Zelden in de 173 jaar oude sportgeschiedenis in dit land welden gevoelens van patriottisme zo fel op als de afgelopen dagen op Roland Garros. De finale tussen Kim Clijsters en Justine Henin werd geserveerd als een zeemzoet sprookje, als een botsing zonder communautaire aspecten, als een puur nationale happening. En als de sport ertoe bijdraagt om België op de wereldkaart te zetten, mogen de politici, naast het koningshuis, niet ontbreken. Glimmend van trots wentelden ze zich in de Parijse tennistempel in de spotlights, voor het gemak maar even vergetend dat dit land nooit echt heeft uitgeblonken door een strak en door subsidies gevoed sportbeleid.

Justine Henin en Kim Clijsters hebben in Parijs de status van onsterfelijkheid be-reikt. Rond hen hangt voortaan de geur van heiligheid en totale adoratie. Die opgang hebben ze alleen aan zichzelf te danken. Zowel Kim als Justine hadden het geluk dat ze in de kronkelige weg naar de top werden gekneed door competente trainers als Carl Maes en Carlos Rodriguez, maar vooral de verbetenheid om steeds weer grenzen te verleggen liep als een rode draad door hun carrière. Het is daarbij vreemd dat Kim veel meer dan Justine zo’n onwrikbare mentale kracht demonstreerde. Omdat zij in de uitbouw van haar carrière aanvankelijk veel meer kon terugvallen op nestwarmte en financiële steun van de ouders dan de Waalse die, zonder structuur in de rug, in een eerste fase vrijwel uitsluitend op zichzelf was aangewezen. Dat Justine Henin na de vroege dood van haar moeder en de breuk met haar vader lang blijk gaf van mentale schommelingen staat haaks op de harde (jeugd)periode die ze sleet. Hu- meurigheid en nukkigheid bleven haar heel lang achtervolgen.

Het huwelijk met Pierre-Yves Hardenne bezorgde Justine Henin een metamorfose die zeldzaam is in de annalen van de sport. Plots maakte giftigheid plaatst voor toegankelijkheid en week de twijfel voor een grenzeloos geloof in eigen mogelijkheden. De nieuwe trainingsmodaliteiten in Florida en het gewin aan kracht verhoogden het zelfvertrouwen en banden de frêleheid. Justine Henin bewees het in de finale waarin ze Kim Clijsters bij momenten haast ridiculiseerde. Met haar verfijnde baltoets en subtiliteit rekende de ranke gazelle bovendien af met de pure krachtpatserij die ook het vrouwentennis steeds nadrukkelijker in zijn greep kreeg. In plaats daarvan bracht ze pure esthetiek.

Even belangrijk als de prestaties op zich is de waardige manier waarop Justine Henin en Kim Clijsters, nochtans karakteriële antipoden, zich ook buiten het veld als ambassadrices profileerden. Ze zijn be-leefd en open, formuleren niet slecht en meten zich niet de minste sterallures aan. Ook in die zin tillen ze het imago van hun sport en van hun land op. Het is verbazend hoe Kim, die van haar ontwapenende ongedwongenheid een handelsmerk heeft gemaakt, de kunst van het relativeren blijft beoefenen. Ze moet er alleen over waken dat zich dit op termijn niet tegen haar keert.

Het sprookje van Parijs zal het verwachtingspatroon niet temperen. Het dreigt de druk voor Kim en Justine te verhogen als ze binnen anderhalve week in het Mekka van het tennis, Wimbledon, opnieuw aan de slag moeten. Nu Venus Williams platgewalst lijkt te worden in de mallemolen van de stress en het nog maar de vraag is wanneer ook Serena mentaal wordt gesloopt, staat het vrouwentennis voor een aflossing van de wacht. Met twee Belgen als de nieuwe koninginnen. De vraag rijst alleen hoe ze op termijn met de keerzijde van de medaille zullen omgaan. Tot dusver is hun krediet altijd grenzeloos geweest en werden mindere periodes met de mantel van het begrip onder tafel geveegd. Zelfs een monument als Eddy Merckx kon in zijn glorieperiode het land nooit zo in extase brengen als de beide tennisdiva’s. Iedereen houdt van Kim en Justine, ze lijken wel de bewerkers van de eenheid in België en zijn zo uitgegroeid tot nationale symbolen. Dat leidde hier en daar in de geschreven en audiovisuele pers tot zelden geziene vormen van favoritisme, tot een wild op en neer dansen op de golven van de euforie. Een stuk emotionele beleving mag natuurlijk best in de hoogdagen van de Belgische sport. Op voorwaarde dat het niet ontaardt in opgeklopte kretologie en een gevoel voor nuance niet verloren gaat.

door Jacques Sys

Dit sprookje zal het verwachtingspatroon niet temperen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content