Als kleine jongen was Michael Phelps bang van water, een decennium later stonden er twaalf wereldrecords op zijn naam. Portret van een fenomeen.

Alles heeft de negentienjarige Michael Phelps in het teken gesteld van zijn grote droom : in Athene een gouden bladzijde toevoegen aan het olympische zwemboek. Niets werd aan het toeval overgelaten. Op 4 september 2003 liet Phelps zijn wijsheidstanden trekken. Uit voorzorg, zodat eventuele tandpijn bijna een jaar later zijn grote project niet in gevaar kan brengen. De palmares die de jonge Phelps meebracht naar Athene, is op zich al indrukwekkend. Hij werd 21 keer Amerikaans kampioen, veroverde vier wereldtitels en schreef 17 Amerikaanse en 12 wereldrecords op zijn naam.

Badpakkenfabrikant Speedo zette hoog in op de Amerikaanse tiener en beloofde hem een bedrag van 1 miljoen dollar als hij erin slaagt om minstens evenveel gouden medailles te halen als de legendarische Mark Spitz, die tijdens de Olympische Spelen van München zeven keer als eerste de wand aantikte. Dat lijkt een onmogelijke opdracht, maar niet voor Michael Phelps, die in deze olympische campagne in vijf individuele disciplines en drie estafettewedstrijden aan de start verschijnt.

Michael Pelps miste zijn start niet. Hij pakte afgelopen zaterdag meteen goud in de 400 meter wisselslag en zwom een nieuw wereldrecord. In de estafettewedstrijd op de 4 x 100 meter vrije slag volgde echter een deceptie: de Amerikaanse ploeg werd pas derde, na het verrassende Zuid-Afrika en na Nederland. Meteen werden de woorden van Ian Thorpe bewaarheid. De Australische zwemheld, die vier jaar geleden voor eigen volk drie keer op het hoogste schavotje mocht plaatsnemen, verkondigde vooraf dat het onmogelijk was om beter te doen dan Mark Spitz. Phelps, die elke dag om vijf uur opstaat om te gaan trainen, moest erkennen dat de lat hoog lag.

De zwemsport bracht al heel wat uitzonderlijke talenten voort, maar de meeste verdwenen net zo snel als ze kwamen omdat ze niet bestand bleken tegen de druk. Of ze blonken slechts in een beperkt aantal disciplines uit, zoals de Duitser Michael Gross in de vrije slag en de vlinderslag. Bij Phelps ligt dat anders : vrije slag, vlinderslag, schoolslag en rugslag, hij beheerst ze allemaal even goed. Volgens specialisten is Phelps dan ook gemaakt om te zwemmen. In deze sport komt het er immers op neer om de weerstand tot een minimum te herleiden en intussen de machtsontwikkeling zo groot mogelijk te houden. De ideale zwemmer heeft dan ook een groot en krachtig lichaam, maar torst geen overtollig gewicht met zich mee. Overvloedige spiermassa is uit den boze omdat die de beweeglijkheid beperkt en veel zuurstof opbrandt.

Phelps is met zijn 1,95 meter voor 88,5 kilogram en een vetgehalte van amper 4 % perfect gebouwd. Zijn armen hebben een reikwijdte van 2,04 meter en zijn voeten û schoenmaat 47 û lijken wel zwemvliezen. Hij beschikt over soepele knie-, elleboog- en enkelgewrichten en heeft talent zat. De meeste zwemmers hebben in een 50-meterbad dertig slagen nodig om de afstand te overbruggen, maar Phelps kan dat in 26 slagen. “Het lijkt ongelooflijk,” zegt Eddie Reese, de hoofdtrainer van de Amerikaanse zwemselectie, “maar Michael gebruikt het water eigenlijk om zich af te stoten. Hij kan als het ware met zijn handen en voeten het water uiteen drijven zoals Mozes volgens het verhaal in de bijbel zou hebben gedaan met zijn stok.”

Dat het toptalent ook met druk kan omgaan, bewees hij vier weken geleden op de Amerikaanse trials in Long Beach. Noch het geschreeuw van de talloze supporters, noch de Amerikaanse vlag, noch de voortdurende media-aandacht konden hem uit zijn concentratie halen. Voordat hij het startblok beklom om de finale van de 400 meter te zwemmen, keek Phelps voortdurend naar de grond terwijl hij ‘Till I collapse’ van rapper Eminem uit zijn walkman liet schallen. Zeven minuten later had hij opnieuw een wereldrecord gezwommen en kon hij zes seconden rondkijken wie als tweede zou aantikken. Toch bleef hij naar goede gewoonte karig met zijn commentaar. “Ik wilde tonen dat ik klaar ben voor Athene”, luidde het. “En dat heb ik ook gedaan.”

