De spelers van Jean-François de Sart geven het Belgische voetbal een duwtje in de rug en spelen vandaag een beslissende wedstrijd tegen Nieuw-Zeeland.

In Shenyang, de stad waar de de Qingdynastie (1644-1911) ontstond – die naderhand heel China zou veroveren en haar hoofdstad zou verhuizen naar Peking – bevestigden de Rode Duivels al het goede dat over hen werd gezegd: eerst dwongen ze Brazilië zo sterk terug dat de Gouden Kanaries diep moesten gaan om uiteindelijk met het kleinste verschil te winnen, en daarna zetten ze een domper op het enthousiasme van China door op een mooi gecontroleerde manier met 2-0 te winnen. Het dynamisme, de techniek en de frisheid van de jongens die de komende maanden ongetwijfeld ook de kleuren van het A-team zullen verdedigen, vormden een te grote hinderpaal voor de spelers van het thuisland.

“Het succes van deze groep ligt in zijn mentaliteit”, bevestigde trainer Jean-François de Sart na de overwinning. “Vier jaar al geven de jongens blijk van een grote solidariteit. Ze gaan op een volwassen manier met de gebeurtenissen om. Hun houding is gezond en positief.” Zowel tegen Brazilië als tegen China toonden de vroegere beloften in ieder geval veel karakter. “Ondanks de hitte hebben ze geen schrik om echt veel energie te gebruiken”, bevestigt adjunct-trainer Jean-François Remy. “Natuurlijk moeten we veel lopen”, zegt ook Kevin Mirallas, “maar als dat doelpunten oplevert, weet je dat je het niet voor niets doet. Ik ben heel tevreden dat Moussa Dembélékon scoren, want we helpen elkaar echt heel hard op het veld. Misschien ogen we wel nog fris, maar na zo’n wedstrijd zijn we toch wel compleet leeg gespeeld.”

Groep met de nodige ervaring

Tegen China hielden de Belgen de wedstrijd perfect onder controle. “We hebben niet overhaast gespeeld en zijn nooit in paniek geraakt. We hadden misschien nog iets meer de bal in eigen rangen moeten kunnen houden, maar over het algemeen hebben we de partij heel goed aangepakt”, analyseerde Faris Haroun correct. “Het klopt dat we tijdens het enthousiaste eerste kwartier van de Chinezen misschien wat te vaak de lange bal hebben gehanteerd, maar daardoor dwongen we hen ook voor een stuk terug, omdat de versnellingen van Mirallas en Tom De Mul hen heel wat pijn deden. We wisten dat er achterin bij hen wat ruimte kon ontstaan.”

De zege betekende een mooie opsteker voor de groep, maar ze moeten die straks tegen Nieuw-Zeeland bevestigen om dan uit te kijken naar de kwartfinale van volgende zaterdag, wat de ambitie was voor de start van het toernooi. Ook zonder Vincent Kompany en Marouane Fellaini leek de groep trouwens nauwelijks verzwakt. “De twee vervangers, Haroun en Jeroen Simaeys, hebben zich perfect geïntegreerd. Elke jongen heeft de wedstrijd gespeeld die ik van hem verwacht had, ook al haalden sommigen een iets hoger niveau dan anderen”, besloot De Sart.

Toch mag de euforie na de zege tegen het thuisland niet doen vergeten dat de kern nu wel flink uitgedund is. Door de blessure van Stijn De Smet en de hele affaire rond Fellaini en Kompany, beschikt De Sart toch over veel minder keuzemogelijkheden. Het komt er dus op aan het grote enthousiasme, dat tot flink wat gele kaarten heeft geleid (Haroun, Sébastien Pocognoli en Mirallas zullen bij een nieuwe gele kaart tegen de Nieuw-Zeelanders de eventuele kwartfinale missen) in goede banen te leiden.

Zeer goed georganiseerd tegen Brazilië

Echt getroffen met de loting had België het nochtans niet, want vóór de wedstrijd tegen het thuisland en nog vóór de indrukwekkende openingsceremonie plaatsvond, hadden ze al moeten aantreden tegen topfavoriet Brazilië, dat hier eindelijk eens de enige trofee wil winnen die het nog niet in de prijzenkast heeft staan. Zonder de uitsluiting van Kompany hadden de auriverde het ongetwijfeld heel moeilijk gehad om de door De Sart opgetrokken dubbele verdedigingsgordel open te breken. “We hadden video’s bekeken en we wisten dat België vaak goed georganiseerd speelde, maar we waren toch verrast dat het team het in het defensieve compartiment zo gedisciplineerd aanpakte”, verklaarde de Braziliaanse middenvelder van Liverpool LucasLeiva.

