De Nieuwe Heren van knokke

© belgaimage

De eerste vedette woonde er, de buitenlandse goudzoekers in de jaren 70 koesterden er hun chique villa’s, een deel van de huidige generatie geniet er van het goede leven en deze week staan ze er allemaal op de nieuwe oefenvelden. Een bezoek aan Knokke-Heist.

Dinsdagmorgen aan het Jan Breydelstadion. Tijd voor een ritje richting Knokke, zoals een pak spelers van Club die elke dag maken. Langs De Platse, toneel van vreugde en verdriet, en de Gistelsesteenweg, voor en na elke thuiswedstrijd getroffen door een verkeersinfarct. Vandaag is het kalm. Ook op de Expressweg, die Brugge met de kust verbindt. Op het einde, aan de rechterkant, een immense vlakte waar Club nog altijd zijn nieuwe voetbaltempel hoopt te bouwen.

De stad Brugge en de Vlaamse regering hebben het licht in 2017 al op groen gezet, maar de Raad van State buigt zich momenteel over de klachten die tijdens het openbaar onderzoek werden ingediend. Door onder anderen Paul Gheysens, eigenaar van Antwerp en grote baas van projectontwikkelaar Ghelamco, en Joris Ide, ooit een belangrijke sponsor van Club, nu vennoot van Marc Coucke op Anderlecht, die ook gronden op de site hebben gekocht en zich verzetten tegen de onteigening. Niemand die zich nog durft uit te spreken, maar zelfs 2022 lijkt een te optimistische openingsdatum voor het nieuw stadion, waarvan de eerste plannen werden voorgesteld in … 2007.

Heist is een echte voetbalgemeente. Als Club gewonnen heeft, wordt in sommige cafés nog de vlag uitgehangen.’ Jan Deroose

Wie vroeger van Brugge naar Knokke wilde, kon zich bij momenten de nagels stukbijten. Ellenlange rijen vrachtwagens die naar de Zeebrugse haven reden of, tussen de landerijen en smalle weggetjes, tergend trage tractoren. Verleden tijd sinds september 2017, toen een stukje van elf kilometer autosnelweg (A11) werd geopend. Reistijd van Jan Breydelstadion tot aan de rotonde aan de Natiënlaan in Knokke: 15 minuten.

Net voorbij het Algemeen Ziekenhuis Zeno, zwevend boven de poldergrond en gebaseerd op een surrealistisch werk van René Magritte, staat een ander prestigeproject in de steigers. ‘Het nieuwe dorp van Knokke-Heist’, kopte een krant vorige zomer, toen het Duinenwaterproject steeds meer aandacht trok. Wanneer het project af is, tegen 2023, moeten er 700 nieuwe woningen en handelszaken zijn. De verkoop loopt als een trein, zeker sinds de werken aan het nieuwe golfterrein – drie keer negen holes – gestart zijn. Michel Preud’homme, de vorige kampioenenmaker van Club, ging ook overstag voor een zicht op het meer en de greens en wordt dus een ’tweedeverblijver’ van de badstad. Eén van om en bij de 19.000 die slechts sporadisch in Knokke-Heist vertoeven.

Knokke-Heist: voetballers, chique sportwagens en de rust van de duinen.
Knokke-Heist: voetballers, chique sportwagens en de rust van de duinen.© belgaimage

Aan de overkant van het station, aan de rechterkant, wenkt de Lippenslaan, slagader naar de meest mondaine buurten. Wij draaien naar links, richting Duinbergen (een wijk) en Heist, ooit een dorp van visschers. En van de kavijaks, de semiautobiografische cultroman van Jozef Vantorre over het leven in zijn arme vissersgezin met dertien kinderen. Een indringend verhaal over het leven met zijn tirannieke vader, die hij portretteerde als agressieve alcoholist en incestpleger. Het werd een bestseller, maar Piften Vantorre bleef ook tijdens signeersessies zijn persoonlijke zelve en weigerde om hoofdletters te gebruiken: ‘veel leesgenoegen vanwege de kavijaks. wij hielden van geen hoofdletters. wij hielden van stoofvlees en onze pisemmer. en nog het meest van elkaar.’

De Nieuwe Heren van knokke
© belgaimage

HEIST

Heist, om en bij de 12.850 zielen, is goed voor 39 procent van het totaal aantal inwoners van de fusiegemeente (33.100). Knokke (15.250, 49%) is de grootste deelgemeente. Tussen Heist en het landelijke Westkapelle (4160, 13%) lijkt Ramskapelle door God en alleman vergeten: 429 mannen, 391 vrouwen. Een verrassende fusie, uitgetekend in maart 1971. Heist was een volkse gemeenschap van bouwvakkers en vissers en voelde zich meer verwant met de buren – ook vissers – van Zeebrugge, terwijl Knokke toen al een mondain oord was. Of, met een boutade: de vrouwen en dochters van de arbeiders uit Heist gingen alleen naar Knokke om er de chique villa’s te poetsen.

