Dieumerci Mbokani, Milan Jovanovic en Igor De Camargo zijn toegetreden tot de galerij van de grootste spitsen uit de geschiedenis van Standard. Wat vinden ze van elkaar?

Het spitsentrio van Standard heeft de verdedigers van de andere eersteklassers in de aanloop naar hun duels tegen de Rouches ongetwijfeld al nachtmerries bezorgd. Want als ze in hun dagje zijn, is er niet veel tegen te beginnen. Igor De Camargo is dankzij zijn ongelooflijke detente zo goed als onklopbaar in de luchtduels, Milan Jovanovic zaait vernieling met zijn snelheid en dribbels, en Dieumerci Mbokani kan als geen ander een bal bijhouden tot er versterking uit het middenveld opdaagt. De drie spitsen van Sclessin beschikken allemaal over andere kwaliteiten, maar ze zijn bijzonder complementair.

Standard heeft altijd een beroep kunnen doen op spitsen die relatief vlot de weg naar de netten vonden. Zeven keer mocht het er prat op gaan de topscorer van de Belgische eerste klasse in de rangen te hebben: Lucien Fabry (1926-27, 29 goals), Jean Mathonet (1955-56, 26 goals), Roger Claessen (1967-68, 20 goals), Antal Nagy (1968-69, 20 goals), Erwin Kostedde (1970-71, 26 goals), Harald Nickel (1977-78, 22 goals) en Aurelio Vidmar (1994-95, 22 goals).

De huidige drie spitsen, zorgvuldig gekneed door Michel Preud’homme en geperfectioneerd door Laszlo Bölöni, bieden zoveel meerwaarde dat onvermijdelijk de vraag rijst of het aanvallende systeem van Standard niet in elkaar zal storten, als een van de drie tijdens de winterstop zou vertrekken.

‘De Camargo moet in de punt’

Met zijn 27 jaar is Milan Jovanovic de meest ervaren speler van het drietal. De Serviër was ook al in erg uiteenlopende competities aan de slag en heeft daardoor een goede kijk op de waarde van het aanvalstrio. “We zijn eigenlijk alle drie heel verschillend. Ik laat het aan hen over om over mijn troeven te spreken. Zelf wil ik benadrukken dat ik in België en de ons omringende landen niemand ken die zo goed is met het hoofd als De Camargo. Het is echt een plezier om hem een pass te geven in de rechthoek, want hij beschikt over een uitmuntende timing en hij springt enorm hoog. Bovendien gaat zijn fenomenale detente gepaard met een krachtige en precieze kopslag. Daar komt nog bij dat hij zich elke wedstrijd de pleuris loopt. De coach heeft hem gevraagd om bij balverlies zoveel mogelijk mee terug te plooien. Met zijn kopkracht springt hij bij in het middenveld en zelfs in de verdediging. Die troef is sinds het vertrek van MarouaneFellaini nog belangrijker geworden. Maar ik vermoed dat al dat verdedigend werk van Igor slechts tijdelijk is. Als de club een nieuw type-Fellaini op de kop zou tikken, kan Igor opschuiven naar zijn geliefkoosde positie in de rechthoek van de tegenstander. Ik vind trouwens zelf dat hij altijd in de punt moet spelen. Hij is een echte targetman die met kopbaldeviaties voor gevaar kan zorgen. In de korte combinatie is hij geen echte uitblinker, maar daar hebben we andere spelers voor. Hij weegt erg zwaar op een verdediging en kan profiteren van bressen in de defensie van de tegenstrever of inlopen op de afvallende bal om het verschil te maken.”

Jova toont zich dus bijzonder lovend over De Camargo, maar ook voor Mbokani heeft hij een boontje. “Dieu is natuurlijk een klasbak pur sang. Hij heeft een neus om op de juiste plaats te staan. Op een of andere manier voelt hij waar de bal zal aankomen. Let maar eens op: de meeste van zijn goals maakt hij vanop een positie recht voor de doelman. Finesse en snelheid zijn het handelsmerk van onze Congolees. Bij hem lijkt alles eenvoudig. In een fractie van een seconde heeft hij alles door. Ik heb nog maar zelden een spits gezien die het spel zo goed aanvoelt. Bovendien heeft hij zijn gelijke niet als het erop aan komt de bal te beschermen. Met de rug naar de goal vangt hij alle charges goed op en hij houdt de bal bij tot er versterking opdaagt. Het enige minpuntje vind ik dat ook hij zich soms te ver laat terugzakken.

