In de living van Ludo en Lydia Kums prijkt nog altijd de trofee van de beste speler van de Danone Cup, die zoon Sven op zijn twaalfde won. Vijftien jaar later is de kans groot dat hij daar volgende week een veel prestigieuzere prijs aan toevoegt: de Gouden Schoen. In aanloop een gesprek met de familie Kums.

Terwijl de fotograaf zijn lens vastschroeft, geeft Lydia zoon Sven, die naast haar in de zetel zit, een kus, zoals alleen moeders dat zo liefkozend kunnen. De fotograaf: ‘Ho, kun je dat meteen nog eens doen, voor op de foto?’ Ze schrikt, maar Sven, geen machovoetballer die gegeneerd is omdat zijn ma hem zoent, port haar aan. ‘Allez, niet beschaamd zijn.’ Waarop Lydia haar lippen nog enkele keren voorzichtig tegen de wang van zoonlief drukt. ‘Keischoon!’, zegt de fotograaf terwijl hij tientallen beelden schiet. Vader Ludo lacht: ‘Moet ik Sven óók kussen?’

Grappige scènes, maar kenmerkend voor de warmte die het nest Kums uitstraalt. Een familie waarvan niet toevallig alle leden, op zus Maaike na, nog steeds in hometown Dilbeek wonen – verknocht aan eigen streek. ‘Handig om eens vlug binnen te springen. En vooral: we kunnen altijd op elkaar terugvallen’, beaamt Caroline, Kums energieke, onbevangen echtgenote. Intussen is het koppel zes jaar samen en anderhalf jaar getrouwd. En hebben ze, na periodes bij ouders én schoonouders te hebben ingewoond, sinds een zestal maanden een vaste stek. ‘Je ziet dat Sven gelukkig is’, merkt moeder Lydia op. ‘Dit nieuw huis, zijn vrouwtje: het plaatje klopt. Alleen nog kindjes, maar da’s voor later.’

Caroline, in een voetbalmilieu grootgebracht (zie kader), moest nochtans aanvankelijk niets van voetballers weten. ‘Niks voor mij, te verwend, vond ik. Helaas, het heeft niet mogen zijn.’ (lacht) Op haar negentiende belde ze immers naar Sven Kums, toen voetballer bij KV Kortrijk. ‘Voor een verjaardagsfeestje moest ik als opdracht een ‘sportpersoonlijkheid’ uitnodigen. En aangezien Sven ook van Dilbeek was… Doodbeschaamd telefoneerde ik: ‘Euh… Sorry dat ik u lastigval, maar zou u naar ons feestje willen komen?’ En Sven kwám, weliswaar te laat, na een match op… AA Gent. We raakten aan de praat en wat bleek: zijn ma, een lerares, was mijn klastitularis geweest.’

‘Wel geen liefde op het eerste gezicht’, herinnert Sven zich. ‘Bij haar toch niet, want ik heb veel moeite moeten doen.’ Uiteindelijk hapte Caroline toch toe. ‘Ik had een knappe vriendin op wie alle jongens verliefd waren. En plots viel er een gast op míj. Ik heb hem dan maar gehouden.’ (algemeen gelach)

ZUS MAAIKE: MEER TALENT

Caroline belandde in een familie die voetbal ademt, eet en drinkt. (zie kader) Lydia: ‘Voor Ludo’s vijftigste verjaardag heb ik als verrassing een zaalvoetbaltoernooi georganiseerd, met ploegjes van ons gezin, van mijn broer en zijn zonen, van Ludo’s ex-zaalvoetbalclub… We gingen ook alleen ergens op vakantie als er een voetbalveld in de buurt was. Aan zee hebben we, als ‘voorgerecht’ op kerstavond, met de hele familie zelfs ooit op het strand gevoetbald en ook eens een zaaltje afgehuurd. Pas daarna volgde de kalkoen.’ (lacht)