‘Heist was een echte voetbalgemeente. Vooral blauw en zwart, nog altijd. Als Club gewonnen heeft, dan wordt in sommige cafés nog de vlag uitgehangen’, zegt Jan Deroose, wiens vader Jef ooit nog voorzitter was van Koninklijke Football Club Heist. Groen en wit. ‘Er waren zelfs twee supportersclubs, van de vissers (De Zeemeermin) en van de plakkers (De Strandleeuwen), die tijdens het carnaval nog altijd een wedstrijd tegen elkaar spelen. Een traditie sinds 1928. ‘ En Berten Carels, de legendarische Clubdoelman, zat er ooit nog in het bestuur.

'Torten' Goetinck, de eerste vedette van Club, werd in Heist begraven.
‘Torten’ Goetinck, de eerste vedette van Club, werd in Heist begraven.© belgaimage

KFC Heist, dit seizoen in tweede provinciale, voetbalt sinds jaar en dag in het Sportstadion De Taeye, waar Club Brugge in het verleden geregeld een oefenwedstrijd speelde. Eén keer werd de match in laatste instantie afgelast, omdat ze samenviel met de oefenmatch van Knokke tegen … Anderlecht. Een risicomatch aan de oostkust, daar had de burgemeester geen zin in. Tot wanhoop van de voorzitter van Heist, die zijn beste recette van het jaar door de neus geboord zag. Vorige zomer was Club er opnieuw te gast. Een bijzonder moment voor Heistenaar Stanley Verfaillie, kleinzoon van Hector Goetinck, die exact 75 jaar na het overlijden van zijn grootvader de aftrap mocht geven.

Goetinck was de eerste grote vedette van Club Brugge: 27 dienstjaren bij blauw-zwart op de teller. Tien jaar linksbuiten, zeventien jaar rechtsbuiten. Voetballer van het Jaar avant la lettre. Geboren in Brugge, op zijn tiende verhuisd naar Heist en kort na de eeuwwisseling door een bestuurslid van Club in het mulle zand ontdekt. Of hij bij een grote ploeg in Brugge wilde spelen? Natuurlijk. Een jaar later debuteerde Torten, zestien jaar jong, in het eerste elftal. Een publieksspeler. Snel en wendbaar.

De onverzettelijke kapitein en motor van de eerste kampioenenploeg (1920), die zijn naam met succes verzilverde. In de Graaf d’Ursellaan, aan het Heldenplein, baatte hij Café des Sports uit. Op zijn 42e maakte hij nog een comeback, omdat de club van zijn hart in degradatienood verkeerde. Hij begon als een bezetene te trainen in de duinen en liep op trappen om zijn conditie opnieuw op peil te krijgen, in de badstad klonk het dat Torten gek was geworden en in de duinen achter wilde konijnen liep… Een duizendpoot. Trainer en bondscoach, bestuurslid, sportjournalist en bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog waarnemend burgemeester in Heist, waar hij een hotelletje had gekocht in de Louis Parentstraat. Daar werd hij op 25 juni 1943, op zijn 57e, dodelijk getroffen door een granaatscherf. Hij ligt begraven op het oude kerkhof in de Westkapellestraat. De grote muurschildering, waarop hij in een blauw-zwart tenue stond afgebeeld, sierde tot lang na zijn dood Café des Sports.

De Nieuwe Heren van knokke
© belgaimage

Terug naar de zeedijk, waar de jonge Fernand Goyvaerts in de patisserie van zijn ouders opgroeide. Wellicht de meest geniale voetballer die ooit het shirt van Club, toen nog Football Club Brugeois, heeft gedragen. Hij trok dagelijks naar het strand, waar hij zijn techniek verfijnde en tegen de hoogste duinen aan rende. In het voorjaar van 1953 sloot hij zich aan bij Club, goed twee jaar erna debuteerde hij met een goal. Zeventien jaar, het nieuwe godenkind, een voetballer voor de galerij. Tegenstander dribbelen, even wachten, opnieuw dribbelen. En nog eens.