“Onze aanval is de meest complementaire in eerste klasse, maar we werken ook het meest. Ik blijf een voorstander van een 4-4-2, waarbij ik dan op links kan spelen, maar relatief hoog. Het systeem dat Laszlo Bölöni heeft uitgedokterd, bezorgde ons schitterende successen in Europa. Het doet natuurlijk veel plezier daaraan terug te denken, maar ook uit nederlagen kan je veel leren. Neem nu onze wedstrijd in Stuttgart. We speelden er met vijf op het middenveld, maar toch waren het de vier Duitse middenvelders die het spel maakten.

“Volgens mij heeft Standard niet echt een spelmaker. Je ziet dat het bij ons vaak de spitsen zijn die tegelijk de goals voorbereiden en voor de afwerking zorgen. Voor ons zou het gemakkelijker zijn, als we ook iemand hadden die als lanceerplatform kan dienen. Die rol is Steven Defour op het lijf geschreven. Dat zag je in Brugge waar hij hoger speelde dan normaal en het spel heel goed verdeelde. Dat ging fantastisch goed. Ik weet niet wat de toekomst zal brengen, maar de wegen van Igor, Dieumerci en mezelf zullen ongetwijfeld ooit eens scheiden. Ik zie Mbokani naar een grote club gaan als hij erin slaagt nog ietsje sneller te spelen. Maar hij heeft in elke buitenlandse competitie zijn plaats. Velen zeggen dat Igor op zijn best zou zijn in Duitsland of Engeland, maar daar ben ik het niet helemaal mee eens. Let op! Hij zou daar ook kunnen slagen, maar ik denk vooral dat hij Spaanse ploegen zou kunnen bijbrengen wat ze vaak missen: gestalte en kracht om luchtduels te winnen. Hij zou daar zeker in de smaak vallen.”

‘Jova is uniek’

Het is bekend dat Mbokani (23) allerminst een praatvaar is. Hij wil liever niet te veel in zijn ziel laten kijken. “Ik moet mijn broer gaan afhalen op het station”, houdt hij eerst de boot af. Het minste dat nochtans gezegd kan worden is dat de Congolees aan het begin staat van een schitterende carrière. Vorig seizoen speelde hij al een bijzonder belangrijke rol in de manier waarop Standard eindelijk zijn frustratie van de afgelopen kwarteeuw kon wegspelen. Met zijn techniek en vista had hij een ruim aandeel in de titel. Op het einde van het seizoen zat Igor De Camargo meestal op de bank en was het aan Dieu en Jova om met hun techniek en snelheid de verdedigende compartimenten van de tegenstander open te rijten. Ze waren dodelijk efficiënt, onder meer in de partij tegen Anderlecht waarin Standard zich tot kampioen kroonde. Dit seizoen hebben de drie spitsen een lichtjes andere rol, maar het belet Mbokani niet om met de ogen dicht de weg naar de netten te vinden. Mbokani is op en naast het terrein – herinner u het filmpje dat de wereld rondging toen hij geklemd zat in een kermisattractie – iemand geworden die de aandacht naar zich toe trekt. Het zal hem, samen met het feit dat hij zich steeds meer een complete voetballer toont, ongetwijfeld helpen om ooit zijn ultieme ambitie waar te maken: verhuizen naar een van de grote competities in Europa. “Ik wil er alles aan doen om dit seizoen topschutter te worden in eerste klasse”, zegt hij. ” Ouwo Moussa Maâzou mag dan een geduchte concurrent zijn, ik trek me daar niets van aan. Bij Standard ben ik bijzonder goed omringd. Waar ik op het veld moet staan, is niet aan mij om te bepalen. Ik laat dat over aan de coach. Zowel in het systeem van Preud’homme als in dat van Bölöni heb ik bewezen mijn streng te kunnen trekken. Ik schat beide trainers even hoog in. Ze kennen heel goed de troeven en gebreken van hun spelers. Ze praten ook allebei erg veel, zodat elke speler weet waar hij aan toe is. De titel van vorig jaar heeft iedereen in staat gesteld om als voetballer vooruitgang te boeken. Dat geldt zeker ook voor mij.

“Jova is een fantastische speler. Als hij aan een raid begint, is hij niet af te stoppen. Die man is uniek, in woorden en daden. Ik speel graag met hem, want hij voelt goed aan wanneer hij me in de diepte kan aanspelen. Igor is dan weer een enorm nuttige speler. Of hij nu één minuut speelt of een hele match, hij doet altijd zijn werk. Jova en ik kunnen wel collectief denken, maar we kunnen het ook solo afmaken. Igor stroopt echt de mouwen op in het belang van de ploeg. En bovendien springt hij hoger dan wie ook. Het klopt dat Preud’homme meestal in een 4-4-2 slechts twee van de drie spitsen gebruikte. Nu spelen we meestal alle drie in een lichtjes ander concept, waarin ik de diepste spits ben, die ook als targetman fungeer. Het 4-4-2-systeem zou op de duur misschien te voorspelbaar geworden zijn. Nu we alle drie op het veld staan, hebben we meer wapens om te variëren. We kunnen nog altijd 4-4-2 spelen, maar ook 4-3-3, 4-5-1 of 4-4-1-1. Die variatie is een troef. Zeker in Europese wedstrijden heeft ons dat al heel erg geholpen.”

