Als voetballer stelde hij niets voor, maar na een opstart als verkoper van videocassettes en uitbater van discotheken is Jorge Mendes dé meest invloedrijke makelaar uit het topvoetbal geworden. Hij is sinds kort ook agent van Charly Musonda jr.

De augustuszon schijnt over de presidentiële tribune van het Stade Louis II waar AS Monaco Lille OSC bekampt. Met zijn Ray-Ban Aviator op de neus doet Jorge Mendes alsof de match hem interesseert. Naast hem staan zijn cliënt, Radamel Falcao,en Vadim Vasiljev,vicevoorzitter van Monaco en rechterhand van de Russische eigenaar Dmitri Ribolovlev. Falcaos naam werd op het laatste moment van het wedstrijdblad weggelaten. Hij verlaat Monaco, maar kent zijn nieuwe bestemming nog niet. Na de wedstrijd twittert hij dat hij naar Real vertrekt, maar later die avond ontkent hij een beetje onhandig dat bericht. Mendes zou zijn speler het idee om een berichtje over Real te sturen ingefluisterd hebben, om druk te zetten op voorzitter Florentino Pérez,maar dit keer buigt de voorzitter van de Galácticos niet voor de machtigste makelaar op aarde. “Als ik Falcao had gehaald, had ik meteen ook mijn voorzittersstoel aan Mendes kunnen geven”, verdedigt Pérez zich later tegenover zijn medebestuurders. Twee dagen later neemt Falcao het vliegtuig richting Manchester United. Ook al mag Mendes zich troosten met de transfer van James Rodríguez van Monaco naar Real, toch voelt hij zich slecht. Hij heeft een no gekregen, en dat is hij niet gewend. Waarom is de verkozen voorzitter van Real toch zo bang van een eenvoudige spelersmakelaar? Hoe is het mogelijk dat een man die begin jaren negentig in het noorden van Portugal videocassettes verhuurde, nu een van de rijkste mensen uit Spanje doet sidderen? Is het omdat de portefeuille van zijn spelersbureau GestiFute meer dan 536 miljoen euro waard is? Omdat zijn paradepaardje én dat van Real, Cristiano Ronaldo,hem als zijn grote broer beschouwt? Of omdat de meest invloedrijke makelaar uit de voetbalwereld de afgelopen achttien jaar voor meer dan een miljard euro aan voetballers heeft verkocht?

Hoeden van stro

Als kind heeft Jorge Mendes andere dingen aan zijn hoofd. Rondkomen tot het eind van de maand, bijvoorbeeld. Het gezin leeft in Petrogal, een residentiewijk ten oosten van Lissabon voor de bedienden van een oliemaatschappij (later Galp Energia). Het salaris van vader Mendes, die werkt als bewaker, volstaat niet om de behoeften van het gezin te dekken. Om de eindjes aan elkaar te knopen struint mama Mendes met de kleine Jorge de stranden van de Costa da Caparica af. Ze verkoopt er hoeden van stro die ze zelf heeft gemaakt.

Op zaterdag hangt de kleine Jorge rond op de Feira da Ladra. Het ‘dievenplein’ heeft zijn naam omdat je er meer kans hebt je portefeuille kwijt te raken dan er de zaak van je leven te doen. Hij verkoopt er tweedehandskledij van familie en buren.

Voetbal staat centraal in zijn jonge leven. Jorge heeft maar één probleem: niemand is onder de indruk van zijn talent. “Hij kon tegen een bal trappen, maar ook niet meer”, herinnert een oudere wijkbewoner zich.

Eind jaren tachtig vraagt zijn oudste broer José,die net weduwnaar is geworden, hem te komen helpen met zijn houthandel in Minho, 400 kilometer ten noorden van Lissabon. Op dat moment gelooft Mendes nog altijd in een profcarrière, maar noch bij Viana do Castelo noch bij derdeklasser Caminha maakt hij indruk. Wanneer hij bij een andere derdeklasser, Lanheses, belandt, eist hij geen salaris, zelfs geen winstpremies. Wél een commissie op sponsorcontracten die hij wil aanbrengen. Een uitstekend idee, zegt een van zijn toenmalige ploegmaats, José Pereira,die intussen clubvoorzitter is geworden. “Gemiddeld verdiende hij 500 tot 600 euro per maand. In die tijd was dat op dat niveau een fortuin. Daarmee was hij veruit de best betaalde speler van ons team.” Jorge Mendes is op dat moment nog altijd maar 22, maar aan het stuur van zijn witte Toyota Celica droomt hij zich al een nieuw leven.