Ook het uitgerafelde livingtapijt ten huize Kums droeg jarenlang de sporen van de wedstrijdjes die Sven en Kevin erop speelden. ‘Dat tapijt ligt intussen op de zolder’, vertelt Ludo. Wél nog prominent zichtbaar, op de schouw: de ‘beste speler’-trofee van de Danone Cup, een prestigieus jeugdtoernooi in het Parijse Parc des Princes waar Sven in 2000 met Anderlecht de finale tegen Boca Juniors speelde. Die miniversie van de Kristallen Bal is, nog altijd, een kostbare herinnering. Ludo: ‘Toen er eens werd ingebroken, hebben we éérst gecheckt of die trofee er nog stond.’

Een tastbaar bewijs van het grote talent dat toen al van zijn twaalfjarige zoon droop. Al was die niet de enige met gouden voeten in het gezin Kums: oudere zus Maaike schopte het tot het A-team van Anderlecht én verzamelde enkele caps bij de Rode Duivelinnen. Dat heeft zelfs haar broer, ondanks twee selecties, (nog) niet op zijn palmares. ‘Maaike was misschien de talentvolste van ons drieën’, oordeelt Sven. ‘Een middenveldster, zoals ik, iets offensiever en een beetje traag, ook zoals ik (lacht). Te vroeg gestopt voor haar studie, maar tien jaar geleden zat het vrouwenvoetbal nog niet zo in de lift.’

Meer dan je zus droomde jij van een profcarrière, passioneel zelfs. Wat deed jij dat andere jongens niet deden?

KEVIN: ‘Ooit kwamen er eens twee Chiroleiders thuis langs om het kamp te bespreken. Hun mond viel open toen Sven – een jaar of veertien – zonder een woord te zeggen een matje openrolde en in de living sit-ups begon te doen. Élke keer als ik hen nu zie, halen ze die anekdote aan.’

SVEN: ‘De Chiro, ik vond dat verschrikkelijk. Eén keer ben ik geweest. Meteen een doop, waarbij je door een vuur moest springen. Ik was bang, begon te wenen en ben meteen naar huis teruggekeerd. (lacht)

‘Op café of naar een fuif gaan zei me ook niets. Tientallen keren heeft Kevin me tevergeefs meegevraagd. Ik kroop liever vroeg, ten laatste om 22 uur, in bed, om fris te zijn voor de wedstrijd in het weekend.’

LUDO: ”Sven, tijd om te gaan slapen’, we hebben dat nooit moeten zeggen, hé.’

SVEN: ‘Het interesseerde mij gewoon niet, uitgaan. Nu nog niet, ik ben altijd blij als Caroline na de match naar huis wil vertrekken. En de avond ervoor zitten we nooit later dan 23 uur onder de wol.’

Klopt het dat jij nog nooit dronken bent geweest?

SVEN: ‘Écht zat? Neen. Al voelde ik me na de titelviering vorig seizoen wel een beetje ‘flauw’.’

CAROLINE: ‘Héél flauw. En hij had nochtans niet zo veel op. De champagneflessen showen voor de fotografen, ja, maar ervan drínken?’ (lacht)

DIPLOMAAT

Naast een professionele mentaliteit: wat typeert Sven nog?

KEVIN: ‘Zijn nuchterheid, steevast met de voeten op de grond, wat pa altijd heeft benadrukt. Een doorzetter ook, een trekje van ons ma. En: enorm gebeten om te winnen. Al kan Sven nu beter tegen zijn verlies dan als kind, toen we tegen elkaar voetbalden. Dan begon hij te zagen, maakten we ruzie en was het afgelopen met spelen. Om de dag erna weer te beginnen.’ (lacht)

SVEN: ‘Die winnaarsmentaliteit zit er nog altijd in, maar een nederlaag relativeer ik nu wel rapper. Er zijn veel belangrijker zaken in het leven dan voetbal, hé. Na de dood van Gregory (Mertens, zijn neef, in april 2015, nvdr) drong dat nog meer door, al besefte ik dat ervoor ook al.’

