Het casinoschandaal doet de stad Namen op haar grondvesten daveren. De voetbalclub deelt in de klappen. ‘Union Namen moet nog zeker vijf jaar boeten voor wat hier gebeurd is.’

Het was een zweer die openbarstte, de etter spatte alle kanten uit, en het schandaal deed het casino van Namen en de lokale voetbalclub Union Namur op hun grondvesten daveren. Bruisend is het leven in de hoofdstad van Wallonië. Samber en Maas vloeien er samen, de zomer gonst in de stad, of is het veeleer het geluid van geruchten ?

Het gerucht, bijvoorbeeld, over het triviale begin van het schandaal, maar beginnen niet de meeste schandalen triviaal ? Het was de vrouw van de croupier van het casino die wou scheiden. Op de rechtbank ging ze verklappen dat haar man als croupier van het casino van Namen veel meer verdiende dan de bedragen die hij inschreef op zijn belastingaangifte. Het hek was van de dam. Het volgende ogenblik werd Armand Khaïda, de baas van het casino en de voorzitter van Union Namen, overspoeld door een vloedgolf van gerechtelijke problemen.

Maar in en rond het casino van Namen zijn de geruchten nooit uit de lucht geweest. Met het lawaai van geruchten heeft Namen leren leven sinds de clan-Khaïda er neerstreek. Neem nu de brand in het casino, zo’n twintig jaar geleden. Het concessiecontract met de stad was amper getekend, de inkt was nog nat of daar ging het gebouw in vlammen op. Wat moest men daarvan denken ? Enfin, zeg, wie gelooft nu nog in toeval ? Nee, dat viel als verklaring veel te glad uit. Dan veeleer : een afrekening in het milieu van de maffia. Of een combine om met het geld van de verzekeringspremie een nieuw casino in de steigers te zetten.

Geruchten, geruchten. Wie was die Jozef – vader van Armand – Khaïda ? Ineens zette hij voet aan de grond in Namen. Een onguur sujet. Een pied-noir van origine – u weet wel, een in Algerije geboren Fransman, in de tijd dat Algerije nog een Franse kolonie was. En wat sleurde hij met zich mee ? Een berucht en besmet verleden. Wat wist men over Khaïda ? Dat hij in Frankrijk in het hippische milieu had vertoefd. De wereld van de paardenwedrennen – terwijl ze het in Namen vertelden, knisperden de duimen tegen de wijsvingers. Als rook kringelde in de verhalen de geur van geld op. Wat nog ? Dat Jozef Khaïda tot de jetset van de Azurenkust en Chantilly behoorde. Dat hij Alain Delon tot zijn persoonlijke vrienden mocht rekenen – de Franse acteur zat nog een tijd in de raad van bestuur van het casino van Namen. Dat hij in de kringen van de maffia was waargenomen. Dat hij zich veelvuldig ophield in casino’s. Van dat laatste maakte Jozef Khaïda geen geheim. Hoe hij rond de roulettes fortuin heeft vergaard, staat opgetekend in het boek Je parie que je gagne. Ik wed dat ik win.

Toen hij zijn vader opvolgde als baas van het casino van Namen, probeerde Armand Khaïda de reputatie van zijn vader weg te vegen. Hij installeerde een moderne stijl in het casino. Het was allemaal uitgesproken cool. Ook lanceerde Khaïda junior zich in de sportsponsoring. Hij werd voorzitter van Union Namen. Zijn aanwezigheid in de wereld van de sport in het algemeen en het voetbal in het bijzonder werd gesmaakt. Het bezorgde hem prestige, relaties, sympathie. Met brio vertolkte hij de rol van witte ridder. In de pers wond hij zich op over de duistere praktijken van sommige voetbalclubs. Woedende woorden waren dat – tegelijkertijd barstte het casino van Namen uit zijn voegen van de fraude.

Waande Armand Khaïda zich buiten gevaar ? Dacht hij dat hij onaantastbaar was, omdat hij een casino dreef waaraan ook de stad Namen geld verdiende ? Omdat hij als voorzitter van Union Namen in de gunst van het volk stond ? Velen voor hem hadden zich namelijk serieus vertild aan die club.

