Een trainerswissel lost niet alle problemen bij Anderlecht op, waarschuwen Bertrand Crasson en Johan Walem. Hun ex-team mist karakter en persoonlijkheden. En smeerlapjes.

Wat Anderlecht toonde op Germinal Beerschot was écht pijnlijk om zien. Dat was een ploeg die op zijn gat zat”, zegt Bertrand Crasson. Als analist voor Belgacom TV volgt hij samen met Johan Walem zowat alle matchen van paars-wit. Beide ex-spelers zijn not amused met wat hun opvolgers ervan bakken.

Crasson: “Germinal Beerschot maakte het spel. Anderlecht slaagde er zelfs niet in te reageren. Iedereen kan een slechte dag hebben, maar ook dan kan je nog proberen een vuist te maken, tonen dat je het waard bent die trui van Anderlecht te dragen.”

Walem: “Men probeerde het zelfs niet meer. Het was een ploeg zonder ziel.”

Crasson: “De mentaliteit zit niet goed. Europees bakken ze er al vier jaar niets van. Iedereen denkt dat men nu wel eventjes opnieuw kampioen zal worden, maar dat lukt alleen maar met een andere ingesteldheid op het veld.”

Verraste het ontslag van Vercauteren jullie?

Walem: “Neen. Het hing al een paar maanden in de lucht. Vroeg of laat moest het er eens van komen. Nu moeten de spelers reageren. Ze hebben nog zeven matchen voor de winterstop om te tonen wat ze kunnen. Na het ontslag van de trainer zijn er geen alibi’s meer om slechte prestaties toe te dekken.”

Crasson: “In een bedrijf beoordeelt de directie de prestaties. Die waren onvoldoende. In de praktijk betekent dat dat de trainer de eerste schuldige is. In dit geval betwijfel ik of hij de enige schuldige is.”

Walem: “Wat ze op Germinal Beerschot en in Denemarken toonden, was niet goed, maar ik vond het moment van het ontslag raar, nog maar een paar weken nadat het bestuur het volle vertrouwen in hem uitsprak. Dit ontslag moet pijn doen bij een man die meer titels won met Anderlecht dan wie ook in het huis.”

Crasson: “Nu hoor je dat de spelers zijn aanpak moe waren, zijn ideeën niet meer uitvoerden, maar ik denk dat je verder moet teruggaan in de tijd om de malaise op te sporen. Die dateert al uit de periode van de vorige trainer, Hugo Broos. Toen heeft Aruna Anderlecht twee jaar gered en de bestaande problemen gecamoufleerd. Zelfs het laatste jaar met Aimé Anthuenis, na de verkoop van Koller en Radzinski, liep het al verkeerd. De kern van het probleem is niet wat de afgelopen weken verkeerd ging.”

Waar ligt die dan wel?

Crasson: (zwijgt, grijnst, kijkt naar Walem, die teruggrijnst)

Walem: “Sinds ik twee en een half jaar geleden terug naar België kwam, ben ik niet onder de indruk van wat Anderlecht brengt. Af en toe liep het een paar weken goed. Eind vorig seizoen bijvoorbeeld voetbalden ze een paar maanden goed, maar vaker stelde het niet zo veel voor. Als je zelf in deze club gevoetbald hebt en je ziet hoe slecht het gaat op het veld, raakt je dat diep.”

Toch was Anderlecht voor dit seizoen bij iedereen weer uitgesproken titelfavoriet.

Walem: “Als je net kampioen geworden bent, vergeet je snel hoe slecht het daarvoor wel was. Als ik de balans van de dertien matchen van dit seizoen opmaak, zitten daar veel dieptepunten bij en weinig hoogtepunten. In de supercup tegen Club voetbalden ze goed, maar dat was de enige keer.”

Te weinig persoonlijkheden

Wat valt jullie dit jaar op?

Crasson: “Er zijn te weinig persoonlijkheden op het veld. Frutos kan dan wel een leiderstype zijn, maar hij is vaak geblesseerd. En hij pakt gemiddeld één kaart per wedstrijd. Bijna elke match incasseert Anderlecht tegengoals, behalve tegen Tel Aviv, maar die ploeg was dan ook heel zwak. Bovendien scoort Anderlecht zo moeilijk. Je hebt niet elk jaar een keeper die veel punten pakt en een spits die zo veel scoorde en zo veel assists gaf als vorig jaar.”

Met andere woorden: Zitka en Tchité hebben veel gebreken gecamoufleerd.

Crasson: “Voor een deel wel, maar zij waren niet alleen verantwoordelijk voor de titel. Ook Hassan had daar een ruim aandeel in, terwijl die nu absoluut zijn niveau niet meer haalt.”

Welke fouten heeft Vercauteren volgens jullie gemaakt?

Walem: “Misschien veranderde hij te vaak van tactiek. Vorig jaar vond ik Anderlecht op zijn sterkst in een 4-3-3 met Van Damme, Biglia en Hassan op het middenveld en Frutos, Tchitéen Legear of Boussoufa voorin. Dat sinds vorig jaar geroepen werd dat dit zijn laatste jaar als trainer zou worden, heeft hem geen goed gedaan. Misschien heeft hij zijn spelers wat losgelaten. Hij kreeg uit hen niet meer het rendement van vorig seizoen.”