Nog iets veranderd?

SVEN: ‘Mijn diepste emoties toon ik niet zo snel, maar de verlegenheid is wel verdwenen. Als mij iets niet aanstaat, zeg ik dat vlugger. Geleerd in Nederland, bij Heerenveen, waar ze véél assertiever zijn.’

CAROLINE: ‘Sven zal niet aarzelen om zijn gedacht te zeggen. Niet onbeschoft. Veeleer kordaat, als een echte diplomaat.’

Ook als kapitein, tijdens de onderhandelingen met Michel Louwagie over de premies?

SVEN: ‘Van de spelersraad is Brian Vandenbussche op dat vlak de hardste, maar hij is tevreden over mij, dus… (lacht) Als ik iets in mijn hoofd heb, zal ik daar alleszins niet van afwijken. Na de eerste gesprekken met Michel had ik zelfs de indruk dat we ons hadden laten doen. En zijn we nog eens teruggegaan.’ (lacht)

LUDO: ‘Meer dan vroeger neemt Sven die rol als kapitein echt op zich. Ook alle praktische zaken regelt hij nu: etentjes met de groep, cadeautjes voor jarigen of spelers die weggaan, nieuwkomers verwelkomen… Zonder daarom het hoge woord te voeren, hé. Die gave heeft hij altijd gehad, zonder veel te roepen toch leiderschap afdwingen. Zeker op het veld, met dáden. Lead by example.’

Opvallend ook hoe zelfverzekerd hij is, zelfs voor cruciale penalty’s in de Champions League.

SVEN: ‘Last van zenuwen heb ik nog nooit gehad. Waarom zou ik bang moeten zijn om een strafschop te nemen? Missen? Tja, dan mis ik eens, hé. Ik doe gewoon mijn ding, gefocust, zonder stress.’

LUDO: ‘Voor de match tegen Lyon was Sven tijdens de CL-hymne zelfs doodkalm de schouders van het jongetje voor hem aan het masseren!’

SVEN: ‘Met Matz Sels, die altijd naast mij staat, kan ik tot kort voor de aftrap onnozel doen. Anderen zijn in de kleedkamer volledig in zichzelf gekeerd, met hun koptelefoon op, maar dat heb ik niet nodig.’

Ook zo complexloos de eerste keer naar de Rode Duivels gegaan?

SVEN: ‘We waren met zijn drieën (ook Depoitre en Sels, nvdr), dat scheelde dus wel. Veel meer dan voor de eerste training was ik nerveuzer voor onze doop, toen we moesten zingen. Ik had dat in Heerenveen en Gent al gedaan, maar dat went niet – ik kán dat ook niet. Toch heb ik als eerste gezongen, om er vanaf te zijn. Welk liedje? ‘Het is een Nacht’, van Guus Meeuwis.’

KEVIN: ‘Dat had ik willen horen!’ (lacht)

CAROLINE: ‘Nog méér stress krijgt Sven van files! Geen geduld, hé. En ook van mij: als ik niet op tijd klaar ben – Sven is heel stipt – of als ik te veel treuzel in de supermarkt. Nog een ergernis: wanorde, want ik ruim niet vlug op. Mijn kleren die overal liggen, dat kan Sven echt niet verdragen. Heel netjes, ordelijk, dat heeft hij van zijn pa.

‘Ken je trouwens het woord ‘intassen’? Dat heeft Ludo uitgevonden, zijn omschrijving voor de wiskundig uitgerekende manier waarop hij een autokoffer tot de laatste millimeter volstouwt als we op reis gaan. Ook Sven tast nu alles in, zelfs de borden in de vaatwasmachine.’ (lacht)

SIMPEL IS MOEILIJK

Wat is het mooiste compliment dat Sven het voorbije jaar gekregen heeft?

LUDO: ‘Die vergelijking met Andrea Pirlo, zeker?’

