Hoe ernstig waren de pogingen van Anderlecht om Louis van Gaal en Sef Vergoossen te lijmen? Helemaal niet. In de bestuurskamer draait alles om macht en daar past geen buitenlandse persoonlijkheid bij.

Had het van Ariël Jacobs afgehangen, hij was Frankie Vercauteren niet opgevolgd in november. Meer zelfs: mocht hij vooraf ook maar het geringste vermoeden hebben gehad dat hij zo snel al moest overnemen, hij zou in Moeskroen zijn gebleven, waar de werkomstandigheden fantastisch zijn en de spelersgroep van het beste waarmee hij tot dan werkte. Maar diens brood men eet, diens woord men spreekt en dus kon de T2 ten langen leste niets anders dan plooien voor de zachte dwang van zijn bazen.

Jacobs nam over, naar snel bleek voor de rest van het seizoen. Het begin was moeilijk, maar na de wintertransfers deed hij het zo goed dat een euforische voorzitter Roger Vanden Stock uitriep ook na deze campagne met hem voort te willen. Eerst als trainer, dan als assistent en wie weet ten slotte als technisch directeur. Kortom, voor het leven!

Dat was na de Europese uitschakeling van Bordeaux. Toen kwam de 0-5 tegen Bayern München en bleef het ineens stil. “Jacobs moet duidelijk zeggen wat hij zelf wil”, zaaide clubmanager Herman Van Holsbeeck tussendoor verwarring, alsof de trainer dan toch zelf zijn petje mocht kiezen.

Niets was minder waar. De uitspraak van Van Holsbeeck illustreerde de besluiteloosheid waarmee in de Brusselse bestuurskamer in het zwarte toekomstgat werd gegaapt. Wat Jacobs’ voorkeur wegdroeg, wisten ze daar maar al te goed. Toen hij vorige zomer een driejarig contract tekende als assistent-trainer, deed hij dat met zijn volle verstand. Het was zijn uitdrukkelijke wens om na zijn interim-opdracht terug te keren naar dat nog twee jaar lopende contract als T2.

Maar waar in godsnaam moest Anderlecht dan een hoofdtrainer vinden? Niemand die het wist. Tot Van Holsbeeck vorige week toegaf, zij het niet van harte, dat hij met Louis van Gaal had gebeld. Die bekentenis kwam er nadat eerder uitlekte dat ook Sef Vergoossen voorzichtig was gepolst voor de functie van hoofdcoach in Brussel. Net als Van Gaal maar één keer en in zijn geval niet eens rechtstreeks, maar via een tussenpersoon. Vergoossen was vereerd, maar bedankte om privéredenen. Van Gaal reageerde lauw en maakte wat later officieel bekend dat hij bij AZ blijft.

Erg schijnen ze dat bij Anderlecht niet te vinden. Nu het duidelijk is dat Jacobs’ hoofdtrainerschap in het Vanden Stockstadion een verlengstuk krijgt en zijn contract als assistent de volgende twee jaar wordt omgezet in een contract als T1, heeft één vraag nog een antwoord nodig: hoe ernstig waren de pogingen van Anderlecht om Van Gaal en Vergoossen te lijmen?

Helemaal niet.

Overbodig telefoontje

Veel strategie ging er niet schuil achter de dubbele demarche richting Nederland. Volgens Van Holsbeeck kwam het contact met Van Gaal er na advies van Jacobs, die het in een rapport als aanbeveling had neergeschreven.

