Met boegbeeld Gunther Hofmans verdween ook Germinal Ekeren van de Belgische voetballandkaart. Nu is de gewezen aanvallende middenvelder een gedreven zakenman, die goed scoort in de keuken- en badkamersector.

“Ik ben nu twee jaar en twee maanden gestopt met profvoetbal. Onmiddellijk na het seizoen stapte ik voltijds in de zaak van mijn schoonvader ( gewezen Germinalvoorzitter Jos Verhaegen, nvdr). Daar was ik al mee bezig tijdens mijn loopbaan, omdat we veel vrije tijd hadden en ik wist dat daar mijn toekomst lag. Op dit moment is Vimmo, een speciaalzaak in keukens en badkamers, de bezigheid waar ik honderd procent van mijn energie in stop. Mijn taak bestaat erin de bouwwerven te bezoeken, de planning goed op te volgen en sterk te dirigeren naar de veertig tot vijftig werknemers die we in dienst hebben. Daarnaast vervul ik ook nog een meer coördinerende rol bij onze twee bouwfirma’s, Vergimmo en Versnel.

“Dat ik op mijn 33ste het voor bekeken hield, was goed gepland. In november van mijn laatste voetbalseizoen begon ik fel te sukkelen met de knie. Ik kreeg cortisonespuiten, moest soms tot tweemaal per dag Apranax nemen om de pijn te verzachten. De belasting voor mijn gezondheid werd te zwaar. Bovendien had ik nog iets moois achter de hand, hetgeen niet veel andere voetballers konden zeggen. Op een bepaald moment was het echt niet meer menselijk : ik sleurde soms een hele medicijnkast mee. Het had toch geen zin meer om nog langer door te gaan.

“Veel tijd om afstand te nemen van het voetbal kreeg ik niet. Ik werd meteen in het zakenleven gegooid, wat voor de nodige afleiding zorgde. Als je een fulltime job uitoefent, heb je geen tijd meer. Alleen tussen de eerste en de vijfde juli kriebelt het nog eens, als je lichaam opnieuw de behoefte vertoont om trainingen te volgen. Maar ik heb die drang snel kunnen onderdrukken, omdat mijn huidige job ook volledig engagement en concentratie vereist.

“Ik ben nog maar 35, een relatief jonge leeftijd. Ik zou nog kunnen spelen op een lager niveau. Aanbiedingen zat, maar ik hou me voorlopig enkel bezig met driemaal per week te gaan lopen en op zondag golf te spelen, een hobby die ik begon via Marc Degryse. De rust die ik daar terugvind, is de perfecte aanvulling voor het drukke zakenleven. Het is toch een totaal andere stress dan in het voetbal. Maar ik heb daar nooit veel problemen mee gehad. Ik ben altijd een nuchtere en rustige ziel geweest, die zeker niet met spectaculaire uitspraken in de pers verscheen. Ik was de ideale schoonzoon, hé, die zich altijd voorbeeldig gedroeg (lacht).

“Op het einde van vorig seizoen heb ik nog eens gevoetbald, in de afscheidswedstrijd van Rudi Smidts. Daarnaast heb ik met vrienden ook nog wat minivoetbaltoernooien afgewerkt. Ik had helemaal geen last van de knie. Maar het gezond verstand primeert : een partijtje is niet hetzelfde als meerdere keren in de week gaan trainen. Bovendien laat mijn dagtaak op de zaak dat niet toe. Ik wil me ook slechts op een iets concentreren. Daarom zal ik ook nooit voor Schoten voetballen of ergens trainer worden. Je moet een opstapeling van uitgestelde werken zoveel mogelijk vermijden, werd me altijd als advies meegegeven.

“Ik heb de nodige blessures gehad in mijn loopbaan, ook door mijn frêle lichaamsbouw. Mocht ik nog voetballen in derde of vierde klasse, zou ik alleen maar geviseerd worden. In eerste klasse primeerde toch nog altijd het voetballende vermogen. Hoe lager je zakt, hoe grimmiger en harder het eraan toegaat. Na acht operaties aan dezelfde knie was het wel genoeg geweest. Ik heb niet de behoefte om nog eens een half jaar te revalideren en de zaak gedeeltelijk aan zijn lot over te laten.”

“Mijn loopbaan als voetballer is eigenlijk ideaal en gestaag verlopen. Ik kende de perfecte leerschool en doorliep alle stadia, want alles begon in vierde provinciale. Na een jaartje bij de Uefa’s van RC Mechelen en een jaartje eerste provinciale bij SK Nijlen sprong ik op de trein van Germinal Ekeren. Ik maakte de volledige opgang mee vanuit derde klasse. Na twee jaar werden we kampioen, in ons eerste jaar tweede klasse veroverden we weer de titel, met bij de promotie naar eerste meteen de bekerfinale. In totaal hebben we vier keer Europees voetbal afgedwongen. Een ongelofelijke stunt, net zoals het feit dat ik toch vijf keer voor de nationale ploeg werd geselecteerd. Daar heb ik me toch even in de arm moeten knijpen ( lacht).

“Misschien was ik net als Lorenzo Staelens wel een laatbloeier, want pas op mijn 22ste kwam ik in eerste klasse terecht. Een goede leeftijd, want ik was niet het grote talent dat was opgebrand. Ik genoot echt van het spelletje. Met mijn beperkte capaciteiten heb ik er net als Germinal Ekeren het maximale uitgepuurd. Die club paste perfect bij mij : een familiale sfeer en geen enkele druk. Op twaalf seizoenen eerste klasse miste ik slechts een achttal matchen en maakte ik als middenvelder op 350 wedstrijden toch 167 goals. Niet veel spelers zullen het me nog nadoen.

“Alleen een transfer naar een topclub had ik nog willen meemaken. Alles was rond met het Anderlecht van Johan Boskamp, maar een kruisbandletsel werd me fataal. Ik was helemaal niet de technisch onderlegde voetballer, maar moest het meer van mijn loopvermogen en afwerking hebben. Op tactisch gebied heb ik met mijn ogen gestolen van Michel van de Korput, Ernie Brandts, Simon Tahamata en Jos Daerden. Die hebben me enorm veel bijgebracht, bijvoorbeeld hoe ik me moest opstellen bij balverlies. Van Simon leerde ik kaatsen. Kortom, details die een wereld van verschil kunnen uitmaken.”

door Frédéric Vanheule

‘Op een bepaald moment was het echt niet meer menselijk : ik sleurde soms een hele medicijnkast mee.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content