SVEN: ‘Mooi, maar Pirlo, een puur verdedigende middenvelder, is niet mijn ‘idool’. Ik kijk veeleer op naar Xavi en Iniesta, de meer aanvallende, Spaanse stijl.’

LUDO: ‘Filip Joos noemde Sven bij Zulte Waregem ‘de brandkast’ omdat hij zo balvast was, een kwaliteit die hij al van jongs af had. Dit seizoen echter is de Pirlo in Sven, door nóg meer zelfvertrouwen, een Iniesta geworden – weliswaar op een ander niveau. In plaats van louter controlerend te denken versnelt hij met acties en passes nu vlugger in voorwaartse richting, en durft hij meer op doel te schieten.’

KEVIN: ‘Mensen die weinig van voetbal kennen, vinden dat Sven niks bijzonders doet. ‘Zo simpel.’ Maar wie voetbalt, wéét hoe moeilijk dat is, simpel spelen. Sven kan dat, omdat hij al weet wat hij zal doen nog voor hij de bal krijgt. En omdat hij een ruim blikveld heeft, alsof er ogen op zijn rug staan.’

CAROLINE: ‘In de tribune roep ik altijd: ‘Sven, pas op! Achter jou!”

SVEN: ‘Dáárom voel ik die speler altijd komen. (lacht) Neen, het klopt: ik ben heel vaak aan het rondkijken, zoekend naar een aanspeelpunt.’

Die vergelijking met Pirlo wordt trouwens al langer gemaakt: door Frank Raes in een column in 2010, toen je nog bij KV Kortrijk speelde, en zelfs al bij de beloften van Anderlecht toen Daniël Renders, de assistent van Frank Vercauteren, met lof zwaaide.

KEVIN: ‘Hij was er vet mee. Sven heeft er nooit een kans gekregen.’

LUDO: ‘Rancune ten opzichte van Anderlecht heb je wel nooit gehad, hé.’

SVEN: ‘Neen, ik heb veel te danken aan die opleiding. Echt top.’

LYDIA: ‘Ondanks die complimenten hebben we toch dikwijls gezegd dat Sven in België ondergewaardeerd werd.’

Nu krijgt hij wél erkenning. Zelfs internationaal, met de selectie voor het Champions League-elftal van de groepsfase. Naast Hulk, Ronaldo, Müller… Een foto om in te kaderen?

CAROLINE: ‘Misschien vinden we nog een plaatsje in ons interieur. Alhoewel, mooi is dat niet zeker? (lacht) Ik was trouwens stomverbaasd toen ik dat elftal zag. Zó surrealistisch! Ja, Sven had super gespeeld, maar even goed als die grote namen? Ik dacht zelfs eerst: ze zullen van elke ploeg iemand genomen hebben, of er was nog een plek vrij en hebben dan maar Sven gekozen.’

SVEN: ‘Toffe vrouw, hé (lacht). Maar het is wel zalig om tussen die mannen te staan.’

CAROLINE: ‘We genieten nu wel van alle lof, anderzijds relativeren we die ‘hype’ ook wel. We hebben de andere kant van de medaille gezien, hé. In Heerenveen werkte Sven óók keihard, speelde hij óók goed, maar toen keek geen kat in België naar hem om.’

Ook bij Zulte Waregem, twee seizoenen geleden, bleef hij vooral in de schaduw van Thorgan Hazard.

SVEN: ‘Terwijl ik nu niet zó veel beter speel. Het succes van AA Gent heeft daar veel mee te maken: de titel en vooral de Champions League. Omdat ze daar veel cijfers bijhouden, wordt bijvoorbeeld plots mijn hoog percentage geslaagde passes extra bewierookt. Mijn statistieken – goals, assists – zíjn ook gewoon beter, iets waar Hein voor het seizoen op gehamerd had.’

SVEN: ‘Ik wíl niet per se weg, maar misschien zal de tijd dan wel rijp zijn. Maar alléén als ik me financieel en vooral sportief kan verbeteren.’

