Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Geld liegt niet : met Lierse-La Louvière (7-0) was méér aan de hand dan alleen maar een spelersboycot. Maar wát ? ‘We zijn in de val gelokt’, zeggen enkele door het bondsparket ondervraagde betrokkenen.

Welke club wil nu nog een speler die toegeeft dat hij een wedstrijd heeft weggegeven uit protest tegen zijn voorzitter ?” Aldus de sportieve baas van een club uit de eerste klasse na de bekentenis van Gunter Van Handenhoven tien dagen geleden in Studio 1. In zijn ogen heeft de speler van Lokeren afgedaan. Van Handenhoven was de aanvoerder van La Louvière toen dat op de slotspeeldag van vorig seizoen met een onwaarschijnlijke 7-0 verloor tegen Lierse. Een protestactie tegen voorzitter Filippo Gaone, zegt hij nu, omdat die hen, de spelers, al maanden niet meer correct betaalde. Volgens de aanvoerder nam hij vlak voor de aftrap zelf het initiatief om met de hele ploeg niet voluit te gaan. “Ik heb het met plezier gratis gedaan”, zei hij nog.

Een broodspeler die met opzet zijn wedstrijdpremie laat schieten ? Vreemd verhaal. Vooral omdat premies voor de modale voetballer in België een aanzienlijk deel van zijn inkomen uitmaken. En zeker ook wanneer het voor de derde keer in amper twee maanden tijd gebeurt. Op 2 april 2005 stuurt trainer Albert Cartier tegen Club Brugge een volledig B-elftal het veld op. Geen (werkeloze) titularis die zijn stem verheft. Een week later tegen Bergen staat La Louvière weer op zijn sterkst, maar dat is er niet aan te zien en zonder veel verweer gaat het met 4-1 de boot in. Een collectieve offday, heet het achteraf diplomatisch, maar Gaone verdenkt zijn spelers van sabotage en dreigt met een grote schoonmaak.

“Wie zich wil wreken op zijn voorzitter,” begrijpt een andere clubleider het niet, “zorgt er toch juist voor dat hij een éxtra premie moet betalen ? Die wil winnen.” Niet Van Handenhoven dus, daarin bijgetreden door Wagneau Eloi (nu bij SV Roeselare). Volgens het reglement van de Belgische voetbalbond hebben beide werkweigeraars zich daarmee schuldig gemaakt aan competitievervalsing. De straffen zijn niet licht : wie moedwillig zijn ploeg verzwakt, riskeert een schorsing van minstens een jaar. Afgaand op de bekentenissen van Van Handenhoven en Eloi betekent dit dat nog minstens negen andere spelers hetzelfde lot boven het hoofd hangt. Afgelopen maandag werden de eersten onder hen door het bondsparket opgeroepen voor ondervraging. De doelmannen Michaël Cordier en Daniel Benoît beten de spits af.

Gegijzeld

“Maar”, bestrijdt Olivier Guilmot dat ze een straf riskeren, “dan moeten al die spelers ook niet honderd procent voluit zijn gegaan, hé. Dé vraag is dus : ging iedereen die avond wel akkoord om met de handrem op te spelen ?”

Guilmot volgde Van Handenhoven dit seizoen op als aanvoerder van La Louvière. Zijn versie van de gebeurtenissen die onzalige zaterdagavond in mei verschilt enigszins van die van zijn voorganger. “Mij zijn ze het komen zeggen vlak voor de opwarming”, blikt hij terug. “Maar ik wist er al van : bepaalde spelers hadden me voordien al aangesproken. De avond voor de wedstrijd was er ook een bijeenkomst geweest, met onder anderen de clubmanager, omdat er nog enkele problemen geregeld moesten worden. Daar heb ik gezegd dat ik helemaal niet akkoord ging : ik ben een werknemer, de club is mijn werkgever, wat zou ik mijn best niet doen ? Ik ben aan de match begonnen, maar toen ik zag dat zij hun plan wel degelijk uitvoerden, heb ik om mijn vervanging gevraagd. Bon, ik was wel geblesseerd, maar in normale omstandigheden zou ik zeker blijven staan zijn : zo erg was het niet. En ook zonder die blessure zou ik in de rust alleszins geweigerd hebben om verder te spelen. Het is dus niet omdat er één zegt dat hij niet voluit is gegaan, dat de rest hetzelfde heeft gedaan.”

Jij ging niet akkoord.

Olivier Guilmot : “Wees maar zeker van niet ! Dat heb ik de twee, drie spelers die me zijn komen vinden ook gezegd.”

Wie waren dat ?

Guilmot : ” Mario ( Espartero, nvdr) heeft me erover gesproken, Gunter ook. Het was hún beslissing : ze hebben ons niet gevraagd of we het ermee eens waren. Hoeveel spelers er uiteindelijk hebben meegedaan, weet ik niet, maar mijn standpunt was duidelijk. Daarom heb ik na twintig minuten ook beslist : ik stap van het veld.”

