Met Mohamed Sarr (Standard), Cheikou Kouyaté (Anderlecht), Elimane Coulibaly en Mbaye Leye (beiden AA Gent) spelen vier Senegalezen uit Dakar in de top van de Jupiler Pro League. Sport/Voetbalmagazine ging hen in het tussenseizoen thuis opzoeken. Deze week aflevering 1: Elimane Coulibaly.

‘Seigneur Dieu! Pardonne à l’Europe blanche.’

(Léopold Sédar Senghor, 1906-2001. Senegalese filosoof, schrijver en president)

Tijdens het exposé van de gids verschijnen wrede beelden voor de geest en bij het betreden van de cellen komen haast tranen in de ogen.

Het bezoek met Elimane Coulibaly aan Gorée vergeten we niet snel meer. Het eiland op vier kilometer van Dakar staat op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco omdat het een van de belangrijkste getuigenissen is van de trans-Atlantische slavenhandel. Van 1536 tot 1848 zouden er 15 tot 20 miljoen Afrikanen naar Amerika verscheept zijn, 6 miljoen ervan zouden gestorven zijn door ontbering of mishandeling.

In het ‘Maison des Esclaves’ werden mannen, vrouwen en kinderen gescheiden en als beesten geketend aan hals en armen per twintig in cellen van 2,60 meter bij 2,60 gevangen gehouden tot ze verkocht raakten. Iedereen liet er zijn Afrikaanse naam achter en vertrok onder een registratienummer voor een ‘voyage sans retour’.

“Het immense lijden dat een volk toen is bezorgd wegens het rassenverschil zou voor elke mens, blank en zwart, een bron van motivatie moeten zijn om elkaar te respecteren zoals we zijn en in vrede samen te leven”, zegt Elimane Coulibaly.

“Mensen beseffen de draagwijdte van hun woorden soms niet. Sommigen verwijten je op een voetbalveld voor zwarte aap en twee uur later zeggen ze in de kantine met een pint in de hand dat het om te lachen was. Ik moet bekennen: daar kan ik niet zo goed tegen.”

Commune Coulibaly

Tot 3 uur ’s ochtends drinken we thee en ook daarna doen we amper een oog dicht. Hoe zou het in godsnaam kunnen met blatende schapen aan de voordeur en aan de overkant van de weg een moskee waaruit al van voor het ochtendkrieken gebeden opstijgen die door merg en been gaan?

“Tiens, ik hoorde niets”, lacht Elimane ’s anderendaags. “Na een tijdje went dat wel, hoor. Het is zoals bij mensen die bij een treinstation of een luchthaven wonen.”

De Coulibaly’s zijn sinds 1972 gehuisvest in HLM Patte d’Oie, Habitations Loyées Modernes Patte d’Oie. De wijk dicht bij het centrum van Dakar telt 316 woningen en circa 5500 inwoners en is een mengelmoes van rassen. De Coulibaly’s behoren tot de Pulaar of de Toucouleur, een van de zes grote etnische groepen in Senegal.

Het huis met nummer 155 is groter dan de andere. Doorheen de jaren werd het almaar verder uitgebreid door de vader en de zonen. De Coulibaly’s leven er in commune. “Soms wonen hier wel dertig à veertig mensen”, zegt moeder Salamata Sy. “Het gebeurt dat kennissen zes maanden tot een jaar bij ons blijven.”

Vader Baila Coulibaly is bijna tachtig. Hij bestudeert zijn hele leven al de Koran en is vertrouwd met de mystieke benadering van de islam, vernemen we. “Hoe meer volk er komt, hoe meer eten er is”, zegt hij. “We kwamen nog nooit iets te kort.”

De deur staat altijd open, elke dag wordt er gekookt voor mensen uit de buurt. Iedereen is er welkom. “Vroeger werd mij gezegd dat joden niet deugen en dat christenen slecht zijn, maar ik weet ondertussen dat de essentie van alle religies dezelfde is. Wie doodt in naam van het geloof, begrijpt er niets van. Ik nodig in de moskee ook christenen uit om tot God te bidden.”

Hij is afkomstig van het dorp Boqui in Mauretanië dat nu Animadi heet en een deel van Senegal is geworden. De Coulibaly’s waren veeboeren. Baila was in zijn jonge jaren een worstelaar. Tot zijn pensioen werkte hij als elektricien, daarna runde hij winkeltjes. Moeder Salamata werkt als secretaresse op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ze kregen veel kinderen. Twee ervan zijn overleden.