‘Ik weet niet waar Dieu zal eindigen’

De Camargo (25) heeft met zijn lange silhouet soms de allure van een prins. Nochtans heeft het voor de atypische Braziliaan enige tijd geduurd eer hij in ons land zijn weg vond. Hij is een man die het van hard werken moet hebben. Op jeugdige leeftijd liet hij bij Genk en Heusden-Zolder slechts bij vlagen flitsen van zijn grote klasse zien. Bij Brussels bleek al duidelijker dat hij heel wat pijlen op zijn boog heeft. Standard ging hem er halen vlak voor de neus van Club Brugge. Bij Standard kon hij aanvankelijk niet doorbreken omdat hij langs de kant moest blijven met een beenbreuk. Maar de Braziliaan, ondertussen Belg geworden, is een modelprof. Het moet vorig jaar hard aangekomen zijn dat hij relatief vaak op de bank moest starten. Maar ook dat overleefde hij. Sterker nog, hij vocht zo hard terug dat hij nu bijna onmisbaar is. Hij was intelligent genoeg om zijn ongenoegen niet uit te schreeuwen, maar om geduldig op zijn kans te wachten. En hij is erin geslaagd om de derde ster te worden naast de twee andere vedetten.

“Ik steek niet weg dat het een plezier is om met hen samen te spelen”, bevestigt De Camargo. “We zijn alle drie compleet verschillend, zowel qua karakter als qua speelstijl. Ik ben natuurlijk in Brazilië geboren en een beetje nonchalance weet ik wel op prijs te stellen, maar tegelijk ben ik op het veld heel toegewijd. Jova is een charismatische speler die iedereen aanspreekt. Hij is op het veld bijzonder expressief. Hij aarzelt niet om zijn mond open te trekken. Hij is veeleisend, niet alleen voor de anderen, maar ook voor zichzelf. Mbokani geeft in het alledaagse leven soms een wat afwezige indruk, maar hij weet heel goed wat hij wil. Dieu is een ongelooflijk getalenteerde voetballer. Alles gaat hem zo gemakkelijk af. Zelfs als hij in de moeilijkst denkbare omstandigheden een bal krijgt, zal hij er iets goeds mee doen. Zijn passes zijn altijd efficiënt en precies, of hij nu voor de korte combinatie kiest of het leer in de diepte stuurt. Ik weet echt niet waar hij zal eindigen. Volgens mij is hij de ideale kandidaat om Steven Defour op te volgen als Gouden Schoen. Ik zou dat een mooie beloning vinden voor alles wat hij voor het team betekent.

“Jova is ook een geval apart. Als hij in zijn dagje is, is het onmogelijk om hem af te stoppen zonder een overtreding te begaan. Zijn bijnaam is niet voor niets ‘de slang’. Hij heeft een stijl die je bij niemand anders in België ziet. Met ons drieën zijn we heel sterk in de afwerking. We hebben dat Europees bewezen maar ook op het veld van Brugge. Dat was eigenlijk perfect. We speelden er alle drie in de loop van de wedstrijd in een verschillend systeem, maar we maakten ook alle drie een goal. Dat bewijst dat de diversiteit een grote rijkdom is. Natuurlijk moet ik als spits hard werken, en ook verdedigend meer dan mijn steentje bijdragen. Maar ik doe dat met plezier. Op het veld kan je niet tegelijk eten en spreken. Ik bedoel daarmee dat je niet alles kan. Als ik te ver moet terugplooien, ontbreekt het me soms aan frisheid voor de goal, maar ik doe wat de coach me vraagt. Uiteindelijk profiteer ik daar ook zelf van. Of we er na de winterstop nog alle drie zullen zijn, weet ik niet. In het profvoetbal van vandaag kan alles snel veranderen. Als een van ons drie vertrekt, moeten we gewoon een bladzijde omdraaien. En opnieuw hard werken, want het is precies door dat harde werk dat we er alle drie in geslaagd zijn om het niveau te halen dat we nu halen en dat ons zoveel lof oplevert.” S

door pierre bilic – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content