Voor Mendes behoort de toekomst niet aan wie vroeg opstaat, maar aan wie nooit gaat slapen. Terwijl de bescheiden voetballer de voetbalboetes wegens te laat komen opstapelt, wordt hij een succesvol ondernemer. In 1989 opent hij even buiten Viano do Castelo een videoverhuurzaak, in een verlaten winkelcentrum met nog maar twee zaken die niet gesloten zijn. “Mijn vrienden zeiden dat ik gek was, maar ik wist dat die plek één groot voordeel had: een ruime parking voor de deur. Algauw verdiende ik meer met die zaak dan met voetballen.” Snel zet Mendes nog een tweede videoclub op. Tegelijk wordt hij eigenaar van een discotheek in Caminha, nabij de Spaanse grens. In de Luz do Mar, vandaag een verlaten pand, speelt hij tegelijk voor dj en verhoogt hij spectaculair de omzet wanneer hij gokmachines naast de dansvloer installeert. “Hij wist dat de tent druk bezocht werd door spelers van Vigo, Braga, Porto en Guimarães”, herinnert Manuel zich, die de bar O Corsario uitbaatte, waar de jonge Mendes zelf vaak langsging. “Hij stuurde meisjes om de spelers en zelfs de bestuursleden van die voetbalclubs gezelschap te houden.”

De keeper van Deportivo

In oktober 1995 heeft Mendes zijn eerste voetballer te pakken: de Franse Portugees Patrick Videira wil met hem samenwerken. Bij PSG geblokkeerd door de Anelka‘strok Videira op zijn achttiende naar het Portugese Chaves. “Na een match tegen Porto wachtte Mendes me op aan de deur van de kleedkamer. Ik kende hem niet. Tot dan had ik altijd zonder agent gewerkt. Hij had geen enkele speler, maar wilde graag met mij werken. Ik gaf hem mijn telefoonnummer. Een paar dagen later kwam hij me thuis opzoeken en zei dat hij de makelaar wilde worden van de beste spelers ter wereld. Ik hapte toe, ook al reed hij met een BMW 125, een oude rammelbak. Op een nacht rinkelde mijn telefoon, het was vijf uur ’s morgens. Hij was naar een discotheek in Spanje gereden en onderweg had zijn gammele auto het begeven. Hij vroeg of ik hem kon komen ophalen. Ik heb dat dan maar gedaan.”

De makelaarscarrière van Mendes komt op gang wanneer hij Nuno Espírito Santo leert kennen, de keeper van Guimarães. In 1996 overtuigt hij Nuno dat diens toekomst bij het Spaanse Deportivo La Coruña ligt, waar hij op dat moment nochtans niemand kent. Een paar keer per week legt hij de afstand heen en weer (500 kilometer) af, ook al vertikt Deportivo’s voorzitter, Augusto César Lendoiro het om hem te ontvangen. “Hij drong echt aan, stalkte me bijna. Ik had geen idee wie die kerel was. Uren wachtte hij in de hoop dat ik hem zou binnenlaten. ’s Anderendaags kwam hij terug, de volgende dag opnieuw. Als iemand je zo graag wil ontmoeten, bezwijk je op een dag. Bij onze eerste afspraak klikte het meteen.” Terwijl de bestuurders van Guimarães hun keeper zoeken, rondt Jorge in een hotel in La Coruña met Nuno de laatste details omtrent zijn overgang af. Eigenlijk heeft Lendoiro geen keeper nodig, maar hij neemt Nuno om zijn nieuwe vriend in het wereldje te lanceren. Die is zo blij met de zaak dat hij niet eens zijn commissie opneemt.

Enthousiast richt Mendes in Porto zijn eerste sportbureau op, GestiFute. Een lift is er niet in het gebouw, verwarming evenmin. Maar in geen tijd verkast hij een aantal Portugese spelers naar het Spaanse Salamanca, waaronder Pedro Miguel Pauleta.

“Je kon hem telefonisch nooit bereiken voor middernacht”, zegt Videira. “Hij gaf je afspraak om één uur ’s nachts, in een bar of een nachtclub. Soms belde hij midden in de nacht. Dan moest je wel opnemen. Anders kreeg je hem niet aan de lijn.”

Bang van de concurrenten is de nieuwkomer niet. Integendeel. Hij schrikt er niet voor terug om hen klanten te ontfutselen. Op dat moment is José Veiga dé succesvolle Portugese spelersmakelaar.

