Elke vezel in het lichaam van de voorzitter en elke blik in zijn ogen is gericht op de eerste plaats, maar tot de verwezenlijking van die ambitie is zijn ploeg vooralsnog niet in staat. Met slechts drie punten op negen staat Club momenteel niet eens in de eerste hélft van de rangschikking. Wat gebeurt er in Brugge?

Op KV Kortrijk begon Club Brugge voor het eerst sinds 1982 met een nederlaag aan de competitie (1-0). Het grootste probleem daar was dat de thuisploeg er grotendeels in slaagde Vadis Odji- dja, spelmaker voor de verdediging, te neutraliseren en zo het spel van zijn tegenstander te ontregelen. De oplossing lag bij de verdedigers, maar hem met de juiste inspeelpasses en infiltraties van achteren uit toch vrij krijgen, lukte te weinig. Nogal veel ballen werden onzorgvuldig naar voren getrapt en op het middenveld waren de werklieden Karel Geraerts en Jonathan Blondel iets te slordig. Ivan Perisic, de vierde en de meest offensieve middenvelder, ging vanuit zijn centrale positie vaak de hoeken in, was betrokken bij de meeste aanvallen waar dreiging vanuit ging, maar efficiënt waren de Bruggelingen die zaterdagavond ook net niet voorin.

Het tegendoelpunt was dan weer het gevolg van slap verdedigen van Ryan Donk en vooral van Geraerts. In balbezit vond Club moeilijk de vrije ruimte, bij balverlies gaf het die soms te gemakkelijk weg. Het kende chaotische momenten, momenten waarop er te weinig onderlinge chemie is en waarop het centraal op het middenveld een klaarkijkende leider mist. Dat is geen nieuw gegeven. Jacky Mathijssen gaf het twee jaar geleden al aan. Het bijwijlen wankele evenwicht is de reden waarom Adrie Koster bij zijn komst Jeroen Simaeys in het midden van zijn elftal zette. Het is ook de reden waarom Carl Hoefkens, de nieuwe aanvoerder, teambewustzijn en leiderschap bij Vadis en Perisic probeert te stimuleren.

Het management

De nederlaag op de eerste speeldag van het nieuwe seizoen werd gerelateerd aan het zwakke slot van het vorige seizoen en de vraag of Club Brugge sindsdien wel sterker was geworden, wierp zich op. Laat het vertrek van Antolin Alcaraz, uitblinker op het WK in Zuid-Afrika met Paraguay, achterin geen leemte na? Is Stefan Scepovic (20) een betere spits dan Wesley Sonck? Was er niet vastgesteld dat er tussen die vele ‘leuke voetballers’ grote nood is aan een type Jelle Vandamme? Won de ploeg wel aan fysieke en mentale kwaliteiten?

Sportmanager Luc Devroe gooide het in een interview in Studio 1 over een andere boeg. Hij suggereerde onder meer dat de seizoensvoorbereiding anders had moeten worden opgebouwd. Volgens hoofdtrainer Adrie Koster was die perfect. Jan Van Winckel, conditietrainer van Club Brugge, is als wetenschapper actief op het departement Biomedische Kinesiologie van professor Werner Helsen aan de KU Leuven en auteur van een boek waarin voetbalcoaches op wetenschappelijke manier de beginselen van een seizoens- planning worden uitgelegd. Volgens hem wijzen de inspanningstests uit dat de spelers de voorbije twee jaar nagenoeg allemaal twintig tot dertig procent sterker zijn geworden.

Devroe concludeerde in hetzelfde tv-programma dat dit seizoen de moeilijkheid zal zijn om de kleedkamer te managen en dat wat vorig seizoen was misgelopen nu anders zal moeten worden aangepakt. Hij vroeg zich af of Nabil Dirar, recidiverende laatkomer, wel beter zal worden van twee weken met de beloften te trainen. Mocht een zachte aanpak voor de Marokkaanse Belg inderdaad meer aangewezen zijn, dan moet hij maar eens langsgaan bij een van de twee mentale trainers die beschikbaar zijn voor de jeugdspelers voor wie hij verondersteld wordt op en naast het veld een voorbeeld te zijn. Misschien moet dan ineens ook maar eens de wil tot winnen van de hele groep getest worden. Want waar Devroe zich het meest aan stoorde, vertelde hij die avond op Eén, was dat er in de 87e minuut een slechte voorzet buiten de lijnen belandde en dat niemand de bal ging halen. Hij vond het getuigen van een gebrek aan gedrevenheid en voegde eraan toe dat hij hoopte dat het de trainer niet ontgaan was. Dat valt te betwijfelen. Althans, wij herbekeken op een dvd van Belgacom TV drie keer de laatste tien minuten van de wedstrijd op Kortrijk en ons viel alleen de overhaasting in het spel op. Enkele keren staat Club voorin met vier, vijf, zelfs bijna zes man op een lijn. Het hoofd koel houden, is in Brugge voor velen een werkpunt.

