Met acht gewonnen Ironmans is Marino Vanhoenacker (34) de beste Belgische triatleet, maar in Hawaï deed de West-Vlaming nog nooit mee voor de zege. Nu zaterdag probeert hij het nog eens. ‘Hawaï is mijn onbeantwoorde liefde.’

Voetbal, tennissen, fietsen, meer doorsnee kon een tiener niet zijn. Tenzij … “Ik heb ook cavia’s en parkieten gekweekt. Op mijn kamer hingen geen prenten van sporters of blote madams, maar wel van vissen.” In boekjes hield Marino Vanhoenacker netjes de buit van de dag bij. Vandaag koestert hij ze als relikwieën. Roksem, Grote Put, 31-08-1993, spiegelkarper, 10,750 kilogram. “De grootste vis die ik ooit gevangen heb, woog 16,750 kilogram.” De putten van Roksem en Zerkegem waren zijn tweede thuis. Bezeten van het vissen, net zoals hij dat meer dan vijftien jaar later van triatlon is. Dagen van tien uur trainen zijn geen uitzondering. Om acht uur ’s morgens in Jabbeke vertrekken voor een fietstraining van 240 kilometer, rond vier uur opnieuw thuis, snel een douche, in de auto twee powerbars en twee cola’s naar binnen werken, en als afsluiter nog 7,5 kilometer zwemmen. “Veel meer kan een mens op een dag niet doen, hé.”

Vanhoenacker (34) won inmiddels acht Ironmans. Alleen de Nieuw-Zeelander Cameron Brown deed met tien overwinningen beter. Maar dé Ironman, Hawaï, ontbreekt nog altijd op zijn palmares. Hij spreekt van een haat-liefdeverhouding. “Hawaï is mijn onbeantwoorde liefde. Het was er vooral géven … Zal ik er ooit winnen? Geen idee. Hawaï is totaal onvoorspelbaar. In mijn zes deelnames was ik nog nooit zoals ik moest zijn. Ik zou het jammer vinden, mocht ik er nooit winnen, maar niet in die mate dat ik voor de rest van mijn leven in de put zou zitten.”

Occasievelootje

Niets liet vermoeden dat Marino Vanhoenacker ooit een topsporter zou worden. In de tuin lag een klein BMX-parcours, dat wel, waar hij met zijn broer Angelo kon ravotten. De Vanhoenackers waren nog echte buitenmensen, geboren in het pre-PlayStationtijdperk. Wanneer Marino Van-hoenacker elf jaar wordt, sluit hij zich aan bij Atletiekvereniging Jabbeke. Pas zes jaar later wint hij zijn eerste cross. Nog een jaar later zet hij een punt achter zijn ‘carrière’. “De eerste twee Belgen op het WK veldlopen werden 115e en 123e, terwijl ik me niet eens kon plaatsen.” Zinloos om nog verder te doen, vindt hij.

Wielrennen, dát lijkt hem wel iets. Maar zijn vader Robert – zelf ooit een bescheiden cyclocrosser – stelt zijn veto. Slechte herinneringen. “Ik heb zaken gezien waarvan ik dacht: ‘We zullen eens zien hoe gezond ze op hun zestigste nog zijn .‘” Maar Marino heeft een plan: een paar keer deelnemen aan een duatlon, vader overtuigen van zijn fietstalent en dan overstappen naar een wielerploeg. In 1996, exact een jaar en vier wedstrijden later, mag Vanhoenacker naar het EK in Portugal. Hij valt op. Of beter, zijn fiets valt op: een oude BMK, tweedehands gekocht voor 10.000 frank, verkeerde maat. Vader Robert: “Je kent dat: ze beginnen aan van alles, maar na een paar maanden is het voorbij. Er rijden nu nieuwelingen rond met een fiets van 2500 euro, terwijl Marino op het WK zesde is geworden met zijn occasievelootje.”

