AA Gent miste zijn seizoenstart niet. Het voetbal kan nog veel beter, zegt aanvoerder Sven Kums, maar het vertrouwen is aanwezig. Hij praat over de band met zijn ‘vaste’ trainer, het ongenoegen bij Zulte Waregem na zijn transfer en de pogingen om een voetballersbestaan te combineren met studie.

Dilbeek. Waar Vlamingen thuis zijn. Sven Kums (26) zeker. Hier groeide de middenvelder op, hier bouwt de Vlaams-Brabander zijn huis dat in maart klaar moet zijn, hier liep hij school, bij meester Jo onder meer, die goeie herinneringen heeft aan zijn leerling van het zesde. Het is wederzijds, al vond Kums in het zesde leerjaar de lessen vooral leuk als het weer uitstekend was. Want dan trok de meester met de hele bende naar buiten voor een praktijkles en werd er niet zoveel gedaan.

Buiten loopt hij nog altijd. Kums maakte van zijn hobby toen, voetballen op de speelplaats en in de tuin, zijn beroep. Opgeleid bij Anderlecht, dan even zoeken en zijn draai trachten te vinden. Lierse, Kortrijk, vervolgens het avontuur in Nederland bij Heerenveen, waar hij karakter kweekte, en sinds vorig seizoen terug in de Jupiler Pro League. Na één jaar Zulte Waregem nu zijn eerste maanden bij AA Gent. Luisterend naar de tips van Bernd Thijs, de nieuwe assistent en indertijd ook de regelneef op het middenveld. Niet helemaal vergelijkbaar als speler, maar ook houdend van een rustige aanpak. Zeker niet scheldend.

Hij is al aanvoerder zelfs, niet vanzelfsprekend voor een nieuweling in een kleedkamer die woelig heet te zijn. Kums vindt dat nog meevallen: “Ik maakte al erger mee”, zegt hij. “Zelfs met de zogenaamde moeilijke jongens heb ik nog geen enkel probleem gehad. Deze groep hangt goed aan elkaar.”

Dat er in een grote kern teleurgestelde spelers zijn, beschouwt hij als normaal. “Ik heb dat overal gezien, bij jongens die niet spelen of naast de selectie vallen. Maar ze blijven werken. Dat zie je ook bij HabibHabibou. En vroeg of laat krijgen ze dan wel hun kans.”

Brutaal

Dat zijn integratie vlot loopt, heeft ook met een Kortrijkverleden te maken. Kums deelt nu weer de kleedkamer met wat oude bekenden van toen, zoals Dejaegere, Belhocine, Gershon en Oussalah. Met de trainer en een aantal van hen delen ze zelfs de manager, MogiBayat. “Bovendien kende ik nog anderen als vroegere tegenstander”, weet Kums. “Dat maakt het allemaal iets makkelijker. Anders dan in Nederland, waar ik moeite had om me aan te passen aan het voetbal. Ik was hier zone gewoon, maar daar moest je overal je man volgen.”

Toch helpen zijn twee jaar bij Heerenveen hem nu ook. Toen de Vlaams-Brabander op zijn achttiende bij Anderlecht kwam piepen, was hij heel bedeesd. Zijn aard, al raak je niet tot de rand van de A-ploeg zonder van je af te bijten. Toen ze hem na twee jaar Nederland en eentje in Waregem opnieuw ontmoetten in de Gentse kleedkamer, wisten Gershon, Belhocine of Oussalah amper wat ze zagen. “Ik was veranderd, vonden ze”, stelt Kums. “Directer en brutaler. Op dat punt leerde ik veel in Nederland, waar ze in mijn ogen nogal brutaal waren. Ook de Friezen, allemaal. Op den duur zit dat ook in jou. Ze hebben er ook een ongelooflijke winnaarsmentaliteit, nooit zomaar een matchke op training waarin het hen niet kan schelen of ze winnen dan wel verliezen. Altijd volle bak. En constant discussie. Mocht ik vroeger wat Hollandser zijn geweest, mijn zeg hebben gedaan binnen de club, dan was ik misschien nog langer bij Anderlecht gebleven. Maar dat weet je niet.”

Is het nog een droom, Anderlecht? Kums: “Het is lang een droom gewéést, daar nog eens te kunnen tonen wat ik in mijn mars heb. Nu niet meer. Iedereen maakt zijn eigen weg, ook ik. Er zijn nog clubs in de wereld.”

We testen even zijn brutaliteit. Wat Steven Defour kan, kan jij ook?

Even klinkt een voorzichtig: “Jaah.” Maar zo brutaal is hij dus nog niet, de rem gaat direct op. Wel deze bedenking: “Zes miljoen euro is toch véél geld.”

