Als een schaduw hangt de dood van Guy Thys over de start van de competitie. Met de ex-bondscoach verliest het Belgisch voetbal niet alleen één van zijn meest markante figuren, ook vervaagt de herinnering aan mooie tijden toen de Rode Duivels nog echt meetelden en heel het land in extase werd gebracht door heroïsche prestaties. Guy Thys was de apostel van dat succes. In een tijd van opgezwollen uitspraken en holle voorspellingen denk je wel eens met weemoed terug aan de bron van de eenvoud waaraan hij zich laafde.

Thys was de meester van het relativeren. Hij liet iedereen over alles meepraten, maar deed toch altijd zijn zin. Met zijn aangeboren gevoel voor diplomatie en psychologie pakte hij hete hangijzers aan, met een kwinkslag dribbelde hij langs bestuurders of voetballers die het niet met hem eens waren. Zoals toenmalig bondsvoorzitter Louis Wouters, die hem ooit vroeg waarom hij een lompe voetballer als Jan Ceulemans in de nationale ploeg had laten debuteren. Aan die uitspraak zou Thys Wouters later verscheidene keren fijntjes herinneren. Of die andere keer, bij Antwerp, toen de van zelfgenoegzaamheid blinkende Louis van Gaal hem zei dat hij niet begreep waarom hij, Van Gaal, niet speelde, want hij kon toch alles met een bal ? Thys gaf hem gelijk. Maar, zo merkte hij glimlachend op, het probleem was alleen dat hij, Van Gaal, die bal nooit had.

Guy Thys was de man van de dialoog. Hij luisterde graag naar anderen, filterde alle meningen en trok er zijn conclusies uit. Hij waakte constant over de rust in en rond zijn ploeg en keek hoofdschuddend naar bondscoaches die te veel spelers selecteerden. Hij vond dat je zo de collectiviteit aantastte en het egoïsme in de hand werkte. Thys hield niet van individualisme. Hij besefte dat de kracht van een team in zijn samenhang school. Zo gaf hij, geholpen door sterke persoonlijkheden, het Belgisch voetbal glans. Met zijn dood is er een vergulde bladzijde in ons voetbal omgedraaid. Wat blijft, zijn onvergetelijke momenten uit een haast zorgenvrij tijdperk.

Hoeveel rauwer is de realiteit nu, aan de vooravond van een nieuwe competitie. Als een hakbijl hangen de Europese licentievoorwaarden boven het hoofd van de clubs, die zich maar moeizaam schikken in die nieuwe realiteit. Hoe slecht zij nog altijd georganiseerd zijn, ervoer dit blad bij de samenstelling van de Competitiespecial die u nu in de hand houdt. Het stuntelige amateurisme bij het verstrekken van informatie over de spelers was vaak hemeltergend.

Tegen die achtergrond schiet het kampioenschap vrijdag uit de startblokken. Door een som van toevalligheden ontdekt Anderlecht nu pas ten volle hoeveel talent er in het eigen kweekreservoir schuilt. Het is vreemd om secretaris-generaal Philippe Collin te horen roepen dat Anderlecht de afgelopen dertig jaar nooit zoveel talent had als nu. Waarom werd dan een Pär Zetterberg, op zijn retour, teruggehaald ? En waarom zegt Roger Vanden Stock verbaasd te zijn dat Zetterberg op de bank zit ? Hugo Broos krijgt dit seizoen vooral in moeilijke tijden de kans om te tonen hoe zwaar hij weegt. Hij heeft op dit moment minder zorgen dan Trond Sollied, die centraal achterin bij Club nog niet die sterke as heeft die noodzakelijk is voor de manier waarop hij wil voetballen.

Toch lijken Anderlecht en Club dit seizoen de strijd om de titel te zullen voeren en dreigt de kloof met de andere clubs nog groter te worden. RC Genk moet op zoek naar een nieuwe identiteit en misschien wel een ander concept, en zal ervaren dat je niet ongestraft twee uithangborden van de hand doet. Standard mist na het vertrek van Fredrik Söderström een verdedigende middenvelder, Lokeren kan de derde plaats van vorig seizoen moeilijk nog ambiëren, Lierse blijft rekenen op het tactisch inzicht van Emilio Ferrera, Sint-Truiden heeft jeugdig elan maar een aangeslagen Danny Boffin, en van AA Gent valt af te wachten of het echt sterker is dan vorig seizoen.

Ondertussen zitten ze in de bruisende metropool Antwerpen nog altijd opgezadeld met twee clubs die al blij mogen zijn als ze niet in de gevarenzone verzeild raken. Sentimentele overwegingen blijven er de bovenhand nemen op zakelijke. Geen man die zich meer aan dat soort kortzichtigheid ergerde dan Guy Thys. Zijn realisme zou in vele opzichten als voorbeeld moeten dienen voor al die clubs die zich via artificiële ingrepen blijven vergalopperen.

door Jacques Sys

Nu pas ontdekt Anderlecht hoeveel talent het zelf heeft.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content