‘De scheiding van mijn ouders heeft mij gemotiveerd’

© belgaimage - virginie lefour

Over Adrien Trebel deden de voorbije jaren de wildste geruchten de ronde. Hij zou een einzelgänger zijn bij Standard en ging louter voor het geld naar Anderlecht. In een openhartig gesprek maakt hij korte metten met alle insinuaties.

Wie Adrien Trebel vandaag tekeer ziet gaan op een voetbalveld zou hem nooit verdenken van leegloperij. Op zijn twaalfde had Trebel evenwel een bloedhekel aan lopen. Hij was het soort zweetdiefje dat dacht alles te kunnen oplossen op techniek. Het verdict na zijn eerste seizoen bij Nantes was hard: goed aan de bal, maar loopt niet genoeg. ‘De trainers gaven mij een jaar om dat mankement te corrigeren. Als er tegen dan niets veranderd was, dan mocht ik mijn valiezen pakken. Ik heb mij toen kapot gewerkt en gaandeweg ben ik het loopwerk beginnen te appreciëren.’

De 26-jarige middenvelder uit Dreux was naar eigen zeggen alles behalve een natuurtalent. Een paar uur voor een match studeerde hij via YouTube bewegingen van zijn idool Andrés Iniesta in om die vervolgens na te bootsen op het veld. ‘Na een training bleef ik ook werken aan mijn rechtervoet. Ik was niet begiftigd met het talent van een Sofiane Hanni. Bij de nationale jeugdploegen van Frankrijk heb ik jongens gekend die tien keer meer talent hadden dan ik. Ik maakte de lichting van ’91 mee. Francis Coquelin, AlexandreLacazette, Clément Grenier… Allemaal natuurtalenten. Zelfs AntoineGriezmann moest vaak van op de bank toekijken. Zegt de naam Yannis Salibur (nu bij Guingamp, nvdr) jou iets? Bakken talent. Bij Lille vonden ze hem zelfs beter dan Eden Hazard.’

Het is uiteindelijk toch goedgekomen met jou?

ADRIEN TREBEL: ‘Voor ik naar Nantes ging, zag ik mijn leerkrachten grinniken als ik hen vertelde dat ik voetballer wilde worden. Voetbal was volgens hen een hobby. Ik antwoordde dan heel gevat: is Zidane een hobbyist? Maar in die periode was een profcarrière héél ver weg. Ik had de ziekte van Osgood-Schlatter (een aandoening waarbij pijn optreedt aan de aanhechting tussen kniepees en scheenbeen, nvdr) en door een groeiachterstand was ik bij wijze van spreken maar een meter groot. Mijn gewrichten zagen af en ik liep vaak rond met een verrekking aan de knie. Tot mijn zeventiende was ik altijd geblesseerd: ik mocht van geluk spreken als ik drie maanden op een seizoen speelde. Toen ik op mijn achttiende mijn eerste profcontract mocht tekenen zijn mijn blessures op miraculeuze wijze verdwenen.’

BANKREKENING

Je hebt een heftig temperament. Volgens mensen uit je entourage is dat een overblijfsel uit jouw jeugd.

TREBEL: ‘Ik was zeven jaar toen mijn ouders uit elkaar zijn gegaan. Mijn wereld is toen een beetje ingestort. Mijn vader ging terug naar Ile de la Réunion (Frans departement in de Indische Oceaan, nvdr) en met mijn moeder verhuisden we van een huis naar een appartementsblok. Op materieel vlak kwam ik niets tekort – het eten stond elke dag netjes op tafel – maar na de scheiding ging ik mijn eigen gangetje. Ik had geen zin meer in school. Op mijn rapport stond vaak hetzelfde: ‘Adrien is leergierig.’ Ik deed maar alsof, want ik mocht enkel blijven in het opleidingscentrum van Nantes op voorwaarde dat ik goede punten haalde.’

Heb je afgezien van het vertrek van je vader?