Elimane, le libero

Naast het huis van de Coulibaly’s ligt een zandveld waarop Elimane zijn eerste wedstrijdjes speelde. Hij begon als verdediger en eindigde als doelman. Niemand in Patte d’Oie lijkt verrast dat hij nu in België carrière maakt als spits.

“Hij had alles om het te maken”, vindt Moussa, een oudere broer. “Kracht, karakter en techniek.”

“Elimane was een heel onrustig kind”, vertelt zijn moeder. “Hij hield van voetbal en ging niet graag naar school. Uiteindelijk staken we hem in een privéschool. Wij wilden dat hij studeerde, want voor ons was voetbal toen een kinderspel dat geen voordelen voor de toekomst bood. Maar zijn liefde voor de bal was te groot: hij raakte geïntegreerd in de club van onze wijk en werd door zijn vrienden aanbeden. Hij volgde zijn hart. Profvoetballer worden was zijn lotsbestemming. Nu moedigen we hem aan en zijn we trots op hem.”

“Hij was pas zes jaar toen hij al gefocust was op voetbal’, herinnert zijn vader zich. “Naar de Koranschool wou hij niet. Wij dachten dat het maar een periode zou duren, maar het ging niet over. Ik weet nog dat ik een raster met pinnen tegen de boom voor de deur hing om de boom te beschermen en om hun ballen kapot te maken. Maar na een tijd kócht ik ballen voor hem. Pas toen ik in Duitsland was om mijn ogen te laten behandelen, begreep ik het belang van voetbal. Nu zijn we heel fier dat hij in Europa voetbalt.”

“Elimane was een verdediger”, zegt Clédor, een van zijn beste jeugdvrienden. “Hij was sterk, goed met de kop en in de tackle. Zijn wil om zijn doel te bereiken, was groot. Als hij de bal kwijt was, was hij furieus.

Il est toujours chaud. Hij is impulsief. Als hij iets te zeggen heeft, doet hij dat. Elimane wil altijd winnen, hij is een echte ‘Lion de Senegal’.

“Zijn prestaties in België zijn hier iedere week in de krant te volgen. Als mensen mij komen zeggen dat mijn vriend weer een doelpunt maakte, dan word ik daar blij van.”

“Elimane was altijd al een hevige”, getuigt zijn jongere broer Abou. “Hij houdt er niet van dat hij in vraag wordt gesteld. Als iemand zegt dat wat hij denkt en doet niet goed is, wordt hij nerveus. Hij doet er alles voor om iets te betekenen in de sport. Ik ben niet verrast, maar dat hij nu carrière maakt, is toch niet evident. Hij is niet gevormd in een jeugdopleidingscentrum en was voor hij naar Europa vertrok twee jaar keeper.

“Hij is open en intelligent, hij praat en deelt veel met ons. Doorheen de jaren is hij veranderd. Nu hij in de eerste klasse speelt, gaat hij tijdens zijn vakantie in Dakar niet meer uit.”

“In alles wat Elimane doet, slaagt hij”, zegt jeugdvriend Alioune. “Hij was een goede basketbalspeler, een uitstekende libero en een doelman die veel penalty’s stopte. Bijna alle Coulibaly’s zijn verdedigers. Hier noemden we hem: Elimane, le libero. In de spits is niet zijn beste positie. Als verdediger had hij een grotere carrière gemaakt. Op de wijk woonde hier destijds ook Moussa N’Diaye ( Senegalese aanvaller die onder meer voor AS Monaco speelde en nu in Qatar voetbalt, nvdr). Wel, hij raakte Elimane niet voorbij. Elimane was ook als kind al heel atletisch. Soms was hij gereserveerd, maar meestal was hij heel spontaan en strijdvaardig.”

“Een opleiding als libero en als doelman is de beste basis om een goede aanvaller te worden”, vindt Abdoulaye N’Diaye, trainer van de voetbalschool van Patte d’Oie. “Het succes van zijn reconversie is dat zijn tegenstrevers geen geheimen meer voor hem hebben.

“Elimane was een voorbeeld voor de anderen. Van jongs af aan nam hij verantwoordelijkheid voor de groep op, daarom werd hij ook zeer gerespecteerd. Hij was heel gedreven, maar vanuit een positieve beleving. Omdat hij als kleine jongen ook al groot en sterk was, gebeurde het vaak dat de tegenstander checkte of hij niet te oud was.

“Toen ik in de krant las dat ene Elimane Coulibaly succes kent in België, deed ik meteen navraag. ‘Ja, het is jouw Elimane Coulibaly’, kreeg ik te horen. Het doet mij veel plezier. Verrast ben ik niet. Op betere velden kan je beter voetballen. Ik wens hem het allerbeste.”

