Na dit seizoen stopt Stephan Van der Heyden met voetballen. Door zijn passie voor alternatieve geneeskunde wil hij een rustiger leven gaan leiden.

“Ik heb eindelijk rust gevonden”, zucht Stephan Van der Heyden in zijn nieuwe woning in het groene en zuurstofrijke Zoersel. “Ik geloof dat we de voorbije zes jaar een keer of vijf zijn verhuisd. We hadden nog een stuk grond liggen in Varsenare, bij Brugge, omdat we aanvankelijk daar, tussen de vrienden uit mijn tijd bij Club, onze toekomst wilden opbouwen. Maar hier voel ik me goed. Dit huis lijkt modern aan de buitenkant, maar aan de binnenkant is er nog veel werk. We zijn hier terechtgekomen toen ik van Roda naar Germinal Beerschot ben gegaan. Nu ik bij derdeklasser Cappellen speel, hoef ik ook niet lang in de auto te zitten.”

De bedeesde Stephan Van der Heyden van weleer is een echte praatvaar geworden. “Vroeger was ik een binnenvetter,” zegt hij, “nu ben ik veel meer opengebloeid. Ik verdiep me sinds enkele maanden in de alternatieve geneeskunde. Reiki, een Japanse vorm van handoplegging, en de Bachbloesemremedie, op basis van plantenextracten. Reiki heeft drie graden. Ik beheers voorlopig nog maar de eerste, binnenkort word ik door een master, dat is iemand van de derde graad, ingewijd in de tweede graad. ( Lacht als hij ons de wenkbrauwen ziet fronsen.) Toen ik er zelf voor het eerst over hoorde, geloofde ik er ook geen snars van. Ik moest er toen ook hartelijk om lachen. Maar het werkt heus wel. Je hoeft er niet eens in te geloven om erdoor geholpen te worden. In de eerste plaats doe ik het voor mezelf, maar nu en dan geef ik ook mijn vrouw een behandeling. Dat neemt een uur in beslag maar na tien minuten slaapt ze al. Dat komt door de energie die wij kunnen doorgeven.

“Deze genezingsmethode roept nog altijd veel scepsis op omdat het wetenschappelijk niet bewezen is dat het werkt. Maar in de Verenigde Staten is ze wel al veel meer aanvaard. Het is echt mijn bedoeling om er later mee aan de kost te komen, maar wel op een rustige manier. Thuis mensen ontvangen of op huisbezoek gaan. Via de kinderen heb ik met de ouders van enkele vriendjes al enkele potentiële klanten. Het zal moeten groeien. Ik ben hoe dan ook van plan om een ander leven te gaan leiden. Een rustig leven zonder voetbal.

“Ook als speler ben ik nooit echt fanatiek met voetbal bezig geweest. Daarmee bedoel ik dat ik het niet mee naar huis nam. Nu wil ik van de vrije zondagen gaan genieten. Ergens trainer worden interesseert me hoegenaamd niet. Nu sommigen weten dat ik ga stoppen, heb ik al wel enkele aanbiedingen uit provinciale gekregen, zoals uit mijn geboortedorp Sint-Gillis-Waas, een eersteprovincialer. Maar geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt in het voetbal te blijven. Het is mooi geweest, maar ook genoeg. Ik ben heel blij met mijn carrière. Alleen jammer dat ik er bij Germinal Beerschot geen mooier einde aan heb kunnen breien.”

Een enkelblessure, opgelopen in een wedstrijd van GBA tegen Standard, hield Van der Heyden nagenoeg een jaar van het veld. Hij speelde de partij nog uit, maar nadien begon de lijdensweg. “Een vreselijke periode, maar wat volgde was nog erger. Ik kon de laatste vijf matchen van dat seizoen nog meespelen, maar kreeg tijdens mijn vakantie in Spanje van trainer Franky Van der Elst een telefoontje dat ik maar beter een andere club kon zoeken. Vanuit Spanje was dat niet zo evident, zodat ik de zaak liet rusten. Ik hoorde niks meer, tot we ons klaarmaakten voor de eerste training van het nieuwe seizoen. Ik stond al helemaal in trainingspak, toen ik samen met Geert Brusselers plots naar boven werd geroepen. Daar werd ons gemeld dat we naar de B-kern vlogen.

“Zelden heb ik zo’n klap in het gezicht gekregen als die dag. Geen woord uitleg, ook niet van de trainer, met wie, dacht ik toch, ik een goed contact had. De B-kern ! Daar wilden ze ons echt kapot krijgen. Drie trainingen per dag. Om tien uur, om half drie en om zes uur. Onvoorstelbaar. Gelukkig heb ik toen veel steun gehad aan Marc Noë, de trainer van de B-kern. Het was ook in die periode dat ik een transfer naar Australië, het land van mijn dromen, aan mijn neus zag voorbijgaan. Maar GBA weigerde in mijn laatste seizoen het verschil bij te passen tussen wat South Melbourne ( de club van trainer Edi Krncvic. nvdr) me bood en wat ik op dat moment in Antwerpen verdiende. Belachelijk gewoon. Dat was weer een serieuze klap, want alles was in orde. We zouden naar Australië verhuizen en hadden hier zelfs al enkele zaken verkocht.

“Over die ontgoocheling ben ik ondertussen ook al heen. Ik heb geleerd dat de evolutie van een carrière van zoveel kleine dingen afhangt. Toen ik bij Brugge einde contract was, kon ik naar Anderlecht, waar Boskamp we wilde. Maar net dan had de machtsoverdracht plaats tussen vader en zoon Vanden Stock en hoorde ik niks meer. Toen ik later door Roda aan de Franse eersteklasser Rijsel werd uitgeleend, bevatte de overeenkomst een clausule dat ik bij promotie van Rijsel naar eerste klasse mocht blijven. We eindigden als vierde op één punt van de derde, die wél mee opging. Daar moet je als voetballer echt mee leren leven. In mijn tweede periode bij Roda was er dan weer interesse van Feyenoord, maar Louis de Vries hield me aan mijn woord dat ik GBA al had gegeven.

“Het vet is nu duidelijk van de soep in het voetbal en ik ben heel blij dat ik niet tot de volgende generatie voetballers behoor. Er zullen er nog veel zonder werk vallen. Eerlijk waar, ik ben blij dat het achter de rug is. Het enige wat ik nog doe is de duiveltjes van Zoersel trainen, waar mijn oudste zoontje speelt. Voor de rest gaat alle tijd naar het gezin. Gedaan met opofferingen voor het voetbal. Tijd om opnieuw te reizen. Opnieuw een maand met vakantie. De motorhome is al besteld.”

door Stefan Van Loock

‘Ook als speler ben ik nooit echt fanatiek met voetbal bezig geweest.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content