De veldbezetting

Op de tweede speeldag maakte Adrie Koster andere keuzes. In plaats van in een ruit op het middenveld en met twee centrumspitsen, voetbalde Club Brugge tegen STVV met een driehoek, één centrale spits en twee buitenspelers. Voor de verdediging kwam Blondel naast Vadis te staan, Vargas kreeg een vrije rol in de rug van Kouemaha en op de flanken liepen Wilfried Dalmat (rechts) en Perisic (links). Na 34 minuten stond het 4-1. Nieuwe elementen in het spel waren: met de vleugelspelers werd bij balbezit het veld breder gehouden en kon er gemakkelijker ruimte, aanspeelbaarheid en diepgang gecre- eerd worden. Dankzij vlotte flankwissels, onder meer via uitstekende kruispasses van Peter Van der Heyden, kreeg Sint-Truiden het speelveld moeilijk belopen.

Aan de 1-0 ging een diepe bal van Van der Heyden op Kouemaha vooraf. Ook opvallend: aan de onrechtstreekse vrijschop in de zestien meter die erop volgde, ging niet de minste discussie onder specialisten vooraf over wie hem zou trappen. Vadis gaf op slimme wijze de assist, Perisic trapte hem perfect binnen in het dak van het doel. De collectieve vreugde was even treffend. De sfeer is niet rot, de groep bevat alleen wat weinig autoriteit en nogal veel egootjes. Vadis (21) en Perisic (21) zijn er twee van, twee kruidjes-roer-mij-niet, twee ambitieuze toptalenten die voor hun komst naar Brugge een moeilijke incarnatie kenden in het harde profvoetbal, maar ondertussen bij Club de doorbraak forceerden en voelen dat hun grote dromen realiteit kunnen worden. Het twééde doelpunt van Perisic kwam tot stand na een dubbelpass tussen Dalmat en Kouemaha, met een trap van buiten de zestien meter maakte Vadis de 3-0 en de vierde goal was een volley van Blondel op een afvallende bal. Na de rust werden de kansen niét benut.

Op de derde speeldag koos Koster voor dezelfde elf in dezelfde veldbezetting. Club kwam in de derby al vroeg op achterstand na een dekkingsfout op een hoekschop, voerde na de rust de forcing, maakte op een hoekschop gelijk via Hoefkens, maar werd op het uur tot tien man herleid: nadat hij in de eerste helft al geel kreeg voor een onbezonnen sliding tackle, kreeg Perisic een tweede keer geel voor een moeilijk te beoordelen fase waarin scheidsrechter Jérôme Nzelo een schwalbe zag. Cercle buitte zijn numerieke meerderheid uit met twee doelpunten en in de blessuretijd maakte een aldoor gefrustreerde Kouemaha zichzelf te schande met een kopstoot in het gezicht van Hans Cornelis. Club, vorig seizoen de eersteklasser met de meeste kaarten, telt drie wedstrijden ver alweer twee uitsluitingen. In de algemene rangschikking staat het met drie punten bovenaan de tweede kolom.

De huisstijl

Wat na drie speeldagen blijft hangen, is toch vooral dat de manager na de eerste officiële wedstrijd van het seizoen openlijk keuzes van de trainer in vraag stelde. Toen Adrie Koster in de voorbereiding van de voorbije competitie in de pers zei dat de spelerskern te weinig kwaliteit bevatte, was de repliek van Luc Devroe dat het niet de stijl van het huis is om zulke zaken openbaar te verklaren. De Nederlander kreeg te horen dat zoiets in Brugge binnenskamers wordt besproken en dat hij zich daaraan moest aanpassen. Is de huisstijl van Club ondertussen veranderd? Is dit het gevolg van een spanningsveld tussen een sportmanager die meent dat de ploeg voldoende versterkt is om voor Anderlecht te kunnen eindigen en een hoofdtrainer die van oordeel is dat het wat meer geweest mocht zijn? Of is de conclusie na één jaar Koster dat Adrie toch wat extra prikkels kan gebruiken om het maximum uit het spelerspotentieel te halen?