Je hebt je in de rust enorm boos gemaakt in de kleedkamer.

Guilmot : “Is dat niet normaal ?”

Toyes en Eloi zouden ook tot de initiatiefnemers hebben behoord.

Guilmot : “Eloi heeft me er nooit over gesproken, Toyes ook niet. Mario wel. Ik zei hem dat ik niet meedeed omdat we zo onze premie op het spel zetten, maar dat hadden zij ervoor over. Hij heeft me geantwoord : ‘Dan speel je niet.’ Voor mij was dat geen optie : in mijn ogen zou ik dan al een fout begaan tegenover mijn werkgever. Ik had dus geen keus. Uiteindelijk heb ik voor de minst slechte oplossing gekozen, vind ik. We zaten niet dik in de spelers : door het grote aantal geblesseerden stonden er veel jonge gasten in de ploeg die avond. Uiteindelijk hebben ze tegen ons, de jongeren, gezegd : ‘Jullie spelen een normale wedstrijd.’ Dat is niet onbelangrijk, me dunkt.”

Een cadeau was het niet. Stel je in de plaats van Michaël Cordier, jullie jonge doelman : krijgt hij eindelijk een kans, weet hij dat de ballen hem rond de oren zullen vliegen.

Guilmot : “Daarom zeg ik ook dat het geen goed idee was. Ze zegden ons om voluit te gaan, maar eigenlijk werden we gewoon gegijzeld. Wat Michaël daar heeft meegemaakt : da’s niet plezant, hé. Maar we konden er toch niet allemaal afgaan ?”

Michaël Cordier : “Voor de wedstrijd zijn bepaalde spelers me komen zeggen : ‘Michaël, speel je wedstrijd zoals anders, doe niet zoals wij, want wij hebben een probleem met de voorzitter.’ Zij zijn niet voluit gegaan. Helaas heeft zich dat tegen mij gekeerd. Ik heb nog enkele ballen gepakt, maar als er geen ploeg voor je staat, sta je machteloos. Ik kon er toch moeilijk ook afgaan in de rust ? Ik verving Silvio ( Proto, nvdr) al en Daniel Benoît ( toen de derde doelman, nvdr) was pas negentien. Moest ik hém dan door die hel laten gaan ?”

Silvio Proto zou zijn reputatie én transfer niet in gevaar hebben willen brengen en daarom een lichte blessure hebben voorgewend.

Guilmot : “Dat wist ik zelfs niet : ik dacht echt dat hij geblesseerd was. Nog niet zo lang geleden heb ik het Michaël eens gevraagd, of Silvio geblesseerd was, en hij zei : ‘Neen.’ Ik veronderstel dus dat Silvio inderdaad op de hoogte was en dat hij bang was dat het zich tegen hem kon keren.”

Cordier : “Ik weet daar niets van. Ik heb hem geloofd toen hij zei dat hij geblesseerd was.”

Volgens Van Handenhoven waren jullie al een hele tijd niet meer betaald.

Guilmot : “Sommige spelers hadden problemen, dat ga ik niet ontkennen, maar niet allemaal. Hoe dan ook ging ik niet akkoord met hun manier om te reageren. Bovendien stond ze helemaal niet in verhouding tot het probleem. En zelfs dán zou het nooit in mij opkomen om zoiets te doen. Hoe kan je nu, als werknemer van je club, weigeren om te spelen ?”

Cordier : “We zaten allemaal in hetzelfde schuitje : Quantin Durieux, Olivier Guilmot, ik. De jongeren dus. Tegelijk was dit een kans om ons te tonen in de eerste klasse. Hoe wil je dan dat ik had gereageerd ? Tenslotte was ik slechts de tweede doelman en was het pas mijn derde wedstrijd in eerste. Ik heb die avond mijn uiterste best gedaan. En wat er ook wordt gezegd : wij hebben ons nergens akkoord mee verklaard. De trainer zet de ploeg, wij moeten voetballen. Maar dat het niet prettig is voor een jonge doelman om zeven doelpunten rond de oren te krijgen, dat kan ik je wel verzekeren.”

Hebben jullie het er achteraf nooit meer over gehad ? Uiteindelijk blijkt die avond bijna een halve ploeg te zijn bestolen door de andere helft.

Guilmot : “Wat wil je : dat ik ze had afgedreigd ( lacht) ?”

Cordier : “Ik ben door mijn ploegmaats in de val gelokt. Als ze me daarvoor willen schorsen, neem ik een advocaat in de arm en stap ik naar het parket om te zeggen dat ik er niks mee te maken had, ook al wist ik dat sommige spelers niet voluit zouden gaan. Ik was pas twintig, ik heb nooit een betalingsprobleem gekend. Het is niet gemakkelijk als 21-jarige in een club als La Louvière, maar ik ga mijn carrière niet op het spel zetten met zulke conneries. Ik herhaal het : we zijn in de val gelokt.”

