Beter geplaatst dan assistent-trainer Stan Van den Buys kan je niet zijn om elke speler te analyseren die een aandeel had in de titel van Standard. De plus- en minpunten van Defour en co.

Stan Van den Buys kan je niet zijn om elke speler te analyseren die een aandeel had in de titel van Standard.De plus- en minpunten van Defour en co.

De doelmannen

Rorys Andres Aragón Espinoza (25), 24 wedstrijden, 1 gele kaart, 0 doelpunten.

Stan Van den Buys: “Het verhaal van Olivier Renard vorig seizoen. Moeilijk begonnen, vanwege evidente redenen. Het is niet eenvoudig voor een voetballer om direct op niveau te komen als je lang niet hebt gespeeld. Is een doelman die veel meer risico in zijn spel legt, soms wat onorthodox. Kreeg al veel kritiek, soms terecht, soms onterecht, want als ik zie wat andere doelmannen elders uitspoken, dan wordt daar toch veel minder over gesproken.

“Ik vind het moeilijk een doelman te beoordelen, dat laat ik liever over aan Michel(Preud’homme, nvdr), maar misschien is hij technisch wel wat minder. Van de spelersgroep kreeg hij het vertrouwen toen hij werd aangevallen, en dat heeft hem heel goed gedaan. Dat was niet makkelijk, een half stadion tegen, de manier waarop hij zich uit die situatie wist te redden … De laatste weken is hij heel goed bezig, pakt hij punten. Hij straalt ook meer uit op het veld, groeit mee. Anderzijds hebben doelmannen het bij ons wat makkelijker, want de verdediging is ijzer- sterk. Al zijn zij daar ook wel onderdeel van, dat is een wisselwerking.

“Minpunten … Daar waar Renard op training altijd geconcentreerd was, heeft hij daar veel meer moeite mee. Speelvogel, doet graag onnozel, en dat gaat ten koste van zijn training. Ook die Higuitabeweging in de bekerwedstrijd tegen Gent, in de laatste minuut van de eerste helft. Dat hoeft niet. Keepers hé.”

Olivier Renard (28), 7 wedstrijden, 0 gele kaarten,

0 doelpunten.

Van den Buys: “Renard is heel goed begonnen. Vorig jaar had hij een heel moeilijk begin, wat normaal was als je zo lang op de bank zat. Zijn tweede ronde was heel goed en op dat elan is hij dit seizoen doorgegaan. Zijn plaats verloor hij na een blessure en toen hij terug fit was, zondigde hij tegen afspraken binnen de groep over wat wel en niet mag. Afspraken die begin dit seizoen werden gemaakt. Die zijn: binnen de kleedkamer mag alles tegen mekaar gezegd worden, maar in de pers niet. Als enige heeft hij daartegen gezondigd. Daarnaast speelden bij zijn transfer tijdens de winterstop naar mijn gevoel nog andere dingen mee, dat hij niet wilde bijtekenen. Hij wilde per se spelen, ook met in het achterhoofd de nationale ploeg. In die optiek hebben we wellicht de beste beslissing genomen door hem te laten gaan. Om geen verdere onrust in de groep te krijgen.

“Zijn kwaliteiten: heel goeie lijnkee- per, heel goeie reflexen, vrij rustig in doel. Kan progressie maken in zijn uitkomen en meevoetballen. Neemt weinig risico, en op zich is dat goed, maar voor ons is het toch ook vaak belangrijk dat je een keeper hebt die meespeelt. In Mechelen is dat minder belangrijk. Je kon ook niet zeggen: de ene is veel beter dan de andere, we mogen hem daarom niet laten gaan. Toen Michel Renard liet vertrekken, wist hij wat hij deed. Wat zouden wij daar dan nog een oordeel over vellen?”

De verdedigers

Marcos Camozzato (24). 29 wedstrijden, 3 gele kaarten, 1 doelpunt, 6 assists.