Het calcio

Op wandelafstand van het huis van de Coulibaly’s ligt het nationale voetbalstadion. De familie koestert de stille hoop dat ze Elimane er binnenkort voor het eerst sinds hij tien jaar geleden naar België vertrok, zal kunnen zien spelen. Nu Senegal uitgeschakeld is voor het WK 2010 in Zuid-Afrika klinkt de roep om verandering luid en valt in de media ook de naam Elimane Coulibaly. Het is zijn grote droom: een selectie voor de ‘Leeuwen’ verwerven en zijn shirt daarna aan zijn moeder overhandigen.

“Elimane houdt van zijn familie, hij is ons zeer dankbaar”, zegt zijn moeder. “Hij helpt ons met geld en geschenken, hij geeft ons zakgeld en betaalt onder meer de hogere studies van zijn zus. Wij bidden voor hem om hem te steunen, we vragen God dat Elimane nog beter zou mogen presteren en geen problemen en incidenten zou kennen.

“Voetbal is zijn leven, Elimane wil altijd maar beter doen. In zijn jeugd was hij heel turbulent, maar beetje bij beetje wordt hij rustiger. De intentie is er alleszins.

“Elimane houdt ervan te zeggen wat anderen moeten doen, hij wil dat iedereen correct is en voedt graag op. Soms zorgt dat voor spanningen. Hij maakt wel eens lawaai, maar het is snel over. Elimane heeft een goed hart, hij is naar Europa vertrokken om zijn familie te helpen.”

“Mijn geloof is voor mij het allerbelangrijkste”, zegt Elimane. “Het zit in mijn hart. Bidden geeft mij kracht, het staat symbool voor het geloof in het goede.

“Als ik soms agressief ben, komt dat door de ontgoochelingen die ik in mijn leven al opliep. Zowel privé als in de sport kwam ik al mensen tegen die mij niet respecteerden. Vernederd worden doet heel veel pijn voor iemand die zo graag wil slagen als ik. Zelfs als ik de bal verlies, doet het al pijn. Succes kalmeert mij, ja, dat denk ik wel. Als iemand mij nu zegt dat ik een dikke nek ben, dan ben ik daar blij om. Het betekent dat ik na veel ellende eindelijk een beetje bijval ken.

“Ik ben een geboren rebel. Als kind wou ik niet naar de Koranschool gaan, liever amuseerde ik mij met vriendjes met de bal of de knikkers. Mijn oudere broers sloegen mij vaak, maar het is goed dat ze dat deden: zo wezen ze mij de juiste weg.”

Wie wil overleven in het Afrikaanse straatvoetbal mag van geen kleintje vervaard zijn. “De stratencompetitie heette hier het calcio”, vertelt Elimane. “Ze was hard op z’n Italiaans. We legden vooraf geld uit en wie won, mocht het onder elkaar verdelen. Zonder ballen begon je er niet aan. Ik ken er die hier in het heetst van de strijd hun been braken. Er was altijd veel volk om te kijken, maar de moedigsten stonden op het veld.

“In juli, augustus en september wordt de Navetan gespeeld, de interwijkencompetitie. De wedstrijd tegen Grand Yoff was in mijn tijd de grootste derby van Dakar. Mensen kwamen van kilometers ver kijken. Toen ik klein was, mocht ik niet buiten van mijn ouders omdat de supporters achteraf nogal hevig waren. Soms werden er auto’s beschadigd. Ik maakte het niet mee, maar er zou ooit een dode zijn gevallen.

“Niets van wat ik bereikte, bekwam ik met een mooie glimlach. Ik moest mij een weg door het leven knokken, soms ook letterlijk.

“Ik ben naar Europa gekomen op zoek naar een beter leven. Afrikanen die naar hier terugkeerden, droegen mooie kleren en reden met een wagen. Dan dacht ik: zij alles en ik niets, dat is niet normaal. Wat viel er hier voor mij nog te doen? De slimme uithangen en in discotheken rondhangen, tegelijk niets en alles doen? ( lacht) Na zes maanden was ik het beu.”

De avond valt over Patte d’Oie. Mandoumbé, het grootste talent van de wijk, gaat niet slapen. ’s Nachts let hij met wat vrienden op de wagens en krijgt daarvoor 200 à 300 CFA per wagen. Omgerekend is dat ongeveer één oude Belgische frank. Hij is trots dat hij dat kan verdienen.

Onderweg naar de luchthaven baant de taxichauffeur zich moeizaam een weg door de chaos van de volksbuurten van Dakar. ” Notre bled,” zegt Elimane Coulibaly, “het is mijn grootste inspiratiebron.”

Volgende week: Mohamed Sarr.

door christian vandenabeele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content