Ook afgelopen vrijdag toonde Sergio Conceiçao zich bepalend in de zege van Standard. Van Porto over Italië naar Luik : meningen over een smaakmaker in de Belgische competitie.

Glunderend bood hij zich na Standard-Charleroi aan in de perszaal, een fiere kapitein van de leider na een bij momenten fel betwiste Waalse derby. Een blessure aan de adductoren hinderde hem naar eigen zeggen van bij de aftrap, maar zodra na een slappe eerste helft het vuur op Sclessin aanwakkerde, liet Sergio Conceiçao zich niet onbetuigd. Een paar keer greep hij in een moment van emotie een tegenstander bij de keel, maar toen hij geel kreeg, ging hij niet uit de bol maar nam in de volgende fase scheidsrechter Eddie Vermeirsch vriendelijk bij de arm. Conceiçao is niet alleen baas van zijn ploeg, maar ook de ongekroonde koning van Luik. Als Standard straks tegen alle verwachtingen in toch kampioen wordt, is dat in de eerste plaats zijn verdienste.

Patrice Sintzen, als reporter van de Luikse krant La Meuse Standardkenner en vertrouwd met de Portugese taal, moet niet lang nadenken hoe hij Conceiçaos drive moet typeren. “Zelfs als niemand nog in een opdracht gelooft, gelooft Conceiçao wél nog dat het kan. ‘Hij gaat er tot het einde voor, in die mate dat anderen zich aan zijn geloof optrekken’, dat zei Antonio Folha, die voorheen bij Standard voetbalde en hem goed kent, om hem te typeren.”

Ook Sintzen was sceptisch toen Conceiçao iets meer dan een jaar geleden op Sclessin arriveerde. “Iedereen dacht : wéér een speler die fin de carrière is. Bij Inter had hij het moeilijk, bij Porto werd zijn contract niet verlengd. Het leek een nieuwe Prosinecki, uitermate getalenteerd maar versleten. Hij stond ook te zwaar, maar in geen tijd was hij conditioneel op punt. Toen herinnerde ik me die uitspraak van Folha, dat voor Conceiçao niets onmogelijk is. Hij straalt dat ook uit. Wanneer de laatste jaren iemand van de spelers een opmerking maakte in de kleedkamer, was er altijd een ander die dat counterde, die hem tegensprak. Als Sergio praat, luistert iedereen. Hij is ook enorm loyaal tegenover de trainer. Het moet gezegd dat Dominique D’Onofrio hem ook veel vrijheid geeft en daar veel voor terugkrijgt.”

Dat heeft niet alleen te maken met de vriendschap die Conceiçao bindt aan Luciano D’Onofrio, zijn gewezen manager en de patron op Sclessin. “Prosinecki en Rapaic waren ook vrienden van Luciano D’Onofrio, maar nooit hadden ze dezelfde impact in de vestiaire. Die impact dankt Conceiçao in de eerste plaats aan zijn houding en zijn inzet op training en in de wedstrijd. Nooit stopt hij zich weg, altijd geeft hij zich helemaal. Wij noemen hem Maestro. Dat hoort hij graag.”

Ook al zat zijn verwijdering uit de nationale ploeg lange tijd erg diep, gefrustreerd dat hij ‘maar’ in België voetbalt, is Conceiçao zeker niet, vindt Sintzen. “Hij is liever koning in een klein voetballand als België, dan een meeloper elders. Voor het geld moet hij het niet meer doen, via D’Onofrio kreeg hij altijd riante contracten. Daar is hij D’Onofrio zeer erkentelijk voor, daar wil hij iets voor teruggeven. Wat hen ook bindt, is hun afkomst : vergeet niet dat Conceiçao al op jonge leeftijd zijn beide ouders verloor. In zijn eentje knokte hij zich omhoog. Dat deed ook D’Onofrio. “

Porto

Dat Conceiçao momenteel de beste speler is in de Belgische competitie, verbaast Manuel Queiros niet. Queiros volgt al jarenlang het Portugese voetbal voor de krant Correio da Manhea en wijst erop dat de prestaties van Conceiçao in de Portugese pers nu weer aandacht krijgen. “We hebben hier drie nationale voetbalkranten. Elke week krijgt elke Portugees die in een ander land voetbalt een rapport. Toen hij Porto verliet, was hij er erg aan toe. Dat kwam door blessures die hem verhinderden zijn beste niveau te halen. Als Sergio fysiek in orde is, gaat de rest vanzelf. Maar hij was niet fit en dus geloofde niemand hier nog in hem. Eigenlijk had hij een optie waarbij zijn aflopend contract bij Porto zo verlengd kon worden, maar men deed dat niet. Zijn laatste maanden bij Porto waren niet goed. Omdat hij al Europees gespeeld had met zijn Italiaanse club, was hij niet speelgerechtigd voor de Champions League toen die door Porto gewonnen werd. Ook in competitie kon hij zich niet doorzetten.

