als alles volgens plan verloopt, wordt Matt Lojeski (27) straks voor de tweede maal verkozen tot beste speler in de Ethias League en speelt hij in september met de Belgian Lions het EK in Slovenië. Maar eerst de titel met Oostende.

Matt Lojeski. Misschien heb je de naam enkele jaren geleden al eens gehoord, toen hij in 2009 als speler van Okapi Aalstar tot MVP van de Belgische competitie verkozen werd. Of misschien zag je zijn naam recent nog passeren? Begin april bijvoorbeeld, toen hij in de bekerfinale zijn ex-team uit Aalst aan flarden speelde (26 punten, 10 rebounds, 7 assists) en Oostende de twaalfde beker uit de clubgeschiedenis bezorgde.

Ook nu lijkt de Amerikaanse vleugelspeler weer goed op weg om tot Most Valuable Player van onze Ethias League uitgeroepen te worden. Nochtans oogt Lojeski – Poolse voorouders – niet bepaald indrukwekkend. Geen angstaanjagende torso, geen killerblik in de ogen. Eerder het rustige, bijna slome, type.

Fallit imago. Schijn bedriegt, wist Seneca vele eeuwen geleden al. Lojeski is een absolute winnaar en een flyer – een basketballer die zwierig voorbij zijn tegenstanders flitst, maar dan eentje met verdedigende capaciteiten en ploeggeest. Geen wonder dat hij bij zo veel trainers bovenaan in de lade ligt. Tijdens zijn collegeperiode in de VS omschreven ze hem ooit als “a velvet hammer“. Een fluwelen hamer. “Je merkt pas hoe belangrijk hij is voor het team wanneer je het wedstrijdblad bekijkt en ziet dat hij in alle statistieken bovenaan prijkt”, verklaarde Riley Wallace, zijn coach aan de University of Hawai’i.

Michael Jordan en Kobe Bryant

Lojeski groeide op in het bescheiden Racine, een klein Amerikaans stadje (80.000 inwoners) gelegen aan de boord van het imposante Lake Michigan. Op een halfuurtje rijden van Milwaukee en een uurtje van Chicago.

Een doorsneejongen was hij als opgroeiende tiener, gek van basketbal, baseball – sport waarin hij uitblonk en waarin zijn vader hem graag carrière had zien maken – en American football. Buiten spelen met zijn broer David, daar draaide het leven toen om. En ook wel in grote mate rond zijn zes jaar jongere zus Amanda. “Ze heeft een zeldzame afwijking aan haar wervelkolom, waardoor haar spijsvertering niet goed functioneert”, legt hij uit. “Ze krijgt al heel haar leven voeding via een darmpje rechtstreeks in haar maag gepompt. Door die handicap liep ze veel achterstand op, ze leerde ook pas stappen toen ze al tien jaar was. Tot dan moesten mijn broer en ik haar vaak dragen. Mijn moeder bleef thuis om voor haar te zorgen. Mijn zus is er nu 21 en woont nog steeds thuis. Wellicht zal dat nooit veranderen.”

Misschien net omdat hun zus zo beperkt was in haar vrijheid stortten Matt en David zich op het sporten. “Ik was gefascineerd door Michael Jordan“, vertelt Lojeski met blinkende ogen. “Later ben ik me ook aan Kobe Bryant gaan spiegelen. Ik heb het wel voor spelers die uitzonderlijke prestaties neerzetten, zoals zestig punten scoren in een wedstrijd. Zelf ben ik daar nooit in geslaagd, mijn grootste kracht als basketballer is eerder mijn regelmaat en mijn hoge afwerkingspercentage.”

Dat was al zo bij zijn high school team in Racine en later ook in het junior college team van Eastern Wyoming. In die bergachtige, koude regio van de VS vertoefde hij twee jaar. Een periode die hem vormde, zo erkent hij. “Het was er ijskoud, het dorp telde amper 8000 inwoners en er viel helemaal niets te beleven. Je had er één Pizza Hut en één McDonalds, dat was alles. De coach van die collegeploeg was knettergek, hij kon je soms bijzonder hard aanpakken. Maar daar kreeg ik dus wel mentaliteit en volharding aangeleerd.”