TREBEL: ‘Zijn vertrek was een psychologische shock. Mijn broer heeft de taken van mijn vader overgenomen en van dichtbij mijn opvoeding opgevolgd. Hij heeft zelfs mijn eerste paar voetbalschoenen gekocht toen ik naar Nantes ging. Hij combineerde zijn studies om bankier te worden met een baantje in een sportwinkel en hij is met zijn bankrekening een paar keer in het rood moeten gaan om mijn prille voetbalcarrière te financieren. Ik ben hem daar eeuwig dankbaar voor en nu zou ik mijn leven geven voor hem.’

Op zo’n jonge leeftijd heb je toch een mannelijk rolmodel nodig. Zeker als je opgroeit in een moeilijke stad als Dreux.

TREBEL: (denkt na) ‘Dreux valt goed mee hoor. Maar je wordt niet vrolijk van de dagelijkse confrontatie met de banlieue. Iedereen wil er weg. Jongeren beseffen dat ze niet rijk zullen worden door rond te hangen in zo’n wijk. Maar het is niet iedereen gegeven om zijn banlieue in te ruilen voor een comfortabel leven in Parijs. Ik ben dankzij het voetbal kunnen vertrekken uit Dreux. En ik moet zeggen dat de scheiding van mijn ouders er voor veel tussenzit. Die episode heeft mij gehard en gemotiveerd om voetballer te worden. Zonder dat ‘voorval’ zat ik nu op mijn gemak tegen een balletje te trappen bij een van mijn ex-clubs Vernouillet of Dreux Atlas.’

Je speelde meer dan honderd wedstrijden bij Nantes. Waarom ben je daar in 2014 met ruzie vertrokken?

TREBEL: ‘Er lag een voorstel klaar voor vier seizoenen en iedereen ging ervan uit dat ik zou bijtekenen. De dag zelf heb ik aan mijn makelaar gezegd dat ik niet zou tekenen. En ik wilde mijn beslissing zelf aan de voorzitter toelichten. Het had niets met geld te maken, wel met een gebrek aan vertrouwen. De trainer, Michel Der Zakarian, hield mij aan het lijntje. Ik heb mijn trots ingeslikt en gewacht. Een maand, twee maanden, en na zes maanden was mijn geduld op. Soms werd ik het veld ingebracht om tijd te winnen. Welke voetballer wil nu graag invallen in de laatste minuut? De coach haalde een argument boven dat geen steek hield: ik was nog te groen achter de oren. Jordan Veretout was twee jaar jonger en stond wel in de basis. Nadien had hij een ander excuus: Veretout is Frans belofteninternational. Oké dan… De twee jaren daarvoor was ik nog titularis in tweede klasse en hielp ik de club aan de promotie naar de Ligue 1. Met de supporters klikte het goed en ze hadden zelfs een liedje voor mij gecomponeerd: ‘Il est rouquin, il est rouquin, il est rouquin mais on l’aime bien.(lacht)

Ben je toen niet te ver gegaan door klacht in te dienen bij de Ligue de Football Professionnel (LFP), de instantie die het profvoetbal reguleert in Frankrijk.

TREBEL: ‘Toen de onderhandelingen spaak liepen, zette Nantes mij terug naar de B-kern. Dat ik niet meer in aanmerking kwam voor een selectie tot daar aan toe. Maar contractueel was vastgelegd dat ik mocht meetrainen met de A-kern. Ik heb een procedure opgestart omdat het bestuur zijn engagementen niet gerespecteerd had en ik kreeg gelijk. Clubs moeten beseffen dat ze zich niet zomaar alles kunnen permitteren.’

GEDWONGEN VERKOOP

Bij Standard liet je ook de spierballen rollen. Op 22 december van vorig jaar liet je het kerstdiner schieten. Een krant liet uitschijnen dat je liever tijd spendeerde met een vriend.

TREBEL: ‘De waarheid spreekt minder tot de verbeelding… De avond van het kerstdiner moest mijn vriendin in de luchthaven van Zaventem opgehaald worden. Ik had verwacht dat ik een deel van het diner zou mogen skippen om op tijd te kunnen vertrekken richting Brussel. Of misschien zou Standard iets kunnen regelen. Ik wilde desnoods zelf een chauffeur betalen om haar te laten oppikken. De team manager heeft het nagevraagd en hij kreeg van hogerhand te horen dat mijn vriendin haar plan maar moest trekken. Voor mij was dat een flagrant gebrek aan respect. Het was niet zomaar een meisje dat ik de nacht voordien ergens had opgescharreld, maar wel de vrouw met wie ik wil trouwen en kinderen zal hebben. Ik heb toen beslist om mij ziek te melden. Toen ik dat verhaal aan Herman Van Holsbeeck heb verteld, heeft hij mij verzekerd dat zoiets nooit zou gebeuren op Anderlecht.’