Van den Buys: “Als je vóór het seizoen zou hebben geïnformeerd naar een basisploeg, dan zouden we nooit Marcos hebben vermeld. Maar door het falen van Dupré in de voorbereiding heeft hij zijn kans als rechtsachter geroken. Hij kreeg speelkansen, groeide heel snel en speelde, vooral door zijn offensieve kwaliteiten, zich zo in de ploeg. “Speelde een schitterende eerste ronde, en begon ook goed in de tweede ronde, maar de laatste weken is het iets minder. Oorzaak: een lichte blessure aan de knie. Hij kan niet meer zo scherp trainen. Misschien heeft het ook te maken met het vertrek van Dupré, hij weet nu zeker dat hij speelt, er is weinig concurrentie.

“Heel sterk offensief, zie maar naar het aantal assists. Soms gaat dat offensieve ten koste van het defensieve, maar dat wordt wel gecompenseerd door de drie anderen achterin. Vleugelbacks moeten in een topclub iets offensief kunnen brengen. Voor mij is hij de beste rechtsachter van België. Dupré, die één keer speelde, heeft nog steeds veel kwaliteiten, maar die moet er met zijn hoofd kunnen bijblijven. Dat wil dus wel wat zeggen, als Marcos zo’n speler uit de ploeg voetbalt. Hij is vaak de eerste fase in onze opbouw, omdat hij graag en veel de bal vraagt, sterk is in de combinatie en weinig balverlies lijdt.”

Oguchi Onyewu (25), 30 wedstrijden,

4 gele kaarten, 2 doelpunten, 1 assist.

Van den Buys: “Iemand die nog heel veel vooruitgang kan boeken. Is nonchalant, verliest soms de concentratie, op de Amerikaanse manier. Als je moet terugkeren uit Newcastle ben je niet echt geslaagd. Je kan zeggen: het op die korte tijd bewijzen is niet makkelijk. Maar goed, ik vind dat hij al ferm verbeterd is. Fysiek is hij top, dat weet iedereen. Positie kiest hij goed, maar hij is achterin niet wat hij zou moeten zijn: de leider van de verdediging. Hij is al een van de leiders in de kleedkamer, maar nog niet op het veld. Op bepaalde momenten kruipen ze te ver achteruit en dan laat hij zich te makkelijk doen. Dat is óók die nonchalance: beetje blijven hangen, dan moeten we niet te ver lopen.

“Werken doen we vooral op het uitvoetballen. Balaanname, en zo snel mogelijk naar voor. We doen een oefening op de achterlijn met drie kleine goaltjes. Die staan symbool voor een ploegmaat. Ik geef de pas en hij moet zo snel mogelijk de bal controleren en in een van de goaltjes krijgen. In het begin was die oefening een drama, maar nu sjot hij negen tot tien keer op tien de bal binnen of op dat doeltje.

“Voor hem geldt ook wat voor Sarr geldt: die jongens hebben al drie jaar nooit vakantie gehad, vanwege interlands na het seizoen en daarna een nieuwe voorbereiding. Wanneer recupereren ze dan? Op training. Begrijpelijk, maar niet goed voor hun progressie.

“Ik heb ook tegen hem gezegd: je mag ambitieus zijn, maar niet ten koste van alles. Vroeger was hij gefocust op Engeland, nu is hij dat meer op zijn eigen prestatie. Gezonder als mentaliteit.”

Mohamed Sarr (24), 24 wedstrijden,

5 gele kaarten,

1 rode, 0 doelpunten.

Van den Buys: “In mijn ogen is dat puur verdedigend de beste achterspeler uit België. Als die écht wil, raak je hem nooit voorbij. Sterk, snel, goed met de kop, sterk man tegen man, die heeft alles. Maar ook zijn trainingen soms … Ik ben een wedstrijdplayer, zegt hij dan. Soms kan dat niet, als je progressie wil maken, moet je … Ik heb voor Sarr ook altijd veel meer schrik tegen kleinere ploegen dan tegen de topploegen. In die matchen is hij zeker scherp.

“Hij komt uit Italië (Milan, Ancona, Atalanta, nvdr), dat verbaast me niet. Zijn opleiding, zijn houding op en naast het veld. Alleen: om nog een stap hoger te zetten, moet hij ook zijn trainingen optillen. Maar die kan zéker mee op een hoger niveau.

