De Bosporus verbindt Europa met Azië, maar scheidt de twee grootste clubs van Istanbul. Op 9 november is het weer zover: Galatasaray tegen

Fenerbahçe, een derby op leven en dood.

Op footballderbies.com wordt Fenerbahçe-Galatasaray aangeduid als de derby aller derby’s. Boca Juniors-River Plate staat op twee en Celtic-Rangers op drie. Om een idee te geven van de intensiteit van deze duels: Antwerp-Beerschot staat op de 87e rang en Club Brugge-Cercle Brugge nog twee plaatsen lager. “Vergeet Milan-Inter, Juventus-Torino en Lazio-AS Roma”, vertelt Mehmet Demircan, journalist bij de Turkse sportkrant Fanatik. “Alleen Celtic-Rangers komt in de buurt. De derby tussen Galatasaray en Fenerbahçe is met geen enkele andere wedstrijd te vergelijken. Istanbul is dan ook de vurigste voetbalstad van Europa.”

De culturele en economische hoofdstad van Turkije is maar liefst twaalf keer per jaar het decor voor een derby. Naast het onbeduidende Büyüksehir Belediye Spor beschikt Istanbul met Besiktas, Fenerbahçe en Galatasaray over de drie grootste clubs van Turkije. Sinds de Süperlig bijna 50 jaar terug werd opgericht, kon alleen Trabzonspor de suprematie van de ploegen van het vroegere Constantinopel doorbreken.

De drie toppers uit Istanbul gunnen elkaar het licht in de ogen niet. Haat en nijd verscheuren dagen vooraf al de hemel van de stad. De verbale oorlogvoering begint minstens een week voor de aftrap in de populaire pers, die met allerlei samenzweringstheorieën de gemoederen ophitst.

“Je vraagt je soms af waar de media de inspiratie blijven halen”, aldus Dirk Vermeiren, sinds zes jaar de VRT-correspondent in Istanbul. “Het is zoeken en sleuren om de wedstrijden op te kloppen. En telkens weer zijn er clubleiders die met uitspraken uitpakken die de boel verzieken. De animositeit wordt door de verantwoordelijken beslist niet afgezwakt. Integendeel.”

De rivaliteit van de twee toppers met Besiktas – nochtans de oudste club van het land – is gematigder, zodat van ‘de kleine derby’ wordt gesproken. Als Fenerbahçe en Galatasaray tegenover elkaar staan, komt het hele land echter tot stilstand. Op straat loopt geen mens en bij het bekerduel van 8 maart 2000 werden de werkzaamheden in het parlement in de hoofdstad Ankara twee uur opgeschort. De toekomst van het onderwijs kon even wachten.

Een duel tussen Galatasaray en Fenerbahçe beperkt zich niet tot het Turkse grondgebied. De stadsderby leeft als gevolg van de Turkse diaspora over heel de wereld en wordt in cafés van Düsseldorf tot New York gevolgd. Vandaar wellicht zijn status als ‘grootste derby van de wereld’.

UEFA Cup

Galatasaray Spor Kulübü werd in 1905 gesticht door studenten van het befaamde Franstalige Galatalyceum, dat in 1481 werd opgericht. Het Eton van Turkije diende om de elite van het Ottomaanse rijk op te leiden en ligt pal in het Europese hart van de stad.

Fenerbahçe werd twee jaar later boven de doopvont gehouden. Het was aanvankelijk een volksclub aan de Aziatische kant van de Bosporus. De eerste derby op 17 januari 1907 werd met 0-2 gewonnen door Cim Bom, de bijnaam van Galatasaray.

Kurtham Fisek, een bekende academicus, vatte in de jaren 70 de verschillen tussen de drie grote clubs als volgt samen: “Galatasaray is de ploeg van de geëuropeaniseerde aristocratie, Fenerbahçe de club van de bourgeoisie en Besiktas is de arbeidersvereniging.”

“De werkelijkheid is inmiddels heel wat gecompliceerder”, meent Bagis Erten van CNN Turk. “Besiktas heeft heel wat schatrijke fans en Galatasaray telt veel arme supporters. De vroegere scheidslijnen zijn vervaagd.”

