‘We hebben vorig seizoen 450.000 euro schulden moeten maken om kampioen te worden. Pure noodzaak, anders werd er in Westerlo geen profvoetbal meer gespeeld.’ Op bezoek in de Zuiderkempen.

Westerlo, gemeente van contrasten. Langs de Merodedreef het charmante en kleine Kuipje, thuishaven van geel en blauw, amper twee kilometer verder blinkt het statige kasteel van de familie De Merode. KVC Westerlo en een adellijke familie, een wereld van verschil. En toch: ze hebben elk op hun manier hun rol gespeeld. ‘Die van het kasteel’ zelfs op het hoogste bestuurlijke niveau: burgemeesters, senatoren, ministers en leden van de koninklijke hofhouding, stuk voor stuk opgegroeid aan de boorden van de Grote Nete.

Het Kuipje is, na een korte wandeling van een twintigtal minuutjes tussen het groen en langs de Grote Markt, net iets toegankelijker en bescheidener. Een grote groep schoolkinderen krijgt een rondleiding, andere tieners werken op het kunstgrasveld een circuit af. “De eerste activiteit van Westel & School Together, waarop we meteen 170 kinderen van scholen uit Groot-Vorst, Olen, Meerhout en Oevel mogen verwelkomen”, weet Kurt Van Diest, jeugdverantwoordelijke en communitymanager. “Straks is er ook nog een meet and greet met de spelers.”

De bedoeling is duidelijk: de Kempense jeugd, leerlingen uit het vijfde en zesde leerjaar, verankeren in de club. “Bij een van onze thuiswedstrijden mogen ze een erehaag voor de spelers vormen, terwijl ze op school een groot spandoek rond het thema ‘Sporten is gezond’ maken. Als je voor elke wedstrijd 200 kinderen uitnodigt, dan komen ook hun ouders of grootouders mee en zitten er tussen de 600 en 1000 mensen extra.”

Ook Westel Circle, een samenwerkingsproject met clubjes uit de regio, is een voltreffer. “Na twaalf seizoenen hebben we een overeenkomst met 25 Kempense clubs, die geregeld het bezoek van onze jeugdtrainers en spelers krijgen. Zonder dat we spelertjes van hen willen afpakken, proberen we hun band met KVC Westerlo te verstevigen, want ook zij mogen voor een thuiswedstrijd op het veld staan. 2000 toeschouwers extra, hé.”

Na het kerkhof

Terwijl de (steeds kleiner wordende) A-kern zich onder het commando van Dennis van Wijk op de volgende wedstrijd klaarstoomt, staat een handvol supporters langs de rand van het oefenveld. Al járen gepensioneerd, de hoogtepunten van de club nog vers in het geheugen. De titel in derde klasse (1993), de promotie naar eerste in 1997, toen trainer Jos Heyligen en zijn assistent Danny Vlayen de dag erna om halftien ’s morgens nog altijd in het café zaten. En verder: de 6-0 en de 5-0 tegen Anderlecht (1998 en 1999) en de bekerwinst in 2001, toen 4000 supporters de helden aan Het Kuipje stonden op te wachten. Dorpsmentaliteit als grootste kracht.

Vijftien jaar werd geel-blauw bejubeld en gefêteerd. Leuk en gezellig, een aanwinst voor eerste klasse, waar begenadigde voetballertjes in de gemoedelijkheid van de Kempen hun eerste stapjes zetten. Lukas Zelenka, Tosin Dosunmu, Patrick Ogunsoto, Jaime Ruiz, Paulo Henrique, Nabil Dirar, Jaja Coelho

Maar in 2012 was het Westelse sprookje voorbij. Degradatie naar tweede klasse, totale leegloop – 24 spelers en T1 Jan Ceulemans vertrokken -, budget gedecimeerd, onzekere toekomst. Jan Caers, de commercieel directeur, toen in Sport/Voetbalmagazine: “We hebben maximaal twee jaar om te promoveren. Lukt dat niet, dan moeten we uitkijken naar extra investeerders, want met eigen middelen zullen we het verschil niet maken.” De verhalen van lotgenoten uit Dender, Roeselare en Tubeke klonken onheilspellend. Tweede klasse: vergeetput, vagevuur, kerkhof. Maar na de titel, promotie en de meer dan behoorlijke eerste helft van het seizoen, wordt er weer gelachen.