“Passing kan beter. Af en toe doet hij mee, na de training, maar in mijn ogen te weinig. Als hij een wedstrijd heeft meegemaakt, waarin hij niks dan slechte of weinig goeie passen gaf, dan is hij daar. Maar zoiets moet je onderhouden.

“Met Onyewu vormt hij een heel goed duo, het enige wat je hebt, is dat ze mekaar soms te veel beschermen. Als het wat minder gaat, kruipen ze beide graag achteruit, dan moeten ze alle twee wat minder lopen. In plaats daarvan zouden ze mekaar moeten opjutten. Maar als je ziet hoe weinig goals we slikken, is dat gewoon dankzij de kwaliteit in de defensie.”

Costa Santos Bonfim Dante (24),

30 wedstrijden, 5 gele kaarten, 1 doelpunt,

4 assists.

Van den Buys: “Een voorbeeld. Een van de voortrekkers, aanjagers, ook in de kleedkamer. Die komt elke dag op training, is altijd goed gezind en loopt van de eerste tot de laatste minuut. Een superprof. En hij kan nog heel goed voetballen ook, achterin de beste die we hebben. Sterk in man tegen man, die heeft alles van een moderne voetballer. Het enige minpuntje: het naar binnen sluiten vanaf de flank kan nog beter.

“Ik vind dat hij bij ons zijn betere matchen centraal speelde, maar daar zitten we met die andere kleppers al zo goed, dat hij voor de ploeg beter is op de linksachter. We hebben al met de idee gespeeld om met drie achterin te spelen, maar daar hebben we tijdens de voorbereiding te weinig aan kunnen werken. Dante kan op de flank spelen, omdat hij een actie heeft, een mannetje kan uitschakelen. De center kan nog beter. Ook de rechtervoet kan beter, defensief is hij daar kwetsbaarder. Die binnenkant, soms iets te laat sluiten. Maar dat is al een pak beter, ik heb hem vroeger nog bij Charleroi geweten en daar stond Mathijssen constant te roepen.

“Het voordeel van weinig kaarten en dus weinig schorsingen is: ze zijn zo op mekaar ingespeeld, dat ze weten wat de ander gaat doen. Dat was een van onze sterktes. Zoveel wedstrijden met dezelfde verdediging.”

Fred Burgel Xaviel (22),

7 wedstrijden, 0 kaarten, 0 doelpunten.

Van den Buys: “Zat in het begin van het seizoen in de C-kern, hebben we nog apart getraind. Is er door omstandigheden opnieuw bijgekomen en deed dat goed. Ik vind het alleen geen centrale verdediger, daarvoor maakt hij te veel positionele fouten en is hij veel te kwetsbaar. Heeft een goeie trap en center, vandaar dat we hem nu meestal als rechtsachter gebruiken of eventueel voor de verdediging, omdat zomaar uitstappen dan minder invloed heeft.”

Landry Mulemo (21), 15 wedstrijden,

3 gele kaarten, 0 doelpunten.

Van den Buys: “Heel moeilijk seizoensbegin. Was niet fit, maar wilde dat zelf niet toegeven, denk ik. Keerde terug van STVV, ik kende de speler en zag dat die geen 100 procent was. Geen acties, … Is dan geopereerd omwille van een pubalgie, was de hele eerste ronde out, maar is nadien goed teruggekeerd en heeft ons nu al een tijdje goed gedepanneerd. Ingesteldheid is prima, snelheid ook, dat zijn toch belangrijke troeven. “Moet nog heel veel leren, vooral defensief. Bij Sint-Truiden moest hij vooral offensief zijn gang gaan. Zijn actie heeft hij, maar offensief vind ik zijn laatste pas ook altijd slecht. Daar zou hij twee, drie keer per week extra op moeten werken. Als hij dat zou doen, en zijn verdedigende taken, dan gaat hij nog veel beter worden.”

Marco Ingrao (25), 7 wedstrijden, 0 gele kaarten,

0 goals.