Via Hawaii naar België

Het contrast met de volgende etappe in zijn leven kon niet groter zijn: Hawaii. Lojeski mijmert: “Heerlijke tijd! Na de training kon je er lekker gaan relaxen op Waikiki Beach.” In zijn afstudeerjaar werd Lojeski verkozen tot beste speler bij de Hawaii Rainbow Warriors en zo kwam hij op de radar van enkele NBA-teams. Hij deed een zomerstage mee bij de Utah Jazz. Presteerde goed, maar niet goed genoeg, weet hij zelf. Hij nam een zaakwaarnemer onder de arm en die kwam plots met een club in België aandraven: Aalstar.

“Een telefonisch gesprek met Brad Dean (coach van Aalstar,nvdr) haalde me over de streep. Het enige dat ik moest weten was: kan ik een goed contract tekenen en is het een veilig land om te leven?”

Dat bleek aardig mee te vallen, leerde hij snel. Bovendien bleek Lojeski’s stijl wonderwel aan te sluiten bij het Europese basketbal: minder kracht en egoïsme, zoals in de NBA, meer tactiek en ploegspel. “Mijn grote voordeel is dat ik voor iemand van 1m98 erg beweeglijk ben, waardoor ik op de guardpositie mijn extra centimeters kan uitbuiten of tegen grotere spelers mijn dribbel en versnelling kan aanspreken. Een blok graniet zal ik nooit worden. Ik heb nochtans geprobeerd aan te dikken, maar mijn metabolisme werkt te goed”, lacht hij.

Het gebrek aan fysieke kracht zou hem weleens een carrière in de NBA kunnen kosten, want basketbaltalent heeft hij genoeg. Lojeski knikt en zegt zich te verbazen over de opgepompte hompen vlees die hij in de NBA ziet rondlopen. “Als je bedenkt dat die gasten maanden aan een stuk om de twee of drie dagen wedstrijden spelen op het hoogste niveau, zonder dat ze enige vermoeidheid vertonen, weet je dat het ofwel allemaal uitzonderlijke atleten zijn… of dat ze héél goede masseurs in de club hebben lopen.”

Hij haalt zijn schouders op. “Ach, ik ben tevreden in België. Met een minimumcontract bij een NBA-ploeg zou ik niet noodzakelijk beter af zijn dan bij Oostende. Ginds word je hevig belast en heb je bijvoorbeeld geen appartement of auto van de club.”

Na twee jaar Aalstar (2007-2009) plukte Oostende de MVP van 2009 weg uit het team van Brad Dean. Vorig seizoen leidde de Amerikaanse scherpschutter Oostende naar een eerste titel in vijf jaar.

Drukke zomer

Met gemiddelden van (afgerond) 17 punten, 5 rebounds en 3 assists per wedstrijd stuurt Matt Lojeski de kustploeg ook nu weer als topfavoriet de play-offs in, die starten op 14 mei.

Na het kampioenschap zal hij dan nog één keer zijn kans wagen tijdens een NBA-summercamp, heeft hij besloten. Lojeski: “De New Orleans Hornets hebben me gevraagd, ze zijn op zoek naar een guard voor volgend seizoen.”

Zo belooft het een drukke zomer te worden voor Lojeski, want in september staat er ook het EK in Slovenië op het programma. Nu hij zopas zijn Belgisch paspoort verkreeg, is hij selecteerbaar voor de Belgian Lions. Ook Lojeski zelf kijkt ernaar uit: “Ik verwacht wel opgeroepen te worden, ja. Het is een win-winsituatie, want ik kan de Belgian Lions iets extra’s geven en voor mezelf zijn het EK en dat Belgische paspoort een goede zaak voor mijn carrière. Bovendien zie ik het als een soort van wederdienst voor wat België me geschonken heeft: een goed leven als profsporter.”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN IMAGEGLOBE

“Met een minimumcontract bij een NBA-ploeg ben ik niet beter af dan bij Oostende.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content