Getalenteerd én gedreven. Alles op de sport zetten, denkt Vanhoenacker, moeder Blanche gaat niet akkoord: verder studeren! Marino spartelt zich door zijn middelbare studie. Daarna schrijft hij zich in aan de KHBO, richting voedings- en dieetleer. Hij studeert af. Klus geklaard, een bestaan als fulltime duatleet wenkt. “Mijn ouders mochten op hun hoofd staan, ik had mijn diploma gehaald.” Marino Vanhoenacker, op dat moment 22, blijft thuis wonen – goedkoop – en doet het seizoen in de suikerfabriek van Veurne. Met zijn pree kan hij in de winter drie en een halve maand gaan trainen in Nieuw-Zeeland. Een leven in het teken van de sport. Het loopt goed, maar het mag toch nog ietsje meer zijn. Triatlon misschien? Alleen: zwemmen wil niet zo best lukken. “Ik heb pas leren zwemmen in het tweede of derde middelbaar. Mijn klasgenoten hebben me in het zwembad dikwijls uitgelachen. Echt bang, hé … Toen ik in mijn laatste jaar KHBO voor het eerst in een vijftigmeterbad dook, ben ik bijna verzopen. Tot halverwege in crawl en dan verder in schoolslag.” Op zoek naar een job in een Oostendse fitnessclub, leert hij Elke Van Renterghem kennen. Elke, die al een Ironman in de benen heeft, wordt zijn baas én zijn vriendin.

2002: de eerste Ironman

Na een aantal ereplaatsen op de kwart en de halve triatlon stapt Vanhoenacker over op het lange werk. In zijn allereerste Ironman in Florida 2002 wordt hij meteen vijfde. “Toen dacht ik: ik zal volgend jaar in Hawaï eens tonen wat ik allemaal kan.” Maar de kennismaking met Hawaï is confronterend. Tijdens de marathon gaat het licht uit. “Ik lag bewusteloos op straat, ben wakker geworden in de ambulance. De verplegers wilden mij aan een infuus leggen. Blijf van mij af! Ik stond op, liep weg en ben weer omvergevallen. ( lacht) Ik heb er toch een uur of twee gelegen.” Te weinig volume, beseft hij. “Eerst nog wat boterhammen eten en later nog eens terugkomen.”

Met de onvoorwaardelijke steun van Elke timmert ‘Bink’ verder aan de weg, maar chronisch geldgebrek loopt als een rode draad door zijn leven. Vanhoenacker leent 5000 euro van zijn vader, zodat hij zich in Maleisië kan kwalificeren voor Hawaï. Hij wordt tweede na Luc Van Lierde en kan zijn vader met zijn prijzengeld terugbetalen. “Maar het was elke winter sukkelen. Als je al moet kijken wat je in je winkelkarretje legt …” Een periode van smeken bij sponsors, interim-jobs als diëtist of fitnessinstructeur. “Maar als je zo veel moet trainen, kun je zelfs niet parttime werken. ‘Als we geen honger lijden is het goed’, heb ik altijd gedacht. De dag dat geld mijn motivatie is, stop ik onmiddellijk, want dan is het mijn job. Triatlon beschouw ik nog altijd als een hobby.”

2003 wordt, ondanks zijn tweede plaats in Maleisïe, sportief een mager jaar. Opgave op het EK lange afstand in Denemarken en ook Hawaï wordt een ontnuchtering: 54e. Hij zal er de volgende twee jaar wegblijven. “Het had geen zin. Hawaï kostte elke keer bijna 10.000 euro. Ik kon het geld net zo goed in de open haard smijten, dan had ik er tenminste nog een beetje warmte van.”

Vanhoenacker solliciteert tevergeefs naar een job bij het leger, waar hij hoort dat hij een WK-medaille moet halen. “Ik zei meteen: dan kom ik in augustus terug.” In juli 2004 pakt Vanhoenacker op het WK lange afstand in Zweden een bronzen medaille. “Na de finish heb ik onmiddellijk naar die officier gebeld: wanneer komt de commissie opnieuw samen?” Hij krijgt zijn job bij Defensie. Eíndelijk een beetje financiële zekerheid. De resultaten blijven dan ook niet uit: in 2005 wint de West-Vlaming in Florida zijn allereerste Ironman, een jaar later is hij de snelste in het Oostenrijkse Klagenfurt en vertrekt hij midden september opnieuw naar Hawaï. Vanhoenacker wordt zesde. Hawaï is Florida of Klagenfurt niet. “Iederéén is er, je krijgt maar een kans per jaar, het klimaat – warm en vochtig – is een ramp voor iemand die zweet als een os …”