Klopt, zegt Jacobs, die verder karig is met commentaar. “Op basis van acht, negen maanden ervaring in deze club vond ik het nodig mijn bevindingen naar de toekomst op papier te zetten”, zegt hij. “Als de club mij daarin niet wil volgen, is dat maar zo. Op het moment dat ik het rapport indiende, wilden ze unaniem voor mij gaan. Ze vroegen me wie er T2 moest worden en ik antwoordde: Jacobs. Dat was natuurlijk niet zoals zij het zagen. Oké, zeiden ze, maar wie moet er dan T1 worden? Iemand die zijn strepen al heeft verdiend, vond ik. Niet noodzakelijk een buitenlander, maar omdat er op de Belgische markt zo niemand is, kwamen we samen tot het besluit dat het wel een buitenlander moest zijn. Iemand met naam, visie én werkkracht: volgens mij is dat het profiel waar Anderlecht voor moet gaan als het na- tionaal en internationaal een stap vooruit wil zetten. De namen van Van Gaal en Adriaanse zijn toen gevallen.”

Nederlandse trainers, maar dat is toeval, zegt Jacobs: het is gewoon de markt die hij het best kent. Als technisch directeur van RC Genk onderhandelde hij ooit met Johan Neeskens en de cv’s van Co Adriaanse en zelfs Lothar Matthäus kreeg hij spontaan toegestuurd. Daardoor weet hij ook dat het financiële plaatje dat aan zo’n naam hangt, niet per definitie onoverkomelijk hoeft te zijn. Op Anderlecht wordt er bij voorbaat van uitgegaan dat het dat wel is. Investeren in een (top)trainer is geen optie.

“Ondertussen zijn de gesprekken met Ariël altijd blijven doorlopen omdat wij als club overtuigd zijn dat hij voor ons de man van de situatie is”, voegde Van Holsbeeck er vorige week in S/VM ondubbelzinnig aan toe. Dat laat zich alleen maar lezen als een motie van wantrouwen naar zijn eigen demarches. Voor de slechte verstaander: Anderlecht belde slechts met Van Gaal en Vergoossen om Jacobs te plezieren, niet uit overtuiging.

Dat het bij Vergoossen van een kale reis thuis zou komen, stond bovendien vast. Vergoossen had na zijn terugkeer uit Japan nadrukkelijk verklaard dat hij het na zijn interim-opdracht bij PSV helemaal voor bekeken hield. Overbodiger kon een telefoontje dus niet zijn en ook bij Van Gaal schijnt Van Holsbeeck niet hard te hebben aangedrongen. Met Adriaanse werd geen contact meer opgenomen. Voor Anderlecht was het een uitgemaakte zaak dat Jacobs zichzelf zou opvolgen. De enige die nog moest worden overtuigd, was Jacobs zelf.

Vernieuwende blik

Vooral Roger Vanden Stock zou op basis van slechte ervaringen uit het verleden een allergie voor buitenlandse trainers hebben ontwikkeld. De eerste en meteen ook laatste buitenlander op Anderlecht sinds hij in 1996 het voorzitterschap van zijn vader Constant erfde, was Arie Haan. Een vergissing, beklaagde hij zich achteraf. Haan keerde met een pak bagage uit Duitsland naar Brussel terug, maar bleek onderweg zijn bezieling te hebben verloren.

Haan was de druppel. De op etiquette gestelde Vanden Stocks waren nog niet vergeten hoe Aad de Mos met zijn provocerende gedrag de club naar hun aanvoelen te kijk had gezet. Dat irritante kantje doet Roger Vanden Stock vandaag ook twijfelen aan Jacky Mathijssen en Michel Preud’homme en neemt hem erg in voor het fatsoen van Jacobs. Om dezelfde reden maakt ook Trond Sollied geen schijn van kans in Brussel, zelfs al werd hij er recent door een vriend des huizes aangeboden – dat masker valt ooit ook nog wel.

In het laatste jaar voor de machtsoverdracht was Vanden Stock jr bovendien getuige geweest van de pijnlijke ondergang van Herbert Neumann. Neumann, een charmante Duitser, was gekomen op voorspraak van Paul Courant, als technisch adviseur toen de rechterhand van manager Michel Verschueren.

