Na zijn verblijf bij Lierse verdween Raf Pauwels in de relatieve anonimiteit van tweede en derde klasse. Tegenwoordig laat hij zijn avondstudies informatica renderen als installateur en programmeur van software.

J an Boskamp, zijn trainer bij de scholieren van Lierse, noemde hem de ‘Verroeste Spijker’, zijn ploegmaats hielden het bij ‘Spike’, maar de meest welluidende bijnaam kreeg hij van gewezen voetbalcommentator Dirk Abrams. Telkens Raf Pauwels scoorde, liet hij steevast ‘Raf Pauwels, de koperen kogel van Koningshooikt ! ! !’ door de huiskamers weerklinken. “Zelfs aan de kassa in het warenhuis vragen ze mij : ‘Bent u niet Raf Pauwels, de koperen kogel van Koningshooikt ?’ Tja, die bijnaam is echt wel blijven hangen bij de mensen.”

Last heeft Raf Pauwels er niet van. Voetballen doet hij inmiddels bij FC Putte in tweede provinciale Antwerpen. De combinatie voetbal-werk-gezin viel hem op de duur te zwaar in tweede en derde klasse. “Drie tot vier avonden per week gaan trainen als je overdag al hebt gewerkt en thuis met drie kleine kinderen zit : dat was nauwelijks vol te houden. Een min of meer normaal gezinsleven leiden is dan niet langer mogelijk. In tweede provinciale wordt er maar twee keer per week getraind en dat regime ligt me veel beter.”

“Toen ik nog bij Lierse speelde en niet wist hoe mijn carrière zou verlopen,” vervolgt hij, “volgde ik avondschool informatica. Niet dat ik er zo gepassioneerd door was, maar het was wel een richting met toekomst toen. Ik heb me die keuze nog geen seconde beklaagd. Nadat ik van Erik Gerets te horen kreeg dat er bij Lierse niet langer plaats was voor mij en ik op huurbasis naar toenmalig tweedeklasser Westerlo trok, waar er alleen ’s avonds werd getraind, vond ik werk bij het Antwerpse softwarebureau Medior dat gespecialiseerd is in support en netwerkbeheer. Ik werk er nog altijd. Zelfs toen Westerlo dat jaar de promotie naar de hoogste klasse afdwong, was ik niet geneigd een nieuw avontuur als profvoetballer te beginnen. Mijn toekomst lag in de informatica en niet langer in het voetbal. Ik ben nu veel de baan op om in bedrijven software te installeren en te programmeren. Ik doe mijn werk bijzonder graag.”

Als voetballer is de aartsgevaarlijke rechtervleugel, die meermaals het Lisp deed daveren op zijn grondvesten, omgevormd tot een sobere verdedigende middenvelder. Dat hij al erg vroeg bij Lierse aan de bak kwam, verraden de namen van enkele van zijn vroegere ploegmaats : Herman Helleputte, die later zijn trainer werd, en zelfs Dany Verlinden en Gert Verheyen. “De tijd staat niet stil”, zucht Pauwels. “Van de ploeg die er stond toen ik wegging, blijft er nu niemand meer over. Karel Snoeckx was de laatste. Ook bij het bestuur ken ik nog amper iemand : enkel secretaris Benny Van Dijck, die ook van Koningshooikt is, is er nog. Weinig redenen dus om in het weekend naar het voetbal in Lier te gaan, al blijf ik het voetbal wel volgen via de televisie en de kranten.

“Sinds ik zeven jaar geleden uit de hoogste klasse verdween, is er veel veranderd. Door het arrest-Bosman is het er voor de doorsnee-voetballer niet makkelijker op geworden. Anderzijds was het in mijn tijd ook niet evident om van club te veranderent. Zo zag ik onder meer een transfer naar Beveren, en erger nog, ook één naar Racing Genk aan mijn neus voorbijgaan. Lierse had Daniël Simmes aangetrokken voor mijn plaats, maar het liet mij niet vertrekken. Genk was nog wel een tweedeklasser, toen met Aimé Anthuenis als trainer. Hoe mijn carrière dan zou zijn verlopen, blijft een vraagteken. Als speler van eigen kweek was het niet gemakkelijk. Je moest altijd opboksen tegen de buitenlanders van wie er nu en dan wel eens een misstap door de vingers werd gezien. Wij moesten in feite dubbel zo goed zijn als de aangekochte spelers.

“Eerlijk gezegd raakte ik na tien jaar ook wel wat uitgekeken op Lierse. Misschien had ik wel wat behoefte aan verse lucht. Een voetballer heeft nu en dan een nieuwe uitdaging nodig. Over het algemeen ben ik zeker niet mistevreden over mijn carrière, hoewel ik misschien iets te snel naar Westerlo ben gegaan en ik er misschien niet alles heb uitgehaald. Had ik toen wat langer gewacht, had ik mijn carrière in eerste klasse nog wat kunnen rekken.

“Nu geniet ik van mijn zaterdagavonden thuis met vrouw en kinderen en maak ik me op om naar het jeugdvoetbal te gaan. Mijn zoontje Stef is vijf en zal binnenkort ook wel beginnen voetballen, hier bij Houtvenne.”

Wie weet wordt over twintig jaar ‘De Koperen Kogel’ opnieuw een hit.

door Stefan Van Loock

‘Misschien had ik mijn carrière in eerste klasse nog wat kunnen rekken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content