Het publiek smulde van zijn geniale ingevingen en fratsen, tot hij zijn trainer Norberto Höfling na een hoogoplopende ruzie met een rake klep tegen de grond mepte. Het zou nooit meer goed komen, maar Goyvaerts begon aan een uitzonderlijk avontuur door Europa en zou voor FC Barcelona en Real Madrid voetballen. Zijn beste vriend in Heist, Ivan Moerman, maakte een heel andere carrière. Hij veroverde vooral de meisjesharten, als Jimmy Frey, met ‘Zo mooi, zo blond en zo alleen’ en ‘Rozen voor Sandra’.

De Nieuwe Heren van knokke
© belgaimage

Het is druk op de Elisabethlaan, de verbindingsweg tussen Zeebrugge en Knokke-Heist, waar de klanten van de kusttram zich vergapen aan de karakteristieke villa’s, waarvan een groot deel is beschermd. Duinbergen is hoofdzakelijk residentieel, maar net als in Heist zijn ook hier de prijzen gestegen. De betere en grote villa’s schurken vlotjes tegen het miljoen, huizen in een van de nieuwe verkavelingen wachten voor iets meer dan de helft van die prijs op kopers.

Mats Rits woont sinds dit seizoen in Heist, waar Thibault Vlietinck in de schaduw van de duinen opgroeide. Die laatste begon te voetballen bij Royal Knokke Football Club, waar hij al vroeg werd gescout door … Cercle Brugge. En de Gouden Schoen van Hans Vanaken, die vorig jaar in september tijdens de spelersvoorstelling in het casino van Knokke zijn contract verlengde tot 2023, staat ergens in Duinbergen op een kast.

KNOKKE

Canadasquare. Grondgebied Knokke, waar het nog iets exclusiever mag. Het plein wacht op een metamorfose. Tegen 2021 gaat het casino ondergronds, maar het modernistisch pareltje dat er nu staat – eind jaren 20 gebouwd – mag er ook zijn. Er hangen nog altijd werken van René Magritte, Keith Haring en Paul Delvaux, en de groten der aarde stonden er op het podium: Josephine Baker, Edith Piaf, Jacques Brel, Ray Charles, Marlene Dietrich, Frank Sinatra… En sinds begin jaren 90 kwamen de beste Belgische voetballers er hun Gouden Schoen ophalen.

Het Belfius Basecamp, het nieuwe oefencentrum van blauw-zwart, telt vier oefenvelden, omringd door een strak gebouw in beton, staal en glas.

Ze bleven graag slapen in Hotel La Réserve, aan de overkant van het plein, waar Club voor zijn Europese wedstrijden op afzondering gaat – of, beter: moet gaan. Want het gebruikelijke afzonderingsoord, Hotel Weinebrugge in Sint-Michiels, is op die dagen gereserveerd voor de scheidsrechters. En volgens de UEFA mogen die niet gedeeld worden met een team. Niet helemaal onterecht.

Club heeft goede herinneringen aan zijn afzonderingen aan de oostkust. Henk Houwaart, die als speler nog een tijdje op een appartement in Knokke had gewoond, koos steevast voor Auberge St. Pol, waar hij de spelers uitdrukkelijk verbood om op stap te gaan. De Hagenees had voor zichzelf wel een kamer gereserveerd op het gelijkvloers, waar hij via een schuifdeur als eerste de nacht in dook. Maar zelfs vermoeid coachte hij Club eind de jaren 80 naar Europese mirakels: 4-0 tegen Rode Ster Belgrado, 5-0 tegen Zenit en Borussia Dortmund.

Ernst Happel ging hem voor. De Oostenrijker had een voorliefde voor het statige Pavillon du Zoute, waar hij zijn Oostenrijkse vrienden uitnodigde om een hele nacht te kaarten of te biljarten, vergezeld van sloten cognac. Of, zoals de legendarische Birger Jensen in dit blad ooit getuigde: ‘ Edi Krieger en ik sliepen naast hem. Wanneer we hem hoestend zijn kamer hoorden binnengaan, dan wisten we dat het ongeveer zes uur in de morgen was.’

En dan durft zelfs een Oostenrijkse wonderdokter al eens de weg kwijt te raken. Letterlijk. In de aanloop naar de halve finale van de Europabeker der Landskampioenen tegen Juventus (1978) stond er een korte wandeling door ’t Zoute op het programma. Maar Happel was de weg verloren, waardoor de spelers meer dan 10 kilometer hadden gestapt. ’s Avonds, met vier aanvallers, hielden ze wel Juventus uit de finale op Wembley.