De commercieel directeur, die begin 2009 ex-speler David Paas opvolgde, zit met nog twee andere medewerkers aan het onthaal. Krap behuisd. “Naast de technische en medische staf en de spelers werken hier amper acht fulltimers. Drie mensen op de technische dienst, een secretaresse, Kurt voor de jeugd en community, allrounder Jeff Van Thielen, ikzelf en Wim Van Hove, de algemeen raadgever die onder meer de contracten afhandelt. Weinig personeel in vergelijking met andere clubs, ja, maar gelukkig kunnen we op tientallen vrijwilligers rekenen. Mensen met een hart voor de club.”

In de gang hangen ingelijste felicitaties van het gemeentebestuur. En allemaal samen. Kampioen Super KVC, 2013-2014 kampioen. Felicitaties van de gemeente Westerlo. Parel van de Kempen. Jan Caers: “Vorig seizoen, het tweede in tweede klasse, was het alles of niets. Het jaar dat we degradeerden, hadden we nog een budget van 6,5 miljoen euro, het seizoen erna was dat bijna gehalveerd naar 3,5 miljoen, vorig jaar nog amper 1,9 miljoen. We werden kampioen, maar maakten wel 450.000 euro schulden. Pure noodzaak, anders zakte het budget naar 1,1 miljoen en werd hier dit seizoen geen profvoetbal meer gespeeld.”

Kurt Van Diest pikt in. “Het klinkt misschien bizar, maar in tweede klasse is het project Westel Circle nog gegroeid. Op dat vlak was de degradatie misschien heilzaam. (lacht) Méér supporters, meer beleving. De vereenzelviging met de club was nooit groter, maar dat kon je niet voorspellen.”

Waterdragers

11 uur, in het Themacafé Kuipje is het nog opvallend rustig. Tot Herman Wijnants binnenstapt. Stevige tred, hartelijke begroeting met de medewerkers, een cappuccino. De ‘boenke-boenkemuziek’ moet stiller, sommeert de manager. Het is duidelijk wie hier ‘de baas’ is. Hij vertelt het verhaal van zijn club. Kort en bondig, want straks wacht een plenaire vergadering in het Vlaams Parlement, waar hij in 2014 met 11.686 voorkeurstemmen een plaatsje in de N-VA-fractie kreeg.

68 jaar oud/jong, maar nog niets aan energie ingeboet. Het prototype van de Vlaamse ondernemer, die in de nadagen van zijn zakelijk succes in de politiek stapte en eind 2012 eerste schepen in ‘zijn’ gemeente werd. Een selfmade man die sigaren aan de horeca leverde. Maar, zei hij ooit: “Er is een oud spreekwoord dat zegt: wat door de roeper gaat, gaat door de poeper. Dus ben ik van sigaren op kaas en wijnen overgestapt. Eten en drinken moeten de mensen toch altijd.”

Wijnants Import Kaas & Wijn groeide uit tot een grote speler en leverde aan de grote winkelketens (Unic, GB, Carrefour, Colruyt….). De zaakvoerder leefde met tweehonderd kilometer per uur, zeker toen hij in 1982 met enkele vrienden de schouders onder een zieltogend Kempens clubje in tweede provinciale zette. “Na drie seizoenen promoveerden we naar derde nationale. We wilden de club aan de eigenaars teruggegeven, maar we moesten voortdoen. En dat hebben we gedaan. Tot in eerste klasse.”

Het was de tijd dat voetbal nog onschuldig was. Toen de manager nog zelf de boterhammen voor de spelers smeerde of na de beslissende eindrondewedstrijd in Waregem (1997) met 180 kilometer over de autosnelweg tussen Waregem en Westerlo raasde om de cafés open te doen. “Met toestemming van de Rijkswacht… Er was niets voorzien. Wij hadden tien punten, Waregem twaalf en aan de rust stonden we 1-0 achter. 2-3 gewonnen… Onvoorstelbaar.”

