Sport/Voetbalmagazine volgt de Rode Duivels van dag tot dag, van Copacabana tot Mogi das Cruzes, waar Nicolas Lombaerts moppen tapt.

Een tochtje door de omgeving van het hotel waar de Rode Duivels verblijven, toont ons de paradox van de Braziliaanse samenleving. Het vijfsterrenhotel ligt een eindje buiten Mogi das Cruzes, een onaantrekkelijke stad die alle nadelen kent van een metropool: lawaai, vervuiling, verkeer. De Rode Duivels hebben er dus sowieso niks aan om even over het muurtje te kijken of een stapje in de wereld te zetten: ze zouden buiten hun gouden kooi toch niets interessants tegenkomen. Nog maar net hebben we het hotel achter ons gelaten of we bevinden ons al langs een veld met hoogspanningsmasten, een regelrechte belediging voor het landschap. Aan de overkant een kappelletje en een verlaten kerkhof.

Op amper vijfhonderd meter van het hotel van de Rode Duivels ligt al een kleine favela: asgrauwe straten en stenen huizen, maar met daken van zeildoek en houten bakken die als vuilniscontainers dienstdoen. Het bordje ‘Brazilië’ geeft er dan misschien wel wat kleur aan, het blijft vuilnis. Een beetje verder enkele bandenverkopers – die zijn hier talrijker dan restaurants of kruideniers – die de Belgische vlag hebben uithangen. Als we aan de patron vragen waarom ze in onze kleuren getooid zijn, antwoordt hij: “Dat is een knipoog naar de aanwezigheid van jullie spelers in onze stad. Bent u journalist? Zeg tegen uw collega’s dat ze naar ons moeten komen als ze in panne vallen. We zullen hen met de glimlach ontvangen.” We geven de boodschap meteen door aan Marc Degryse, die op diezelfde ochtend, toen hij wou vertrekken naar Uruguay-Engeland in Itaquerão, het stadion van Corinthians in São Paulo, ontdekte dat een van de banden van zijn auto plat stond.

Wanneer we door het centrum van Mogi das Cruzes lopen, langs enkele fruitverkopers aan de kant van de weg, zien we een zoveelste restaurant in de Belgische kleuren. Maar telkens we er passeren, blijkt het gesloten te zijn en dus keren we bij het begin van de avond maar terug naar het Casa de Assados. Daar ontvangen ze ons met open armen. “Die kleuren zijn een manier om de Belgen welkom te heten, maar we zijn wat verrast: we zien geen enkele Belg. Waar zijn de supporters? Ze komen toch elke dag naar de training, niet?” Wanneer we uitleggen dat de trainingen alleen toegankelijk zijn voor journalisten en dat de meerderheid van de supporters in Rio verblijven, is hij duidelijk ontgoocheld.

Comedy Casino

Als er over Rusland moet gesproken worden, is het natuurlijk Nicolas Lombaerts die naar de persconferentie wordt afgevaardigd. Vorige keer vertelden we nog hoe de aanwezigheid van Lombaerts op de persconferentie een maat voor niks was en dat hij op de vragen antwoordde zonder echt op de vragen te antwoorden. Maar dit keer heeft de verdediger van Zenit het geweer van schouder veranderd en vuurt hij zelfs enkele grappen af. Op de vraag hoe hij denkt dat Rusland zal reageren als ze voortijdig uitgeschakeld worden, antwoordt hij: “Ik denk dat ze ver zullen geraken. Ze gaan op hun elan van Oekraïne door om heel Europa te verslaan.” Net daarvoor had hij al de lachers op zijn hand gekregen toen hij bekende dat hij verrast was door de tactische keuzes van Fabio Capello: “Als ik bondscoach van Rusland zou zijn, zou ik altijd Igor Denisov opgesteld hebben. Maar ik ken de spelers van Rusland al wat langer dan Capello, misschien daarom.” Hij had ook nog een steekje voor de blunderende doelman Igor Akinfejev: “Normaal is dat een goeie keeper. Dat soort flaters begaat hij anders nooit. Hij had er beter zo eentje begaan in de competitie, dan waren wij misschien kampioen geworden.” En tot slot, op een vraag van een journalist die wil weten of het in de aard van de Russen ligt om te gaan speculeren: “Denk je dat ze dom zijn? Dat ze niet kunnen rekenen? In dat geval doet Capello dat wel voor hen.”

Voor de rest bleef Lombaerts eerder op de vlakte. Hij bevestigde dat hij geen stress had en dat hij nog voor andere zaken dan voetbal belangstelling heeft, waardoor hij er beter kan mee omgaan dat hij geen basisplaats heeft. Op de vraag of hij na zijn prestaties in Schotland en Kroatië niet had verwacht dat hij in de ploeg zou staan, antwoordde hij zelfs heel duidelijk: “Neen, er is een hiërarchie. Dat is nu zo en dat zal zo blijven.” Een laatste kwinkslag: wanneer we hem vroegen of Rusland voor hem een bijzondere tegenstander is, antwoordde hij: “Ja – als ik speel.” En met de glimlach besluit hij: “Allee, we hebben weer eens goed gelachen.” Kortom: de persconferentie van Lombaerts wordt geklasseerd tussen de allerbeste persconferenties die we hier in Brazilië al mochten meemaken. Net als die van Vincent Kompany in het stadion Mineirão de avond voor de match. Maar dan wel in een heel andere stijl.

