Vrijdag ontvangt vierdeklasser Zwarte Leeuw AA Gent. Zestien jaar geleden maakte de club uit Rijkevorsel via de beker naam als stuntploeg. Gent is gewaarschuwd.

Waar associeert u Rijke- vorsel mee ? Eigenlijk, beseft clubsecretaris Jan Nuyts, zetten de bekeravonturen van Zwarte Leeuw tijdens het seizoen 1988/89 het dorp uit de Noorderkempen op de landkaart. “Als ze me ergens vragen waar ik vandaan kom, zegt de naam Rijkevorsel de mensen niets. Maar Zwarte Leeuw, dat kennen ze wél : die fameuze bekerploeg !” Zestien jaar na de feiten ligt Rijkevorsel weer in de stille Kempen, een halfuur ten noorden van Antwerpen, richting Breda via de afslag Brecht.

Afgelopen weekend organiseerde Zwarte Leeuw Rijkevorsel een voorverkoop voor de bekerwedstrijd van vrijdagavond tegen AA Gent. Stilletjes hoopt secretaris Nuyts op 2 tot 3000 toeschouwers. In de ‘glorieperiode’ lokte Zwarte Leeuw voor twee bekerwedstrijden tegen eersteklassers telkens 15.000 toeschouwers naar het Lisp in Lier. Daar speelde het zijn thuiswedstrijden omdat het eigen Louis Van Roeystadion te klein was.

Uit de schaduw

Veel heeft de tijd in Rijkevorsel niet veranderd. De gemeente telt nog steeds zo’n 10.500 inwoners. In 1976 overleefde Rijkevorsel de fusiebeweging die de gemeenten dwong samen te smelten. Voorzien was een samengaan met het naburige stadje Hoogstraten, maar de toenmalige burgemeester van Rijkevorsel wist dat te verhinderen. Toch hebben de veranderingen zich bijna ongezien voltrokken. Vroeger leefde de gemeente van de steenbakkerijen en de diamantslijperijen, maar de meeste bestaan niet meer.

De grootste onderneming is bouwbedrijf Van Roey, in de succesjaren shirtsponsor van Zwarte Leeuw. Eigenaar Frans Van Roey komt af en toe nog kijken naar het stadion dat naar zijn vader genoemd is. Het verloop in deze club is in vergelijking met elders verrassend klein. Huidig secretaris Jan Nuyts was zestien jaar geleden kersvers bestuurslid. Sportief verantwoordelijke Roger Kemland, net als Nuyts Rijkevorselaar, bekleedde toen dezelfde functie. Kemland maakte als jonge speler nog het begin van de opgang mee toen hij met Zwarte Leeuw uit tweede provinciale steeg. Later was hij trainer toen de club in 1992 op één punt van eerste klasse strandde. In maart werd hij in de gemeenteraad zelfs schepen van Mobiliteit. Overigens dacht de vrouwelijke burgemeester van Rijkevorsel er niet aan de risicowedstrijd tegen Gent te verbieden. Gent deed niet eens een poging om het thuisvoordeel af te kopen.

Daar zat men in Rijkevorsel ook niet op te wachten. Toch gaat ook vrijdag alles zijn gewone gang. Pas anderhalf uur voor de aftrap worden de spelers op het stadion verwacht, zoals voor elke thuismatch in vierde klasse. Bekende voetballers bevat de selectie niet. Alleen Rogerio Pereira voetbalde met Patro Eisden even in tweede klasse. De anderen komen uit derde, vierde klasse, eigen jeugd en de jeugd van Lierse, waar Roger Kemland huidig hoofdtrainer Frank Coenen weghaalde. Gemiddeld doet Zwarte Leeuw een beroep op zes tot zeven spelers van eigen kweek. De broers Roy en Glenn Van der Linden zijn eigen producten. Hun vader, Luc Van der Linden, was dé grote man op het veld toen vierdeklasser Zwarte Leeuw in het seizoen 1983/84 met 0-4 ging winnen bij eersteklasser Beerschot, de eerste bekerstunt van de Leeuwen.

Zestien jaar geleden sneuvelde Zwarte Leeuw (toen in derde klasse) pas in de kwartfinales tegen toenmalig landskampioen KV Mechelen. In de achtste finales schakelde het op het Lisp voor 13.000 kijkers eersteklasser Antwerp uit. Thuis hield Zwarte Leeuw in de kwartfinales tegen Mechelen voor 15.000 betalenden nog de 0-0 op het bord, de terugmatch verloor het kansloos met 5-0.

Van overal uit de Noorderkempen daagden toen de gelegenheidssupporters op. Jan Nuyts : “We trokken op het Lisp meer toeschouwers dan er inwoners waren in Rijkevorsel. Veel mensen uit Rijkevorsel zetten toen voor het eerst in hun leven een voet in een voetbalstadion. Het was zo’n evenement waar iedereen bij wilde zijn.” Zwarte Leeuw werd in die periode als club meegezogen door een talentrijke generatie spelers die het op en naast het veld goed met elkaar konden vinden, waardoor de club in twee jaar bijna van vierde naar eerste steeg.

In 1974 kwam Zwarte Leeuw definitief uit de schaduw van het naburige Sint Jozef (nu in tweede provinciale, voorheen in vierde klasse) toen het voor het eerst de sprong naar de nationale afdelingen maakte. Na dertien jaar bevordering promoveerde het naar derde klasse. Alleen de aanwezigheid van Germinal Ekeren, dat met 51 punten op 60 op de laatste speeldag één punt overschot had, verhinderde Zwarte Leeuw meteen door te stoten naar tweede klasse. Een jaar later promoveerde het wel.

Het hoogtepunt

Amper twee jaar na het bekersucces in 1989 beleefde de kersverse tweedeklasser in mei 1992 het absolute hoogtepunt uit zijn sportieve geschiedenis, toen het op de laatste speeldag in de eindronde één punt tekortkwam voor promotie naar eerste afdeling. Op eigen veld verloor het toen met 2-7 van RC Genk.

Kemland zat toen als trainer op de bank. “Wij waren niet rijp voor eerste, maar het is niet zo dat Zwarte Leeuw toen met de rem op voetbalde. Wij waren gewoon op. Zij waren allemaal profs, wij hadden geen profs. Na elke wedstrijd moesten die van ons ’s anderendaags gaan werken. Zes wedstrijden op drie weken resulteerden in steeds meer kleine blessures die geen tijd kregen om te helen. In de laatste wedstrijd hadden wij nog een halffitte ploeg. De aanval stond nog op punt, maar verdedigend waren we te verzwakt, verscheidene spelers voetbalden met inspuitingen of werden vervangen door jongens die niet hetzelfde niveau hadden.”

“In die tijd beseften we dat tweede klasse te hoog gegrepen was voor ons”, geeft Jan Nuyts zonder omwegen toe. “Hier was niets, geen industrie, geen sponsors. Die heb je nodig om op dat niveau te overleven.”

Nog twee jaar handhaafde de ploeg zich na die eindronde in tweede klasse. Toen begon de weg terug naar af, richting vierde, waar het nu gemiddeld 500 toeschouwers trekt. Daar kan Zwarte Leeuw mee leven. Dit jaar mikt het na twee jaar degradatievoetbal naar de topvijf. Het wil met goed voetbal jong talent een kans geven om hogerop te komen. Titelfavoriet is het niet, benadrukt Kemland. Dat zijn Mol, Veldwezelt, Heist en vooral Lyra. Bij die ploegen ligt de druk. Niet dat Zwarte Leeuw bezwaren heeft tegen een terugkeer naar derde klasse. Het mag, het kan, maar het moet (nog) niet. l

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content