De volgende ochtend gleed Phelps om halfacht alweer geruisloos als een zeilboot door het water van het opwarmingsbad. Naast de baan stond zijn 39-jarige coach, Bob Bowman – asblond haar, fijne brilmontuur -, met handgebaren en fluitsignalen commando’s door te geven. De gedisciplineerde trainer is de drijvende kracht achter het Amerikaanse zwemfenomeen. Phelps gold immers als een probleemkind. Eerst leed hij aan een panische angst om zijn gezicht nat te maken, vervolgens kreeg hij leerproblemen op school en hij moest tot zijn twaalfde Relatine slikken omdat hij hyperkinetisch was.

De jonge Michael speelde baseball en lacrosse, maar vond pas een uitlaatklep voor zijn overtollige energie toen hij op zijn zevende lid werd van de North Baltimore Aquatic Club. In 1996 zag Bowman de toen elfjarige Phelps voor het eerst aan het werk tijdens een interclubwedstrijd. “Ik was stomverbaasd. Ik had nog nooit iemand op zo een natuurlijke manier in het water zien bewegen”, herinnert hij zich. Een half jaar later werd Bowman de coach van Phelps en verklaarde hij aan diens moeder Debbie dat “niets of niemand haar superbegaafde zoon zou kunnen afremmen.”

Bowman – een kinderpsycholoog en op de universiteit een middelmatig zwemmer – onderwierp zijn pupil van bij het begin aan een uiterst streng regime. Trainingsweken met 70 kilometer op het programma en meetings waarin hij liefst 24 keer aan de start kwam, legden de basis voor het succes dat Phelps nu oogst. Achter deze verschrikkingen ging immers een methode schuil : een kind kan, beter dan een opgroeiende tiener, zijn hart- en longcapaciteit opdrijven. En hoe sterker het hart en de longen, hoe beter de machine. In rust heeft Phelps nu een pols van 40 slagen per minuut.

In Sydney was Phelps met zijn vijftien jaar de jongste Amerikaan sinds 1932 die aan de Spelen deelnam. De olympische droom hield hem toen al bezig en hij liet de vijf ringen op zijn rechterheup tatoeëren. Op de 200 meter vlinderslag eindigde Phelps vijfde, maar goed zes maanden later kroonde hij zich op diezelfde afstand tot jongste wereldrecordhouder ooit. Op zijn zestiende ondertekende hij al zijn eerste lucratieve reclameverbintenis.

In Bowman vindt Phelps niet enkel een toegewijde coach, hij ziet hem ook als een soort surrogaatvader. Tien jaar geleden gingen zijn ouders uit elkaar en sindsdien woont Michael samen met zijn moeder in een bescheiden rijhuis, op tien minuten van het zwembad waar hij dagelijks zijn baantjes trekt. Met zijn vader Fred heeft hij nauwelijks contact. Het was Bob Bowman die Phelps destijds over en weer reed naar de trainingen. Zijn bureau in Baltimore hangt vol trainingsschema’s. “Vier jaar geleden gingen we van start met het project-Athene”, zo vertelt hij. “Het was van meet af aan de bedoeling om acht keer goud te winnen. Het ligt in Michaels karakter om dingen te proberen waaraan niemand anders zich durft wagen. Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat hij werkelijk topfit aan de start verschijnt. Als het nodig is, moet ik hem ook een schop voor zijn kont durven geven.”

Veel aanleiding lijkt daar echter niet toe te zijn. Phelps traint 365 dagen per jaar, meestal vijf uur per dag. Ook op Kerstmis en nieuwjaar. De vensters van zijn kamer heeft hij dichtgeplakt met aluminiumfolie om deze koeler en donkerder te maken, zodat hij elke middag probleemloos een siësta van drie uur kan houden. Naast zijn bed hangt een poster van zijn landgenoot Ian Crocker, die hem tijdens de finale van het wereldkampioenschap 2003 versloeg op de 100 meter vlinderslag. Dat beeld dient om hem nog meer te motiveren en nog harder te werken.

Phelps weet als geen ander dat het snel kan keren in de topsport. Zijn zus Whitney, intussen 24 en nog altijd houdster van enkele Amerikaanse records in de categorie tot 12 jaar, startte bij de trials voor de Spelen van Atlanta als favoriete op de 200 meter vlinderslag, maar werd slechts zesde en zag haar olympische droom uiteenspatten. “Als ik aan die onverwachte nederlaag van mijn zus denk”, zegt Phelps, “krijg ik nog altijd een zure smaak in de mond.” Whitney Phelps moest de zwemsport intussen vaarwel zeggen door een chronische rugblessure en kan het naar eigen zeggen niet meer aan om haar broer in competitie te zien strijden.

Moeder Debbie, een 54-jarige lerares met donker haar en opvallende rode lippenstift, is wel altijd prominent aanwezig bij de wedstrijden van haar zoon. Ook zij beweert met trots dat ze een aandeel heeft in zijn succes omdat ze hem discipline bijbracht. Ondanks de vele uren trainingsarbeid heeft Michael volgens haar een heel normale jeugd beleefd en is hij een doodgewone jongen gebleven.

