In zijn eerste week als hoofdcoach van Club Brugge trainde Michel Preud’homme meer… met de invallers dan met de basisploeg. Iedereen kreeg al wat verse tactische input, maar het echte werk begon gisteren/dinsdag.

Geen maatpak, maar een trainingspak voor Michel Preud’homme. Hij voelt er zich beter in en aangezien het bestuur het aan hem overliet,… Het is wat hem betreft een signaal naar de anderen toe, dat hij een van hen is. In trainingspak coachte de nieuwe sportieve baas van Club Brugge vorige week zijn team twee keer naar een zuinige 0-1. Bekerwinst in Oudenaarde, en daarna winst in Bergen, waar de ploeg net als in Oostende en in Beveren zeer vroeg op voorsprong kwam, maar dat niet wist uit te bouwen à la Standard.

Welke verdienste had Preud’homme in die twee zeges? Matchwinnaar Jesper Jørgensen had het in Oudenaarde na de match over een “beperkte” tactische input die “de spelers in het begin met niet al te veel informatie wilde overladen”. Hetzelfde klonk zaterdagavond in Bergen uit de mond van Vadis Odjidja, aanbrenger van de vroege goal. “Hij heeft al iets getoond, verschillende patronen om op te bouwen, hoe we moeten staan, welke ruimtes hij bezet wil zien. Maar we hebben nog niet veel tijd gehad om te trainen. Ik denk dat we vooral in functie van de twee wedstrijden hebben getraind, dat was het belangrijkste. Pas nu komt er meer tijd.”

Een paar andere accenten, maar vooral: stap voor stap. Zo ging een zeer open en goedlachse Michel Preud’homme vorige week te werk. Met iedereen die dat wilde op de foto. Preud’homme is een man van discipline en regels, maar hij houdt liever geen officiële bureaugesprekken. Overal zijn oor te luisteren leggend, dat vooral. Lange wedstrijdvoorbereidingen, veel gesprekken, benadrukkend dat iedereen een nieuwe kans kreeg.

De matchvoorbereiding van Bergen begon een week eerder al in Mechelen, dat de Henegouwers – toen nog met Enzo Scifo – ontving op de dag dat Preud’homme officieel werd voorgesteld. Club stuurde naar die match zijn vaste wedstrijdscout, maar Preud’homme voegde daar Stan Van den Buys, zijn vaste assistent, aan toe. Van den Buys zal in Brugge de tegenstander van Club analyseren én de verbindingsman zijn tussen de scouting en de technische staf. Preud’homme, vorige vrijdag: “Zo heeft hij voor mij altijd gewerkt. Hij kent mij door en door, weet wat ik wil, observeert de trainingen, ziet wat wij lopen hebben en zo analyseren wij wat en waar we eventueel nog iets zoeken. Die informatie kan hij dan zeer duidelijk bij de scouts overbrengen.”

Druk werd het na de trainerswissel plots ook weer voor Joost Desender, de fysiektrainer die een tijdje in de schaduw werkte van Jorge Simó, maar nu plots weer meer taken krijgt. Op zaterdag, de dag van de match, gaf hij ’s ochtends ook al training aan de niet-geselecteerden. Op de trainingen intervenieert de scherp observerende Van den Buys nauwelijks. Daar laat Preud’homme het veldwerk aan Philippe Clement en Stephane Van der Heyden, die er ook onder Garrido al waren. Preud’homme: “Ik bespreek alles met mijn assistenten, altijd, maar nu misschien nog meer, omdat zij alles weten van de kern. Ik heb echt naar hun mening geluisterd. Zo hebben we in Oudenaarde een paar spelers (Meunier, De Sutter, Mechele, nvdr) laten rusten. Om redenen die Philippe aangaf of zaken die bleken uit een rapport van de medische staf.” Clubwerking is samenwerking, “en dat zal altijd zo zijn.”

Zijn eerste werkweek was een vreemde voor Preud’homme, die maandag en donderdag de spelers die de wedstrijd afwerkten apart zag uitlopen en eigenlijk meer met de anderen bezig was. Op zich niet erg, op die manier kon iedereen, ook zij die in deze competitie veel minder aan spelen toe kwamen, zich tonen aan de sportieve baas. Alleen Mémé Tchité viel vorige week nog uit de boot, hij trainde mee met de beloften.