De komst van Adrie Koster vorig seizoen was alleszins een heel bewuste keuze van voorzitter Pol Jonckheere. Een citaat uit Het Laatste Nieuws van 9 april 2009 naar aanleiding van de persvoorstelling van de opvolger van ‘motivatiecoach’ Jacky Mathijssen: “We hebben ons heel diep geïnformeerd over Koster en kregen steeds weer dezelfde signalen”, zei Jonckheere. “Koster is een zeer gedreven man en een gedisciplineerde coach met een offensieve voetbalvisie. Hij past perfect in het profiel dat wij voor ogen hadden. Bovendien heeft hij een pak ervaring in het begeleiden van jonge spelers. Dat was belangrijk: Koster is de man die onze beloftevolle jeugd beter kan maken.”

Ongeveer twaalf maanden later lichtte Club Brugge in zijn contract de optie op nog een seizoen. Een citaat uit Het Laatste Nieuws van 2 april 2010: De formele contractverlenging met Adrie Koster verliep gisteren in een opperbeste sfeer op de Clubkantoren. Net voor hij zijn krabbel zette, hoorde Koster een lofzang aan zijn adres aan van voorzitter Pol Jonckheere. “Als ik dat zo hoor, had ik er nog een aantal jaren meer moeten aan plakken”, lachte Koster. Waarom Jonckheere dan zo tevreden was over het werk van Koster? In een notendop: “We houden van zijn aanpak en stijl, hij draagt bij tot een aangenaam werkklimaat, zorgt voor resultaten met attractief voetbal, gedraagt zich integer tegenover refs en collega’ s, benut het potentieel van de spelers ten volle en heeft een authentiek verhaal. Kortom, Koster heeft voor een revival gezorgd.” (…) Sportmanager Devroe ziet in de contractverlenging van Koster een bewuste keuze voor continuïteit. “Adrie voldeed aan alle verwachtingen. Hij zorgde voor de nodige rust, en ondanks zijn rust ook voor een gezonde agressie op het veld, zie naar de rode kaarten. Van de spelers hoorde ik geen wanklank over zijn methodiek, ook niet van jongens die naast de pot vielen. De kleine akkefietjes met Kouemaha, Sonck of Dirar heeft hij met de nodige diplomatie opgelost. “

Play-off 1 was op dat moment twee speeldagen ver en Club was die begonnen met een gelijkspel in Sint-Truiden (0-0) en een thuisoverwinning tegen KV Kortrijk (3-0). In de reguliere competitie was het als tweede geëindigd op twaalf punten van Anderlecht en met acht punten voorsprong op het derdegeklasseerde AA Gent. Het was de beste plaats die het sinds de landstitel in 2005 behaalde. Maar de allerbeste prestaties waren in de Europa League geleverd: Club kwalificeerde zich voor de poulefase, kwalificeerde zich in een groep met Shakhtar Donetsk, Partizan Belgrado en Toulouse voor de zestiende finales en werd daarin pas na verlengingen uitgeschakeld door Valencia. Maar in play-off 1, een experiment waarbij het puntentotaal dat de zes deelnemers behaalden in de reguliere competitie gehalveerd werd, ging het uiteindelijk grondig fout: op de laatste speeldag verliest Club met 6-2 bij AA Gent, dat zo dankzij een gewonnen wedstrijd meer alsnog vicekampioen wordt en zich daarmee ten koste van Club plaatst voor de derde voorronde van de Champions League. Is er toen twijfel gerezen over Koster en werd de nederlaag op Kortrijk geïnterpreteerd als een rechtvaardiging van die twijfel?

In elk geval is het dit seizoen ‘van móéten’ in Brugge. De voorzitter verwoordde het op de persvoorstelling in juli als volgt: elke vezel in zijn lichaam, elke blik in zijn ogen is gericht op de eerste plaats. Na de nederlaag op de openingsspeeldag zei de sportmanager dat twaalf op twaalf in de Jupiler Pro League en de kwalificatie voor de poulefase van de Europa League tegen Dinamo Minsk een must waren. Wie niet met druk omkan, benadrukte hij, moet hier niet werken. Het is een gevaarlijk spel. Hopelijk voor Club werkt het niet averechts.

door christian vandenabeele

“De sfeer is niet rot, de groep bevat alleen nogal veel egootjes en wat weinig autoriteit.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content