Twee jaar geleden was Anderlecht er als de kippen bij om het aflopende contract van Ariël Jacobs te verlengen. Nu niet. Dat het zijn flirt met Michel Preud’homme nooit ontkende, zegt eigenlijk alles over de Brusselse intenties. Jacobs is bezig aan zijn laatste wedstrijden als coach van Anderlecht, titel of geen titel.

Het contract van Ariël Jacobs loopt af en over een verlenging wordt niet gepraat. Officieel omdat Anderlecht de ontknoping van de play-offs afwacht. Tijdens de winterstage in Turkije verbond Herman Van Holsbeeck het aanblijven van de trainer aan het behalen van de landstitel. Eerder had de algemeen manager verklaard dat Jacobs zelf mag kiezen of hij aanblijft of niet, op voorwaarde dat hij het kampioenschap wint. In een kranteninterview voor RC Genk-Anderlecht herhaalde hij dat standpunt vorige week.

Van Holsbeeck weet wel beter. Zelfs als Anderlecht kampioen wordt, is de kans zo goed als onbestaande dat Jacobs bijtekent. Er zit sleet op de relatie. Zo overtuigd als de club twee jaar geleden was van zijn trainer, is ze nu niet meer. Ook toen begon Jacobs met een aflopend contract aan het seizoen. Anderlecht had voor het tweede jaar op rij de titel aan Standard moeten laten en dat had diepe wonden geslagen. Vroeger dan verwacht, in oktober al, kwam het tot gesprekken over een verlenging. De club vond dat er snel duidelijkheid moest komen over de positie van de trainer opdat zijn autoriteit in de kleedkamer niet zou worden aangetast. Voorzitter Roger Vanden Stock voerde persoonlijk de druk op en Jacobs liet zich ompraten. Hij tekende bij tot 2012, zij het niet zonder de waarschuwing dat hij er daarna onherroepelijk een punt achter zette.

Twee jaar later en in het heetst van de titelstrijd vindt Anderlecht het kleedkamerargument van geen tel meer. Van een contractverlenging om de rust te bewaren was nooit sprake. Dat Jacobs zogezegd zelf mag beslissen over zijn toekomst, is te gek voor woorden. Anderlecht kent zijn standpunt en tot nader order kiest een club nog altijd zelf haar trainer, niet omgekeerd. De paars-witte besluiteloosheid heeft maar één verklaring: Anderlecht heeft geen flauw idee van een opvolger.

Belgisch topcontract

Of toch: Michel Preud’homme. Dat er contacten waren met de in het Midden-Oosten actieve coach is zeker. Over wie het initiatief nam, lopen de versies uiteen. Volgens de ene zou Herman Van Holsbeeck al meteen na het hard aangekomen verlies tegen OHL op de openingsspeeldag met Preud’homme hebben gebeld. Die had wel oren naar de interesse, want in zijn eerste maanden in Saudi-Arabië was hij van de ene ontgoocheling in de andere gerold. Iets wat de Brusselse top ook ter ore was gekomen. Volgens de andere versie waren die opeenvolgende ontgoochelingen precies de reden waarom er vanuit de entourage van Preud’homme zélf lijntjes waren uitgeworpen naar Anderlecht.

Wat er ook van zij: de interesse was concreet. Anderlecht zou bereid zijn geweest aan Al Shabaab dezelfde afkoopsom te betalen waarmee de Saudi’s Preud’homme vorig jaar bij FC Twente wegkochten. Een serieuze inspanning, maar ontoereikend aangezien de Luikenaar bij zijn huidige club veel meer verdient dan in Nederland. Ook zou er al zijn gesproken over een naar Belgische normen topcontract dat ver overtrof wat Club Brugge na het ontslag van Adrie Koster veil had voor Preud’homme. Het plan om elkaar tijdens de winter in Europa te ontmoeten, ging uiteindelijk niet door omdat de Belgische succescoach verkoos in Riyad te blijven. Sindsdien stak hij de Saudische landstitel op zak, komt hij er ook privé aan zijn trekken en is zijn eventuele komst naar Brussel (voorlopig) niet meer aan de orde.