In de gunst ? Mogelijk. Maar ook uit het circuit van de geruchten was Khaïda niet weg te branden. In 2001 kreeg zijn casino het bezoek van gangsters. Met een jeep forceerden ze zich een toegang tot de inkomhal en beroofden alle klanten. De schurken werden gevat, Khaïda installeerde camera’s op de strategische plaatsen van zijn casino.

Op dit ogenblik zit Armand Khaïda nog altijd achter slot en grendel. Als enige van de ongeveer dertig personen die werden aangehouden in het kader van de fraude in het casino van Namen. Het onderzoek wordt geleid door procureur des konings Cédric Visart de Bocarmé en eerste substituut Bernard Appart. Die laatste, een man uit Charleroi en een groot liefhebber van fotografie, verstrekt enige uitleg over dit enorme dossier.

Appart : “We zijn er zeer kalm aan begonnen, het leek aanvankelijk geen grote zaak. Er waren geruchten over corruptie in het casino, over verduisterd geld, enzovoort. En dat wilden we even onderzoeken. Maar al vlak na de start van het onderzoek, in maart, klapte een zaalchef uit de biecht. Het werd ons meteen duidelijk dat we op een gigantische affaire zaten. In het casino kregen klanten niet altijd het geld waarop ze recht hadden. Erger, de recettes van het casino werden niet correct aangegeven. Er werden geldsommen verduisterd. Om dat te kunnen bereiken, kocht de directie eigen personeelsleden en overheidsambtenaren om. Het was een grootscheepse omkoopoperatie, met in sommige gevallen maandelijkse sommen van duizend en tweeduizend euro. Het grootste deel van de vijftien miljoen euro die er volgens onze huidige schatting verduisterd werd, blijft tot op vandaag onvindbaar. We zouden het zeer op prijs stellen mocht Armand Khaïda ons vertellen waar dat geld zich bevindt. Dat is trouwens de reden waarom hij nog altijd achter tralies zit.”

“In het kader van dit onderzoek,” vervolgt Appart, “hebben we ons vanzelfsprekend ook gebogen over de sportsponsoring van meneer Khaïda. Bij Union Namen ontdekten we het bestaan van een dubbele boekhouding. De spelers kregen een deel van hun salaris in het zwart uitbetaald. Een speler had zelfs een ontvangstbewijs getekend voor een som die hij onder tafel had geïnd. In het geval van sommige spelers ging het om een officiële vergoeding van 850 euro tegenover 650 euro in het zwart. Ik vermoed dat die spelers fiscale herstelbetalingen te wachten staan. Bovenop het bedrag van sponsoring (25.000 euro), deed Khaïda in tien jaar tijd 450.000 euro naar de clubkas vloeien. We zijn zeer benieuwd waar dat geld vandaan kwam en waar het naartoe ging.”

Sinds de arrestatie van Armand Khaïda strijkt het casino van Namen ineens rijkelijke winsten op. Op het stadhuis wordt luid gezucht : de omzet van het casino van de jongste maanden doet vermoeden welke gigantische sommen er de afgelopen jaren door de neus van de fiscus werden geboord. Tegenover de Naamse voetbalclub daarentegen toonde Khaïda zich altijd van zijn meest genereuze zijde. Vier bestuursleden van Union Namen werden verdacht, beschuldigd en vastgehouden, op Khaïda na werden ze intussen vrijgelaten. De belastingadministratie eist haar tegoeden bij de vzw die de voetbalclub beheert en aan de spelers die zwart geld ontvingen.

Toen Armand Khaïda vanwege de installatie van videocamera’s in de onmogelijkheid verkeerde om nog verder zwart geld te laten circuleren in zijn casino, kreeg hij subsidies van de stad. Volgens het gerecht gebruikte hij dat geld voor de uitbetaling van de zwarte lonen bij Union Namen. Het schepencollege ontkent dit, maar alles wijst erop dat de politieke autoriteiten van Namen niet bijster waakzaam zijn geweest. Met de schepen van Sport hadden ze nochtans iemand die als commissaris binnen de club toezicht kon houden.