“Hij heeft altijd de spelers omgekocht om ze bij andere makelaars weg te halen”, zegt een Portugese collega. “Eerst koopt hij hen een auto, dan een appartement, vervolgens een geschenk voor de ouders.” Begin jaren 2000 weigert Veiga een cheque van 15.000 euro te geven aan een oom van voetballer Danny. Mendes aarzelt geen seconde. “Hij geeft jobs in zijn bedrijf aan verwanten van spelers. De vader van Tiago heeft lang voor GestiFute gewerkt, een oom van Hugo Viana eveneens”, zegt een andere Portugese makelaar.

In mei 2002 ontaardt de vete tussen de twee op de luchthaven van Portela zozeer dat het op de bus naar het vliegtuig tot een handgemeen komt. Veiga verliest zijn telefoon – met al zijn klantennummers – die vliegensvlug door Mendes weg wordt gegraaid. Jorge pakt Veiga’s klantenbestand en dus diens job af.

CR7

In de zomer van 2002 maakt Mendes een jonge voetballer van zestien het hof, die net aangekomen is van Funchal op Madeira. Op 25 september van dat jaar zegt de mama van de speler, Maria Dolores Aveiro,het contract op dat haar zoon bindt aan makelaarsbureau Superfoot. Met Cristiano Ronaldo heeft Mendes de kip met de gouden eieren. De spelersagent droomt al langer van een uitbreiding van zijn voetbalimperium naar Engeland, maar hij heeft één probleem: hij kent daar niemand. In maart 2002 vindt in Lissabon een ontmoeting plaats tussen Paul Stretford, makelaar van Wayne Rooney,en Luis Correia, directeur van GestiFute en neef van Jorge Mendes. De bijeenkomst is opgezet door Carlos Freitas,bestuurder van Sporting CP, die graag wil dat Stretford en Mendes samenwerken om spelers van Sporting naar Engeland te krijgen. Stretford zal via zijn agentschap Formation de spelers uit de portefeuille van Mendes in Engeland vertegenwoordigen. Bij een transfer wordt de commissie verdeeld tussen Formation en GestiFute. In juni 2002 is Hugo Viana de eerste speler uit de portefeuille van Mendes die het Kanaal oversteekt. Hij gaat voor Newcastle spelen. Maar algauw vertoont de samenwerking barsten. Wanneer Manchester United belangstelling toont voor Cristiano Ronaldo, behartigt Mendes de zaak van zijn poulain zelf, terwijl Stretford onderhandelt met Arsenal. Wanneer de zaak met Manchester wordt afgesloten, betaalt Mendes zoals afgesproken de helft van de 400.000 euro commissie aan Stretford. Tot die later verneemt dat Mendes van de Mancunians niet 400.000 euro, maar 1,5 miljoen euro kreeg. De zaak dreigt te eindigen voor de rechtbank, maar uiteindelijk koopt Mendes de rechtszaak af met een forse cheque voor Formation.

Na Stretford krijgt Mendes een andere interessante zakenpartner in het vizier. De Israëliër Pini Zahavi is de eerste superagent in Engeland, veelzeggend bijgenaamd ‘Mister Fixit’ omdat hij hopeloze zaken toch rond krijgt. De voormalige sportjournalist kreeg een verblijfsvergunning in de voormalige Sovjet-Unie, waar hij in contact komt met een groepje superrijke joden en met de oligarchen die hun macht aan het opbouwen zijn in de nadagen van de USSR. Pini is, wanneer Mendes hem leert kennen, ook manager van Rio Ferdinand, die hij eind jaren negentig bij West Ham ontdekte en die in 2002 de best betaalde voetballer bij Manchester United is, met de hulp van toenmalige algemeen directeur Peter Kenyon.

Elegant

Een jaar later organiseert Jorge Mendes de overname van Chelsea door Roman Abramovitsj,die op aangeven van Zahavi tijdens een Champions Leaguewedstrijd aan… Peter Kenyon vraagt of hij niet de nieuwe algemeen directeur van zijn nieuwe club wil worden.Sinds de transfer van Cristiano Ronaldo naar Manchester United onderhoudt Kenyon een goeie relatie met Mendes, die een aantal spelers én een trainer in zijn portefeuille heeft die zeer geschikt lijken voor Chelsea. Dus geeft Zahavi aan Mendes zijn adressenboekje, in ruil voor een introductie door de Portugese makelaar bij handelshuis FC Porto. Terwijl Mendes José Mourinho installeert op Stamford Bridge, introduceert Zahavi het investeringsfonds MSI (geleid door de eigenaar van Dinamo Tbilisi en een Russische oligarch) bij Porto via zijn holding Global Soccer Agencies. Mendes versast dan weer via de contacten van Zahavi vanaf 2005 een aantal Portugese voetballers (Danny, Nuno, Maniche) richting Rusland (Dinamo Moskou). Op dat moment maakt Mendes al deel uit van de makelaarstopvijf. In 2009 maakt de transfer van Cristiano Ronaldo voor 96 miljoen euro van United naar Real definitief van hem de machtigste man in het voetbal.