Hoe verantwoord je je afwezigheid op de winterstage? Dat was toch een manier om een transfer te forceren?

TREBEL: ‘Luister: op een dag krijg ik een telefoontje van iemand van Gent. ‘We hebben via Standard vernomen dat je te koop staat.’ Met voorzitter Bruno Venanzi had ik afgesproken dat ik mocht vertrekken, maar ik wist niet dat Standard mij had aangeboden bij een andere club. Het is niet aan een club om zo’n initiatief te nemen. De druppel voor mij was een woordenwisseling met een ander bestuurslid. Hij zei letterlijk: ‘Jij gaat nergens heen tijdens de winterstop. In feite heb jij niets te zeggen, de club zal wel voor jou beslissen. Je gaat mee op stage en je zal in het vliegtuig plaatsnemen naast mij. Als het moet, neem ik je hand vast.’Aangezien Standard mij in het uitstalraam had gezet en achter mijn rug een akkoord met Gent had bedisseld, had ik niets te zoeken op stage. Ik kon mijn tijd beter gebruiken met het zoeken van een nieuwe club.’

Kort samengevat: Standard heeft Gent gesolliciteerd en niet omgekeerd?

TREBEL: ‘Gent heeft mij daar een schriftelijk bewijs van laten zien… Het is het goed recht van Standard om eerst op clubniveau een vergelijk te zoeken, maar ze hadden Gent niet mogen wijsmaken dat ik had ingestemd met een transfer. Ik stond perplex toen Michel Louwagie mij dat vertelde. Weet je wat mij ook gestoord heeft? Dat ik in een package deal zat met Rob Schoofs. Ik wil niet als pasmunt dienen voor een andere speler. Puur uit principe. Een voetballer is geen koopwaar die je zomaar verhandelt.’

Waarom heb je uiteindelijk Gent geweigerd?

TREBEL: ‘Ik wilde maar voor één ding naar Gent gaan: Hein Vanhaezebrouck. Hij wilde mij vorige zomer al halen, maar toen vroeg Standard vijf miljoen. Toen Anderlecht kwam aankloppen, kon ik niet weigeren. Ik heb meteen toegestemd zonder de cijfers in mijn contract te kennen – Gent bood mij zelfs betere financiële voorwaarden aan dan Anderlecht. Maar ze stonden tweede en intuïtief voelde ik aan dat ze de titel zouden pakken. Het maakte voor mij niet uit dat Gent het mooiste voetbal speelde.’

Hoe moeilijk was het om Standard te overtuigen om je naar Anderlecht te laten gaan?

TREBEL: ‘Zonder Bruno Venanzi, die het dossier van begin tot het einde in handen heeft genomen, zat ik nu niet bij Anderlecht. Je kan veel zeggen over Venzani maar als hij zich in een dossier vastbijt dan slaagt hij er dikwijls in om het af te ronden. Hij weet intussen dat een transfer meer kans tot slagen heeft wanneer alle tussenpersonen uitgeschakeld worden.’

Als voormalig aanvoerder van Standard was het toch not done om bij de gezworen vijand te tekenen.

TREBEL: ‘Ik heb mij die vraag ook gesteld: doe ik er met mijn verleden bij Standard goed aan om bij Anderlecht te tekenen? In enkele seconden was ik eruit. En ik heb nooit het gevoel gehad een verrader te zijn. Ik draai de rollen even om: stel dat jij een beter contract onder de neus geduwd krijgt bij een rivaliserend bedrijf, dan ga je daar toch ook op in.’

LIJDENSWEG

Had je je carrière geen enorme boost kunnen geven door naar het buitenland te gaan?