Zou er, behalve een boycot van de voorzitter, nog iets anders achter de actie hebben gezeten ?

Guilmot : “Die vraag heb ik me ook gesteld ( lacht). Met wat we nu weten, is dat nog niet zo’n gekke gedachte. Maar of het ook waar is, weet ik niet.”

Beenhouwerswerk

Karl Dhont weet het wél. “Geld liegt niet”, zegt hij. “Als er op één wedstrijd een groot bedrag wordt ingezet, is er iets aan de hand. Lierse-La Louvière was zo’n wedstrijd, Bergen-La Louvière ook. En dan heb ik het niet over Betfair, maar over de echte grote, Aziatische bookmakers. Ik kijk nóóit naar Betfair.”

Dhont werkt onder meer samen met internationale bookmakers in hun strijd tegen fraude op het internet bij sportweddenschappen. Enkele maanden geleden stapte hij met zijn informatie naar het Brusselse parket. “Vorig seizoen zag ik het maar één keer om de vijf, zes, soms acht weken gebeuren. Zoveel aanwijzingen had ik dus niet dat er iets aan de hand was. Het heeft lang geduurd voor mijn frank viel. Bijna een volledig seizoen.”

De laatste wedstrijd uit de Jupiler League waar grote inzetten op te noteren vielen in Azië, was La Louvière-Westerlo (0-3). Sinds die 10de december 2005 heeft Dhont het niet meer zien gebeuren. Maar wát hij toen zag, was ook voor hem du jamais vu. Dhont : “La Louvière-Westerlo was zó’n vreemde wedstrijd ! Die beelden heb ik waarschijnlijk wel dertig keer herbekeken. Er was in Azië zwaar ingezet op total goals : er moesten dus minstens drie doelpunten vallen. Toen het kort voor het einde nog 0-1 stond, dacht ik : misschien is er iets verkeerd gelopen. Maar dan vallen plots die twee buitenspelgoals. Twee keer wordt flagrant buitenspel niet gevlagd en toch reclameren die spelers van La Louvière niet. Anderzijds : als het dan toch 0-3 moest worden, waarom zet de verdediging van La Louvière die Westerlo-aanvallers dan buitenspel ? Niet vergeten dat er ook heel zwaar was ingezet op een uitoverwinning van Westerlo. Ye was al naar China gevlucht, zijn naam was genoemd, je denkt : nu bezint die organisatie zich toch even. Maar dan gebeurt er dus iets wat we nog niet eerder hadden gezien ! Zelfs wij stonden ervan te kijken hoeveel geld er nog op een Belgische wedstrijd gespeeld kon worden in Azië. Van dan af ben ik alles anders gaan bekijken, en denk ik : misschien zijn hier wel twéé groepen tegen elkaar bezig.”

En zo belanden we weer bij die fameuze Lierse-La Louvière van eind vorig seizoen. Zoals met La Louvière-Westerlo was ook met deze wedstrijd – een duel zonder enig sportief belang – veel geld te verdienen op total goals. Met wat ondertussen bekend is over de infiltraties van Zheyun Ye in Lier, staat Dhont daar niet van te kijken. Maar waarom 7-0 ? “Beenhouwerswerk”, noemt hij het, verwijzend ook naar de beruchte 8-0-nederlaag van het Finse Allianssi in zijn eerste wedstrijd met Ye en de Belgen Olivier Suray en Thierry Pister aan het roer. “In beide wedstrijden heeft men niet uitgeblonken in fijnzinnigheid.”

Parallel circuit

Het is niet ondenkbaar dat in Lierse-La Louvière de spelersboycot bovenop de gewone gokmanipulatie kwam. En dat grote, internationale gokkers voorkennis hadden van de afspraak om het op 7-0 in plaats van op 3-0 of 2-1 te laten aankomen. Op dezelfde manier kan Bergen-La Louvière initieel een klassiek geval van omkoping zijn geweest om Bergen in de eerste klasse te houden : wie weet dat de bezoekers uit La Louvière niet voluit zullen gaan, kan ver weg van hier in Azië met redelijke kans op succes een lucratief gokje wagen. Vaak hebben de grote gokkers – daarom zijn ze ook groot – een wijdvertakt netwerk rond zich, met daarin ook voetballers die hen van informatie voorzien. Bovendien houd je een boycot, zoals die van Van Handenhoven & co, niet zomaar geheim. Talloze insiders waren op de hoogte. Op die manier ontstaat relatief gemakkelijk een parallel circuit, waarmee sommigen bijkomend munt proberen te slaan uit een al bestaand systeem.

Zelfs een expert als Dhont zit ondertussen met meer vragen dan antwoorden. “Er zijn zoveel puzzelstukjes die waar zijn,” zegt hij, “maar ze passen niet. Misschien is er inderdaad een tweede, parallel circuit dat voorlopig buiten schot blijft.”

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content