Van den Buys: “Deed het goed tegen Charleroi, maar met zijn kwaliteiten haalt hij er te weinig uit. Schitterende linker, mooie trap, mooie center, maar teert te veel op die kwaliteiten. Kwam van Lierse, daar weinig gespeeld en op een zijspoor, het was weer een stap hoger, en daarom had hij het lastig. Regelmatig geblesseerd, dat is ook vervelend. Hij ziet het goed, maar ook voor hem geldt dat hij er zélf meer voor moet werken. Je moet er nog steeds te veel achter zitten.”

De middenvelders

Steven Defour (20), 22 wedstrijden, 5 gele kaarten, 1 doelpunt.

Van den Buys: “Heel sterk aan het seizoen begonnen, heel belangrijk voor ons in de eerste ronde. Minder in eindpas en scoren, maar heel dikwijls begonnen fases bij hem en deed hij de ploeg draaien. Na Nieuwjaar heeft hij enorm veel pech gehad: eerst een spierblessure, daarna de schouder. Nu heeft hij het enorm moeilijk om zijn niveau van de eerste ronde terug te vinden. Zo’n korset is nooit 100 procent hetzelfde als normaal bewegen. Hij draagt het ook op training – dat moet van de dokter tot het einde van het seizoen -, maar hij zou het zelf zo ver mogelijk willen gooien, geloof me. Aan de andere kant is hij misschien toch iets te veel bezig met de Gouden Schoen. Ergens voel je dat hij zich iets te veel wil bewijzen. Van ons moet dat niet, maar hij wil het zelf zo graag. Als aanvoerder voelt hij zich voor een stuk verantwoordelijk voor alles. Soms neemt hij nu iets te veel hooi op zijn vork. Als het minder draait, moet je juist iets minder proberen te willen.

“Zijn grootste kwaliteit is dat hij uit alle moeilijke situaties geraakt en negen keer op de tien de beste oplossing vindt. Durft vooruit voetballen, provoceren, een manmeersituatie creëren. “Minpunten: soms loopt hij nog te veel. Dat is al een pak gebeterd, maar soms doet hij het nog, zeker als hij minder in de wedstrijd zit. Kracht is ook iets waar hij aan moet werken, dat hebben we hem al 100 keer gezegd. Soms lachen we: jerommeke. “Als je de vergelijking met Van Moer maakt: Van Moer was steviger, harder. Ook ouder, niet vergeten, Steven is pas 20 … Ik vind dat hij vorig jaar meer voor zichzelf speelde en dit jaar meer voor de ploeg. Dat is een extra kwaliteit. Nu gaat hij soms naar de buitenkant, waardoor anderen kunnen scoren.”

Grégory Dufer (26), 11 wedstrijden,

1 gele kaart, 1 doelpunt, 3 assists.

Van den Buys: “Afgeschreven bij Brugge en dan bij ons gekomen. We kenden zijn minpunten, fysiek. Speelde lang niet, evenmin een voordeel. Guy Namurois is speciaal met hem gaan werken en hij heeft keihard zijn best gedaan om in de ploeg te geraken. Wat ook gebeurde. Een serieuze surplus waar we eigenlijk niet op rekenden. Zijn uitvallen vond ik heel spijtig, omdat hij zowel links als rechts kan spelen. “Heel intelligente voetballer, die beweegt zo slim … Een van de slimste die ik meemaakte en nu heeft hij ook de fysieke kwaliteiten om het te brengen. In Frankrijk had hij wellicht problemen op atletisch vlak en misschien qua snelheid, maar ons heeft hij goeie diensten bewezen. In het begin van het seizoen hebben we een aantal dingen afgesproken en bij sommige jongens duurde het wat voor ze het snapten. Hij was daar direct mee weg.

“Minpunten: zijn snelheid is niet van de beste, maar hij weet dat goed te verdoezelen. Verdedigend is het ook wat minder, positioneel wel nog, maar niet in de duels. Hij raakte ook geblesseerd toen hij zijn voet zette, waarna ze heel zijn enkel open trapten. In een competitie van een hoger niveau kan hem dat parten spelen. Duels, daar gaat hij van lopen. Slim weliswaar, hij zoekt goed de vrije positie.”

