Gianni Meersman tast zijn grenzen af.

Met de Brabantse Pijl verschuift vandaag de focus van de kasseien naar de klimklassiekers. Terwijl de afgelopen tijd Philippe Gilbert vruchteloos achter zijn vorm aanholde, ontpopte Gianni Meersman zich als de nieuwe Belgische specialist van hellende aankomsten.

De kleine Gilbert – de eretitel die de Lotto-Belisolrenner na zijn ritzege in Parijs-Nice werd opgespeld – staat voor een scharniermoment in zijn carrière. “De komende tien dagen wil ik uitzoeken hoever mijn potentieel reikt”, zegt Meersman. “Ik ben nog altijd maar 26 jaar. Kan ik ooit een topklassieker zoals de Amstel Gold Race winnen? Of moet ik me op termijn in een knechtenrol schikken? Daar hoop ik voor mezelf de volgende dagen een antwoord op te krijgen. Maar als ik ooit de helft van Gilberts palmares kan bijeen rijden, zal ik al heel tevreden zijn.”

Maanden zit de West-Vlaming al in zijn hoofd met de Brabantse Pijl, de Amstel Gold Race en de Waalse klassiekers van volgende week. “In het verleden kwam ik altijd uitgeblust aan de start van die wedstrijden”, vertelt hij. “Bij FDJ was ik binnengehaald voor de Vlaamse klassiekers. Al bij al ging me dat redelijk af. Zo werd ik eens elfde in Kuurne-Brussel-Kuurne. Maar ik voelde dat ik altijd dat tikkeltje tekortkwam. Daarom sloeg ik deze lente het Vlaamse werk over en mik ik resoluut op de klimkoersen.”

Meersman heette een toptalent bij de jeugd, maar kwam bij de elite in een sukkelstraatje terecht door veel blessureleed, vooral aan de rug. Tot een mondstukje hem in 2010 uit zijn lijdensweg verloste. “Ik kon dat jaar de Vuelta uitrijden en vorig jaar volgde de Tour. Dat was belangrijk voor mijn ontwikkeling. Ik zet nu alles op alles. Zo trok ik voor Parijs-Nice en de Ronde van het Baskenland in mijn eentje telkens een week op stage naar Calpe. Daar kwam ik in het verleden niet aan toe.”

Afgelopen winter dienden alle renners van Lotto-Belisol aan de ploegleiding hun hoofddoel voor 2012 kenbaar te maken. “In mijn geval werd dat de Brabantse Pijl”, zegt de tweede van het BK van vorig jaar. “De opeenvolging van korte hellingen spreekt me aan. Behalve wat de afstand betreft, kan je de wedstrijd vergelijken met de Amstel.”

Ook voor deze Nederlandse klassieker, zondag op het programma, brandt Meers-man van ambitie. “Mijn doel is om de finale te rijden en met de eersten aan de voet van de Cauberg te geraken”, aldus de West-Vlaming. “De Cauberg ligt me beter dan de steile Muur van Hoei aan het eind van de Waalse Pijl. De Cauberg is een droomfinish voor mij. Al van bij de beloften weet ik dat dit soort aankomsten op mijn lijf geschreven is. De voorbije winter werkte ik ook specifiek aan mijn explosiviteit bergop. Tijdens de trainingsritten op stage trok ik op iedere helling op driehonderd meter van de top telkens een sprintje. Soms tegen mijn eigen schaduw. ( lacht) Samen met Jelle Vanendert vertrek ik zondag als kopman. Hopelijk heb ik de benen van in Parijs-Nice.”

DOOR BENEDICT VANCLOOSTER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content