Peter Mangelschots

Hoe langer KV Mechelen afwezig blijft in de eerste klasse, des te meer beginnen de supporters een fenomeen te worden. Elke thuiswedstrijd zesduizend man op de tribunes die hun ploeg door dik en dun steunen, het is in de lagere afdelingen ongezien. Is daar een verklaring voor ?

In de nood leert men zijn ware vrienden kennen. Had het spreekwoord niet bestaan, dan zouden de supporters van KV Mechelen, de zogenaamde Kakkers, het wel uitgevonden hebben. Drie jaar geleden redden ze hun club van de financiële ondergang en sindsdien kan het Malinwagevoel zeker niet meer stuk. Neem nu de thuiswedstrijd tegen Eupen van vorige maand. Vlug op achterstand gekomen in een erbarmelijke eerste helft met een festival van slechte passes. In veel stadions zouden dan de fluitconcerten beginnen, maar Achter de Kazerne bleef het legioen zingen alsof de titel binnen handbereik was.

Ook trainer Peter Maes was dit niet ontgaan. Hij bedankte de supporters openlijk omdat ze achter de ploeg waren blijven staan. Hoe belangrijk zijn die supporters voor het huidige KV Mechelen ? Maes erkent dat de ingesteldheid van de supporters een meerwaarde betekent : “We zitten met een erg jonge spelersgroep, die beïnvloedbaar is door het publiek, en dus kunnen de reacties erg positief, maar net ook negatief werken. Als het zoals tegen Eupen stroef loopt, is het erg belangrijk dat de supporters toch in goede zin reageren. Als ze achter de ploeg blijven staan, dan kunnen ze die in moeilijke momenten over de streep trekken. Dat is echter niet evident en die enorme samenhorigheid en steun blijven me nog geregeld verbazen.” Nochtans wist Maes op voorhand wel dat hij in een bijzondere omgeving terecht zou komen. Dat moet toch meegespeeld hebben in zijn keuze om naar Mechelen af te zakken ? Maes : “Dat speelde absoluut mee. Ik ben een trainer die zijn emoties moet kunnen uiten. Ik zie veel emotie op en rond de club en daarin gedij ik prima. Af en toe reageer ik al eens emotioneel, maar hier valt dat niet op, want dat doen we hier allemaal. Bij thuiswedstrijden zitten er zesduizend toeschouwers op de tribunes. Dat is maar mogelijk als je één grote familie bent met een geweldig hart voor de club. Anders accepteer je het niet dat je club enkele reeksen lager moet gaan spelen.”

Wekelijkse favorietenrol

Daarmee is natuurlijk nog geen verklaring gegeven voor die buitengewone clubliefde. Een vastklampen aan de oude successen biedt geen afdoende uitleg. KV behaalde vier landstitels en in 1988 de Europacup II, maar een groot deel van de huidige supporterskern is te jong om de gloriejaren nog bewust meegemaakt te hebben. Die opvallend lage leeftijd van veel supporters is ook Peter Maes opgevallen : “Dat er zoveel jongens en opmerkelijk ook veel meisjes, van 14 tot 22 jaar, naar het stadion komen, dat zie je op niet veel plaatsen. Het geeft aan dat het geworteld zit in de families en de opvoeding, dat de generaties elkaar goed opvolgen. Wie nieuw is en de sfeer één keer meemaakt, die blijft vaak komen. Ik merk het zelf als mensen uit mijn eigen omgeving eens komen kijken. De ambiance werkt aanstekelijk.”

Ook bij uitwedstrijden maken vaak duizenden supporters de verplaatsing mee. Voor een coach als Peter Maes, die zijn ploeg graag laat uitgaan van de eigen kwaliteiten, is dat een niet te onderschatten voordeel : “Het is inderdaad zo dat we steeds overweldigend in aantal zijn. Ik maak daar handig gebruik van om ook in uitwedstrijden dominant te voetballen. De supporters duwen de tegenstander bij voorbaat in een underdogpositie. Die wekelijkse favorietenrol kan verlammend werken, maar ik probeer het positief aan te wenden door een stijl te ontwikkelen die ontzag inboezemt. De supporters bepalen op die manier onze spelstijl. Ik zou niet zover willen gaan om te zeggen dat de supporters punten pakken – uiteindelijk doen de spelers dat zelf – maar ze helpen er wel bij.”

