Bij Inter zijn ze erg tevreden over ex-Clubspeler Ivan Perisic. Alleen het scorend vermogen moet nog omhoog. Misschien vanavond in de bekerwedstrijd tegen Napoli?

Met twaalf goals in de eerste negentien wedstrijden (de heenronde) heeft Inter zijn minst productieve voorhoede sinds de Serie A in 2004 tot 20 teams uitgebreid werd. De productie van Inters PIL (afkorting voor de voorhoede bestaande uit Perisic-Icardi-Ljajic) moet dringend omhoog, al weegt dat gebrek aan scorend vermogen vooralsnog niet op de rangschikking. Omdat het ook amper goals tegen krijgt, stevent Inter, in tegenstelling tot stadsrivaal AC, regelrecht af op een plaats die recht geeft op deelname aan Champions Leaguevoetbal, hét grote doel voor dit seizoen.

Niet dat men bij Inter ontevreden is over de inbreng van Perisic. Wel herinnert men zich er nog zijn statistieken van voorheen, toen hij bij Club in 2010/11 22 goals maakte waarmee hij Belgisch topschutter werd, en hij er twee jaar geleden bij Wolfsburg elf in trapte.

Het kan ook aan de automatismen van het team vantrainer Roberto Mancini liggen. Of beter: aan het gebrek aan automatismen. Want op de negentien speeldagen van de heenronde stelde de trainer liefst negentien keer een andere ploeg op. Op doelman Samir Handanovic na zijn de vier meest gebruikte spelers daarin de aanvallers Adem Ljajic, Ivan Perisic, Mauro Icardi en middenvelder/pitbull Gary Medel.

Een makkelijke bevalling was de transfer van Perisic niet. Drie maanden duurden de onderhandelingen, omdat Wolfsburg lang het been stijf hield. Eind augustus liet het de Kroaat dan toch vertrekken, voor 20 miljoen. ‘Ik ben uit Duitsland weggegaan toen ik begreep dat het onmogelijk zou zijn om met Bayern te wedijveren’, verklaarde Perisic in zijn eerste interview als speler van Inter. ‘Toen Kevin De Bruyne me vertelde dat hij weg zou gaan, twijfelde ik niet langer over wat ik moest doen. Voor de tweede plaats spelen interesseert me niet.’

Vanaf de derde speeldag startte Perisic in de basis, eerst als trequartista (achter de twee spitsen), dan afwisselend op de rechter- of linkerkant, waar hij zich te pletter loopt voor de ploeg en vooral opvalt door zijn aanvoer richting diepe spits Icardi. Zijn beste positie vindt hij zelf die van linksbuiten: ‘Tot mijn veertiende was ik diepe spits, tot mijn twintigste speelde ik achter de spitsen, tot de trainer van Club Brugge me vanwege mijn snelheid uitspeelde op de flank. Maar ik geef toe: polyvalent zijn is in mijn geval niet altijd een voordeel gebleken.’

DOOR GEERT FOUTRÉ

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content