“Bij Porto begon wel alles voor Conceiçao. In 1997 was er sprake dat hij naar Deportivo La Coruña zou gaan. Maar zonder dat iemand het wist, had Luciano D’Onofrio, toen sportief directeur bij de club, heel discreet een ontmoeting met Sergio Cragnotti, de sterke man van Lazio Roma. Die transfer naar Lazio verbaasde iedereen, de toenmalige manager van Conceiçao incluis. Dat leidde tot een zware ruzie tussen D’Onofrio en de toenmalige manager. Tevoren kenden D’Onofrio en Conceiçao elkaar niet zo goed, maar in één klap maakte D’Onofrio van Sergio een van de best betaalde Portugese spelers. Ook in de jaren daarna heeft D’Onofrio er voor Sergio alles uitgehaald op het financiële vlak. Jarenlang bleef hij een van de best betaalde Portugese spelers.”

Lazio Roma

Maurizio Nicita die voor de Gazzetta dello Sport jarenlang Lazio Roma volgde, herinnert zich nog de eerste keer dat hij Conceiçao zag. “Dat was op trainingskamp in 1997 in de bergen, in Val di Fasse Trentino. Zijn knieën stonden vol schrammen en littekens, tot bloedens toe. Bleek dat hij tijdens de zomervakantie jaarlijks op bedevaart ging naar de Madonna van Fatima. Sergio is een diepgelovig man.

“Bij Lazio was hij geen meeloper, maar een belangrijke speler op de rechterflank, dicht bij de aanval. Hij lag in balans met Stankovic die ook nieuw was, maar hij stond in de ploeg. Het enige wat hij niet pikte, was vervangen te worden. Ook als Lazio met 3-0 leidde en hij werd één minuut voor affluiten naar de kant gehaald, werd hij razend. Hij kon dat om één of andere reden echt niet hebben. Af en toe hadden we daar plezier mee, als de trainer hem kort voor tijd naar de kant haalde. Je wist wat er dan ging gebeuren.

“Op het veld stopte hij zich nooit weg. Zijn ploegmaats konden hem altijd aanspelen, altijd zocht hij zijn rechtstreekse tegenstander op. Wat hij wel miste, was continuïteit in zijn prestaties. Hij bracht tien fantastische wedstrijden, dan vijf waar het veel minder was, maar altijd gaf hij zich volledig. Ook op training. Fernando Couto was een goeie vriend, ze arriveerden samen bij Lazio. Maar op een dag begonnen ze tijdens een trainingswedstrijdje op Formello zo hard te vechten dat toenmalig hulptrainer Roberto Mancini tussenbeide moest komen om te verhinderen dat ze elkaar in het ziekenhuis mepten. Zo was Sergio, altijd tot het uiterste gaan. ’s Anderendaags trokken ze weer samen op. Daar bleef niets van hangen.”

Dat hij bij Lazio weg moest, daar was Conceiçao het hart van in. Nicita : “Zelf wilde hij niet weg, maar de toenmalige heren voorzitters, Cragnotti van Lazio en Tanzi van Parma, hadden achter de schermen een ruil uitgewerkt waarbij Crespo van Parma naar Lazio zou verhuizen, in ruil voor Almeyda, Sensini en Sergio. Tot het laatste probeerde hij via zijn manager die verhuizing af te houden, maar tevergeefs. Uit respect voor Lazio juichte Sergio het jaar daarop niet toen hij met Parma een doelpunt maakte tegen zijn vroegere club.”

Parma

Gianfranco Bellè volgt voor de Gazzetta di Parma al jaren het wel en wee van de plaatselijke voetbalclub. Bij Parma bracht Conceiçao niet wat van hem verwacht werd, herinnert Bellè zich. “Bij Lazio was hij toch een vaste waarde, geen meeloper, iemand van wie hier verwacht werd dat hij een van de uitblinkers zou zijn. Dat was hij niet. Daardoor waren mensen hier ontgoocheld in hem, want hij was toch een naam, een vedette. Het klikte ook niet goed met de trainer toen, Renzo Ulivieri. Naast het veld had hij met niemand problemen. Voor de pers was hij altijd beschikbaar, een goeie vent eigenlijk. Parma was geen club en geen stad voor hem.