Week na week staan de fans er en de drang naar de eerste klasse wordt met de dag groter. De vraag is hoe lang die fans genoegen blijven nemen met een rol op het tweede plan. Maes wil niet op de zaken vooruitlopen : “We mogen niet de vergissing maken om stappen over te slaan. Eerst moeten we ons spelpeil optrekken en moeten de jongens sterker worden. Als we de stap naar eerste maken, moeten we er ook echt helemaal klaar voor zijn. Ondertussen kunnen we maar blijven hopen op de steun van de supporters. Momenteel gaat het ons voor de wind. Sinds we aan de voorbereiding begonnen, hebben we nog maar twee wedstrijden verloren, wat maakt dat we enig krediet opgebouwd hebben. De supporters zien dat er een jonge groep staat die er keihard voor wil werken en dat dwingt respect af. Ik reken erop dat ze ons in moeilijke omstandigheden ook zullen blijven aanmoedigen.”

Redding door de supporters

Een van de spelers uit die jonge kern is Steven De Pauw, nog maar 24 en toch al de langste staat van dienst binnen de club. De Pauw kwam als zeventienjarige naar KV Mechelen en werd in het seizoen 2002/03, de periode rond de vereffening, als jeugdspeler in de A-kern gedropt. Op het ogenblik dat bijna de volledige spelerskern de club verliet, moesten de jongeren het op het hoogste niveau gaan waarmaken. De Pauw was amper negentien en werd meteen gebombardeerd tot aanvoerder. Hij werkte nog een half seizoen bijna elke wedstrijd in eerste nationale af. De omstandigheden waren lastig, maar de supporters stonden als één man achter de jonkies. Voor De Pauw waren het onvergetelijke ogenblikken : “De laatste wedstrijd speelden we thuis tegen Moeskroen. Ik scoorde twee keer en we wonnen de match. Hoewel we op dat moment al zeker gedegradeerd waren, vierden de supporters feest met gezang en Bengaals vuur alsof we kampioen waren. Enkele weken daarvoor hadden we met 8-0 verloren van Club Brugge, maar het legioen bleef zingen. We konden dat jaar niks verkeerd doen. Uiteraard ligt dat nu anders, nu moeten we wel goed presteren. Het is logisch dat de supporters wat kritischer zijn geworden. Ze hebben tenslotte hun geld in de club gestoken.”

De Pauw verwijst daarmee naar de financiële redding van de club door de supporters. Toen het voortbestaan van KV Mechelen tijdens het seizoen 2002/03 aan een zijden draadje hing, zetten de supporters hun schouders eronder. Met de steun van ex-speler Piet den Boer, good old Fi Van Hoof en Marc Uytterhoeven, zelf een Kakker in hart en nieren, brachten de verschillende supportersclubs genoeg geld bijeen om schrapping van de bondslijsten te voorkomen. Veel supporters spaarden de boterhammen uit hun mond om de club in leven te houden.

Bij elke thuiswedstrijd worden club en spelers herinnerd aan wat ze aan de supporters te danken hebben : op de hoofdtribune prijkt in grote, geel-rode letters ‘Remember 2002-2003’.

Ook De Pauw beseft dat het krediet dat ze dit jaar tijdens de voorbereiding, de beker van België en de eerste competitiematchen opgebouwd hebben, groot is. En dat was ook hard nodig. De Pauw : “We hebben enkele moeilijke jaren gekend. Zelfs het jaar dat we kampioen speelden in de derde klasse staken we er niet met kop en schouders bovenuit. Vorig jaar was het ronduit slecht en dan dreig je in een negatieve spiraal te verzeilen. In het tussenseizoen is de kentering gekomen. We proberen nu met fris en goed voetbal de supporters te bekoren. Ze blijven dan in een wedstrijd dat het wat minder loopt achter je staan, omdat ze beseffen dat je geen heel seizoen prachtig voetbal kan brengen. Dat kan Anderlecht ook niet, dat kan zelfs Barcelona niet. Als het vlot loopt zoals nu, dan is het schitterend om voor zo’n groot publiek te spelen, maar als het slecht gaat, dan zit je natuurlijk ook met die zesduizend mensen op de tribunes. In een club met minder aanhangers is de druk dan allicht wat minder. Nu, als ik mag kiezen, geef mij dan maar die zesduizend. Dit jaar kunnen we er echt van genieten en hebben we het gevoel ook iets te kunnen teruggeven.”

Fantastische sfeer

Tussen de zesduizend die Malinwa aanmoedigen tegen Eupen, duiken zelfs een paar Australiërs op. Voor Chris en Robin is Mechelen hun tweede thuis, de dag ervoor zijn ze naar een bruiloft geweest en hun schoonfamilie heeft hen meegetroond naar Achter de Kazerne. Het is de eerste keer dat ze naar een soccer game komen – ze zijn meer fans van het Australische voetbal – maar het bevalt hen enorm : “Bij het Australische voetbal gaat het er veel harder aan toe. Dan ben je een sissy als je niet met een ontwrichte schouder en een beenbreuk van het veld stapt. Maar het publiek zit er daar wat apathisch bij. Hier is het net andersom. De sfeer is fantastisch.”