Zijn geheim? Hij slaapt amper. “Ik ben gewoon een harde werker, een geobsedeerde”, zegt hij zelf in een zeldzaam moment van bescheidenheid. De voetbalwereld is verdeeld in drie categorieën: zij die het telefoonnummer van Mendes niet hebben, zij die er niet langer in slagen hem aan de lijn te krijgen, en zij die hij terugbelt wanneer het hem uitkomt. “Hij kan je ’s nachts om drie uur bellen om te zeggen dat hij je een uur later zal terugbellen”, zucht Peter Kenyon. Vandaag is Mendes getrouwd met de voluptueuze Sandra en heeft hij vier kinderen. Altijd ziet hij er piekfijn uit, hij is de perfect geklede zakenman. “Als je agenten ziet die er zomaar wat bij lopen en vervolgens zie je Mendes, begrijp je zijn succes. Je zou denken dat die man in zijn kostuum slaapt”, zegt een manager van een Franse international. “Mendes staat voor fitness, gezichtscrème en verzorgde handen. Spelers laten zich liever vertegenwoordigen door zo iemand dan door een agent die eruitziet als een halve clochard.” Pedro Torrão, een voormalige Portugese profvoetballer, kent Mendes al lang: “Al toen ik hem voor het eerst ontmoette, zag hij er elegant uit. Hij doet veel aan sport en verzorgt zijn auto’s goed. Hij doet er alles aan om er goed en dus geloofwaardig uit te zien.”

Mister 10 procent

Een andere kwaliteit is zijn onderhandelingskunst. Voor Mendes is een transfer nooit verloren zolang er een waterkans op een akkoord bestaat. Zonder hem had Pepe in 2007 nooit getekend bij Real. Toen de manager uit Turijn terugkeerde van een andere transfer, waren de onderhandelingen tussen Porto en Real stopgezet. Om 23 uur bracht hij beide partijen toch aan tafel. Om drie uur ’s nachts belde hij de verdediger op met de mededeling dat hij voortaan een speler van Real was.

Ramón Calderón, toenmalig voorzitter van Real (hij leidde de club van 2006 tot begin 2009) herinnert zich: “Mendes ging akkoord met minder commissie en een lager loon voor de speler om de zaak rond te krijgen.” ‘Mister 10 procent’ zal geen spijt krijgen van zijn gulheid. “Zijn intelligentie heeft de deuren bij Real geopend”, vervolgt Calderón. “Hij vroeg ons of we geïnteresseerd waren in Ronaldo, die toen al beslist had dat hij bij United zou vertrekken. Hij verkocht me ook Mourinho. Hij zei me: ‘Zodra u hem kent, zult u geen andere trainer meer willen. Als u voor lange tijd voorzitter van Real wilt blijven, moet u deze trainer nemen.'”

Na het vertrek van Calderón moet zijn opvolger Florentino Pérez flink investeren om de aandacht weg te halen van rivaal FC Barcelona, dat met Pep Guardiola hoogdagen beleeft. Mendes drukt zijn zin door. Vóór Mourinho tekent, willen manager en trainer de volledige steun van de Madrileense pers én sportieve volmachten. Voortaan doet het Portugese duo in Madrid zijn zin. Als de managers van Casillas of Arbeloa een afspraak willen, moeten ze drie dagen van tevoren hun komst melden. Intussen loopt de agent van CR7er rond alsof hij in zijn tuin wandelt. Hij ontvangt zijn gasten in het bureau van Mourinho. “De capo, dat is hij. Hij is de baas van Real”, klappen Spaanse topspelers uit de kleedkamer. Het Portugese duo slaagt erin sportief directeur Jorge Valdano buiten te werken. Daarna hebben ze hun handen vrij om dure topspelers te kopen met wie Real prijzen pakt en overgewaardeerde spelers uit de stal van GestiFute aan te kopen. Zo dringt Mourinho er bij Pérez op aan om Hugo Almeida te kopen, maar wanneer de pers valt over de komst van een andere peperdure speler uit de GestiFutestal (Fábio Coentrão, kostprijs 30 miljoen euro) raadt Mendes Mourinho aan om af te zien van Almeida. Hij maakt geen bezwaar wanneer The Special One in 2011 in een Champions Leaguewedstrijd tegen Ajax zijn naamgenoot Pedro Mendes tien minuten opstelt om de waarde op te drijven. Op dat moment is Pedro Mendes een invaller die bij de invallers speelt. Vandaag zit Pedro Mendes bij de Italiaanse hekkensluiter Parma. Op de bank.