Zowel tegen Brazilië als tegen China vormde de Belgische ploeg de hele wedstrijd lang op een uitstekende manier één blok. Tom De Mul voelde zich bijvoorbeeld niet te beroerd om verschillende keren de verdediging een handje te komen toesteken. De aanvallers bleven voortdurend de Braziliaanse verdedigers en middenvelders storen. “Het was mijn taak om veel te lopen en constant druk uit te oefenen”, zegt Dembélé.

Achteraan werd zowel centraal als op de flanken heel weinig weggegeven. “We hadden in de eerste plaats de opdracht meegekregen om het achterin gesloten te houden”, bevestigt Pocognoli. “Zowel ikzelf als Sepp De Roover trekken graag mee naar voren, maar tegen Brazilië moesten we die neiging toch wat onderdrukken, omdat we wisten dat de Braziliaanse verdedigers Rafinha en Marcelo op elk ogenblik vooraan konden opduiken. We moesten ervoor zorgen dat ze geen ruimte kregen om voorzetten te geven. Tegelijk moest ik Thomas Vermaelen een handje helpen om Pato in de gaten te houden, want het is diens specialiteit om op te duiken tussen de centrale verdediger en de back. De twee flankmiddenvelders, Maarten Martens en De Mul, hadden geen rechtstreekse tegenstander. Ze moesten zoveel mogelijk naar binnen knijpen om te vermijden dat de Brazilianen daar in de meerderheid zouden raken. Voetbalkenners zullen wel gezien hebben dat we in de schaduw hard werk hebben verricht. Ook na de rode kaarten bleven we trouwens een compact blok vormen.”

Tegen de Braziliaanse favorieten opteerde België dus voor een voorzichtige aanpak – wat geen schande is -, al maakte De Sart zich behoorlijk nerveus toen hij dat probeerde te weerleggen: “Vergeet niet dat we zelf ook drie mooie kansen hebben gehad en dat we zeker 20 minuten hebben gedomineerd. Het was geen defensieve aanpak, maar tegen Brazilië ga je natuurlijk geen vijftien spelers in de spits posteren.” Pocognoli voegde eraan toe dat België zich strikt aan het gekozen systeem had gehouden en de conclusie van Kompany was dat “België het bijna typisch Belgisch had aangepakt”.

Tegen China bracht De Sart weinig wijzigingen aan in zijn systeem. Met enkel Mirallas in punt speculeerde België op de counter, op de vinnigheid van zijn diepe spits en van Tom De Mul op de rechterflank. Dat loonde trouwens meteen, want al vroeg in de wedstrijd konden de Rode Duivels de score openen. Daarna kwam het er eigenlijk alleen nog op aan de match onder controle te houden. Terwijl de hele Belgische staf na de wedstrijd tegen Brazilië de leiding van de Saudische arbiter Khalil Al Ghamdi op de korrel nam, was over de arbitrage van de Argentijn Hector Baldassi geen kwaad woord te zeggen, want hij floot zeker niet tegen de Belgen, die uiteindelijk de partij beëindigden tegen slechts negen Chinezen.

Twee vedetten, elk met een ander soort gedrag

Uiteraard moeten we na de eerste twee partijen ook nog eens terugkijken op de affaire die het hele Belgische voetbal gedurende bijna een maand in de ban hield. Had België Marouane Fellaini en Vincent Kompany echt moeten selecteren, zeker nu ze in de eerste wedstrijd meteen rood kregen? Eigenlijk kan in dit verhaal opnieuw de Belgische voetbalbond met de vinger worden gewezen, want terwijl de bonden van landen als Brazilië en Argentinië gewoon hun vedetten selecteerden zonder met de betrokken clubs te onderhandelen, koos de Belgische bond voor de weg van de dienstbaarheid aan de clubs. In heel de affaire hadden de spelers zelf niets te zeggen en moesten ze gelaten ondergaan wat over hen werd beslist. Maar ze gingen daar wel totaal anders mee om …