Met zijn lange kin en zijn flaporen ziet Phelps er inderdaad uit als de doorsnee Amerikaanse teenager. Zijn Engels is doorspekt met slang, hij houdt van videospelletjes en hiphop en maakt de straten van Baltimore onveilig met een oude Cadillac. Zijn voedingsgewoontes staan enigszins haaks op de professionele manier waarop hij zich voor de rest voorbereidt. Na de eerste ochtendlijke training stapt Phelps geregeld binnen bij Pete’s Grill om er vier pannenkoeken, twee kaas-ei-mayonaise-sandwiches, een kom havermout en enkele omeletten te verorberen. “Ik eet wat ik wil, waar ik wil en hoeveel ik wil”, laat hij geregeld horen.

Phelps zet zijn eetgewoontes maar al te graag in de verf om zijn zuiverheid als atleet te bewijzen. “Hij is dopingvrij”, zegt natuurlijk ook coach Bowman, die zijn pupil bezwoer nooit water te drinken uit een fles die al geopend is. Phelps nam wel jarenlang het voedingsupplement Endurox, maar sinds de Food and Drug Administration het niet langer op de lijst van onschadelijke producten zette, schakelde hij over op een onschuldiger drankje. Tussen twee wedstrijden door giet hij regelmatig een glas ‘Carnation Instant Breakfast’ van Nestlé naar binnen. Dat is zeer naar de zin van Peter Carlisle, die de publicitaire belangen van Phelps behartigt. “Michael belichaamt onschuld en reinheid”, zegt de met zijn gsm vergroeide en naar dure aftershave ruikende manager.

Carlisle bezorgde Phelps een contract met zes sponsors die hem jaarlijks zo’n 1,25 miljoen dollar betalen. Dat bedrag kan nog aardig oplopen, want Carlisle onderhandelt momenteel met Coca-Cola, General Motors en het Japanse Asahi TV, dat Phelps als uithangbord wil gebruiken in Azië. Amerika loopt ondertussen storm voor het nieuwe zwemwonder. Hij figureert momenteel in vijf verschillende reclamespots en staat met zijn kop op een Visa-Platinakaart. Een brochure met een breedlachende Phelps op de cover, verspreid op 57 miljoen exemplaren, moet de consumenten warm maken voor de nieuwe bankkaart. Binnenkort verschijnt er ook een Phelps-kalender en een Phelps-boek. Ondertussen vraagt de zwemmer 15.000 dollar voor een rondje handjes schudden op een of ander gala.

“Michael wordt in Athene een van de weinige atleten die een echt merk zijn”, zegt Carlisle, die samen met Speedo de miljoenenjackpot gewonnen heeft. “We willen dat niet alleen het sportmilieu, maar de hele wereld weet wie Michael Phelps is.” Hem wacht alvast de moeilijke opdracht om de schuwe slungel om te turnen tot een internationale ster met David Beckham-allures. Fotosessies met Vanity Fair en het mannenblad FHM, een gastoptreden in de Today Show en vier jaar mediatraining konden van Phelps echter geen vlotte jongen maken.

Op de laatste dag van de trials poseerde hij eerst onwennig voor reclamefoto’s met gewezen topmodel Cindy Crawford, waarna een persconferentie volgde. Hoewel Phelps alleen maar een tekstje moest aflezen van een papiertje, hakkelde en stotterde hij dat het een lieve lust was. Manager Carlisle liet het niet aan zijn hart komen. “Michael is sowieso een schot in de roos, wat hij er ook van bakt in Athene. Breekt hij echter dat record van Mark Spitz, dan biedt hij meer marketingmogelijkheden dan Tiger Woods.”

Dat record breekt Michael Phelps dus niet. Hij werkt in Athene een monsterprogramma af en moet op acht dagen tijd zeventien keer aan de start verschijnen. Mark Spitz had het destijds iets makkelijker omdat er nog geen halve finales gezwommen werden. De twee zwemkampioenen ontmoetten elkaar overigens voor het eerst op de trials. De oude meester klom met Phelps het podium op, stak diens rechterhand in de lucht en wees met de andere naar de jonge snaak als wilde hij eindelijk zijn opvolger voorstellen. De nu 54-jarige Spitz weet sinds zondag dat zijn record niet wordt gebroken.

door Maik Grossekathöfer

Zijn armen hebben een reikwijdte van 2,04 meter en zijn voeten û schoenmaat 47 û lijken wel zwemvliezen.

Michael Phelps moest tot zijn twaalfde Relatine slikken omdat hij hyperkinetisch was.

Vier jaar mediatraining konden van Phelps geen vlotte jongen maken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content