Een voetbalsprookje in de Kempen, waar geel en blauw mee profiteerde van het Bosmanarrest (1995). “Spelers die het jaar ervoor nog 1 miljoen frank (25.000 euro, nvdr) kostten, konden we plots voor een tiende van dat bedrag kopen. Jochen Janssen, Benoît Thans, Toni Brogno, Rudy Janssens… En veel spelers met winst verkocht. Janssen voor 1,2 miljoen euro aan Club Brugge, Brogno – topschutter in 1999 – voor 1 miljoen aan Sedan, een paar jaar erna 1,8 miljoen voor Kevin Vandenbergh… En: door de samenwerking met Chelsea en Feyenoord konden we de ploeg gevoelig versterken.”

De club dreef op mentaliteit, met een mix van vedetten en waterdragers, die beseften dat ze zich moesten wegcijferen. De vedetten kregen de aandacht, de noeste werkers de winstpremies. Westerlo werd een keurmerk. Clubs die de stap naar de hoogste afdeling zetten – Roeselare, SV Zulte Waregem… – wilden allemaal “een nieuw Westerlo worden”.

Jan Caers vat het imago samen. “Een gezellige en familiale club, die bij niemand antipathie oproept en op heel veel sympathie kan rekenen. Een commerciële troef, want bedrijven linken zich graag aan zo’n imago. Westerlo heeft in het verleden altijd een vechtersmentaliteit uitgestraald, maar in ons laatste seizoen in eerste klasse was dat weggeëbd.

“Er liepen hier spelers rond die in januari al voor een andere club hadden getekend en dat zag je. Veel minder beleving, supporters die afhaakten… We kregen zelfs de thuiswedstrijd tegen Anderlecht niet meer uitverkocht, dit seizoen waren er twee weken op voorhand al geen kaarten meer beschikbaar. Supporters zien dat er weer een ploeg op het veld staat, jongens met een hart voor de club. Onze mascotte is niet voor niets een kemphaan, een vechter, net zoals Dennis van Wijkdat is.”

Los, gezellig, sfeervol

De kater van de degradatie is verteerd, de frustraties weggespoeld. Maar, waarschuwt Wijnants: “Sinds de inkrimping tot zestien ploegen (seizoen 2009/10, nvdr) is de kans om te degraderen veel groter geworden. Met een budget van vijf miljoen euro, het kleinste van eerste klasse, moeten we daar elk seizoen rekening mee houden. Onze reserve is in tweede klasse volledig opgebruikt, méér zelfs… En: hier loopt geen Marc Coucke of Roger Lambrecht rond… We zijn van een vzw naar een cvba overgeschakeld. Niet meteen om investeerders aan te trekken, maar vooral omdat je in dat geval geen roerende voorheffing op de tv-gelden moet betalen. Voor een club als Westerlo vertegenwoordigen de tv-gelden iets meer dan de helft van het budget – eigenlijk is dat te veel -, zodat we ons niet kunnen permitteren om op dat bedrag 600.000 euro belasting te betalen.

“We hebben in het verleden met investeerders gepraat, maar wie betaalt, wil ook bepalen. Dat willen we niet, ook omdat we bij andere clubs gezien hebben tot wat dat kan leiden. Een enorm risico. De oplossing? (wijzend naar Jan Caers) Hij moet meer geld binnenhalen, hé.” (lacht)

Niet vanzelfsprekend in een slaapgemeente in de Zuiderkempen, waar alleen de woensdagmarkt de inwoners wakker schudt. Amper 4000 zielen in het ‘centrum’, om en bij de 24.500 inwoners verspreid over Westerlo, Heultje, Voortkapel, Oevel, Tongerlo, Oosterwijk en Zoerle-Parwijs. Wijnants: “Oosterwijk telt amper 1000 inwoners maar voetbalt wel in derde klasse. En als wij iets aan de gemeente vragen, dan willen de andere deelgemeenten natuurlijk ook iets.”