“Voor Constant en Verschueren betekende dit een cultuurschok”, herinnert Courant zich. “Voor alle duidelijkheid: Neumann had niet de status van een Van Gaal vandaag, maar hij had flegma en een vernieuwende blik. Daarom had ik hem voorgesteld. Hij had het bijzonder goed gedaan bij Vitesse, stond voor aanvallend voetbal, had moderne ideeën, kon goed met spelers omgaan, was zelf een uitstekend voetballer geweest en paste als mens bij Anderlecht – anders had Constant hem nooit genomen. Dat hij aan tradities heeft willen raken, is hem snel slecht bekomen. Hij was ontgoocheld in de kwaliteit van het elftal, de resultaten bleven achterwege, er kwam oppositie van de spelers en hij sprak geen Frans. Kortom, hij kon de moeilijkheidsgraad van de club niet aan.”

Maar zo negatief als Anderlecht Neumanns passage altijd heeft voorgesteld, was het niet, zegt Courant. “Wat mij enorm plezier doet, is dat de coming man van het Belgische trainersgilde, Glen De Boeck, onlangs in een interview zei dat Neumann de trainer met de meeste impact op hem is geweest. Met alle respect, maar België heeft één trainer, Erik Gerets, die nog niet van het niveau van Van Gaal is, maar die wel op niveau in het buitenland heeft gewerkt. Bij redelijke clubs, maar nog altijd geen Barcelona of Chelsea. Als Belgische trainers dus niet het niveau hebben om Anderlecht weer op de Europese kaart te zetten, moet het over het muurtje durven te kijken. Engeland stelde tien jaar geleden ook niet veel voor, maar als het nu het internationale voetbal domineert, is dat mede onder impuls van buitenlandse trainers gekomen.

“Ik zeg niet dat Anderlecht een trainer met naam en faam moet engageren,” besluit Courant, “want die zijn onbetaalbaar. Voor een Van Gaal of Adriaanse is het misschien zelfs te laat. Maar wat wel moet lukken, is dat het een buitenlander met potentie en wat ervaring de kans geeft om met een verruimende blik zijn gang te gaan.”

De transferhobbyisten

De kans dat het zover komt, is klein zolang Roger Vanden Stock en Philippe Collin de plak zwaaien in het Astridpark. Anderlecht is hun speelgoed. Het laatste wat ze willen, is een bemoeial die komt meespelen. Dat sluit de deur voor een persoonlijkheid als Van Gaal, die niet beweegt zonder dat hij inspraak krijgt in het sportieve beleid.

Buitenlandse trainers zijn niet zaligmakend en zelfs Van Gaal loopt het succes al een aantal jaar vruchteloos achterna. Wat ze voor hebben op de bekende Belgische gezichten, is hun onafhankelijkheid. Erik Gerets is de uitzondering: hij is ondertussen meer buitenlander dan Belg, heeft overal lak aan en laat zich niet knevelen door interne machtsinvloeden. Toen Anderlecht een opvolger zocht voor Aimé Anthuenis, was hij de prioriteit, maar het is wellicht geen toeval dat Hugo Broos het haalde. Opvallend trouwens hoe gemakkelijk Anderlecht teruggrijpt naar bekenden van het huis als het misloopt: van Paul Van Himst over Raymond Goethals en Jean Dockx tot Vercauteren. Ook nu weer kiest het met Jacobs liever voor de gemakkelijke weg dan dat het zich openstelt voor nieuwe invloeden die de aantrekkingskracht van de club vergroten.

Anderlecht is mentaal en structureel niet klaar voor een trainer met naam en faam. Het laatste wat Collin & co willen, is inboeten aan macht. Daarom ook wordt er op Anderlecht al jaren gespróken over een technisch directeur, maar is er nog altijd geen. Het was het valscherm van Vercauteren toen hij van assistent hoofdtrainer werd, maar toen hij aan het touwtje trok, ging het niet open. Opgeruimd staat netjes. Jacobs is gewaarschuwd. S

door jan hauspie

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content