Afgelopen vrijdag verlengde Juan Carlos Garrido zijn contract bij Club Brugge met één seizoen. Waar leerde de Spanjaard de stiel? Op stap door Valencia, El Puig en Vila-real, waar hij werkte met een van de sterren van het Spaanse voetbal.

Het is nog aardedonker en koud als we op een vrijdagmorgen in januari even voor vijven de snelweg aansnijden richting noorden. Bestemming: Valencia en Vila-real, een dorpje vlak bij Castellón. Op zoek naar de buurt waarin Juan Carlos Garrido (op 29 maart wordt hij 44) opgroeide. Naast ons ligt een print. Geboren in Valencia, zette Juan Carlos Garrido zijn eerste stappen in de wereld van het voetbal op het colegio Escolapios de la calle Micer Mascó. (www.juancarlosgarrido.com)

De eerste bestemming ligt voor de hand: Micer Mascó, een straat met een school, vlak bij de Pont del Real. Een chique buurt, mooie herenhuizen, streng bewaakte gebouwen van de regionale politieke overheid, met bomen die in de zomer hemelse schaduw geven. De ingang van het colegio is stijlvol, hier opgroeien met een bal moet heerlijk zijn. De Pont del Real loopt over de uitgedroogde bedding van de rivier Turia en is nu de sport- en groene long van Valencia. Ondanks een wat nare wind genieten her en der paartjes van de vroege januarizon. En als we twee dagen later terugkeren, zien we dat er druk wordt gevoetbald op de diverse veldjes die in de bedding zijn aangelegd.

Al wandelend doen we een ontdekking: de calle Micer Mascó leidt ons rechtstreeks naar Mestalla, het stadion van Valencia. Als dit de buurt is waar Juan Carlos Garrido schoolliep en leerde voetballen, was hét referentiepunt zeer dichtbij. Want wie was er in de jaren zeventig, toen Juan Carlos Garrido in deze buurt opgroeide, trainer van Valencia? Alfredo Di Stéfano, de legendarische spits van onder meer Real Madrid. Het is trouwens op dit college dat Garrido voor het eerst Jorge Simó ontmoette, zijn turnleraar. Simó is op dit moment fysiektrainer van Club Brugge.

Iets voor vijven ’s avonds ontmoeten we bij Mestalla Francisco García Gómez. Bijgenaamd Paquito, inmiddels 75, al wil hij zelf zijn ware leeftijd niet prijsgeven. “Aan twee soorten mensen vraag je niet hoe oud ze zijn: vrouwen en gewezen voetballers.” In zijn biografie heeft Di Stéfano het over Paquito’s heerlijke passeerbeweging. Negen keer was hij international, de kleedkamer deelde hij naast Di Stéfano ook met FerencPuskas en FranciscoGento. En ruim tien jaar werkte hij samen met Garrido.

Maar voor we het over de trainer van Club kunnen hebben, wil hij nog even naar Mestalla. Op zijn laatste bezoek ligt stof. De portier, te jong om hem te herkennen, wil ons er eerst niet in laten, de ploeg speelt ’s anderendaags een thuiswedstrijd en er gelden strikte veiligheidsmaatregelen, maar als we Paquito introduceren, krijgen we toch het fiat. Als hij in de spelerstunnel die naar het veld leidt, zichzelf op een van de foto’s aan de wand herkent, als onderdeel van de ploeg die in 1971 Spaans kampioen werd, wordt het de man te machtig. Ongegeneerd laat hij zijn tranen lopen.

Na omzwervingen door heel Spanje, eerst als speler, daarna als trainer, streek hij neer bij Villarreal. Daar werd hem op een dag door de zoon van de voorzitter een jonge trainer gepresenteerd: Juan Carlos Garrido. Paquito: “Hun vriendschap was intens. Juan Carlos was een vriendelijke man, die zich binnen de club om iedereen heeft bekommerd. Van de allerjongsten tot de eerste ploeg. Een goede voetballer was hij niet. Raúl, zijn broer, was de voetballer van de familie.”

Samen werkten ze een visie op de jeugdopleiding uit. Paquito: “Juan Carlos heeft zich daar enorm mee beziggehouden. Hij probeerde een soort mentaliteitswijziging te verkrijgen. Hoe? Eenvoudig, en daar was hij goed in: praten, praten en nog eens praten. Als voetballer was hij iemand die – hoe zal ik het beleefd zeggen? – schoppen uitdeelde. Maar als trainer wilde hij meer. Wat hij apprecieerde bij zijn voetballers, waren spelers met karakter. Ze moesten goed kunnen voetballen en techniek hebben, dat was de basis, maar ze moesten zich ook inzetten, karakter tonen. Engagement.”