Salve Rainha

Op de weg die leidt van Guanarema (ons basiskamp) naar Mogi das Cruzes (het basiskamp van de Rode Duivels), staat een kleine blauwe kapel gewijd aan de Heilige Maagd op een rotspunt omgeven door een weelderige plantengroei. Het opschrift luidt: ‘SalveRainha‘. Toen daar op de dag een familie bijeen zat, zijn we gestopt om te vragen naar de betekenis van deze plaats. Het gesprek ging al snel over onze nationaliteit en over het voetbal. “België heeft goeie spelers, maar als jullie ver willen geraken in het toernooi, kunnen jullie maar beter alle hulp gebruiken. Die van de Heilige Maria bijvoorbeeld. Als ik u was, zou ik hier maar een kaarsje branden voor de Rode Duivels.”

De redenering van Romelu

Na zijn tegenvallende wedstrijd tegen Algerije kreeg Romelu Lukaku flink wat kritiek. Hij heeft zijn match opnieuw bekeken en met Marc Wilmots gesproken vooraleer hij opnieuw vol goeie moed naar de training vertrok waar hij als vanouds weer de weg naar het doel vond. Hij legde ons ook uit dat hij in de week voor de wedstrijd geen goed gevoel had. Dat hij zijn eerste aantreden op een WK verknoeid had, frustreerde hem wel: “Het is normaal dat je gefrustreerd bent, wanneer je na een uur vervangen wordt.” Hij wilde ook niet te veel bloemetjes gooien naar zijn concurrent Divock Origi, die beter in de match zat: “De context was gemakkelijker voor hem. Er was meer beweging, meer balcirculatie en we speelden meer in de diepte.”

Rio, Copacabana en Maracanã

Twee dagen voor de wedstrijd tegen Rusland, net nadat we waren aangekomen in Rio, kruisten we het pad van heel wat zelfverzekerde Belgen (en van anderen die het niet meer zien zitten, zie kader), vol vertrouwen over het verdere verloop van de Wereldbeker. “We zijn hier sowieso naartoe gekomen om te feesten. Het is buitengewoon om supporters te ontmoeten uit Mexico, Ecuador en Honduras. Je merkt dat je in Zuid-Amerika bent, want je ziet veel meer supporters uit die landen dan uit Europa”, legt een van hen uit. Nabij Copacabana, waar een deel van de Belgische volgers een onderhoud hebben met Michel D’Hooghe, slaan wij een praatje met Georges Grün, die net voordien is aangekomen en die een week doorbrengt met de sponsors van de bond op het schiereiland Búzios, een 160 kilometer ten oosten van Rio de Janeiro.

De ochtend erop heerste er een andere sfeer op de bus die ons naar Maracanã bracht. Heel wat journalisten konden met moeite hun opwinding verbergen toen ze het beroemdste stadion ter wereld betraden en er werden een massa selfies geschoten. De hele week lang hadden ook de spelers toegegeven dat ze een gelijkaardig gevoel hadden ten aanzien van Maracanã. Vincent Kompany verklaarde zelfs: “Ik ben al in heel wat Europese stadions geweest. Voor mij zijn er twee mythische arena’s: Wembley en Maracanã.” Aan de buitenkant is het stadion maar een hoop beton, maar het verkrijgt zijn volle glorie als het van bovenaf bekeken wordt, van Corcovado (de berg in Rio waarop het wereldberoemde Christusbeeld staat) of vanuit een vliegtuig. We merken hoe de hele stad rond deze tempel draait. De gerenoveerde binnenkant geeft een indruk van evenwicht. Nooit voel je je overweldigd door de grandeur van dit stadion.

De verklaring van de dag

Die danken we aan Vincent Kompany, die gevraagd werd naar zijn commentaar op de uitschakeling van Engeland: “Mijn vrouw is Engelse. Ik denk dat mijn kinderen Belgisch zijn, zij denkt dat ze Engels zijn.”

Belgisch bier bij de douane

De vaten bier die de camping van de supporters moesten bevoorraden, zijn tegengehouden door de douane op de luchthaven van Rio de Janeiro. De reden? De vaten zijn niet conform de Braziliaanse wet (het zijn namelijk vaten die hergebruikt worden). Er was een tussenkomst nodig van AB Inbev, een gigant van de Braziliaanse economie, om de situatie te deblokkeren.

DOOR STÉPHANE VANDE VELDE IN MOGI DAS CRUZES – BEELDEN YORICK JANSENS / IMAGEGLOBE

Op 500 meter van het hotel van de Rode Duivels ligt een kleine favela.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier