In de pas gestarte Premier League gaat alle aandacht naar Louis van Gaal, maar dé te kloppen man is de trainer van stadsgenoot City. Een portret van Manuel Pellegrini, de rustige tegenpool van zijn Nederlandse concurrent.

Louis van Gaal en Manchester United domineerden de voorbije weken het voetbalnieuws in Engeland. Het reilen en zeilen van titelhouder Manchester City bleef onderbelicht. Enerzijds door de geringe activiteiten van The Citizens op de transfermarkt, anderzijds is manager Manuel Pellegrini (60) er niet de man naar om alle aandacht op te eisen. Terwijl Van Gaal in no time zijn nieuwe werkgever volledig naar zijn hand zette, heerste rondom de trainer van Vincent Kompany rust en stilte. Een poging hem te verleiden tot een prikkelende uitspraak over de nieuwe hoofdtrainer van United was vergeefs. De Chileen blijft in alle omstandigheden een gentleman. Dus klonk het: “Louis van Gaal is al zijn hele carrière een zeer succesvolle coach. Bij Manchester United heeft hij een nieuwe uitdaging gevonden. Ik wens hem een goed seizoen toe, al hoop ik natuurlijk dat City boven United eindigt…”

The Premier League’s Quiet Man werd de Zuid-Amerikaan vorig seizoen ook wel genoemd. Arsène Wenger klaagde namens Arsenal doorgaans steen en been, José Mourinho provoceerde bij Chelsea als vanouds, terwijl David Moyes in dienst van Manchester United geforceerd de verdediging zocht. Pellegrini daarentegen liet Manchester City niet alleen (bij vlagen) sprankelend voetballen, maar verbeterde – na de woelige jaren onder Roberto Mancini – ook de uitstraling van de club. Binnen de lijnen oogde het spectaculair, daarbuiten was het een tikkeltje saai. Zelfs Pellegrini’s slip of the tongue (“Ik hou van de druk die komt kijken bij een topclub als Manchester United”) leidde nauwelijks tot ophef. Had Moyes een dergelijke verspreking begaan, dan was de Schot ongetwijfeld tot op het bot afgebrand.

“Een trainer die nóóit zal schreeuwen”, omschrijft Roque Santa Cruz, die in het seizoen 2012/13 onder de Chileen bij Málaga speelde, zijn ex-coach. “Maar wat ik het meest aan hem waardeer, is de manier waarop hij met zijn spelers en staf omgaat. Oprecht en erg vriendelijk.”

Toch moest voetbalminnend Engeland wennen bij Pellegrini’s entree, een jaar geleden. Ook omdat de oud-verdediger niet al te veel bekendheid genoot in het Verenigd Koninkrijk. Vanaf 2004 werkte Pellegrini in Spanje voor achtereenvolgens Villarreal, Real Madrid en Málaga. Maar uitgezonderd één jaargang in Madrid (2009/10) hadden de Engelsen er weinig van meegekregen. Laat staan van zijn jaren in Zuid-Amerika, waar de Chileen aan de lopende band landskampioen werd, met Universidad Católica (Chili), LDU Quito (Ecuador), San Lorenzo en River Plate (beide Argentinië). En dan is er ook nog de voetballer Pellegrini, die tussen 1973 en 1986 liefst 451 profwedstrijden speelde voor Universidad de Chile, het op drie na hoogste aantal in de clubhistorie.

Aardbeving

Manuel Luis Pellegrini Ripamonti, geboren in de Chileense hoofdstad Santiago, is een van de acht kinderen uit een conservatief gezin, die door hun ouders Silvia en Emilio van jongs af aan werden gestimuleerd om te studeren. Zijn broers en zussen maakten carrière in de architectuur, advocatuur en journalistiek. Een telg dwaalde af, naar de voetballerij, een sport waarvoor het gezin pas écht interesse kreeg toen Pellegrini het tot international schopte. De vele prikkels in zijn jeugdjaren hebben van El Ingeniero een veelzijdig mens gemaakt, met brede interesses. Zo koestert hij een enorme liefde voor kunst. “In een volgend leven zou ik niet opnieuw kiezen voor het voetbal. Veel liever word ik kunstenaar, schrijver, schilder of beeldhouwer”, biechtte hij op. “Ik zou dingen willen doen die ik nu niet beheers, maar wel kan leren. Misschien verklaart dat mijn liefde voor lezen. Door veel te lezen, ervaar ik ook andere levens.”