Hadden ze een vast spelsysteem? Paquito lacht: “4-4-2, 4-3-3, 4-2-3-1, je mag spelers zetten hoe je wil, het essentiële is dat je over mensen beschikt die een bal goed kunnen raken. Domineer je de bal, dan domineer je het spel. Opbouw van achteruit, altijd… En als je dan een goeie spits hebt… Een goeie spits lost negentig procent van je problemen op. Kijk naar wat Villarreal overkwam. Toen GiuseppeRossi nog speelde, scoorde hij aan de lopende band en deed de ploeg het goed. Toen hij zich blesseerde, zakte de ploeg naar tweede.”

Keuken

Dat Garrido in gesprekken, ook terloopse, steeds de volledige aandacht van zijn spelers eist en hen desnoods terechtwijst als ze ondertussen nog wat anders doen, verrast Paquito niet. “De eerste dag dat je in een kleedkamer binnenstapt, is de belangrijkste. Dan zie je, als je aandachtig bent, of spelers je aanvaarden. Als je dan niet de volledige aandacht van de spelers hebt, als de ene nog wat met zijn buurman zit te fezelen en een ander prutst aan zijn schoenen, adiós de opdracht. Maar als je een kleedkamer binnenstapt en ze kijken allemaal naar je, dan kan je aan de slag. In een soort van vader-zoonrelatie. Je moet je voetballers een beetje beschouwen als je kinderen, veel met hen praten, hen herinneren aan dingen die ze goed kunnen, hen kalmeren als het nodig is. En dan, als het klikt, gaan ze door het vuur voor jou.”

Als we naar de auto wandelen, schiet hem nog een verhaal te binnen. Ik moet het opschrijven, benadrukt hij, omdat het symbolisch is. Paquito: “Ik herinner me plots een verhaal van Bobby Charlton. Die wilde op een dag een gesprek met zijn trainer. ‘Ik train elke dag maar ik speel niet. Hebt u mij niet graag misschien?’, vroeg hij. ‘Waarom zou ik je niet graag zien?’, antwoordde de trainer. Hij nam hem mee naar buiten en zei: ‘Zie je deze muur? Elke dag kom je een uur vroeger en blijf je een uur later dan de rest. En je speelt de bal tegen de muur, afwisselend met beide voeten. Links-rechts, links-rechts. Als je dat kan, speel je.’ Zo is Bobby Charlton de voetballer geworden die hij later was. Wat ik daarmee wil zeggen is: als je iets wilt en je oefent hard, dan kan je dingen bereiken. Di Stéfano en ik oefenden soms in de keuken bewegingen die iemand anders ons voordeed. In de keuken, waar we amper plaats hadden!”

El Puig

Op weg naar Vila-real nemen we de kustweg. Via Alboraya komen we in El Puig. Hier, bij Puig CE, begon de trainerscarrière van Juan Carlos Garrido écht. Hij ontmoet er opnieuw Jorge Simó. In de biografie op zijn website noemt Garrido Simó “een beslissend persoon in die fase van mijn leven. Hij maakte in mij de roeping om trainer te worden wakker en wijdde me in in de passie voor training.”

We zijn benieuwd, als we ’s anderendaags het dorpje binnenrijden. Een indrukwekkend gebouw trekt onze aandacht. Een prachtig klooster domineert het hart van dit kleine dorpje. Vergeleken daarbij stelt de accommodatie van de lokale voetbalploeg niks voor. Een oud, vervallen stadionnetje, mét atletiekpiste. Navraag in de kantine levert ook amper wat op. Juan Carlos Garrido? Werkt die nu niet in België? Meer niet.

Nochtans was het hier dat Fernando Roig jr kennismaakte met het werk van Garrido en hem bij zijn vader introduceerde. Wie de Roigs zijn, weten ze hier wel. Steenrijke zakenmensen. We moeten maar eens op de snelweg naar het noorden de afslag Castellón Sur nemen en dan de N340. We kunnen zijn bedrijfje niet missen, lacht er eentje.

Dat lukt ook niet. Indrukwekkend, de bedrijfsterreinen van Porcelanosa. Vroeger was dit landbouwgebied. Specialiteit: citrusvruchten. Her en der zie je nog de sporen, passeer je sinaasappelbomen. Maar aan de einder doemt stof op. Dit is wingebied van de keramiekindustrie. En daar hebben de Roigs, die op verschillende domeinen belangen hebben, zeer veel aan verdiend. En met dat geld hebben ze de sport gesteund. De basketbalclub van Valencia, de voetbalclub van diezelfde stad ook, maar vooral de voetbalclub uit Vila-real, niet meer dan een uit de kluiten gewassen dorp van 40.000 zielen.

Je bent er zo doorheen. In het centrum domineert El Madrigal, waar ze in de tijd van Garrido en eerder Manuel Pellegrini nog ploegen uit de Champions League ontvingen, en nu… tweedeklassers. Er is veel werkloosheid,klaagt de uitbater van La Tribuna. Aan zijn muur hangen veel foto’s uit de goeie tijd. Spelers komen hier geregeld over de vloer, voor een snelle koffie. Ook Garrido, van februari 2010 tot december 2011 hoofdcoach van de ploeg.

