Net als Honour Gombami groeide Vusumuzi Prince Nyoni op in een buitenwijk van de Zimbabwaanse stad Bulawayo. ‘Ik ben gek van voetbal,’ zegt hij, ‘maar ik speel het spel nu vooral voor een beter leven voor mijn familie.’

Naast het tv-toestelletje staat een spreuk. Hard times never kill, they come and pass. Moeilijke tijden doden niet, ze komen en gaan. Behalve zijn ouders, zijn jongste zus (11) en zijn broer (8), zitten ook een tante en twee neefjes mee aan in hun huisje in de buitenwijk Makokoba. Het is vooral pater familias Dumisani Nyoni die het woord voert. Achter de smile van het Zimbabwaanse volk is niet alles rooskleurig, merkt hij op. De geldontwaarding stopt maar niet, de armoede neemt toe, aids blijft veel slachtoffers maken.

Vusa (25) is kostwinner van de Nyoni’ s. Hij zorgt er ook voor dat zijn oudste zus (20) in Johannesburg (Zuid-Afrika) kan studeren. “Zijn voetbaltalent heeft hij van mij”, zegt vader Nyoni. “Maar dat hij zo’n begenadigd danser is, dankt hij uitsluitend aan zijn moeder, moet ik bekennen.” Dumisani Nyoni speelde van 1982 tot 1994 voor Highlanders FC, topclub uit Bulawayo waar zijn oudste zoon het tot international schopte. “Vusa is gepassioneerd, hij eet, drinkt en slaapt voetbal”, vertelt hij. “Hoewel, ik weet natuurlijk niet wat hij in België uitspookt ( lacht). Zolang hij hier woonde, behoedden we hem voor slechte invloeden. In de mate van het mogelijke behandel ik hem nog altijd als een kind, want in voetbal kan er veel fout gaan. Hij zal bijvoorbeeld nooit een document tekenen alvorens met mij te overleggen.”

Gebroken ruiten

“Als het over Zimbabwe gaat, wordt er gemakkelijk overdreven”, vindt Vusa Nyoni. “In mijn land sterven geen mensen van de honger zoals wordt beweerd. Er wordt in de media vaak gefocust op wat negatief is, merk ik, en zo ontstaat een verkeerd beeld. Westerlingen houden er bovendien van hun eigen normen te projecteren op Afrika en dat klopt ook niet.

“Zelf verloor ik ook nog geen familieleden en vrienden aan aids.

“Sinds 2002 ongeveer gaat het minder goed met Zimbabwe. De situatie is heel complex. Ik ben niet thuis in de politiek en zal er daarom ook geen uitspraken over plegen, maar ik geloof wel in verandering. Harde tijden komen en gaan.

“Mijn jeugd was zorgeloos. Als kind speel je en geniet je van het moment zelf. Ik was nogal druk, schijnt het.

“Wat ik mij vooral herinner, zijn gebroken ruiten. Als het niet met de katapult gebeurde, dan met de bal ( lacht).

“Ik was dol op taart. Ooit, toen ik weer eens aan het zagen was, bakte mijn tante voor mij een taart voor wel twaalf man. Ze zette ze samen met een grote fles cola voor mij en ik moest ze helemaal alleen opeten tot ik er ziek van werd.

“Nooit kwam ik iets te kort. Mijn ouders gaven mij alles wat ik nodig had, niet alles wat ik wou ( lacht). Eten, kledij, educatie.

“Wij zijn christenen, mijn familie gaat elke zondag naar de katholieke kerk. Ik bid ’s ochtends en ’s avonds. Het geeft mij kracht, het helpt mij me te concentreren op het goede. Wat het leven brengt, weet je niet, maar alles wat er gebeurt, heeft een reden, is mijn overtuiging. Het belangrijkste om grote dingen te kunnen realiseren, is de kleine dingen met aandacht doen.

“Voor een wedstrijd luister ik op mijn iPod altijd naar Zuid-Afrikaanse gospel ( op het evangelie gebaseerde, godsdienstige muziek, nvdr). Het ontspant mij en geeft mij motivatie, geloof in mezelf en in het leven.

“Eigenlijk ben ik zo ongeveer altijd naar muziek aan het luisteren. Het meest hou ik van r&b en kwaito ( Zuid-Afrikaanse dansmuziek met traditonele Afrikaanse elementen en rap, hiphop, r&b, reggae en house, gekenmerkt door een traag tempo, nvdr).”