Na een nieuwe overwinning in Klagenfurt start hij in oktober 2006 opnieuw met ambitie in Hawaï. Vanhoenacker wordt vijfde, zijn beste resultaat. Zijn prestaties gaan niet onopgemerkt voorbij in het wereldje: hij kan een contract tekenen bij het Duitse Commerzbank, een professioneel team. “In het eerste gesprek maakte ik meteen duidelijk dat ik niet van plan was om het knechtje van Normann Stadler – tweevoudig winnaar in Hawaï – te worden. Elk voor zich. We zijn allemaal egoïsten. Maar Defensie en de Duitsers waren mijn twee reddende engelen.”

Rik, de (zwem)trainer

Vanhoenacker stapt, verlost van financiële zorgen, met een goed gevoel de winter in. Hij verplettert de concurrentie in Klagenfurt en is ook op de 70.3 – de halve Ironman – van Antwerpen en Saint Croix de beste. Maar Hawaï, editie 2008, is ook deze keer een brug te ver. “Ontploft. Twaalf maanden met die ene wedstrijd bezig zijn, euforisch aan de start staan en plots wordt de stekker uitgetrokken. Dan vergaat de wereld, hé … Tegen beter weten in toch verder doen. Bijna vijftien kilometer gewandeld en toch nog 22e geworden.”

Vanhoenacker beseft dat het zo niet verder kan en roept de hulp in van Rik Valcke, de zwemcoach die Brian Ryckeman en Mathieu Fonteyn naar de Olympische Spelen in Peking begeleidde. Diens oordeel is hard. “Je kunt niet zwemmen.” Maar de drie, vier zwemtrainingen per week renderen. In Zuid-Afrika kwalificeert Vanhoenacker zich opnieuw voor Hawaï, in juli 2009 wint hij met sprekend gemak in ‘zijn’ Klagenfurt zijn zesde Ironman. Valcke: “In het zwemmen boekten we een tijdswinst van ongeveer vijf minuten. Als we sleutelen aan zijn techniek, kan hij nóg een paar minuten sneller zijn en minder energie verbruiken.” Hawaï, deel zes: goed uit het water, mee met de favorieten op de fiets. Zou het dan toch eens lukken? Neen … “Zelf verkloot. Te veel vloeibare voeding ingenomen. Na 140 kilometer alles uitgebraakt, waarna het licht uitging. Met een lege tank lukt het zéker niet.” Wanneer ook zijn knie blokkeert, stapt hij ontgoocheld uit de marathon. “Ik kon niets meer. Een zware slag van de hamer.”

Nog maar eens tijd voor bezinning. Rik Valcke, met wie het ook privé klikt, zal voortaan ook de schema’s voor de fiets- en looptrainingen opstellen. In maart pakt Vanhoenacker in Maleisië zijn startbewijs voor Hawaï, de tweede – de Japanner Hiroyuki Nishiuchi – eindigt op bijna een halfuur. In Klagenfurt, waar ook zijn vriendin haar ticket voor Hawaï grijpt, duikt hij voor het eerst onder de magische grens van acht uur. Nooit voelde hij zich beter. “Kicken! Al geniet ik te weinig. Ik sta in ieder geval langer stil bij een nederlaag dan bij een overwinning.” De voortekenen zijn gunstig, 9 oktober 2010 moet zijn dag worden, maar Vanhoenacker blijft voorzichtig. “Bij de top tien eindigen is gemakkelijk. Zwemmen zo snel je kan, mee fietsen met de bende en een deftige marathon lopen. Maar ik wil méér, ook al moet ik dan over de limiet gaan. Derde worden op een minuutje van de winnaar en beseffen: ‘Had ik meer gegeven in het fietsen, won ík.’ Ik mag er niet aan denken. Dat zou ik de rest van mijn leven beklagen.”

door chris tetaert beelden: reporters

“In mijn eerste deelname in Hawaï werd ik wakker in een ambulance.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content