De spelers van de eerste klasse hanteren veel verschillende selectiecriteria. Toch keren vaak dezelfde namen terug in de tiercés.

Welke criteria hanteren de profvoetballers bij het samenstellen van hun tiercé voor de Profvoetballer van het Jaar ? Kiezen ze gemakkelijk voor ploegmaats ? Of voor zichzelf ? Laten ze zich leiden door sportieve prestaties, of houden ze veeleer rekening met de mentaliteit van hun collega’s ? En veroorzaakt het eindresultaat van de Profvoetballer van het Jaar grote discussies in de clubs ? Een rondgang.

“Aangezien alle spelers meestemmen, krijg je op het einde automatisch de verdiende winnaar”, vindt Bertrand Crasson (Anderlecht). “Daar ligt het grote verschil met de Gouden Schoen, waar journalisten de doorslag geven. Daarin spelen persoonlijke vriendschappen mee : reporters die hun stem geven aan iemand die ze veeleer respecteren in de dagelijkse omgang dan wel wegens zijn prestaties op het veld. Soms sta ik verbijsterd wanneer ik een speler tegenover me heb die door de pers wordt verheerlijkt. Dan verwacht ik me aan geweldige dingen en dat valt al eens tegen. Men zou toch een beetje eerlijk moeten blijven en volgens objectieve criteria oordelen. Sommige voetballers verstaan de kunst om hun publiciteit goed te verzorgen. Ik lees ook geregeld dat grote buitenlandse clubs een of andere speler volgen en miljoenen euro over tafel willen schuiven. Maar hoeveel van die spelers tekent er daadwerkelijk voor zo’n grote club ? Ik noem dat : zand in de ogen strooien. En ik ben zeker niet de enige die er zo over denkt. Daartegenover straalt de Profvoetballer van het Jaar veel geloofwaardigheid uit. Voetballers kennen elkaar van op het veld, kunnen elkaars waarde taxeren.

“Regelmaat in de prestaties is voor mij het belangrijkste criterium. Dit jaar stemde ik voor Baseggio, Dindane en Doll – in die volgorde. Drie ploegmaats, ja. Ik koos gewoon voor drie spelers van Anderlecht omdat ik vind dat ze dat verdienen. Vorig jaar heb ik Boffin als eerste gezet omdat hij het hele seizoen een hoog niveau haalde. Akkoord, misschien beantwoordt Doll niet aan het criterium van de regelmaat. Maar ik zie hem elke dag bezig en ik weet wat hij ervoor heeft gedaan om naar zijn huidig niveau terug te keren.”

“Ik wil mijn stem liever niet openbaar maken”, zegt Mbo Mpenza (Moeskroen). “Ik wil geen verwijten van spelers omdat ik niet voor hen heb gekozen. Dat getuigt van een zielige mentaliteit, maar zo gaat het er soms toe in het profvoetbal. Ik wil wel één naam uit mijn tiercé citeren : De Beule. Omdat hij helemaal beantwoordt aan mijn visie op het profiel van de Profvoetballer van het Jaar : hij heeft in de schaduw gewerkt en vooruitgang geboekt, en heeft zich perfect in de ploeg ingepast. Bovendien heeft hij door al die lof geen dikke nek gekregen. Ik zal nooit stemmen voor een speler die de cavalier seul uithangt – hoe goed hij ook is. Een kerel die vijftig doelpunten maakt, maar niet voor de ploeg speelt, interesseert me niet. Ik ben tegen egoïsten. Solidariteit en regelmaat schat ik veel hoger op. En een speler moet niet noodzakelijk voor een topploeg uitkomen om mijn stem te krijgen.

“Ik stemde ook voor iemand van Moeskroen, maar die naam hou ik liever achter de hand. Onbewust ben je vlugger geneigd om voor een ploegmaat te kiezen, omdat je die dag in dag uit aan het werk ziet. Het gaat in ieder geval niet over Mbo Mpenza. Ik zou zonder aarzelen voor mezelf hebben gekozen, mocht ik er een fantastisch seizoen hebben opzitten, maar dat is niet het geval en dan blijf ik liever eerlijk met mezelf.”