De grote kern blijft nog een tijdje behouden, zei Preud’homme vrijdag. “Ik wil zeker nog de stop van de nationale ploeg afwachten, eventueel nog een vriendschappelijke wedstrijd spelen, sommige jongens met de B-ploeg laten voetballen, iedereen bekijken. Daarna kan ik rond de tafel zitten met het bestuur om te zeggen wat het beste is voor Club Brugge.” Preud’homme predikt geduld. “Ik kan niet zomaar een beslissing nemen, we gaan dat rustig bekijken. Neen, er is daar nu nog geen datum op geplakt. Zo lang het goed verloopt op training en iedereen gemotiveerd is, is er geen probleem.”

Vakken

In Bergen startte Club met dezelfde ploeg die Anderlecht partij gaf. Net als tegen de Brusselaars vielen Adu en Fatai in. Tegen Anderlecht heette de derde invaller Refaelov, in Henegouwen was dat Gudjohnsen. Daar zat ook De Bock weer in de selectie, na een goed gesprek met Preud’homme. Maar speelminuten kreeg hij nog niet, in Oudenaarde was Bolingoli nog linksachter. Speelminuten waren er ook nog niet voor de van een blessure herstelde Vázquez, voor de bij de start van het seizoen nog mee voetballende Wang en Verstraete, noch voor de nieuwkomers Fourlanos, Vlachos of Elton Monteiro. Geen van die zes haalde de voorbije twee matchen het wedstrijdblad.

Rotatie zou een mogelijkheid zijn, om de komende weken spelers tevreden te houden. Gelooft de trainer daarin? Preud’homme: “Ik weet dat één club in België veel rotaties doet. En misschien zal het hier niet zo hard gaan, maar we moeten attent zijn voor iedereen en we mogen niemand laten vallen als ze dat niet verdienen. Daarom heb ik Bolingoli in Oudenaarde laten spelen, en De Bock tegen Bergen in de selectie opgenomen.” Kan dat niet ten koste gaan van automatismen? Preud’homme: “Hangt ervan af hoe je traint. Ik denk dat automatismen op training worden ingebouwd en in de wedstrijd getoond.”

Donderdag werden de lintjes nog eens uitgerold om het trainingsveld onder te verdelen in zones. Net als maandag en dinsdag werden er looplijnen ingeoefend, met afgebakende vakken, opdat spelers weer zouden weten waar ze moesten lopen. Onder Emilio Ferrera verschenen die vakken ook al op het veld, Garrido gebruikte ze ook in zijn beginfase. Voetbal is school, wist Trond Sollied al, steeds weer herhalen. Aanvoerder Timmy Simons: “Een aantal basisprincipes nog eens opfrissen. Als de ene in de bal komt, moet de andere diep gaan. Onder een nieuwe trainer worden die vaak nog eens herhaald. Eigenlijk zijn wij kleine kinderen: steeds herhalen, herhalen. Tegen mijn kinderen moet ik ook tien keer zeggen: dat mag niet.”

Hij ziet wel wat van Sollied terug, bedenkt Simons. “Ruimte zoeken, diep spelen, driehoeken… Er mag in de bal worden gekomen, als een ander dan maar de ruimte zoekt. Anders maak je het de tegenstander wel zeer makkelijk.”

Maar het zijn – voorlopig – slechts minieme accentverschuivingen. Het systeem is niet veranderd. Preud’homme: “Hier een beetje hoger, daar een beetje lager. Af en toe komt het eruit, af en toe gaat het. Misschien, zoals in Oudenaarde voor de rust, nog in een te laag tempo, maar dat is normaal, ze moeten nog te veel denken hoe ze het moeten doen. Om het ritme hoger te krijgen, moeten ze veel repeteren.” Clement: “Dan kunnen die vakken op training ook weer weg.”

DOOR PETER T’KINT – BEELDEN: IMAGEGLOBE

“We mogen niemand laten vallen als ze dat niet verdienen.” Michel Preud’homme

“Eigenlijk zijn wij kleine kinderen: steeds herhalen, herhalen.” Timmy Simons

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content