Daan Van Gijseghem is de enige Vlaming bij Moeskroen. Om het bestaan van Futurosport te rechtvaardigen zou het goed zijn dat hij erin slaagt om zich te manifesteren.

Nog niet zo lang geleden was er een heel legioen Vlamingen aan de slag op Le Canonnier. Onder meer Yves Vanderhaeghe, Stefaan Tanghe en Koen De Vleeschauwer maakten het mooie weer bij Excelsior. Als we een beetje verder in de tijd teruggaan, vinden we ook spelers als Geert Broeckaert en Claude Verspaille, die nu in de technische staf opgenomen zijn. De enige overgebleven Nederlandstalige in de huidige spelerskern is de jonge Daan Van Gijseghem (18). “Dat vormt geen enkel probleem”, verzekert hij ons. “Ik woon in Ronse aan de taalgrens. Op school leerde ik al Frans vanaf mijn derde, terwijl de lessen elders in Vlaanderen pas in het vijfde leerjaar beginnen. In Moeskroen krijg ik de kans om mijn Frans vaak te oefenen. Ik kan me dus goed redden in die taal. Toen Koen De Vleeschauwer vorig jaar vertrok, heb ik wel een beetje mijn draai moeten vinden : ik verloor de enige persoon met wie ik in mijn moedertaal kon converseren. Maar ik ben er gewend aan geraakt en het belangrijkste is je op het veld goed te kunnen uitdrukken.”

Daan mag de laatste Vlaming van Excelsior zijn, hij is ook de jongere waarvan de club het meeste verwacht. We kunnen zelfs stellen dat een doorbraak van Van Gijseghem goed zou zijn om het geleverde werk op jeugdcomplex Futurosport te verantwoorden. Trainer Gil Vandenbrouck heeft in elk geval een moedige keuze gemaakt door hem in de eerste twee wedstrijden van de competitie in de basis te droppen ten nadele van geroutineerde spelers als Alex Teklak en Olivier Besengez, goed wetende dat de jonge knaap zonder twijfel nog fouten zou maken. Maar enkel door lessen te trekken uit deze fouten kan hij de stiel leren.

Talent volstaat niet

“Ik wist dat ik goede kansen had om dit jaar titularis te worden”, bekent Daan. “Het kwam erop aan wanneer ik zou terugkeren van Polen, waar ik met de nationale ploeg van min-19-jarigen aan de slag was op het EK. Als België de finale had bereikt, zou ik daar nog geweest zijn als de competitie in de eerste klasse begon. Maar doordat we na drie wedstrijden uitgeschakeld waren, was ik terug op 24 juli. De volgende dag trainde ik al mee met Excelsior en op zaterdag debuteerde ik in de wedstrijd tegen Cercle Brugge.”

Bij de nationale ploeg speelt Daan op zijn vertrouwde stek centraal in de verdediging. Maar bij Moeskroen begon hij als verdedigende middenvelder aan het seizoen. “Voor mij maakt het niet uit waar ik sta, zolang ik maar speel. Ik denk wel dat ik me als centrale verdediger meer op mijn gemak voel, omdat ik die positie gewend ben, terwijl de rol in het middenveld nieuw is voor mij. Gil Vandenbrouck heeft gezegd dat ik nog te veel als een verdediger reageer, maar dat is logisch want ik heb altijd achterin gespeeld. Op mijn nieuwe positie probeer ik me vooral in dienst van de ploeg te stellen. Ik loop veel, tracht gaten te dichten en zoveel mogelijk ballen te recupereren. Naast mij is er ook nog Steve Dugardein om me te helpen. Beter kan niet : het is de meest ervaren speler van de ploeg. Als ik fouten maak, kan hij me corrigeren. Ik pik zijn aanwijzingen gretig op.”

Daan toonde zijn eerste kunstjes op het voetbalveld bij Horebeke, een kleine club nabij Oudenaarde. “Omdat ik bij de club doelman was, is Daan daar samen met zijn drie jaar oudere broer Tim begonnen”, verklaart Wouter Van Gijseghem, zijn vader. “Je kon snel zien dat hij bepaalde kwaliteiten had, vooral op het fysieke vlak : hij was snel en sterk. Na twee jaar wekte hij de interesse op van Ronse.”

Na Ronse, op enkele honderden meters van het ouderlijke huis, kwam AA Gent en daarna dus Moeskroen. “Wanneer ik besefte dat ik het kon maken ? Het is niet genoeg om talent te hebben, je moet ook hard werken om er te raken. Op mijn zestiende draafde ik op in enkele reser- vewedstrijden, waar ik soms in aanra-king kwam met Olivier Besengez, die de dertig al gepasseerd was. Ik vond dat vreemd, maar tegelijkertijd heb ik veel van hem geleerd, want hij heeft veel ervaring.”

Na zijn eerste selecties voor de nationale jeugdploegen, kwamen Brugge en Anderlecht zich aanmelden, maar Daan wees hen af. “Zonder enige spijt. De huidige omstandigheden geven me gelijk. Als ik naar Brugge of Anderlecht was getrokken, zat ik vandaag in de B-kern te verkommeren.”

Op zijn vijftiende is hij zelfs in Engeland gaan testen bij Bolton. “We zijn daar twee dagen geweest, het contract lag klaar, maar Daan bedankte vriendelijk”, herinnert zijn vader zich.

“Dat klopt”, valt Daan bij. “Wat zou ik op mijn vijftiende alleen in een vreemd land gaan zoeken, zonder elk weekend naar huis te kunnen gaan ?”

Daan ligt nog tot in 2008 onder contract bij Moeskroen, al betekent dat niet noodzakelijk dat hij zijn contract uitdoet. “Als ik vooruitgang blijf boeken, zal ik aanbiedingen van andere clubs niet blijven afwijzen, maar voorlopig denk ik daar niet aan.”

Zoveel mogelijk leren

De eerste in Moeskroen om het talent van Daan Van Gijseghem op te merken was Georges Leekens. “Hij wou me als reserve toen al eens in de selectie van de eerste ploeg opnemen, maar ik zat toen in Ierland met de nationale ploeg onder de zeventien jaar.”

Het was slechts uitstel : vorig seizoen debuteerde Daan in de eerste klasse tijdens een thuismatch tegen Westerlo. “Een match die we koste wat het kost moesten winnen, omdat we een matige competitiestart kenden. We wonnen met 1-0 en ik heb me vrij goed staande kunnen houden. Nadien speelde ik nog enkele wedstrijden, maar een blunder van formaat in en tegen Charleroi roept slechte herinneringen op. Ik werd na amper 19 minuten vervangen. Op het moment zelf was het heel moeilijk om dat te verwerken, maar ik kreeg veel steun van mijn ploegmaats en trainer.”

“Door fouten te maken leer je”, geeft zijn vader aan. “Ik hoop uiteraard dat hij er zo weinig mogelijk begaat, maar dat zijn zaken die gebeuren.”

Wat verwacht Daan van dit seizoen ? “Ik zal misschien vele mensen verbazen, maar ik ga niet antwoorden dat ik alle 34 wedstrijden wil spelen. Zeker niet : ik zou het niet volhouden. Er zal een moment komen dat ik het rustiger moet doen. Ik heb nu een goed debuut gemaakt en dat is bemoedigend, maar ik hoop die lijn te kunnen doortrekken en zoveel mogelijk te leren, zowel op de training als in de match.”

DANIEL DEVOS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content