Luka, de oudste zoon van assistent-bondscoach en 38-voudig Rode Duivel Stéphane Demol, speelt sinds kort bij de U16 van FC Brussels. ‘Het heeft veel voordelen, zo’n vader, maar ook veel nadelen.’

S téphane Demol : “Hij zit een jaar vooruit, in de vijfde Latijn-wiskunde. Dat marcheert goed, zijn laatste rapport was formidabel. De school staat hier klaar en duidelijk op één. Van het haar dat rest op mijn hoofd, heeft er nog niet één gedacht dat hij profvoetballer moet worden. Het ging goed bij Beersel, maar hij verloor er toch precies zijn tijd een beetje. Dus hebben we hem die kans gegeven. Het gaat zo goed op school dat het geen problemen mag vormen, ook al traint hij nu vier keer per week.”

Luka Demol (15) : “Het gaat goed, maar je bent er wel moe van. Elke keer training na de school …”

Stéphane : “Daarom hebben we hem zo groot gemaakt (grijnst). Hij is 1,92 m, al twee centimeter groter dan ik. Hij zou moeten stoppen met groeien. Als hij nog groter wordt, wordt het moeilijk als voetballer.”

Luka : “Het zou dom zijn het niet te proberen bij FC Brussels. We hebben besloten om er een jaar voor te gaan. We zien wel hoe ver ik raak. Ik heb nooit gedacht dat ik eersteklassevoetballer zou worden, maar bij een kleinere tweede-, derde- of vierdeklasser zou ik toch graag spelen. Toen ik klein was, dacht ik aan een carrière als mijn vader, maar nu niet meer. Dat niveau is zo hoog. Ik zie mezelf niet als een stervoetballer.”

Stéphane : “Hij is geen natuurtalent. Bij Beersel speelde hij in de spits, maar bij Brussels hebben ze er een linksachter van gemaakt. Dat blijkt mee te vallen.”

Luka : “Ik vind het toffer vanachter. Je ziet alles en de stress is minder. Je moet er geen technische dinges doen.”

Stéphane : “De bedoeling is dat hij met het voetbal een jaar of tien, vijftien, naast zijn werk een bijverdienste zal hebben. Is dat in de vierde, derde of tweede klasse : allemaal goed. Is het hoger, ook goed. De school is het belangrijkste, maar hij moet het wel deftig doen bij Brussels. Als ’t is om er zijn voeten aan te vegen, kan hij beter bij Beersel gaan spelen.”

Luka : “Bij Brussels is het anders. Serieuzer. In Beersel was het allemaal niet zo belangrijk.”

Stéphane : “Je moet het niet zo zwart-wit zien. Ik heb vier jaar bij de jeugd van Anderlecht gespeeld en heb me daar altijd geamuseerd. Ik heb de indruk dat hij zich wél amuseert. Het is anders, maar de voldoening is toch groter ?”

Luka : “Ik stond er niet bij stil dat ik naar een grote club zou gaan. Voetbal is niet zo belangrijk voor mij. Als ze mijn naam horen, verwachten mensen ook altijd dat ik een goeie ben, maar daar trek ik me weinig van aan.”

Stéphane : “Over voetbal wordt hier niet veel gepraat, tenzij in de auto na een match of training. Als ik hem een beetje wil ambeteren, zeg ik tien minuten niks en dan zegt hij : ‘Hé, ik wacht wel op een beetje commentaar !'”

Karig met complimenten

Luka : “Het heeft veel voordelen, zo’n vader, maar ook veel nadelen. Hij zegt altijd wat ik moet doen. Dat heeft me wel geholpen toen ik opeens linksback moest spelen, maar hij zaagt ook veel.” (lacht)

Stéphane : “Hij moet zijn best doen, op school en in het voetbal, dat is de enige druk die ik opleg. Blijkbaar vindt hij dat al serieuze druk.” (lacht)

Luka : “Hij is een strenge vader, ja. Hij zegt alleen wat ik slecht doe. Wat ik goed doe, vindt hij vanzelfsprekend. Ondertussen ben ik het gewoon. Ik verwacht geen complimenten meer van hem.”

Stéphane : “Ik zeg niets, het is de waarheid … Ik zou me wat meer moeten forceren om hem af en toe een compliment te geven. Andere ouders hebben die opmerking ook al gemaakt. Mijn vader was net zo : die zei helemaal niks.”

Luka : “Ik probeer alles zo goed mogelijk te doen, maar het is zoals het is.

Stéphane : “Ik zie dat hij het niveau aankan. Dus ik zou het raar vinden als hij geen goesting meer zou hebben. Ik zou het niet begrijpen, maar als het zo is, ga ik hem niet pushen.”

Luka : “Ik ben van plan door te gaan. Ik wil het echt proberen. En ik wil studeren. Liefst rechten. En later een goeie job.”

Stéphane : “Rechten ? Hij zegt dat nu wel …”

Luka : (boos) “Ik zeg dat al twee jaar ! Gij weet dat alleen niet.” S

door jan hauspie – foto: michel gouverneur

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content