Zo vond de Koerdische rebellenleider Abdullah Öcalan, die in de jaren 80 en 90 een gewelddadige separatistische campagne voerde tegen de Turkse staat, tussendoor de tijd om de lotgevallen van zijn geliefde Galatasaray op de voet te volgen. Öcalan kon er niet echt van worden verdacht een Franssprekende aristocraat te zijn.

De kaarten zijn ook in de bestuurskamers herschikt. Terwijl Fenerbahçe beschouwd kan worden als het Chelsea van Turkije, is Galatasaray het arme broertje geworden. Toen Erik Gerets er drie seizoenen geleden trainer was, werden de spelers gedurende zes maanden niet betaald.

Cim Bom dacht na de winst van de UEFA Cup in 2000 dat het Manchester United en Real Madrid van hun voetstuk ging stoten en gooide het geld door ramen en deuren buiten. De spelers kregen waanzinnige contracten aangeboden en er werden tientallen buitenlanders aangetrokken, ook al waren er per wedstrijd maar drie speelgerechtigd.

Galatasaray verruilde het bouwvallige Ali Sami Yen Stadion voor het nieuwe Atatürk Olympia Stadium, maar de fans volgden niet. Met als gevolg dat teruggekeerd werd naar de vroegere arena, waarvan de capaciteit noodgedwongen werd teruggeschroefd.

Reuzenvlag

Voorzitter Aziz Yildirim slaagde erin bij de vijand van de andere kant van de Bosporus een einde te maken aan de jarenlange interne twisten. Hij zette in 2003 een supermodern stadion neer, benutte de merchandisingmogelijkheden van de club ten volle en trok het budget op tot ruim 100 miljoen dollar.

Fenerbahçe drijft op het nieuwe geld van het economisch welvarende Anatolië en wordt als een microkosmos gezien voor het snel moderniserende Aziatische deel van Turkije. De identificatie met het Aziatische hinterland gaat terug tot Mustapha Kemal, beter bekend als Atatürk, die in 1923 de republiek uitriep. Een levensgroot beeld van ‘de vader aller Turken’ verwelkomt de bezoekers aan de ingang van het museum van de ‘gele kanaries’.

In tegenstelling tot de derby’s in de rest van de wereld liggen geen religieuze, etnische, politieke of sociale motieven aan de basis van de rivaliteit. “In Turkije is alles altijd een beetje anders”, aldus Bagis Erten. “Hier gaat het om een democratische keuze. Iedereen kan supporter worden van gelijk welke club. Met als gevolg dat alle teams vechten voor iedere pasgeborene. Waarom iemand fan wordt van een bepaalde club is meestal onduidelijk, maar zodra men kiest, is het voor altijd.”

“Als twee Turken elkaar de eerste keer ontmoeten, stellen ze drie vragen”, schrijft de Duitse journalist Tobias Schächter in ‘ Süperlig, Die unerzählte Geschichte des türkischen Fussballs‘. “Van waar kom je? Ben je getrouwd? Voor wie supporter je? Veel Turken geloven dat een man zonder club geen man is.”

De derby’s in Istanbul vormen een wereld apart. De uitzinnige fans stuwen hun idolen met hun opzwepende liederen en strijdkreten voortdurend vooruit. Geen grotere blamage dan verliezen van de aartsrivaal. “Voor de supporter gaat het erom of je de dag nadien nog op straat kunt komen”, stelt Demircan. “Als Galatasaray kampioen wordt maar twee keer verliest van Fenerbahçe, is het seizoen eigenlijk mislukt en dat geldt uiteraard ook andersom.”

Galatasaray en Fenerbahçe haten elkaar tot op het bot en dat gaat terug tot 1934, toen stonden beide ploegen tegenover elkaar in een vriendschappelijke partij. Er heerste een broeierige sfeer op het veld. De match werd meerdere keren stilgelegd en de agressie sloeg over naar de tribunes. Tussen de lijnen ontaardde het duel in een massale vechtpartij. Nadien kwam het nooit meer helemaal goed tussen beide clans.