Toch zag het er lang naar uit dat de Chileen zelfs als voetballer nooit zou slagen. Op elfjarige leeftijd werd bij Pellegrini immers een vorm van polio geconstateerd. Een arm of een been had hij kunnen verliezen. “Ik wist dat het een gevaarlijke ziekte was, maar op die leeftijd kun je het nog niet helemaal goed inschatten. Het meest confronterende was zelfs de angst op de gezichten van mijn ouders.”

Het past in Pellegrini’s levensverhaal, waarin het voetbal lang niet altijd centraal stond. Zijn grote wens was arts worden. Na lessen te hebben gevolgd aan twee elitaire privéscholen, spatte de droom uiteen. Voor de toelatingstest voor de universitaire studie medicijnen kwam hij een paar punten te kort. Daarop koos hij voor een studie civiele techniek.

In de jaren zeventig leidde de Chileen een dubbelleven, of beter gezegd een tripleleven. Want Pellegrini was voetballer, ingenieur en student tegelijk. Aan zijn academische achtergrond heeft hij de bijnaam El Ingeniero te danken. “Het waren dagen van zeven uur ’s ochtends tot negen of tien uur ’s avonds”, beschreef hij de eerste jaren van zijn actieve loopbaan. In 1985 hielp Pellegrini zelfs nog mee bij de restauratie van de gemeente Algarrobo, waar een zware aardbeving het leven had gekost aan 177 burgers.

Zijn profdebuut maakte de Zuid-Amerikaan in september 1973 op 21-jarige leeftijd voor Universidad de Chile. In dezelfde maand dat de socialistische regering van president Salvador Allende viel na de staatsgreep door generaal Augusto Pinochet. De militaire junta betekende in Chili het einde van 41 jaar democratie. Pellegrini onthulde ooit dissident te zijn geweest in het tijdperk-Allende. “Ik heb deelgenomen aan verschillende protestmarsen. Het land Chili was erg gecompliceerd, net zoals ik een gecompliceerd iemand was.” Ook het politieke engagement had hij van huis uit meegekregen. Moeder Silvia was bijvoorbeeld een aanhanger van de militaire dictatuur.

Plots gestopt

Als voetballer was Pellegrini een verdienstelijke libero met een aardig linkerbeen. “Sterk in de lucht, iemand met inzicht en tactische bagage”, beschrijft Arturo Salah, zeven jaar lang zijn ploeggenoot. Als speler won de Ingenieur eenmaal de Chileense beker en speelde hij 28 keer voor de nationale ploeg. Aan zijn loopbaan kwam in 1986 een abrupt einde. Dat besluit volgde nadat Pellegrini het in een duel om de Copa de Chile met Cobreandino had opgenomen tegen de destijds zeventienjarige Iván Zamorano, de spits die later furore zou maken bij onder meer Real Madrid en Inter Milaan. “Onze keeper had een schot gekeerd en ik wilde de bal wegkoppen”, weet de Chileen nog goed. “Plots kwam er een jochie achter mij langs, die een halve meter hoger sprong dan ik en de bal in het doel kopte. Die dag – ik was 32 – besloot ik dat het geen zin meer had door te gaan.”

Dat hij 28 jaar later een van de meest gerespecteerde trainers van de Premier League zou zijn, was niet te voorzien. Want na die laatste wedstrijd als prof had Manuel Pellegrini heel andere plannen: een maatschappelijke loopbaan in de bouwsector. Fernando Riera, de bondscoach die Chili naar de halve finale van het WK van 1962 in eigen land leidde, spoorde hem aan alsnog te kiezen voor het trainersvak. Pellegrini’s eerste klus werd een drama. Zíjn Universidad de Chile degradeerde in 1988 onder zijn leiding. Voor het eerst, uitgerekend tijdens het 25-jarig jubileum, en dan ook nog met één doelpunt verschil. “Nog altijd heb ik een groot schuldgevoel”, zegt Pellegrini, die tijdens het seizoen zijn team enige tijd verliet voor een trainerscursus in Europa.