Crasson: “Misschien kreeg hij ook niet de spelers die hij wilde.”

Walem: “Je mag Tchité verkopen als je daar veel geld voor krijgt, maar als hij daarvoor een speler in de plaats krijgt die hij niet wil, helpt dat de ploeg niet vooruit.”

Crasson: “Wat verwijt men hem nu? Dat de spelers hun buik vol hadden van de videosessies, van teambuilding, van de voortdurende afzonderingen en de sessies met de psycholoog. In Italië gingen wij voor elke match op afzondering. Als we midweeks nog eens een bekermatch hadden, waren we zes dagen naeen van huis. So what als je drie uur langer op de club moet blijven voor een videosessie! Het is toch je job, waarmee je twintig keer meer verdient dan een gewone arbeider? Daar mag je toch iets voor teruggeven? Het enige wat je hem kan aanwrijven, is dat hij een spits als Serhat Akin zes maanden aan de kant zette.”

Ben je niet te mild voor Vercauteren?

Crasson: “Ik heb zo veel verdedigende fouten en blunders gezien dat het niet meer normaal was. De verdediging is extreem kwetsbaar, vooral op voorzetten of vrije trappen. Dat is niet altijd de verantwoordelijkheid van de trainer. Spelers moeten zelf spelsituaties kunnen oplossen. Dat heeft met speldoorzicht te maken.”

Walem: “De trainer legt het uit, maar eenmaal op het veld moet je als speler reageren of oplossingen zoeken.”

Crasson: “Daarom heet het woord vooraf van de trainer ook ’theorie’. De praktijk moeten de spelers zelf invullen.”

Walem: “De boodschap kwam blijkbaar niet over. Dat moet hem mateloos gefrustreerd hebben.”

Elke week Van Damme

Anderlecht durft te weinig, vindt Hassan. Was Vercauteren een té verdedigende trainer?

Crasson: “Begin vorig seizoen lag hij in de clinch met Hassan omdat die niet deed wat hij vroeg: hij verdedigde niet mee. Later liep het beter. Dit jaar probeerde hij het zelfs niet meer, in de clinch gaan met Hassan, omdat het toch niets oplevert. Hij speelt als een egoïst, eist alle ballen op om te tonen dat hij de vedette is.”

Is het niet aan een speler als Hassan om het verschil te maken?

Crasson: “Ja, maar als het op een dag om één of andere reden niet lukt, moet je meewerken voor de ploeg. Dat doet hij niet.”

Walem: “Hassan kan het verschil maken. Op dat vlak deel ik Bertrands mening niet. C’est un joueur que j’adore. Ik vind hem een ster, zelden zag ik een voetballer met zo veel kwaliteiten als Hassan. Hij kan alles: aanvallen, verdedigen, beschikt over een grote actieradius. Maar hij mag niet té veel willen doen. Dat is zijn probleem. Op dat vlak ben ik het wél eens met Bertrand: als dat op een dag niet lukt, kan ook hij zich niet permitteren om op het veld om het even wat te doen. Je moet natuurlijk met zulke spelers kunnen omgaan, hen goed in de hand houden. Niet alleen Hassan, maar ook de andere sterren.”

Crasson: “Welke sterren? Tegenwoordig ben je snel een ster, vind ik. Biglia heet ook een ster te zijn, maar Boskamp merkt terecht op dat hij alles in hetzelfde tempo doet. Hij heeft geen versnelling. Kijk maar naar zijn statistieken: één goal en drie assists in anderhalf jaar is veel te weinig voor een topspeler op die positie.”

Wat mist Anderlecht?

Crasson: “Smeerlappen op het veld, des joueurs vraiment méchants. Behalve Polak zijn die er niet. Verder heb je te veel vraagtekens. Frutos of Akin? Boussoufa of Hassan? Van Damme of Goor? Je kunt je dure aankopen toch niet op de bank zetten, hoor je dan. In Engeland, Spanje of Italië zet men zonder aarzelen een aankoop van tien miljoen euro op de bank.”

Walem: “Eind vorig seizoen had je een team en een systeem dat wél werkte. Hoe vaak heeft van Damme in zijn beste positie gespeeld? Amper! Zijn beste positie, dat is aan de linkerkant met drie op het middenveld. Hij laat Hassan en Biglia toe op een ander niveau te spelen.”

Wat vinden jullie van Polak?

Walem: “Het is niet het type speler dat Anderlecht aankondigde. Hij heeft andere kwaliteiten. Zoals Bertrand zei: hij is misschien de enige smeerlap in de ploeg. Die heb je nodig, ook in een ploeg als Anderlecht. Wij hadden Philippe Albert, Graeme Rutjes. Met die mannen kregen wij geen twee goals tegen per match.”

Je ergert je aan spelers die nu bevrijd reageren. Begrijp je dan niet de reactie van zo’n Théréau, tegen wie Vercauteren vanaf de eerste dag zei dat hij hem niet hoefde?