AA Gent, dat al een paar keer hem probeerde binnen te halen (Kums: “De ene keer zochten ze echter een aanvallende middenvelder en een andere keer had ik mijn zinnen gezet op Nederland”) betaalde veel minder. Anderhalf miljoen euro plus het afstaan van vijftig procent op de transferrechten van IbrahimaConte. Niet mis, oppert Kums, voor een voetballer voor wie Zulte Waregem een jaar geleden slechts vijftigduizend euro betaalde. “Sommigen (lees: trainer Francky Dury, nvdr) vinden het te weinig, maar ik vind het niet mis.”

De man van Hein

Bij deze wil hij een misverstand rechtzetten. Het klopt niet dat Kums de trainingen van Dury afkeurde. “Er is daar wat commotie rond ontstaan”, zegt de controlerende middenvelder. “Hein Vanhaezebrouck kijkt naar de wedstrijd, analyseert wat slecht loopt en daarop werkt in de week erna. Dury houdt van regelmaat, een vast stramien. Dat werd slecht geïnterpreteerd.”

Desgevraagd wil hij het nog verder verduidelijken. “Op Standard wilden we met Gent in de tweede helft op de counter spelen”, zegt Kums. “Maar we voerden dat heel slecht uit. Daar probeert de trainer dan op training op te werken. Met beelden en oefeningen op de omschakeling. Dury houdt van een opwarming, pas- en trapvormen, positiespel en een wedstrijdje. Telkens andere oefeningen, dat wel. Het zijn keuzes die een trainer maakt.”

Met Vanhaezebrouck is de band intens. Kums: “Altijd al. Toen ik in Heerenveen zat, bleven we contact houden. Berichtjes gestuurd, een paar keer gebeld. Toen ik vorige zomer naar België terugkeerde, wilde hij me heel graag opnieuw bij Kortrijk. Maar voor mij was Zulte Waregem toen een betere keuze. Europees voetbal, een heel goeie ploeg…”

“Een leider, zuiver in de aanname, teamspeler, weinig tot geen balverlies.” Een grote lofzang komt uit de mond van Hein Vanhaezebrouck als die het over Sven Kums heeft. “Het is positief dat hij mij veel vertrouwen geeft”, grijnst de middenvelder. “Elke speler heeft dat ook nodig, denk ik. Ik probeer de taken die hij meegeeft zo goed mogelijk uit te voeren.”

Zes of acht

Waartoe leidt het straks allemaal? Het eerste doel is al gehaald, de competitiestart werd niet gemist. Dat leidde wel tot wat zenuwachtigheid in de beginfase, bij Cercle (0-0), thuis tegen KV Mechelen (3-1, na een 0-1), de eerste afspraak in de Ghelamco Arena. Daar pakte AA Gent tegen de topclubs vorig seizoen slechts 1 op 21. In de aanloop naar de thuismatch tegen Zulte Waregem (3-1) herinnerde Vanhaezebrouck zijn spelersgroep daar nog eens aan.

Is Gent een topclub? “Voor mij wel, ja”, beweert Kums. “Ze hebben het publiek, het stadion en de spelers van een topclub. Alleen de resultaten bleven de laatste jaren uit. Toen ik tekende, had ik een goed gevoel bij wat er mogelijk is. Dat wordt nu bevestigd. We pakken de punten, al kan het nog veel beter. Het spel is niet súper, maar Gent heeft wel een groep die er voor gaat, veel loopt en uitpakt met duelkracht. Zo proberen we het verschil te maken.”

Met Kums in de rol van verbindingsman, een schakelrol. “Dat was vroeger ook mijn beste positie”, beseft hij. “Ik speelde altijd op zes of acht. Ik heb liever het spel voor mij dan dat ik met de rug naar doel voetbal. Dan verlies ik te veel kwaliteiten. Ik ben ook te weinig doelgericht voor een aanvallende middenvelder. Anderen moeten scoren. Ik blijf meer iemand die een ploeg doet draaien, het ritme bepaalt. Dat moet hier allemaal nog groeien. Niet vergeten, het was weer een zomer met veel transfers. Bij Zulte Waregem duurde het ook even voor Thorgan Hazard, die ook graag de bal voelt, en ik op elkaar waren ingespeeld. Hier in Gent schuift RenatoNeto graag in. Daar heb ik geen probleem mee, ik heb toch liever het spel voor mij.”

DOOR PETER T’KINT EN FRÉDÉRIC VANHEULE – BEELDEN BELGAIMAGE

“Mocht ik vroeger wat Hollandser zijn geweest, mijn zeg hebben gedaan binnen de club, dan was ik misschien nog langer bij Anderlecht gebleven.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content