In de lente van 1991, enkele dagen voor de bekerfinale tegen KV Mechelen, sloeg Georges Leekens zijn spelersgroep met verstomming in Restaurant Esmeralda, in de schaduw van het casino. ‘Ik word volgend seizoen trainer van… KV Mechelen, maar we gaan er alles aan doen om die finale te winnen.’ Club won met 3-1, met goals van Frank Farina, Foeke Booy en Jan Ceulemans. De apotheose van twee woelige seizoenen onder Leekens, waarin supporters al in november 1989 – enkele maanden na zijn komst – zijn ontslag eisten. Leekens sommeerde zijn spelers naar een brasserie in Knokke, waar ze verkleed als cowboy of indiaan één voor één binnendruppelden. ‘In het midden stonden de flessen whisky op tafel. En drinken maar. Geen idee hoe ik die nacht ben thuisgekomen, maar we verloren geen wedstrijd meer en werden kampioen’, herinnerde Foeke Booy zich de memorabele avond (en nacht) in Knokke, dat ook begin jaren 70 al een magische aantrekkingskracht op buitenlandse vedetten had.

Knokke-Heist: het favoriete afzonderingsoord van Georges Leekens.
Knokke-Heist: het favoriete afzonderingsoord van Georges Leekens.© belgaimage

HET ZOUTE

Le Zoute, het meest oostelijke deel van de fusiegemeente, schurkend tegen Het Zwin. Het Dominicanenkerkje, de exclusieve golfclub, de oude statige villa’s langs de paadjes en de luxeappartementen in Finis Terrae, waar in de nasleep van de financiële crisis in 2010 een appartement van 700 vierkante meter voor 19 miljoen euro werd verkocht. Nog altijd een record. De helft van de ongeveer duizend villa’s in de wijk wordt getaxeerd op minstens anderhalf miljoen euro. Het oostelijker, hoe duurder.

In een van de villa’s woonde Ulrik le Fevre. De Deense linksbuiten was in Duitsland, aan de zijde van Günter Netzer en Jupp Heynckes, met Borussia Mönchengladbach twee keer op rij landskampioen geworden (1970 en 1971), maar verkaste in de zomer van 1972 naar Club Brugge. ‘Ik kreeg een heel mooi voorstel en toen ze me de villa lieten zien die ik in Knokke kon betrekken, was ik helemaal verkocht’, vertelde de Deense linksbuiten over de onderhandelingen met Joseph Hutsebaut, de toenmalige manager van wie de megalomane aankooppolitiek diepe gaten in de begroting zou slaan.

Ernst Happel liep ooit verloren in de smalle straatjes van Knokke.
Ernst Happel liep ooit verloren in de smalle straatjes van Knokke.© belgaimage

Hutsebaut schuimde de Nederlandse topclubs af, zwaaide met dure contracten – vaak gemaakt op een bierviltje – en overtuigde de schaarse twijfelaars met zijn fotoboek, waaruit ze de mooiste villa’s in ’t Zoute maar voor het uitkiezen hadden. Nico Rijnders, die in de lente van 1971 met Ajax Europacup I had gewonnen, verhuisde met zijn echtgenote Ans Nooij met plezier van Amsterdam naar Knokke. Wietse Veenstra (PSV) ruilde nog diezelfde zomer zijn appartement in Eindhoven voor een stulpje in Knokke en het seizoen erna namen ook Le Fevre en Ruud Geels hun intrek in een villa.

Geels woonde ‘in een riant huis in een rustige wijk met alles erop en eraan’ in de Keuvelhoekstraat, waar vorig jaar nog een optrekje werd verkocht voor iets meer dan een miljoen euro. Het bestuur van Club spaarde kosten noch moeite om het ‘De Heren van Knokke’ naar de zin te maken. En ze genoten met volle teugen. ‘Op een dag vroeg iemand van Club of we zin hadden om op het strand van Knokke een ritje te paard te maken. Telkens we een café naderden, bogen de paarden af en stopten we om een pint te drinken. Hoe meer we dronken, hoe beter we konden paardrijden…’

Lang na de Nederlandse invasie bleef de mondaine badstad in trek bij de spelers van Club, al valt te betwijfelen of Sven Vermant, Carl Hoefkens, François Sterchele of Eidur Gudjohnsen er ooit op een paard hebben gezeten. De ‘Nieuwe Heren’ van Knokke. Clubvoorzitter Bart Verhaeghe heeft er een optrekje, van de huidige spelersgroep vonden ook Matej Mitrovic, Jelle Vossen, Kaveh Rezaei, Siebe Schrijvers, Ruud Vormer en Timmy Simons de weg naar de parel aan de oostkust. Mondain en exclusief. Zien en gezien worden. In een elektrisch golfkarretje of in de betere cabrio. De zee trekt aan en betovert, Knokke-Heist – van west naar oost – nog net iets meer. En, altijd meegenomen: wie er vast woont, betaalt geen aanvullende gemeentebelasting boven op zijn personenbelasting. In De Panne en Koksijde ook niet, maar dat is veel te ver van het Jan Breydelstadion of Westkapelle, waar de deuren van het Belfius Basecamp deze zomer openzwaaien.