TREBEL: ‘Was ik dan beter af bij een Duitse middenmoter of bij een ploeg waar de ballen boven mijn hoofd vliegen? Ik ben geen type Yaya Touré die het luchtverkeer regelt op het middenveld… Ik heb van alle ploegen die mij gecontacteerd hebben een paar matchen bekeken en ik wist dus snel waar ik zeker niet heen moest gaan.’

Je hebt bij Anderlecht de sportieve uitdaging verkozen boven het geld. Een half jaar daarvoor stond je wel op een zucht van een transfer naar Al Jazira in de Verenigde Arabisch Emiraten.

TREBEL: ‘In het leven moet je mans genoeg zijn om beslissingen te nemen die het algemene belang dienen. In dit geval was dat mijn familie. Met het loon dat ik bij Al Jazira zou verdienen, was ik binnen voor de rest van mijn leven. Ik heb het team geanalyseerd via enkele beelden en ik heb zelfs met de Nederlandse trainer (Henk ten Cate, nvdr) gesproken. Maar dat dossier werd slecht beheerd. Een clubmedewerker die ontslagen werd, had het voorstel blijkbaar niet doorgegeven aan Venanzi.’

Volgens Venanzi heb je een goede inborst, maar had je niet de mentaliteit om bij Standard te spelen.

TREBEL: ‘Hoe omschrijf je iemand die zichzelf wegcijfert voor de club en een seizoen lang met een pubalgie voetbalt? Ik had net bijgetekend en na de Europa Leaguematch tegen Molde begon de blessure op te spelen. ’s Nachts huilde ik van de pijn, naar het toilet gaan was een lijdensweg en ik kon mijn benen zelfs geen twintig centimeters openen. De dokters verzekerden mij dat ik er van af zou geraken zonder operatie, maar ik speelde slechts aan vijftig procent van mijn mogelijkheden. Ik moet de medische staf van Standard wel bedanken dat ze mij elk weekend fit aan de aftrap kreeg.’

Je prestaties leden eronder. Waarom heb je aan de supporters niet uitgelegd dat je blessure je hinderde om je normale niveau te halen?

TREBEL: ‘Ik vind het te gemakkelijk om me te verstoppen achter een blessure. Ik had maar niet moeten spelen… Elke match dacht ik maar aan één ding: ik moet zo lang mogelijk de pijn verbijten. Op een bepaald moment hebben mijn hersenen en mijn lichaam zich van die blessure bevrijd. Vandaag zou ik wellicht een andere beslissing genomen hebben. Ik heb toen mezelf en de club geen dienst bewezen want mijn waarde is fel gedaald.’

Er wordt van jou gezegd dat je soms bikkelhard kan zijn tegen de jonge garde.

TREBEL: ‘Bij Standard pakte ik jongens zoals Badibanga, Remacle en Okita, stuk voor stuk goede voetballers, aan zoals de ouderen van Nantes mij hadden behandeld. Om hen wakker te schudden vooral. Soms had ik de indruk dat ze tevreden waren om er gewoon bij te zijn. Terwijl ze vol voor de plaats van hun concurrent moeten gaan! Ik word ook zenuwachtig van jongeren die bij het minste contact op de grond rollen. Dan denk ik: ‘Sta op, man. Je bent achttien jaar, in het ergste geval heb je een blauwe plek opgelopen.’ Als je net komt kijken in de A-kern moet je niet het prinsesje uithangen. Bij Nantes trainde ik in het begin afwisselend met de reserven en de A-ploeg. Wel, de drie trainingen met het eerste elftal bereidde ik voor als een WK-finale.’

door Thomas Bricmont en Alain Eliasy foto’s Belgaimage – Virginie Lefour

‘Mijn broer heeft de taken van mijn vader overgenomen. Hij kocht zelfs mijn eerste paar voetbalschoenen.’ Adrien Trebel

‘Een jaar geleden kon ik naar Al Jazira. Met het salaris dat ik ginds kon verdienen, was ik binnen voor de rest van mijn leven.’ Adrien Trebel

‘Zonder Bruno Venanzi zat ik nu niet bij Anderlecht.’ Adrien Trebel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content