‘De motorsport heeft me meer geld gekost dan opgebracht’

© BELGAIMAGE

Op zijn 28e realiseert Xavier Siméon een kinderdroom. In zijn eerste jaar in de MotoGP ontdekt de Brusselaar eindelijk het milieu waar hij zo over gefantaseerd heeft. Hij blikt terug op zijn seizoensbegin, maar ook op de steeds weerkerende kritiek aan zijn adres.

Xavier Siméon ontvangt ons thuis. Of toch ongeveer. Plaats van afspraak is namelijk bij zijn ouders, in het huis waar hij opgroeide, in Oudergem. Het is zijn laatste link met zijn Brusselse roots sinds hij iets meer dan twee jaar geleden verhuisd is naar Andorra.

Een gedwongen ontheemding voor een gekwetste man. Een beledigde kampioen vooral. Vanwege het gebrek aan erkenning en de weerkerende kritiek. Vanwege ook, wat hij zelf noemt, ‘de tol van de roem’. Want in de motorsport heeft succes, meer dan waar ook, zijn prijs.

Xavier, meer dan een kwarteeuw na Didier de Radiguès, ontdek je op jouw beurt de koninginnenklasse als MotoGP-coureur achter het stuur van de Ducati GP16 van het Spaanse team Reale Avintia Racing. Is dat, op je 28e, de ultieme voltooiing van een soms moeilijke carrière?

XAVIER SIMEON: ‘Da’s duidelijk. Ik moet er wel op wijzen dat er intussen andere Belgische rijders zijn geweest, maar het klopt dat ze niet de kans hebben gehad om een heel seizoen vol te maken. Ik denk aan Laurent Naveau en Sébastien Le Grelle, van wie ik op jonge leeftijd fan was. Ik mag ook niet nalaten mijn vader te noemen, Michel Siméon, die mij van jongsaf in het zadel heeft gezet en zelf in de MotoGP reed.

De MotoGP is vandaag de dag een wereld waar de mannen arrogantie te koop hebben en op je neerkijken. Het is echt ieder voor zich.’ Xavier Siméon

‘Mijn vader was een kleine privérijder, die met mijn moeder zijn mechaniek deed in een caravan. Dankzij hen ben ik op vierjarige leeftijd voor het eerst op een kleine Honda QR 50 gestapt, daarna ben ik op mijn zevende met karting begonnen, en nog eens een jaar later reed ik mijn eerste motorcrosswedstrijden met meer dan 130 kilometer per uur. Al op heel jonge leeftijd raakte ik dus besmet met het snelheidsvirus.’

Twintig jaar later race je in de MotoGP. Hoe slaag je erin je weg te vinden tussen de wereldtop als je, zoals jij, aankomt met het etiket van oudje?

SIMEON: ‘Destijds werd dat als oud beschouwd en werd het zelfs onwaarschijnlijk geacht om op die leeftijd nog tot de MotoGP toe te treden. Gelukkig, voor oude knarren als ik, liggen de kaarten anders sinds vorig jaar, toen een man als Johann Zarko van bij het begin goeie resultaten neerzette. Voor de rest was het onthaal heel sympathiek, maar daar stopt het bij. De laatste jaren is het milieu veel veranderd. Vandaag de dag hebben de mannen arrogantie te koop, kijken ze op je neer, het is echt ieder voor zich, er is geen teamspirit onder de rijders. Persoonlijk schiet ik heel goed op met mijn ploegmaat, ‘ TitoRabat. Dat zit in mijn karakter, het is belangrijk voor mij om iets te delen, samen een biertje drinken na de wedstrijd.’

Immuun voor kritiek

Voel je je ondanks alles al op je plaats tussen, wat heet, de beste 24 motorrijders ter wereld?

SIMEON: ‘Ik heb, denk ik, nog niet echt mijn plaats veroverd bij die 24, maar ik ben ervan overtuigd dat dat weldra het geval zal zijn, want er zijn al mooie momenten geweest. Zoals mijn zeventiende plaats op de startgrid in Argentinië of de tests in Qatar voor de eerste GP waar ik meteen tot op drie tienden van mijn teamgenoot kwam. Dat moment was voor mij van belang, omdat het aanvoelde als een bevestiging. Ik weet dat ik in mijn carrière ups en downs heb gekend, maar ik weet ook dat ik op bepaalde momenten heb laten zien dat ik het verdien om het topniveau te bereiken. Dat deze wereld ook voor mij gemaakt is. Pech voor zij die het omgekeerde denken.’

'De motorsport heeft me meer geld gekost dan opgebracht'
© BELGAIMAGE

Het moet gezegd dat je voor het eerst in je carrière op een zeer krachtige machine rijdt, met een gewicht van 160 kg voor 280 pk, boordevol elektronica en in staat om snelheden van meer dan 330 kilometer per uur te halen. Was er aanvankelijk enige vrees?

SIMEON: ‘Eerlijk gezegd dacht ik niet dat het leerproces zo zwaar zou zijn. Zoals veel mensen dacht ik dat de elektronica de kracht maximaal zou beheersen, vooral bij de acceleratiefases, zodat de motor zo weinig mogelijk zou wheelen. Maar er zijn zoveel parameters dat het heel ingewikkeld is, omdat je alles moet beheersen volgens de hoekgraad. Elke bocht op het circuit moet verschillend benaderd worden. Dat vereist echt veel werk.’

Wat is je antwoord aan diegenen die beweren – en ze zijn met velen – dat een rijder die zijn plaats in de MotoGP betaalt, een rijder is die geen talent heeft?