Fellaini leek zich op geen enkel ogenblik betrokken te voelen bij het olympische avontuur. Hij voerde gewoon zijn job uit en daarmee basta. Sterker nog: tijdens het toernooi gedroeg hij zich een beetje als een verwend kind door elk contact met de pers uit de weg te gaan en door de aansporingen van de Belgische voetbalbond om zich aan de regels te houden overduidelijk naast zich neer te leggen. Hij sprak zich ook geen enkele keer uit over de beslissing die Standard had genomen. Bovendien liet hij op het veld opnieuw zijn teamgenoten in de steek, want zijn tweede gele kaart mag hij dan nog onterecht of te licht hebben gekregen, hij was ze wel sinds minstens tien minuten aan het zoeken via verschillende overtredingen – die op zijn zachtst gezegd op het randje waren – en via een aantal provocerende gebaren. In de twee toernooien die hij onder leiding van Jean-François de Sart meemaakte, kreeg Fellaini dus telkens een rode kaart. Terwijl Michel Preud’homme vorig seizoen nog vond dat zijn verdedigende middenvelder bezadigder en rustiger was geworden en meer beredeneerd voetbalde, ontbreekt het de Belg van Marokkaanse origine in de nationale ploeg duidelijk nog aan bedachtzaamheid en sereniteit. Als hij echt een grote carrière wil uitbouwen, zal hij op dat niveau toch sterk en snel moeten verbeteren, want als dat niet gebeurt, dreigt zijn imago zwaar beschadigd te worden. Fellaini kwam naar China, kreeg er rood en maakte zich verschrikkelijk nerveus. Gelukkig kon Yves Ma-Kalambay hem enigszins bedaren, want anders was hij wellicht de scheidrechter te lijf gegaan. Daarna is hij weer vertrokken zonder zijn maats ook maar te gaan begroeten.

Als hij zich verder wil ontwikkelen zou Fellaini er goed aan doen eens een communicatiecursus te gaan volgen bij Kompany. De verdediger van Hamburg, die sinds hij in China landde in het middelpunt van de belangstelling stond, ging zijn verantwoordelijkheid tegenover de media nooit uit de weg. Hij legde elke keer opnieuw in verschillende talen geduldig aan de pers uit hoe hij omging met de onzekere situatie. “Ik ben hier niet op doorreis. Ik heb niet zelf voor dit statuut gekozen. Als ik slechts twee wedstrijden blijf, dan is dat op voorstel van mijn club”, verklaarde hij van meet af aan. Vervolgens viel ook sterk op dat hij zich perfect in de groep integreerde, temeer omdat hij met een aantal jongens daarin – Anthony Vanden Borre, Faris Haroun en Yves Ma-Kalambay – een stevige vriendschapsband onderhoudt. “Ik ken de groep heel goed en ik was er zeker van dat ik me er snel in zou kunnen aanpassen. Dat men mij als een vedette beschouwt, daar kan ik niets aan doen. Ik kan enkel maar op het veld proberen te bewijzen dat ik dat waard ben. Er zijn spelers die zich ook buiten het veld sterallures aanmeten en denken dat ze meer mogen dan anderen, maar dat is niet mijn stijl. Zo zit ik niet in elkaar.”

Kompany maakte duidelijk dat hij de Olympische Spelen een fantastisch gebeuren vindt, dat hij niet graag had willen missen. “Ik zou er echt spijt van hebben gehad als men mij verplicht had om thuis te blijven. Als je op mijn leeftijd al geen honger meer hebt om zoiets mee te maken, dan kun je beter stoppen met voetballen.”

Het enige wat men de Brusselaar uiteindelijk kan verwijten is zijn tweede gele kaart tegen Brazilië. Aangezien hij er al één had gekregen, mocht hij de domme overtreding op Diego niet hebben gemaakt, aangezien nog twee andere verdedigers hadden kunnen tussenkomen. Maar de fase illustreerde ook wel zijn mentaliteit. Aangezien hij aan de basis lag van het balverlies wilde hij dat tot elke prijs zelf herstellen en hij stak daarvoor het hele veld over. “Ik deed die tussenkomst om te vermijden dat die actie gevaarlijk zou worden. Uiteindelijk was mijn eerste gele kaart bepalend voor de rest van de match. Maar als je als centrale verdediger na 25 minuten totaal onterecht geel krijgt, dan is dat eigenlijk logisch.” S

door stéphane vande velde

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content