“Ik let op regelmaat en efficiëntie,” zegt Axel Smeets (Lierse), “maar ook op techniek en creativiteit. Dus stem ik bijna systematisch voor een voetballer die de mensen graag bezig zien. In het algemeen gaan de spelers wel akkoord met de uitslag van Profvoetballer van het Jaar en van de Gouden Schoen. Hoewel de Gouden Schoen van Simons toch hier en daar werd gecontesteerd. Ikzelf begreep die keuze niet goed. We hadden ons aan een overwinning van Sonck verwacht, op basis van wat hij in het kampioenschap en in de Champions League had laten zien. Zet Sonck uit het elftal van Racing Genk en je ziet meteen het verschil. Als je Simons uit de ploeg van Club Brugge haalt, zal dat geen catastrofale gevolgen hebben. Voor de Profvoetballer van het Jaar zie ik niet meteen een speler die er boven uitsteekt. Nee, ook niet bij Club Brugge. Ik voorspel in de uitslag veel spelers dicht bij elkaar.”

“Natuurlijk hebben de sportieve prestaties de prioriteit,” gaat Philippe Clement (Club Brugge) eerst akkoord, “maar ik breng toch ook de menselijke kwaliteiten in rekening. Daarom stem ik gemakkelijk voor jongens die ik ken. In het algemeen kies ik voor offensieve voetballers, maar dit jaar vulde ik twee namen van veeleer defensief georiënteerde jongens in : Simons en Englebert. Die kan je dit seizoen onmogelijk over het hoofd zien. Ook Sonck staat in mijn tiercé. Hij kende nu een paar moeilijke weken, maar dat had geen invloed op mijn keuze. Ik herinner me de geweldige dingen die hij sinds vorige zomer liet zien, zowel bij Racing Genk als bij de nationale ploeg. Hij is enorm gegroeid in moeilijke omstandigheden, in ploegen die zelden hun beste niveau bereikten. Desondanks bleef hij belangrijke doelpunten aantekenen en deed hij verscheidene wedstrijden op z’n eentje kantelen. Zoals elk jaar verwacht ik me niet aan grote verrassingen. Soms kijken we raar op wanneer we vernemen wie de Gouden Schoen heeft gewonnen. Bij de Profvoetballer van het Jaar vinden voetballers de uitslag de logica zelve.”

“Vorig jaar was het makkelijk,” bedenkt Gunther Schepens, “Sonck en Simons waren toen met voorsprong de beste spelers van het kampioenschap. Deze keer ligt het ingewikkelder. De jongens van Club Brugge waren goed, maar het succes van Club is veeleer het gevolg van collectief werk, niet van het uitzonderlijke niveau van een individuele speler. Ik stemde voor, in die volgorde : Kristinsson, Simons en Aarst. Kristinsson voor zijn creativiteit : sinds het einde van de carrière van Degryse is hij de meest creatieve voetballer op onze velden. Simons staat er bij wegens zijn regelmaat, al vind ik hem niet uitzonderlijk. En Aarst voor zijn kwaliteiten als doelschutter. Fairplay is in mijn stemgedrag geen factor omdat ik er al lang van overtuigd ben dat sommige spelers zich veel meer kunnen veroorloven dan andere. De scheidsrechters behandelen niet iedereen op dezelfde manier. Een vedette geniet automatisch een voorkeursbehandeling. Op basis van sportiviteit stemmen heeft dan ook geen enkele zin.

“Voor de Jonge Profvoetballer van het Jaar liggen de kaarten duidelijker. De Beule en Mudingayi verdienen een plaats op het podium. En bij de doelmannen zie ik niet in hoe de trofee kan ontsnappen aan Herpoel.”

door Pierre Danvoye

‘De Profvoetballer van het Jaar straalt veel geloofwaardigheid uit.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content