Opmerkelijk aan de amourette met Preud’homme is dat Anderlecht ze nooit heeft ontkend. Integendeel. In februari nog liet Roger Vanden Stock er zich in een interview toe verleiden in te gaan op de suggestie dat zijn club toe was aan een trainer met de uitstraling van Erik Gerets of Preud’homme. “Als Jacobs hier vertrekt,” antwoordde de voorzitter, “zal Michel Preud’homme de eerste zijn die ik contacteer.” Daarmee speelde hij ongewild in de kaart van de MPH-lobby.

‘Lekken’ rond Frutos

Met hun uitspraken manoeuvreerden Vanden Stock en Van Holsbeeck hun club en hun trainer nodeloos in een lastig parket. Jacobs’ positie en die van zijn staf – op Besnik Hasi na, de enige die al mocht bijtekenen – maakt nu al maandenlang het voorwerp uit van speculatie. Al die tijd bestond de communicatie van Anderlecht uit een aaneenschakeling van ongelukkige quotes, bizarre ‘lekken’ en onhandig zwijgen.

Het begon al in oktober. Een krant pakte ermee uit dat Anderlecht overwoog Nicolás Frutos als T2 naar Brussel terug te halen. Een slechtere timing was moeilijk denkbaar. Jacobs en de zijnen hadden zich na een moeizaam seizoenbegin stevig herpakt en de ploeg baande zich al winnend een weg door de Europa League. Nieuwe onrust kon worden gemist als kiespijn. Omdat maar weinig geloof werd gehecht aan Frutos’ mogelijke terugkeer, ging het stof snel weer liggen. Over wie aan de basis lag van de ‘primeur’, werd binnenskamers niet eens geheimzinnig gedaan. In de kantoren op Neerpede worden werknemers voor minder op het matje geroepen, maar op Philippe Collin. De club zweeg in alle talen en daar moesten ook Jacobs en zijn assistenten het mee doen.

Het bleef stil rond Frutos – als speler al geen populaire jongen in de paars-witte kleedkamer – tot zijn naam vorige maand opnieuw opdook. In een Franstalige krant liet hij weten klaar te zijn voor het hoofdtrainerschap van Anderlecht. Een uitspraak die niet op gejuich werd onthaald in Brussel. Maar weerom was het geen boosaardige journalist die met de vinger kon worden gewezen. Het interview bleek buiten medeweten van de club via een voormalig werknemer en intimus van Collin tot stand te zijn gekomen. Anderlecht had andermaal zichzelf in de voet geschoten.

De Brusselse Wenger

Eerder viel ook de naam van Philippe Vande Walle als opvolger van doelmannentrainer Filip De Wilde. Vande Walle is zijn job niet meer zeker bij Bergen en maakt deel uit van de staf van Georges Leekens bij de nationale ploeg. Daar gaat Philippe Collin, als voorzitter van de technische commissie van de KBVB, over de aanstellingen.

Zeker waar is dat De Wilde bij aanvang van het seizoen intern ter discussie stond. Zijn vertrek leek lang een uitgemaakte zaak, tot Anderlecht begin maart een communiqué verstuurde waarin het aangaf voor het eind van de maand tot een akkoord te willen komen met zijn ex-doelman. Die timing was opmerkelijk, zo kort – een week – na de contractverlenging van Besnik Hasi én het ‘lek’ over Vande Walle, dat, zo leek het wel, moest worden afgeblokt. Nog voor de maand om was deelde Anderlecht in een nieuw communiqué mee dat het de onderhandelingen met De Wilde uitstelde tot na de play-offs. Een verrassende ommezwaai die alleen maar kan worden verklaard door interne verdeeldheid. De Wilde, moe getergd, hield de eer aan zichzelf en maakte onmiddellijk bekend dat hij na dit seizoen zelf opstapt. Beide persberichten waren de enige keren dat Anderlecht officieel communiceerde over zijn technische staf.

De Wilde weg, Daniel Renders weg (omdat Collin hem niet kan luchten) en wat met Jacobs? Zelfs in de wandelgangen is niets meer opgevangen over het eeuwigdurende verbond dat Roger Vanden Stock vier jaar geleden met zijn trainer leek te sluiten toen hij hem voorbestemde om de nieuwe Jean Dockx van Anderlecht te worden. De Brusselse versie van Arsène Wenger, man van de continuïteit en de lange termijn, tot lang na zijn trainerscarrière.