Voetbal en golf: een gedroomde combinatie.
Voetbal en golf: een gedroomde combinatie.© belgaimage

WESTKAPELLE

In het Stadion Olivier 3.0, thuishaven van Royal Knokke Football Club, zijn de renovatiewerken volop aan de gang. In het verleden speelde Club hier, net als Anderlecht, een pak oefenwedstrijden, maar niemand in Brugge die nog zin heeft in een avondje voetballen op kunstgras. Het wordt dus wellicht opnieuw Sportstadion De Taeye, vanuit Westkapelle het kortste busritje van het seizoen: 4,7 kilometer, 6 minuten.

Westkapelle heeft een druk voorjaar achter de rug, met vrachtwagens die bijna onophoudelijk door het centrum denderden. Op weg naar de Sint-Niklaaskerk, die na de brand in 2013 opnieuw werd opgebouwd, en het Belfius Basecamp, het nieuwe oefencentrum van blauw-zwart. Vier oefenvelden, omringd door een strak gebouw in beton, staal en glas. State-of- the-art, met onder andere een indoorkunstgrasveld, medische ruimtes, een auditorium voor besprekingen en een revalidatiezwembad. Op de tweede verdieping worden 40 hotelkamers voorzien, waar spelers tussen twee trainingen kunnen rusten en waar korte stages of afzonderingen kunnen georganiseerd worden. Dit had Houwaart wellicht geen goed idee gevonden…

Ulrik Le Fèvre, aan zijn typische witte villa in 't Zoute.
Ulrik Le Fèvre, aan zijn typische witte villa in ’t Zoute.© belgaimage

Een investering van om en bij de 13 miljoen euro, zodat de ongeveer 110 spelers van A-kern, beloften en U18 én de medewerkers in optimale omstandigheden kunnen leven en werken. Leopold Lippens, burgemeester sinds 1979, aarzelde niet toen Club in de lente van 2013 kwam aankloppen om op zijn grondgebied een nieuw complex te bouwen. Amper drie jaar nadat de gemeenteraad zijn zegen had gegeven, stonden de eerste betonbalken al recht. De normaalste zaak van de wereld. Toch in Knokke. De gemeente deed een onteigening en tekende voor de nutsvoorzieningen, in ruil betaalt Club een huurprijs die Lippens’ investeringen dekt. ‘Club was bereid om hier te investeren, waarom zouden we dan niet meewerken?’, reageerde de burgemeester vorig jaar. Het complex staat er.

Het nieuwe stadion daarentegen…

De Nieuwe Heren van knokke
© belgaimage

Club Brugge en het casino

Tot eind jaren 80 werd de Gouden Schoen nog in de beslotenheid van een Brussels restaurant gevierd. Zoals in januari 1987, toen Jan Ceulemans nog voor de officiële bekendmaking naar de Grote Markt was gereden en hij zelfverzekerd La Maison du Cygne binnenstapte. Vier jaar erna, in januari 1991, was het Knokse casino gastheer voor het eerste Gala van de Gouden Schoen, dat rechtstreeks op de toenmalige BRTN werd uitgezonden. De primeur was voor Franky Van der Elst, die de trofee uit handen van de Kameroense vedette Roger Milla mocht ontvangen.

De Gouden Schoen voor Franky Van der Elst.
De Gouden Schoen voor Franky Van der Elst.© belgaimage

In januari 1995 was Lorenzo Staelens de Brugse topfavoriet, maar de Gouden Schoen ging naar Gilles De Bilde, waarna de Lauwenaar – pas achtste – furieus het casino uit stormde. Een jaar erna was het wel prijs. Paul Okon won, maar na de uitreiking ging de meeste aandacht naar zijn vriendin, Phaedra Hoste. Franky Van der Elst ging in 1997 zijn tweede Gouden Schoen ophalen, waarna het Gala naar het Casino van Oostende verhuisde.

De Gouden Schoen voor Paul Okon.
De Gouden Schoen voor Paul Okon.© belgaimage

De Nieuwe Heren van knokke
© belgaimage
Bart Verhaeghe en burgemeester Leopold Lippens sloegen de handen in elkaar voor het nieuwe oefencomplex.
Bart Verhaeghe en burgemeester Leopold Lippens sloegen de handen in elkaar voor het nieuwe oefencomplex.© belgaimage
Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content