KEVIN EN LUDO: (onderbreken simultaan) ‘Volledig akkoord.’

SVEN: ‘Naar bijvoorbeeld Norwich voor een driedubbel loon? Dan speel ik liever weer Champions League met AA Gent. Het moet een club met grotere ambities zijn. Geen counterploeg ook, maar een team dat dominant speelt.’

Dan komen we in Spanje terecht. Vanhaezebrouck zei het zelfs voor de match tegen Valencia: ‘Sven is onze Dani Parejo, hij kan mee bij een Spaanse topclub.’

SVEN: ‘Als ik écht mag kiezen, dan het liefst Spanje. In onze CL-groep sprak het technische voetbal van Valencia mij ook het meest aan, meer dan het directe spel van Zenit.’

Probleem: Michel Louwagie vraagt twintig miljoen euro.

SVEN: ‘AA Gent mag er wel een mooie som aan overhouden, maar dát is toch wat overdreven.’

Als je naar de transferwaardes kijkt van de spelers uit het CL-elftal…

LUDO: (pikt meteen in) ‘490 miljoen in totaal! Terwijl de website Transfermarkt Svens prijs op amper zes miljoen schat…’

SVEN: ‘Ja, maar Ronaldo alleen kost al 110 miljoen, hé.’ (lacht)

NAAR AZIË OF FRANKRIJK?

Los van een mogelijke transfer: hebben jullie al plannen voor juni en juli?

LUDO: ‘Op vakantie gaan, hé.’

SVEN: ‘Dan is de voorbereiding met Gent al begonnen zeker?’

CAROLINE: ‘Meestal gaan wij eind mei op reis, direct na de play-offs.’

SVEN: (bij wie de euro plots valt) ‘Juist! Juni en juli: het EK!’

Je gaat ervan uit dat je moet thuisblijven?

SVEN: ‘Het zit duidelijk niet in mijn hoofd, hé (lacht). Natuurlijk zou ik superblij zijn met een selectie, maar nu houdt me dat niet bezig, net als de Gouden Schoen trouwens. Daar wordt in de kleedkamer amper over gepraat. Alle focus op AA Gent, dan pas volgen (misschien) de Duivels.’

LUDO: ‘Op de Gouden Schoen en een EK-selectie heeft Sven geen vat, op zélf goed spelen wel.’

Hebben de Belgen in het buitenland voor het EK een streepje voor?

LUDO: ‘Niet voor mij, maar voor Wilmots… Daar moeten we, ondanks Svens topprestaties in de Champions League, realistisch in zijn.’

KEVIN: ‘Voor de interlands tegen Italië en Spanje zei iemand me dat hij het schandalig vond dat Sven eerst niet bij de selectie zat. Toen ik antwoordde dat ik Wilmots ergens kon begrijpen – voor een coach is het makkelijker om de laatste nieuwkomer opzij te schuiven -, werd die mens kwáád op mij. Dat ik, als broer, zóiets kon zeggen!’

SVEN: ‘Er is nu eenmaal een overvloed aan topspelers op mijn positie, hé.’

Caroline, je zult dus toch op reis kunnen vertrekken.

CAROLINE: ‘Sven belooft al drie jaar dat we naar Azië gaan – die boeken liggen hier trouwens nog ergens.’

SVEN: ‘Ik heb ze ver weggestopt, bij het opruimen (lacht). Ik zie dat wel zitten, alleen kwam er de laatste jaren telkens iets tussen. En als ik in juni weer moet kiezen…’

CAROLINE: ‘Ludo, dan ga jij wel met mij naar Azië, hé?’

LYDIA: ‘Ela, en ík dan?’ (algemeen gelach)

DOOR JONAS CRETEUR EN FREDERIC VANHEULE – FOTO’S KOEN BAUTERS

‘We genieten nu wel van alle lof, anderzijds relativeren we die ‘hype’ ook wel. We hebben de andere kant van de medaille gezien, hé.’ – VROUW CAROLINE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content