Marouane Fellaini (19),

29 wedstrijden,

8 gele kaarten,

6 doelpunten,

2 assists.

Van den Buys: “Fysiek zo sterk, voetjes zijn een pak verbeterd en positioneel is hij ook veel beter. Vorig jaar wilde hij nog bij elke fase voor de goal zijn, typisch als je jong bent. Dat is niet altijd nodig, je komt dan ook niet altijd fris voor de goal. Nu kiest hij veel beter zijn momenten en scoort hij meer, het dubbele al van vorig seizoen. De wisselwerking met Steven en Axel is heel goed, wat de tegenstander voor veel problemen stelt.

“Zijn voetjes … Als je nu ziet hoe sterk hij is geworden op inworpen, hoe hij de bal bijhoudt en vervolgens verlegt naar de andere kant, dat is gewoon indrukwekkend. Hij is nog speels, op die leeftijd niet abnormaal, maar tegelijk is hij er toch mee bezig. Op training zelfs tijdens de dooie minuutjes. Terwijl de anderen wat drinken, gaat hij links en rechts trappen, soms zelfs naar doel. Wat tot ergernis van ons. Ten opzichte van Steven is hij voetballend minder, maar heeft hij het fysieke mee. Dat is er eentje voor de top.

“Hij is nog te nonchalant, ook tijdens de opwarming. En dan begint de training en stopt hij niet meer. Nu gaat dat nog, die spieren kunnen dat aan, maar als hij ouder wordt, gaat hij toch moeten opletten. Hij maakt zich ook zelden druk buiten het veld, maar eens de wedstrijd begint, gaat hij er 90 minuten voor, vooruit verdedigen, al wat je wil. Zijn ellebogen gebruikt hij, maar niet op een agressieve manier, hij zet zich gewoon breed als hij springt.”

Axel Witsel (19), 30 wedstrijden, 4 gele kaarten,

7 doelpunten, 4 assists.

Van den Buys: “Technisch heel sterk, enorm veel loopvermogen, goeie trap/pass, komt heel goed voor de goal, constant in beweging. Soms loopt hij nog iets te lang met de bal, wat misschien eigen is aan de leeftijd, nog even het overzicht missen. Daar waar Defour en Fellaini al aan het tweede seizoen zitten, is het voor hem het eerste échte seizoen in de basis. Bij hem moeten we dus constant bepaalde feiten benadrukken. Op Club Brugge werden we zot op de bank. We stonden voor, en dan ging hij toch nog mee naar voor, terwijl er al twee, drie weg waren. Die discipline, om dan te blijven, moet hij nog leren. Maar hij doet wél zijn opwarming goed. Is heel leergierig, geeft constant 100 procent op training.

“Ze zeggen: die jongens kunnen een hoger niveau aan. Ja, beaam ik. Maar nu al? Dan antwoord ik: ze zouden beter allemaal nog wat blijven. Ze hebben amper Europese ervaring. Gaan ze nu al naar het buitenland, dan is de vraag of ze daar wel spelen? Welke progressie maak je dan? Misschien krijgen ze, als ze blijven, wel een opeenvolging van competitie, Europees én de nationale ploeg. Dat beheersen is ook weer een nieuw gegeven voor hen. Als je dan Europees niveau kan halen én aanhouden, ben je klaar om te vertrekken. Doe wat Axel deed in Brugge bij een topclub en ze halen je van het veld.

“Startsnelheid, daar kan Axel nog aan werken. Marouane ook. Dat doen we ook tijdens de trainingen. Op zijn negentiende is hij nog niet echt volgroeid, al staat hij vanwege zijn gemengde afkomst zeker niet achter.”

Réginal Goreux (20), 9 wedstrijden, 2 gele kaarten,

1 doelpunt, 2 assists.