Nochtans, zegt Jan Caers: “De inkomsten zijn gestegen, maar de loonlast in vergelijking met vorig jaar natuurlijk ook.” Wijnants: “Maal vier. Dat kan niet blijven duren.” Positief, zegt Caers, is dat de supporters de club trouw zijn gebleven. “Ons gemiddelde is zelfs met 2000 gestegen.” (zie kaderstukje)

Wijnants: “Na de degradatie vreesden we voor een halvering van de sponsoring, maar uiteindelijk is drie vierde gebleven. We deden toegevingen op onze return, maar dat was vanzelfsprekend. Als die inkomsten voor de helft zouden wegvallen… En met Soudal, sinds 2010 onze hoofdsponsor, is de Kempense verankering gebleven. Een Turnhouts bedrijf (producent/exporteur van innovatieve chemische bouwspecialiteiten, nvdr) met internationale uitstraling, dat in 2011 tot Onderneming van het Jaar werd verkozen.”

Soudal, de volgende vijf jaar hoofdsponsor van de Belgische wielerploeg Lotto, is een van de uitzonderingen in het lijstje van sponsors, vooral Kempense kmo’s. Jan Caers: “Van de 400 businessseats konden we er in tweede klasse bijna negentig procent behouden, mensen die hier de gemoedelijkheid opzoeken. Geen loges, die per seizoen misschien 15.000 euro kosten en waarvan we er misschien geen tien zouden kunnen verkopen. Niet de stijl van de Kempen…”

Mét een kanttekening. Caers: “We komen steeds meer op primetime, waardoor er met de uren van de wedstrijden wordt geschoven. Een zondag- en woensdagavond is verre van ideaal, want de dag erna moet iedereen werken. En als je op zondag om 18 uur speelt, dan moeten we het vipdiner voor de 400 eters al om 16 uur serveren. Veel te vroeg…

“We beschikken over een schitterende zaal, die we ook naast het voetbal willen uitbaten. Tijdens de week heb je een aantal bedrijfsevenementen of begrafenissen, maar huwelijksfeesten of communies zijn altijd in het weekend en worden meestal tot een jaar op voorhand gereserveerd. Door de verschuivingen moeten we zulke feesten weigeren, ook al beschikken we over de grootste zaal in de streek. Spijtig.” Maar, zegt Wijnants: “We moeten daar niet over zagen. De televisierechten zijn enorm gestegen, de vele kalenderwijzigingen is daar een van de consequenties van.”

Dennis van Wijk komt zijn manager en de gast een hand geven, de spelers schuifelen voorbij. Herman Wijnants kijkt op zijn horloge. Hij moet dringend naar Brussel. “Bedankt voor de belangstelling”, klinkt het gemeend. Hij kijkt nog even rond. “Ik droom van een nieuw stadion, ‘ergens’ tussen Westerlo en Antwerpen. Dan kan onze jeugdopleiding hier blijven (zie kaderstukje), terwijl we eersteklassevoetbal dan nóg steviger in de Kempen kunnen verankeren. 13.000 zitjes, in plaats van 8500 nu, zou ideaal zijn. Maar nu moet ik in de eerste plaats aan Westerlo denken. Voetbal op het hoogste niveau in onze kleine gemeente is leefbaar, maar we kunnen geen reserves opbouwen. Wij moeten hopen op een lucky shot, dat we nog eens een speler voor pakweg twee miljoen euro kunnen verkopen, terwijl Roger Lambrecht een bod van vijf miljoen op Hans Vanaken naast zich kan neerleggen. Dat kunnen wij niet.”

DOOR CHRIS TETAERT – BEELDEN: KRISTOF VAN ACCOM/BELGAIMAGE

“Onze mascotte is niet voor niets een kemphaan, een vechter, net zoals Dennis van Wijk dat is.” Jan Caers

“Roger Lambrecht kan een bod van vijf miljoen op Hans Vanaken naast zich neerleggen. Wij niet.” Herman Wijnants

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content