Accountant worden

“Als kind wou ik accountant worden, of manager”, bekent Vusa Nyoni. “Je ziet mensen die het beter hebben dan jij en wil zijn zoals zij. Later is de droom om in Europa profvoetballer te worden sterker geworden. Mijn eerste idolen waren Zimbabwaanse spelers: mijn vader, Mandinda Ndlovu, Ronald Sibanda, …

“Ik begon te voetballen op straat en op school en met dertien jaar ging ik naar Highlanders FC, ongeveer een kilometer hier vandaan. Daar leerde ik Honour ( Gombami, nvdr) kennen. Met zestien verhuisde ik naar Amazulu FC, een andere topclub in de buurt. Ik bleef er vijf seizoenen en keerde dan terug van waar ik kwam.

“Vroeger was mijn bijnaam ‘ Bgcebhe‘, ‘de Dunne’. Ik was nogal smal, ik moest in die tijd de bovenboord van mijn voetbalbroekje oprollen anders kwam het veel te hoog ( lacht). Maar mijn echte naam is natuurlijk Prince, de prins ( lacht)! Want ik ben ervan overtuigd dat er altijd een reden is waarom je een bepaalde naam krijgt. Kijk naar Honour: hij die geëerd wordt. Dat klopt ook, hé?! ( lacht)

“Mijn vader kreeg snel in de gaten dat ik talent had. Hij stimuleerde mij om het niet te vergooien, benadrukte ook het belang van talenkennis. Mijn moeder maakte zich ongerust, hij was heel strikt en hield mij in de gaten. Er kan veel mislopen in de jeugdjaren. Wat ik ook altijd te horen kreeg, was dat mijn entourage belangrijk was, maar dat ik in de eerste plaats op mezelf moest rekenen: wat ik presteerde, was het allerbelangrijkste. Ik moest het zelf doen, ik moest verantwoordelijkheid leren opnemen.

“Honour vonden ze thuis een goede vriend voor mij. Met hem kon ik gerust op stap gaan. Ze wisten dat hij ernstig was, en gefocust op voetbal.

“De realiteit is nu dat jongens die destijds veel beter waren dan Honour en ik het niet maakten. Die leven nu in het verleden. ‘Ik speelde nog met hen’, zeggen ze, ‘en ik was beter.’ Alles hangt in het leven af van wat je wilt bereiken en wat je ervoor overhebt.”

Dankbaarheid

“Via Methembe ( Ndlovu, trainer van Highlanders FC, nvdr) en de Engelse manager Richard Glass ( niet door de FIFA erkend als spelersmakelaar, nvdr) kwam ik twee jaar geleden bij Cercle Brugge terecht”, besluit Vusa Nyoni zijn verhaal. “Dat was een droom die werkelijkheid werd. Ik weet zeker dat mijn vader diep van binnen zeer gelukkig is dat ik nu in Europa speel. Hijzelf kreeg daar nooit de kans toe.

“Vorig seizoen tekende ik een verbeterd contract tot 2011, maar kreeg ik aanvankelijk niet veel speelgelegenheid. In de terugronde kwam ik in de ploeg als linksachter. Ik ben blij dat ik er weer in sta, maar van nature ben ik toch meer aanvaller dan verdediger. Zulke dingen gebeuren wel eens in voetbal. Honour is dan weer een centrale middenvelder, maar bij Cercle wordt hij tot nu toe op de rechterkant gebruikt.

“Omdat ik ambitieus ben en dit wellicht niet mijn laatste club is, zit ik nu bij Jacques Lichtenstein van Eleven Sports Management. Honour zette als eerste de stap en mijn gevoel zei mij dat ik het ook moest doen.

“Ik ben gek van voetbal, maar ik speel het spel nu vooral voor een beter leven voor mijn familie. Uit dankbaarheid voor wat mijn ouders voor mij deden, ben ik heel blij dat ik er nu op die manier kan zijn voor hen.

“Behalve een goed voorbeeld te zijn voor de jeugd, hoop ik op een dag ook financieel te kunnen bijdragen tot een betere toekomst voor het vele voetbaltalent in Zimbabwe. Wij zijn uitzonderingen, de meesten krijgen niet zulke kansen. Hier zijn geen voetbalacademies zoals in bijvoorbeeld Kameroen. Het raakt ons dat in ons land veel talentrijke kinderen die dromen van een profcarrière in Europa bij voorbaat kansloos zijn.” S

door christian vandenabeele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content