Spijkerschriftanalysen wijzen uit dat er vroeger in Irak ook zwaar gevochten werd.

Archeoloog Karel Van Lerberghe is, ondanks zijn oude dag – hij is emeritus van de KU Leuven – nogal gehaast. Hij bestudeert in de Verenigde Staten met een aantal collega’s tienduizend tabletten met verhalen in spijkerschrift die uit Irak komen. De Iraakse autoriteiten hebben echter laten weten dat ze de tabletten terug willen, wat in principe niet geweigerd kan worden – het contract voor de teruggave is (gelukkig) nog niet getekend. Van Lerberghe en zijn collega’s zijn druk in de weer om de tabletten te digitaliseren, zelfs in 3D, zodat de inhoud ervan nooit verloren kan gaan. Ze zijn echter nog maar in de helft van het ambitieuze project. De inhoud is belangrijker dan de drager, dus moet er haast gemaakt worden.

‘We hebben onlangs op die tabletten nog iets leuks ontdekt’, vertelt Van Lerberghe. ‘De Babylonische koning Abieshuh, die ongeveer 1700 jaar voor Christus leefde, deed destijds al wat Saddam Hoessein recent nog trachtte te doen, namelijk door het afdammen van de Tigris en het afleiden van haar water naar de Eufraat, de uitgestrekte moerassen in het zuiden van het land droogleggen. Voor Saddam was het een manier om opstandige volkeren op de knieën te krijgen, terwijl Abieshuh zo een onstuitbare vijand, de Zeelandkoning, wilde verslaan. Hij trok daarvoor huurlingen aan uit verafgelegen gebieden, zoals Iran, Aleppo in Syrië en Anatolië, die hij kazerneerde in militaire kampen langs de onderloop van de Eufraat. Uit een tekst die duizend jaar later geschreven werd, blijkt wel dat de hele operatie is mislukt. De Zeelandkoningen wonnen zelfs terrein. We vonden een brief van vluchtelingen die invasies rapporteerden aan hun koning.’

Van Lerberghe raadpleegde een klimaatspecialist en een paleobotanicus, die vaststelden dat het in die periode erg droog was in de regio, met lage waterniveaus voor de Eufraat. ‘Precies zoals ten tijde van de recente oorlog tussen Irak en Iran’, benadrukt hij. Een publicatie in het vakblad Climate Change beschrijft hoe de val van het Assyrische rijk op het einde van de zevende eeuw voor Christus niet alleen een gevolg van burgeroorlog en politieke onrust was, maar ook van demografische en klimaatfactoren. Het werd er plots veel droger, en de gedwongen verhuizing van mensen uit veroverde gebieden leidde tot overbevolking. De combinatie van beide factoren resulteerde in de definitieve val van het rijk. De parallel met wat er vandaag in de regio gebeurt, ligt voor de hand. Watertekort en populatiedruk zijn aspecten die ook nu in het Midden-Oosten een cruciale rol spelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content