Van den Buys: “Ons werd verteld dat het een rechtsachter was, maar dat klopt niet: volgens ons is hij een middenvelder. Heeft na zijn goal tegen Cercle een enorme boost gekregen. Heel veel kwaliteiten, schitterende trap, snel, sterk, goeie actie, vooral op snelheid, die goeie dribbel om een Nederlandse buitenspeler te zijn, heeft hij ook weer niet. Hij moet het meer van zijn center en trap hebben. Moet nog heel veel leren qua positie. Soms staat hij op een center vanaf links met zijn handen te wuiven, in plaats van voor de goal te zijn. Kwam pas na Nieuwjaar bij de groep. Pikt het snel op, is er goed mee bezig, alleen positief. De basiskwaliteiten heeft hij zeker, we wilden er hem vorig jaar al bij, maar toen had hij een beenbreuk. Goeie mentaliteit, ligt goed in de groep omdat hij graag lacht. Een openbaring op het juiste moment.”

Siramana Dembele (31), 15 wedstrijden,

0 gele kaarten, 0 doelpunten.

Van den Buys: “De ouderdomsdeken. Heel belangrijk in de kleedkamer, tijdens de week, tijdens de rust als het niet goed gaat, want qua minuten heeft hij weinig gespeeld. Kan jongens meetrekken. Regelt heel veel voor de groep, en daarvoor wordt hij ook door iedereen gerespecteerd. Het zal niet makkelijk zijn voor hem, denk ik, amper spelen, en dan toch de spirit houden.

“Speelt niet omdat we een middenveld hebben met zoveel kwaliteiten. Hij kan alleen verdedigende middenvelder spelen. Als je dan moet kiezen tussen Marouane, Steven of hem, is de keuze in zijn nadeel. Maar op Moeskroen was hij er wél bij en goed. Dan heb je je goed verzorgd en ben je een échte prof.”

Salim Toama (28), 20 wedstrijden,

4 gele kaarten, 2 doelpunten, 5 assists.

Van den Buys: “Heel belangrijk in het begin van het seizoen. Had het nochtans moeilijk in de voorbereiding, met de omschakeling van het technische voetbal uit Israël naar het veel fysiekere voetbal hier. Dat is nog altijd een probleem. Als voetballer moet je zelf ook progressie willen maken. Een Barda doet dat bijvoorbeeld wel, Salim is iets te passief op dat gebied. Het is al beter, maar nog niet voldoende. Als het regent, of zwaar is, of er wordt getackeld, dan zie je hem niet meer. Verbaal is hij evenmin aanwezig, vanwege de taal. Verloor zijn plaats door een blessure, en kwam er nadien niet meer in, in mijn ogen terecht. Hopelijk wordt het klimaat beter en kan hij ons nog wat van dienst zijn. Het klinkt raar maar het is zo. Hij had zelfs geen schoenen met studs, toen hij naar hier kwam. Het had keihard geregend, en hij gleed gewoon uit. Hij spéélt ook niet graag met studs.

“Sterke punt: zijn traptechniek. Dat zie je alle dagen op training, links, rechts, zijn kattenpoot. Na Marcos is hij de tweede qua assists. Ook dat is frappant. Waarom zet je er hem dan niet in, kan je vragen. Omdat er meer is dan een vrije trap of een corner. Verdedigend is er ook werk aan, want daarvan weet hij niet hoe het moet. Je werkt eraan, maar de ingesteldheid ontbreekt, hij vindt het niet echt nodig.”

De aanvallers

Igor De Camargo (24), 31 wedstrijden, 2 gele

kaarten, 8 doelpunten, 1 assist.

Van den Buys: “Belangrijk in de zin van mentaliteit. Zoals Dante altijd bereid om te werken. Als we een aanvaller nodig hebben die mee terugplooit en werkt, kiezen we bijna altijd voor hem. Sterk met het hoofd, sterker dan met de voet. Hij zou met de voet meer moeten durven voor die goal te gaan en niet altijd proberen het mooiste doelpunt te maken. Hij kán voetballen, kan een bal bijhouden, maar moet de kansen meer afmaken. Igor moet meer een killer worden. Braziliaans bloed zeker. Als je je kwaad maakt, en je zegt dat twee keer op training, doet hij het, lukt dat wel, maar vervolgens gaat hij de vijfde of zesde bal toch weer mooi proberen te raken. Als hij een trapje hoger wil zetten, moet hij daar aan werken, want acht doelpunten is voor hem te weinig. Hij kwam voldoende in scoringspositie om er meer te maken.”