De fans komen dan wel niet altijd van het andere eind van de wereld om KV aan te moedigen, maar toch van de andere kant van het land en dat is uitzonderlijk voor een club in de tweede klasse. Steven De Pauw merkt het overal waar hij komt : “Toen we met de ploeg aan zee waren, werden we aangeklampt door West-Vlaamse Kakkers, in Limburg gebeurde hetzelfde. In Leuven, waar ik woon, vraagt men mij vaak hoe het toch komt dat wij zo’n superaanhang hebben.”

Dat er over het hele land mensen rondlopen met geel-rood bloed in de aderen, kan ook Ludo Nauwelaerts, voorzitter van de supportersfederatie Malinwa, bevestigen : “Wij tellen momenteel 36 supportersclubs, de meeste uit het Mechelse maar er zijn er ook uit Buggenhout, Wetteren en zelfs Lanaken. Ze hebben allemaal hun eigen bestuur. Als supportersfederatie overkoepelen wij die clubs en doen we voor hen de nodige administratie.”

Nauwelaerts is naar eigen zeggen “op de Malinwa gemaakt”, zijn vader behoorde tot de invallers, zijn moeder was lid van de damesafdeling. Op het federatiesecretariaat, vlak naast het oefenveld, toont hij met gepaste trots het uitgebreide archief, van zeventig jaargangen Geel & rood, het supportersmagazine, tot het allereerste toe- gangsticket van tien centiemen uit de jaren twintig. De club zelf heeft dat allemaal niet meer en Nauwelaerts betreurt dat : “Wijlen John Cordier, voorzitter van KV Mechelen tussen 1982 en 1993, vond dat je niet in het verleden kon leven en heeft alles weggegooid. Gelukkig heeft de federatie veel bewaard. Dat wij ons plekje hebben op het stadion zelf, is trouwens uniek in België. Bij veel grotere clubs vergaderen de supporters vaak in het achterzaaltje van een café. Onze ligging is ideaal : de mensen kunnen altijd even aankloppen als ze iets willen weten of als ze de training komen bekijken en ook de spelers komen na de training wel eens binnenwippen.”

Waarin schuilt volgens hem de populariteit van de Malinwa ? Nauwelaerts : “De familiale sfeer die hier hangt en altijd gehangen heeft. Dat zie je nog aan de harmonie die bij elke thuiswedstrijd voor de muzikale omlijsting zorgt. We doen ons best om dat zo te houden. Een deel van de omheining hebben we weer weggehaald, zodat de mensen zich niet meer gekooid voelen. Sinds dit seizoen behoren we ook niet meer tot de clubs met risicosupporters. Je merkt dan ook dat er weer jonge kinderen met hun ouders meekomen. Vroeger organiseerde de federatie via de damesafdeling van alles voor de kinderen van de leden : kerstfeestjes, sinterklaasfeestjes, noem maar op. Onder voorzitter Willy Dussart, de opvolger van Cordier, is daar een einde aan gekomen. Hij wilde het zelf en beter doen, maar zijn keuzes getuigden van weinig inzicht. Terwijl Michel Preud’homme hier in de goal stond, nodigde hij Jean-Marie Pfaff uit. Na twee jaar was het afgelopen. Veel feesten organiseert de federatie nu niet meer, maar de verschillende supportersclubs doen dat met veel plezier zelf. Sommige clubs tellen maar een paar tientallen leden, maar toch is dat beter dan één centrale supportersvereniging. Overal waar er nu een supportersclub is, wordt er immers over KV gesproken.”

Die populariteit heeft ook zijn nadelen. Enkele matchen per seizoen mogen clubs meer toegangsgeld vragen bij hun thuiswedstrijden en de match tegen KV Mechelen is daar steevast bij. Erger wordt het wanneer de fans van KV op verplaatsing meer moeten betalen dan het thuispubliek voor gelijkwaardige plaatsen. Nauwe- laerts : “Sommige clubs rekenden onze supporters het dubbele aan van wat de thuisaanhang moet betalen. Dat is onwettelijk en er zijn al clubs voor veroordeeld. Om zoiets te behartigen is het nuttig dat er een overkoepelende supportersfederatie bestaat.”

In Mechelen trekken ze aan één zeel, zoveel is duidelijk. Dat de supporters zo fel aaneen klitten en dat interne conflicten, ook tussen de club en de federatie, grotendeels uitblijven, daarvoor heeft trainer Maes een ultieme verklaring : “Wie er op het veld staat of wie ernaast, wie in het bestuur zit en de club regeert, dat is voor deze supporters niet belangrijk. Voor hen zijn alleen de clubkleuren belangrijk. Geel en rood, dat is al wat telt.”

PETER MANGELSCHOTS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content