Hoe ijdel die woorden waren, kon een jaar geleden worden opgemaakt uit een interview met Johan Walem in Sport/Footmagazine. Walem had Anderlecht de rug toegekeerd na er twee seizoenen als trainer van de beloften te hebben gewerkt. Vanuit Italië liet hij optekenen dat een verstoorde relatie met Jacobs en diens staf aan de basis lag van zijn vertrek. Zeer tegen de zin van de paars-witte top overigens, zo wist Walem nog te melden, want van Roger Vanden Stock had hij het voorstel gekregen nog drie jaar verder te werken met de paars-witte beloften en daarna … de nieuwe Jean Dockx van Anderlecht te worden. Jacobs las het en de club zweeg.

Inmiddels hield Walem het ook bij Udinese alweer voor bekeken en ondertekende hij een contract als coach van de Belgische nationale beloften. Met dank aan Collin, de man die, refererend aan Wenger, Jacobs ooit als eerste met ‘ le professeur‘ aansprak.

Mager palmares

Te midden van de besluiteloosheid, het wantrouwen en het gebrek aan duidelijkheid plooide Ariël Jacobs meer dan ooit op zichzelf terug. Vorige zomer besliste hij om een heel jaar geen interviews te geven. In vier en een half jaar hoofdtrainerschap van Anderlecht bekwaamde Jacobs zich vooral in het op de tanden bijten. Telkens weer verbaasde hij zich erover hoe de waan van het moment er regeerde. Eén aansprekende overwinning en het leek wel of Anderlecht had de Europa League al op zak. Maar net zogoed volstond voor zijn bazen één nederlaag om alles weer in vraag te stellen. Altijd was hij de eerste om nuchter te analyseren, maar zelden werd naar hem geluisterd. Met lede ogen zag hij hoe spelers onredelijke contractverlengingen kregen, onaantastbaar werden gemaakt of nog steeds worden aangetrokken zonder te zijn gescout – met Osama Hawsawi als laatste in het rijtje, eens te meer niet de linksvoetige centrumverdediger waar hij al vier jaar op aandringt.

Toch kon hij nooit worden betrapt op één negatieve uitspraak over zijn werkgever of zijn spelers. Jacobs stelde zich te allen tijde op als een uiterst loyale werknemer. Té loyaal misschien wel, zo viel steeds vaker te horen als in Brugge Christoph Daum weer eens tegen zijn bazen tekeerging. Ook over zijn trainerskwaliteiten staken steeds vaker twijfels de kop op. Jacobs slaagde er geen enkele keer in Anderlecht te plaatsen voor de Champions League. Eén keer niet eens voor de Europa League, maar dat rekende de club zichzelf achteraf aan (het was de tijd dat de directie dacht het met de pas uit Zuid-Amerika ingevlogen Kanu en Matías Suárez te kunnen redden). En hoewel Anderlecht de Jupiler Pro League in de vier volledige seizoenen onder Jacobs’ leiding telkens op de eerste plaats afsloot, zal het nu met hem pas zijn tweede landstitel in de trofeeënkast kunnen bijzetten. In de beker van België speelde het na de winst van 2008 zelfs geen enkele rol van betekenis meer.

Met pensioen

Jacobs hoorde en las het allemaal, kwam nog cynischer dan anders uit de hoek, maar verdedigde zich nooit. Met de eindstreep in zicht telt hij de dagen af. De Diegemnaar wordt 59 in juli en staat op goed een jaar van de mogelijkheid om met pensioen te gaan. Aanbiedingen uit Saudi-Arabië en Dubai legde hij na samenspraak met zijn familie naast zich neer. Maar evengoed duikt hij straks toch weer op bij een Belgische (top)club. Een tweede landstitel is nabij, maar een eervol afscheid lijkt hem afgaand op de gebeurtenissen van het afgelopen jaar niet te zijn gegund. Op geen enkel moment drukte Anderlecht de speculaties de kop in of stak het zijn trainer een hart onder de riem. Het enige wat het deed, was: de druk opvoeren. Jacobs móést kampioen worden. En dus kan hij de titel nooit winnen. Alleen verliezen.

DOOR JAN HAUSPIE

In vier en een half jaar hoofdtrainer-schap van Anderlecht bekwaamde Jacobs zich vooral in het op de tanden bijten.

Op geen enkel moment drukte Anderlecht de speculaties de kop in of stak het zijn trainer een hart onder de riem.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content