“Blijkbaar heeft hij de druk van een grote stad en een topclub nodig om het beste van zichzelf te geven. Van Rome naar Parma was voor hem een te grote stap, één die hij niet aanvoelde als een stap vooruit. Hij voelde zich een beetje vernederd dat hij na Lazio hier moest voetballen. Hier in een provinciestadje, zonder druk, kon hij moeilijk zichzelf zijn. Ook de sfeer rond de wedstrijden is helemaal anders. Parma heeft geen tifosi, wel spettatori : ze kijken naar de wedstrijd, er komt minder emotie bij te pas. Sergio miste de warmte, het enthousiasme en de druk van een grote ploeg. Het kwam hem goed uit dat Inter hem wilde.”

Inter Milaan

Bij Inter liet Conceiçao evenmin als bij Parma een grote indruk na, weet Mirco Graziano die de club volgt voor de Gazzetta dello Sport. “Hij loste nooit de verwachtingen in. Het was gewoon niet goed, hoofdzakelijk om tactische redenen. Naast het veld was het een correcte kerel. Het klikte gewoon niet met de visie van de toenmalige trainer, Hector Cuper. Het eerste jaar speelde hij nog 23 matchen waarin hij één keer scoorde, maar toen al werd hij vaak vervangen. Het tweede seizoen speelde hij aanvankelijk wel, maar werd ook toen vaak gewisseld.

“In onderling overleg werd zijn contract opgezegd. Dat wil zeggen dat Inter hem een pak geld betaalde om hem weg te laten gaan, want zijn contract liep nog door. Hij kwam als een dure vogel, een echte topper, en werd ook als dusdanig betaald, ongeveer vijf miljoen euro bruto per jaar. Die financiële status kon hij op het veld niet waarmaken. Misschien dat het met een andere trainer beter had geklikt. Hij paste niet in het tactische plaatje van Cuper.”

Standard Luik

Bij Standard en de stad Luik past Concei- çãos temperament wonderwel. De Portugees stopt zich niet weg, woont met zijn vrouw en de jongste twee kinderen (de oudste twee gaan naar school in Porto) in het centrum van Luik. Conceiçao is een levensgenieter, die graag lekker eet en drinkt, weet Arlindo Veloso. Hij is uitbater van La Cave du Portugal, het enige Portugese restaurant in Luik, waar een kleine Portugese kolonie (ongeveer 2000 mensen) leeft.

Veloso leerde Conceiçao zes jaar geleden kennen, op een moment dat die nog voetbalde voor Lazio. “Toen we voor Folha een verrassingsfeestje organiseerden, ontmoette ik hem voor het eerst. Sergio kwam speciaal voor dat feestje even over van Rome, ik haalde hem op de luchthaven op.”

Conceiçao heeft een sterk karakter, grijnst Veloso. “Hij doet wat hij denkt te moeten doen. Hij ziet er streng uit, als je hem niet kent, zou je durven denken : wat een gemene vent. Hij is een beetje wantrouwig tegenover wie hij niet kent. Hij schenkt je niet meteen zijn vertrouwen, maar hij is wel direct in zijn aanpak. Sergio is niet iemand die met je meepraat terwijl hij het omgekeerde denkt. Op basis van zijn gedrag op het veld heeft hij bij sommigen een negatief imago, maar het is wel een echte winnaar. Alleen winnen telt voor hem, daar gaat hij helemaal voor.

“Naast het veld is hij een aangename vent. Hij trekt in Luik vaak op met Luciano, die ook in het centrum woont. Aanpassingsmoeilijkheden kende hij hier niet : hij leefde in Rome, Milaan, Parma. Hij praat ook Frans, maar dat zou beter moeten kunnen. Folha praatte dat sneller, misschien omdat die geen Italiaans kende. Met Italiaans kom je in Luik al een heel eind ver.”

Conceiçao, weet ook Veloso, wil in Luik iets achterlaten. “Hij wil hier iets winnen. Standard had zo iemand nodig, een persoonlijkheid die er helemaal voor gaat en de anderen kan meesleuren. Als je dat niet in een ploeg hebt, loopt iedereen maar wat verloren.”l

GEERT FOUTRé

‘Zelfs als niemand nog in een opdracht gelooft, gelooft Conceiçao dat het nog kan.’patrice sintzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content