Walem: “Vercauteren was ten minste wél duidelijk en eerlijk. Hij vroeg niet om Théréau. Mij zou het niet storen als een trainer me dat zei. Aan mij om te bewijzen dat ik wél een plaats in de ploeg waard ben.”

Crasson: “Als Vercauteren aan Théréau zegt dat hij hem niet goed genoeg vindt – nadat Théréau in het begin zelf aangaf dat hij van zichzelf vond dat hij niet goed bezig was -, waarom trainde hij dan niet harder om beter te worden? Ik kan me niet voorstellen dat als Théréau elke dag op training de pannen van het dak speelt, zich helemaal geeft en scoort aan de lopende band, Vercauteren hem negeert terwijl hij een aanvallend probleem in zijn ploeg heeft. Nu zegt Théréau dat hij zich helemaal gaat geven! Wat heeft hij dan de voorbije maanden gedaan? Getreurd om zijn verloren status? Wélke status? Vijf matchen met Charleroi en twintig met Steaua Boekarest.”

Had Anderlecht Sterchele moeten nemen?

Crasson: “Ze wilden hem toch? Sterchele is toch ook op Anderlecht geweest om foto’s te laten nemen? Dat wil zeggen dat er iets is tussengekomen. Voetbal is business geworden. Dat merk je ook aan het gedrag van spelers.”

Walem: “Wij waren fier dat we de trui van Anderlecht móchten dragen. Als het niet liep, reageerden we wel. Die reactie mis ik nu als het wat minder gaat.”

Crasson: “Beoordeel niet alleen dit seizoen. Maak de balans op van de laatste jaren. Hoeveel spelers zijn er niet op Anderlecht gepasseerd sinds de verkoop van Koller en Radzinski? Veertig of meer? Dat is niet goed voor de automatismen. Al die spelers krijgen enorme salarissen, meer dan wij in de glorieperiode. Véél te hoge salarissen in verhouding tot de prestaties die ze teruggeven. Eén miljoen per jaar om amper mee te kunnen in de UEFA Cup, dat kan toch niet? Anderlecht geeft die spelers alles, maar krijgt onvoldoende rendement terug. Welke speler toonde zich over de laatste drie jaar een toonbeeld van regelmaat? In Italië wordt hard gewerkt, door iedereen. De jongeren en de bankzitters schreeuwen hun ongenoegen niet uit in de pers, maar werken zich te pletter, met maar één bedoeling: een basisplaats afdwingen. Je ziet het vuur in hun blik. Hier huilt men: ‘De trainer mag me niet.’ Tja …”

Nood aan een verdediger

Wat moet de nieuwe trainer doen?

Crasson: “Zorgen dat er weer een winnaarsmentaliteit komt en het team reorganiseren, op orde zetten.”

Walem: “Spelers responsabiliseren.”

Crasson: “Tegenwoordig mag je geen kritiek meer geven op een speler of die gaat zo huilen dat je ’s anderendaags een persconferentie moet geven om je woorden terug te nemen. (herpakt zich) Al bedoel ik dan niet Johan Vermeersch …”

Onder Vercauteren speelde Anderlecht niet het champagnevoetbal dat de club en de fans vragen.

Crasson: “Champagnevoetbal is wat je ziet als je 4-0 voor staat, wat je brengt als je vertrouwen hebt en dat ook uitstraalt. Zolang je niet in die situatie zit, is er geen plaats voor circusnummers en moet het hard tegen hard gaan.”

Wat moet Anderlecht in januari kopen op de transfermarkt?

Walem: “Een centrale verdediger met uitstraling. Misschien een spits. Op het middenveld heb je materiaal genoeg.”

Crasson: “Ze hebben te veel geld uitgegeven aan de spelers die er nu zijn. Polak bijvoorbeeld was te duur voor wat hij op dit moment toont.”

Hebben de andere Belgische clubs de kloof met Anderlecht gedicht of is paars-wit ter plaatse blijven trappelen?

Walem: “Het tweede. Standard bijvoorbeeld gaat er van jaar tot jaar op vooruit en speelt dit seizoen ook het beste voetbal in België.”

Crasson: “Het probleem van Anderlecht zie je ook bij andere Belgische topclubs. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik zag hoe Standard bij momenten tactisch in de fout ging tegen Sint-Petersburg. Dat ligt niet alleen aan de trainers, hoor. De spelers moeten bij zichzelf te rade gaan. Misschien moet Anderlecht een Nederlandse verdediger nemen. Rutjes of Van Tiggelen waren geen Nesta‘s, maar ze hielden tijdens een match niet op met praten. Die verdediging stond op punt. Nu zie je achterin niemand praten of coachen.”

Misschien kunnen sommige spelers niet om met de druk bij Anderlecht?

Crasson: “Welke druk? Druk ligt op de Europese topspelers die gigantisch veel geld verdienen, niet presteren, hun auto gedeukt terugvinden en neus aan neus staan met agressieve supporters. Dat heb je als speler bij Anderlecht niet. Hier stap je na een barslechte match in je auto en je rijdt door de haag supporters rustig naar huis.” S

door geert foutré – foto michel gouverneur

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content