De huidige financiële toestand van Union Namen is vlug samengevat. Als het nieuwe bestuur alle fiscale achterstallen vergoedt, zal de club overleven. Maar volgens de geruchten is er sprake van een totaalschuld van 300.000 euro. De nieuwe voorzitter, de 43-jarige Jean-Claude Baudart, gelooft nog in de levensvatbaarheid van Union Namen. Al zal er veel moeten veranderen.

Veel ? Alles, grijnst Baudart, een zakenman actief in de voedingssector en de catering. En een voetballiefhebber : “Zelf nog gespeeld, bij Achêne, in eerste provinciale. Nadien legde ik me toe op de arbitrage. Samen met twee andere Namenaren, Amand Ancion en Eric Blareau, behoorde ik ooit tot de beloftevolle scheidsrechters van de provincie. Maar ik kon het niet blijven combineren met mijn professionele activiteiten. Later keerde ik terug naar het voetbal. Gedurende twee jaar verzorgde mijn bedrijf, BD Food, de catering bij Charleroi. Vervolgens deden we de catering bij Union Namen. Toen Khaïda in moeilijkheden geraakte, heb ik besloten de club over te nemen. Deze stad verdient een behoorlijke voetbalclub. Tweede klasse moet op termijn de ambitie zijn. Voor alle duidelijkheid : ik heb het voetbal niet nodig om geld van mijn bedrijf wit te wassen. Meer zelfs, mijn zaken draaien zo goed dat ik het voetbal niet nodig heb. Ik doe het uit pure passie voor het voetbal.”

Of hij soms masochistische neigingen heeft ? “Wat ik hier heb geërfd in mei, dat was – en ik wik mijn woorden – stront. Bovendien hebben ze me belogen toen ik mijn beslissing nog moest nemen. Maar het heeft mijn overtuiging om me in deze strijd te gooien, alleen nog versterkt.”

Hoezo belogen en bedrogen ? “Ik ben ook niet van gisteren. Toen ze me spraken over een clubbudget van 175.000 euro, begreep ik natuurlijk meteen dat er met zwart geld werd gewerkt. We streven nu naar een budget van 55.000 euro. Daar geraken we met de hulp van diverse sponsors. Ik heb daarvoor mijn eigen reputatie als zakenman in de waagschaal gelegd. Verscheidene zakenmannen doen hun duit in het zakje, al zijn ze enorm geschrokken van de indianenverhalen van de laatste maanden. Over welke verhalen hebben we het, heb ik ze gevraagd. Het gaat hier over een casinoschandaal. De voetbalclub is daarin meegesleurd. We mogen de dingen niet omkeren.”

55.000 euro is geen budget om over naar huis te schrijven, beseft Baudart ook wel. “Er zijn derdeklassers met meer middelen. Maar de rijkste wint niet altijd. La Louvière had in het seizoen 2002/03 één van de meest bescheiden budgetten van de eerste klasse. Maar het won wel de beker van België.”

Dat klopt, maar in vergelijking met de schuldenlast oogt het budget van Union Namen wel bijzonder slank. Jean-Claude Baudart zucht. “Om te beginnen moeten we 100.000 euro aan bedrijfsvoorheffing betalen. En toen ik de club in mei overnam, was er sprake van een achterstal van één maand in de betaling van de spelers.”

De schuldenlast loopt op tot 300.000 euro, zo klinkt het in de geruchtenstroom. Het zal er niet ver naast zijn, erkent Baudart. Hij besluit : “Union Namen zal nog zeker vijf jaar moeten boeten voor het wanbeleid van Khaïda.”

door Pierre Bilic

Amper was het contract getekend, of het casino ging in de vlammen op.

‘Wat ik hier heb geërfd, dat was û en ik wik mijn woorden û stront.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content