Ook na het vertrek van Mourinho beschouwt Mendes nog altijd Real als zijn eigen huis. Bij andere clubs geldt hij als officieuze voorzitter. Bij Braga, bijvoorbeeld, dat hem in 2003 te hulp vraagt en voorstelt dat hij 90 procent van de aan- en verkopen regelt. Dat lukt zo goed dat ook een andere kleine club, Rio Ave, in 2012 bij Mendes aanklopt. Die installeert zijn oude vriend Nuno op de trainersbank en zorgt ervoor dat de club met een jaarbudget van 5 miljoen euro twee keer de bekerfinale haalt en daardoor Europa in mag. “Zonder hem hadden we geen enkele speler in het buitenland kunnen verkopen”, zegt voorzitter Antonio Campos. Ook bij La Coruña is Mendes nog steeds vriend aan huis, bevestigt Lendoiro, “omdat hij altijd zorgt voor een win-winsituatie”, ook al is Deportivo twee keer gedegradeerd in vijf jaar, terwijl de zaken van Mendes verder bleven floreren.

TPO

In 2008, een paar maanden voor hij Chelsea verlaat, vraagt Peter Kenyon het Amerikaanse bureau CAA Sports (filiaal van Creative Artists Agency, dat de belangen behartigt van Angelina Jolie, Brad Pitt en George Clooney) om het imago van Chelsea in de VS te verbeteren. Na zijn vertrek op Stamford Bridge sluit Kenyon zich zelfs aan bij CAA Sports. Meer nog: in juli 2008 gaan CAA Sports en GestiFute samen, om beter in te spelen op het enthousiasme dat de komst van David Beckham in de MSL teweegbrengt. Mendes en Kenyon richten samen nog een nieuw bedrijf op: QSI is een investeringsfonds verwant aan CAA Sports, maar gedomicilieerd in de fiscale paradijzen Jersey en Gibraltar. Door hun bedrijven en knowhow samen te voegen populariseren Kenyon en Mendes een nieuwe succesformule in het topvoetbal: TPO (Third Party Ownership). Dankzij de contacten met Zahavi en zijn bedrijf MSI verhuizen de economische rechten op voetballers van het ene bedrijf in een fiscaal paradijs naar een ander, met achter de schermen doorgaans anonieme aandeelhouders. Het systeem laat clubs met beperkte middelen toe tijdelijk over spelers te beschikken aan wie ze met eigen middelen niet aan kunnen. Daardoor verkrijgen ze maar een klein deel van de totale rechten op spelers, die ze moeten delen met privéinvesteerders. “Zonder TPO kon het Portugese voetbal niet meer rivaliseren met Engelse, Duitse of zelfs Franse topclubs en zou het hetzelfde lot ondergaan als het Nederlandse en Belgische voetbal”, stelt Antonio Campos van Rio Ave vast.

Zo hangt over de transfer van Falcao van Porto naar Atlético Madrid de schaduw van QSI, maar ook van Doyen Sports, een bedrijf gedomicilieerd op Malta. Officieel is er geen link tussen Doyen Sports, waarvan de naam op een bepaald moment op de broekjes van Getafe prijkte, en Jorge Mendes. “Mendes is een vriend, maar had geen aandeel in onze overeenkomst met Doyen Sports”, verzekert Ángel Torres, voorzitter van Getafe. “Doyen is een Brits fonds, geleid door Portugese agenten die deel uitmaken van een groep die vroeger met Mendes heeft samengewerkt.”

Of er geen sprake is van een belangenconflict tussen de spelersmakelaar Mendes en de beheerder en aandeelhouder van een investeringsfonds, dat zou de UEFA eens uitzoeken. Het rapport is besteld, het resultaat nog niet gekend.

Terwijl Sepp Blatter aankondigt dat TPO binnen drie of vier jaar onmogelijk wordt, maakt Mendes elke dag nieuwe vrienden. Sinds een jaar gaat hij graag op de foto met miljardair Peter Lim. Jorge organiseert zelfs een wedstrijd van Atlético bij Peter thuis in Singapore. En hij fluistert de miljardair in het oor dat het een moment is om het in schulden verdrinkende FC Valencia over te nemen. Hij kent ook een geschikte trainer voor die club: Nuno Espírito Santo, de man met wie alles begon in die nachtclub in Caminha.

DOOR ALEXANDRE PEDRO EN WILLIAM PEREIRA

Voor Mendes behoort de toekomst niet aan wie vroeg opstaat, maar aan wie nooit gaat slapen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content