Zoals bij veel Zuid-Amerikanen was de drang ook in het oude continent naam te maken immers groot. In 2004 bood Villarreal, destijds nog een bescheiden club met weinig ervaring op het hoogste niveau in Spanje, Pellegrini die kans. Onder meer de tweede plaats in de Primera División in het seizoen 2007/08 en een halve finale in de Champions League waren het resultaat. Maar de waardering in Spanje voor Pellegrini als trainer nam vooral grote vormen aan bij Málaga. Het hyperambitieuze project van de Andalusiërs – uitgroeien tot een topclub – werd in de zomer van 2012 abrupt beëindigd toen de Qatarese sjeik Abdullah bin Nassar Al-Thani de geldkraan plots dichtdraaide. Met een exodus tot gevolg: bij aanvang van het daaropvolgende seizoen had El Ingeniero nog maar negentien contractspelers. Niettemin slaagde hij erin zijn selectie af te schermen van alle bestuurlijke en financiële perikelen. Sterker nog: die jaargang beleefde Málaga zijn sterkste competitiestart ooit. Pellegrini kon de offensieve speelwijze zelfs perfectioneren dankzij de opgeleefde Joaquín en het doorgebroken supertalent Isco.

Moeilijk werken bij Real

Tot dusverre is de Chileense coach slechts één keer zwaar in zijn autoriteit aangetast. Bij Real Madrid stond Pellegrini machteloos toen preses Florentino Pérez tijdens de voorbereiding Wesley Sneijder en Arjen Robben verkocht. Na het aantrekken van Cristiano Ronaldo, Kaká, Xabi Alonso en Karim Benzema moest er in Bernabéu financiële ruimte worden gecreëerd. “Ik wilde beiden graag behouden, in mijn ogen waren zij belangrijke spelers. Met name Robben gaf ons extra opties voorin”, kijkt Pellegrini terug. “Maar ik wist vooraf dat de club spelers moest verkopen, bovendien waren alle posities dubbel bezet. Uiteindelijk heeft het vertrek van Sneijder en Robben fout uitgepakt. Real contracteerde de beste voetballers, maar niet de beste spelers voor bepaalde posities. Je hebt geen goed orkest als je tien van de beste gitaristen hebt, maar géén pianist… Ik heb ook tegen de voorzitter gezegd welke spelers ik belangrijk vond. Maar als trainer had ik daar geen enkele stem of zeggenschap. In Madrid was het heel moeilijk werken, vanaf de eerste dag merkte ik dat al. Zelfs als ik de landstitel had gewonnen, was ik na dat seizoen ontslagen.”

Bij Manchester City zijn de werkomstandigheden in vergelijking met die bij Real aangenamer en ook duidelijker. Pellegrini heeft het vertrouwen van zowel technisch directeur Txiki Begiristain als van algemeen directeur Ferran Soriano. Hij krijgt de ruimte het succes uit te bouwen. “Afgezien van de ongelukkige uitschakeling in de Champions League (in deachtste finale tegen FC Barcelona, nvdr) heeft Manchester City veel progressie gemaakt in het voorbije seizoen”, aldus de Chileen. “De ambitie is door te groeien, waardoor de club ook de komende jaren in de top blijft meedraaien. Gemakkelijk wordt het niet, want in de Premier League is er concurrentie van vier, vijf teams. Chelsea, Manchester United en Arsenal hebben zich allemaal versterkt.”

De komst van Louis van Gaal leidde in de voorbereiding tot een mediacircus bij stadsgenoot Manchester United. Dat zijn club weinig voorkwam in alle prognoses en voorbeschouwingen, vindt Pellegrini prima. “De druk zal er straks hoe dan ook zijn. Manchester United zal zeker terugknokken. Maar uiteindelijk is City de te kloppen ploeg.”

DOOR VINCENT OKKER

“In een volgend leven zou ik niet opnieuw kiezen voor het voetbal. Veel liever word ik kunstenaar, schrijver, schilder of beeldhouwer.”

Manuel Pellegrini

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content