“Garrido heeft hier in die periode ontzettend veel pech gehad. Het was een jaar waarin niks lukte. Niet met Garrido noch met een andere coach. Niet omdat Garrido slecht was, het was gewoon de hele ploeg die niet draaide. Hij had wel stijl, de man.” De zaken gaan slecht, zucht hij. “Heel Spanje lijdt, wij ook. Er is veel industrie, maar overal werden er de laatste maanden veel afgedankt. Als er niet wordt gebouwd, lijdt de hele toeleveringsindustrie. De metselaar, de schrijnwerker, de loodgieter, de tegelzetter,… veel mensen werken in de bouw in deze streek.”

Juan kan ervan meespreken. Hij komt van Barcelona, maar week naar hier uit, in eerste instantie voor een vrouw, daarna voor het werk. En hij is gebleven. De crisis is hier het thema van de dag, knikt hij. Van elke dag. De crisis en het voetbal. Juan: “Garrido rekende vooral op de jeugd, op de spelers die hij nog kende vanuit de jeugdopleiding. Maar toen ze een paar keer na mekaar verloren, vloog hij buiten. Het probleem van de ploeg en van haar voorzitter is dat de bouw is stilgevallen. En zonder bouw geen tegelverkoop. Het budget moest naar beneden, het niveau daalde. Pech. Maar Garrido is nog jong, die komt wel terug.”

Ciudad Deportiva

Juan stuurt ons naar de rand van het dorp, waar een prachtige Ciudad Deportiva uit de grond is gestampt. We ontmoeten er Adolfo Abad, die hier al dertien jaar werkt en nu de jeugdopleiding leidt. Abad: “Toen Fernando Roig hier met zijn project begon, kwam Juan Carlos in dienst als director van het jeugdvoetbal. Hij heeft toen verscheidene mensen in dienst genomen, onder wie ikzelf.”

Samen ontwikkelden ze een filosofie. “We wilden het voetbal veranderen, naar een voetbal met zeer veel balbezit. Wij zweren het directe spel niet af, maar als de andere ploeg teruggeplooid is, kan je dat niet gebruiken.” Ze hebben een eigen stempel, maar vergelijken zich graag met Barcelona. “Zij werken al zeer lang op een bepaalde manier, en die levert resultaten op bij een generatie die we stilaan een gouden generatie mogen noemen. Valencia is ondanks de nabijheid minder een concurrent. Veel minder continuïteit, en een heel andere stijl. Veel directer, atletischer, sneller, gebaseerd op zeer goeie aanvallers, en met meer risico.”

Abad gidst ons rond op het complex. Het is zaterdag en er wordt overal gevoetbald. De sportstad beschikt over een pak terreinen en een eigen internaat, want vanaf twaalf jaar moeten ze de kwaliteit uit de buurt aanvullen met transfers. Abad: “Ons voordeel? Acht opleiders, twee mensen die zich bezighouden met studiebegeleiding, een school om de hoek, drie psychologen, een refter, een voedingsdeskundige, vier trainers per ploeg,…” Hij beseft wel dat dit op afbouwen staat, als de ploeg niet terug kan naar eerste. “Jaarlijks kost deze opleiding, die nu al naar beneden is herzien, een smak geld, zo’n 7 tot 8 miljoen euro. We proberen te besparen zonder op kwaliteit toe te geven, maar je snapt dat zoiets moeilijk is.”

Juan Carlos Garrido heeft hij zeer goed gekend, zegt hij. “Een theoreticus die zich, zoals de meesten hier, heeft ontwikkeld tot een man van de praktijk. Als man, als prof. Een bezorgd iemand, temperamentvol, zeer impulsief, zeer autoritair, dat ook, en vrij afstandelijk. Hij ging zeer snel op zoek naar resultaten en wilde die zo snel mogelijk behalen. Als zo iemand doorstoot naar de eerste ploeg, gebeurt het vaak dat het zeer goed gaat, maar kan het ook helemaal tegenslaan. De ploeg speelde niet goed en dan weet je dat je moet gaan. Dan doet het er helemaal niet meer toe of je een harde werker bent, met veel belangstelling voor voetbal. Dan komt er druk, leef je in een andere wereld, wordt je leven bepaald door het resultaat op korte termijn, door de inspiratie van een speler, de pech van een bal op de paal, een blessure. Op zo’n moment krijg je een vervaldatum. Dat is wat hier met hem gebeurde…” ?

DOOR PETER T’KINT IN SPANJE

“Juan Carlos was een vriendelijke man, die zich binnen de club om iedereen heeft bekommerd.” Paquito

“Garrido ging zeer snel op zoek naar resultaten en wilde die zo snel mogelijk behalen.” Adolfo Abad

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content