Milan Jovanovic (26),

28 wedstrijden, 2 gele kaarten, 13 doelpunten,

3 assists.

Van den Buys: “Onberekenbaar, maar o zo beslissend. Als hij niet geblesseerd was geraakt, was hij nu al topschutter en Standard veel eerder kampioen. Intelligent en onvoorspelbaar. Je moet hem nemen zoals hij is. Door die blessure ergert hij zich, soms aan zichzelf, soms ook aan andere spelers, of ploegmaats. Voor niks in feite. Ik zou het geen egoïst durven noemen, maar hij is wel een echte spits. Gaat naar de goal, op volle snelheid, en dan begrijp ik dat je dikwijls niet meer het overzicht kan bewaren. De snelste met de bal aan de voet. Hij loopt recht naar jou en heeft dan een beweging. Schitterend!

“Wij denken soms: hij zou harder moeten werken en zich meer in de match knokken, maar dat gaat misschien ten koste van zijn acties. Die kosten veel kracht. Fysiek was hij bij de start van het seizoen een van de beteren, daar ligt het niet aan. Maar misschien was een fitte Jovanovic met Nieuwjaar vertrokken, dat weet je niet.

“Goed karakter. Je kan alles vragen aan hem. Mocht ik hier in Tongerlo in panne staan en ik bel hem, hij komt me depanneren. Mijn zoon vroeg hem eens een truitje en achteraf bleek dat hij het zelf in de shop was gaan kopen. Dat typeert de man.

“Begon op links, maar het is wél een centrumspits. Al onze spitsen trouwens, we hebben wel eens met alle drie samen gespeeld en dan zag je dat ze toch allemaal naar dat centrum gingen. “Strafschoppen op hem … Het gaat zo snel dat een verdediger die reageert, vaak te laat komt. Daarin wordt hij veel te weinig beschermd, na Waregem kregen we zelfs geen enkele strafschop meer. Dat is niet eerlijk, niet voor hem, noch voor de ploeg.”

Dieumerci Mbokani (22),

29 wedstrijden, 3 gele kaarten,

12 doelpunten, 2 assists.

Van den Buys: “Misschien intrinsiek wel de spits met de meeste kwaliteiten. Die heeft alles. Behalve een hoofd? Neen, dat is veel verbeterd. Ik denk dat hij zich in de eerste ronde blauw betaalde aan boetes. Constant te laat, ook op training. Stond ernaast in het begin van het seizoen, waarna hij vier, vijf weken lang keihard werkte om terug te keren. Hij stond er ook in toen hij naar Congo vertrok, en bij zijn terugkeer was het een ramp. Tot Nieuwjaar heeft hij nog af en toe gespeeld, maar in mijn ogen ver beneden zijn niveau.

“Dan begin je na te denken. Je hoort verhalen uit Anderlecht en vraagt je af: leeft hij er wel voor? Michel heeft er toen mee gepraat, nog voor Nieuwjaar, want we waren bang dat hij er niet zou zijn bij het vertrek op stage op 2 januari. Hij heeft hem nog eens alle regels uitgelegd en sindsdien kunnen we er niks meer van zeggen. Heel sterk in de terugronde, is ook beter aangepast in de groep. Veel opener, hij praat ook veel meer. Aan hem om nu te bevestigen, voetjes op de grond houden en blijven werken. Soms doet hij het nog wat te mooi, maar voor de goal is het de grootste killer van de drie.

“Hij spreekt ook openlijk over een transfer, maar ik vind: dat komt pas als je keihard werkt. Je moet dat niet op voorhand gaan roepen. ‘Ik wil weg’, wat is dat? Te gemakkelijk. Ook voor hem geldt dat het zijn eerste volledige seizoen in eerste klasse is. Als hij op een hoger niveau wil spelen, moet hij bevestigen en een stap extra zetten, eventueel in concurrentie met een nieuwe spits.”

door peter t’kint