SIMEON: ‘Dat ze er helaas niet veel van kennen, want dat is het geval bij tachtig procent van de rijders. En dat ik zelf op bepaalde momenten in mijn carrière veel financiële offers heb gebracht. In 2014 heb ik de MotoGP geweigerd om een seizoen aan te vatten in de Moto2, waarbij ik ermee instemde dat ik geen frank kon verdienen en zelfs zelf mijn reizen ging financieren. Ik deed dat om mijn plaats te rechtvaardigen in een goed team. Het resultaat: na vier GP’s en één overwinning, en terwijl ik vierde stond in het kampioenschap, ben ik ontslagen. Want los van het gratis racen, is het voor een rijder die geen geld aanbrengt moeilijk om in het beroep stand te houden. Ik wilde gewaardeerd worden voor mijn resultaten en alleen voor mijn resultaten, maar ik heb begrepen dat dat niet mogelijk is in dit milieu. Ik werd gevraagd om x duizend euro te betalen om te blijven. Dat was niet mogelijk, dus ben ik vertrokken. En als jij het niet bent, zal er in de motorsport altijd wel iemand anders zijn die betaalt.’

Je hebt een woelige winter gehad, met name door de soms felle uitlatingen van sommige critici die jou niet de meest legitieme kandidaat vonden om de plaats in te nemen van de Fransman Loris Baz. Heeft dat jou geraakt?

SIMEON: ‘Ook dat doet me een beetje lachen. In vier jaar heeft Loris Baz me niet één keer verslagen, dus ook hier was het gewoon een kwestie van investeren. Loris is in de MotoGP gekomen omdat er een Fransman moest zijn en hij de enige op de markt was, en niet omdat hij het verdiende. Als ze zeggen dat ik niet legitiem ben, dan is hij dat dus logischerwijs niet meer dan ik. De echte vraag is wat het begrip ‘verdienste’ in de MotoGP voorstelt, als je weet dat er slechts zes of zeven motorrijders hun plaats danken aan hun resultaten? Al de rest is een kwestie van opportuniteiten, nationaliteit, politiek. Vandaag ben ik voor al die kritiek immuun.’

Een val zonder erg tijdens de Moto2-GP van San Marino in september 2017.
Een val zonder erg tijdens de Moto2-GP van San Marino in september 2017.© BELGAIMAGE

Weg uit België

Waarom ben je naar Andorra verhuisd en heb je je Facebookaccount afgesloten?

SIMEON: ‘Ik had andere lucht nodig. Ik heb aan veel dingen gedacht. Ik had naar Barcelona kunnen gaan, naar Alicante, maar ik moest in elk geval weg uit België. Niet omdat ik er niet van houd, maar omdat het een ongezonde greep op mij begon te krijgen. Hier had ik toegang tot alle artikels. Automatisch keek ik naar mijn nieuwsoverzicht op Facebook en dan zag ik stukken over mij en de commentaren die erbij stonden. Ik heb dingen gelezen die me geraakt hebben, mensen die zonder kennis spreken en een gratuite boosaardigheid in zich hebben. Ik wilde me niet langer afvragen wat de mensen van mij dachten, dus ben ik vertrokken en zit ik niet meer op sociale media.’

Veel Belgische sporters wonen in Monaco voornamelijk om voor de hand liggende financiële redenen. Andorra heeft ook veel weg van een fiscale ballingschap, nietwaar?

SIMEON: ‘Eerlijk, mij vergelijken met de Monegasken is een vergissing. Ik verdien eenvoudigweg niet genoeg opdat het interessant zou zijn voor mij om belastingen in België te ontwijken. Ik heb helaas nooit te klagen gehad dat ik te veel belast werd. ( lacht) De motorsport heeft me meer geld gekost dan opgebracht. Je moet weten: in de Moto2 en Moto3 verdien je niets. Zonder mijn beurs van Adeps ( de Waalse tegenhanger van Sport Vlaanderen, nvdr) en de hulp van Zelos ( zijn management, nvdr) ben ik niets. Dit seizoen heb ik genoeg om een jaar goed te leven, maar als ik volgend jaar geen stuur heb, wordt het weer zwoegen. Ik ben me daarvan bewust.’

Slechte reputatie

Je bent nog vaak het slachtoffer van je slechte reputatie, die je achtervolgt na een paar ongelukkige valpartijen van nu al enkele seizoenen geleden. Sommigen noemen je zelfs ‘Gravier Siméon’, een verwijzing naar het Frans voor ‘grind’. Dat je staat waar je vandaag staat, voelt dat als een revanche?

XAVIER SIMEON: ‘In werkelijkheid gaat die bijnaam terug tot het seizoen 2013-2014, maar hij blijft meegaan. Ik heb dat altijd onterecht gevonden, omdat ik niet vaker val dan iemand anders. Ik had alleen het ongeluk dat het twee, drie keer op het verkeerde moment gebeurde. Anderen vallen bij testritten, terwijl het bij mij, dat is waar, in een wedstrijd was, maar ik sta niet op kop in het klassement van de valpartijen dat bepaalde journalisten gretig bijhouden, verre van.’

Kan je een val voelen aankomen?

SIMEON: ‘Ja, er zijn er die je voelt aankomen. Er zijn signalen. Je forceert wat meer, je bent nerveus, je maakt fouten en je valt. Je kunt supergoed in je wedstrijd zitten en op vier bochten van het einde stomweg ten val komen. Dat is me al overkomen. Het was in 2013, ik reed als vijfde in de GP van Engeland en in de laatste ronde kwam ik ten val, terwijl er niets meer op het spel stond. Dan kan je jezelf echt voor de kop slaan.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content