Daar zorgde onder andere Graeme Souness voor. In de heenmatch van de bekerfinale van 1996 maakte Galatasarayspits Dean Saunders in het Ali Sam Yenstadion, genoemd naar de eerste voorzitter van Galatasaray, het enige doelpunt. In de return bracht de Welshman in de verlengingen zijn ploeg langszij. Trainer Souness was uitzinnig van vreugde met de bekerwinst.

“Het was niet lang na mijn hartoperatie”, aldus Souness. “De voorzitter van Fenerbahçe vroeg zich in de aanloop naar de match of waarom de concurrent een invalide had aangeworven. Ik kreeg een reuzenvlag toegeworpen van een fan en toen ik ermee rondliep, zag ik de voorzitter op de tribune zitten. Ik dacht: ik zal hem eens laten zien wie de kreupele is.”

De Schot plantte de vlag in de middencirkel van het Sükrü Saracoglustadion. Het leverde hem de bijnaam Braveheart op. In de ogen van de fans van Galatasaray kan Souness nooit meer iets fout doen. Ook al zorgde zijn optreden achteraf voor een bijzonder geladen sfeer in heel de stad.

Doden

Het geweld naar aanleiding van de stadsderby bleef tot begin jaren 70 binnen de perken. Nadien werd de rivaliteit aangezwengeld doordat de clubs tot economische ondernemingen uitgroeiden en overal grote fanclubs ontstonden. In de jaren 80 werd er met stenen gegooid. Tegenstanders werden bewerkt met baseballbats. In het volgende decennium was het echt oorlog. Messen, zwaarden en kettingen werden bovengehaald. Er werden mensen gedood in plaats van afgetuigd. Er viel een dode in Macka en een andere op het Taksimplein.

Het opbod in woorden werd in daden omgezet. De 6000 rood-gelen pakten uit met T-shirts met de tekst ‘ I’ll die for you‘. De ‘gele kanaries’ reageerden met ‘ I’ll kill for you‘.

Toen Galatasaray na een stormachtige zege tegen Fenerbahçe een communiqué verstuurde waarin werd aangegeven dat de aartsrivaal een ‘machiavellistisch clubbestuur’ had en diens fans ‘de filosofie van de angst’ promootten, antwoordde Fenerbahçe met een persbericht waarin het stelde dat die reactie aantoonde wie verantwoordelijk was voor alle haat en boosaardigheid. Die nacht werden vier personen neergestoken.”Galatasaray beschouwt zich nog altijd als de club van het fatsoen”, meent Dirk Vermeiren. “Fenerbahçe verzamelt in de ogen van de tegenstanders de vulgaire marktkramers. Je kan Galatasaray vergelijken met Anderlecht of Ajax. Fenerbahçe is eerder Feyenoord en Club Brugge. Door de recente successen is Fenerbahçe echter uitgegroeid tot de populairste club van het land.”

In 2005 was de overheid het geweld spuugzat en er werd beslist bezoekende fans te bannen bij de derby’s. Na de wilde toestanden na afloop van het WK-kwalificatieduel met Zwitserland wilden de Turken de derby’s vooral gebruiken om de wereld en vooral de FIFA te bewijzen dat ze bekwaam waren risicowedstrijden te organiseren zonder herrie op en naast het veld.

De ban bleek echter niet uitvoerbaar, want de supporters van de bezoekende clubs trokken shirts van de thuisploeg aan en raakten zo toch in het stadion. Beslist werd dan het aantal bezoekende fans te herleiden tot vijf procent van de capaciteit van het stadion.

“Sinds ik hier woon, heb ik bijna iedere derby meegemaakt”, zegt Vermeiren. “De eerste keer was het heel opwindend, ook al schrok ik van de felheid. De haat die uit de tribunes naar beneden rolt, is bijna fysiek voelbaar. De bezoekende doelman moet zich opwarmen aan de rand van de zestien. In zijn doel wordt hij bekogeld met flesjes, gsm’s en paraplu’s.

“Ook het spanningsveld rond het stadion is te snijden. De sfeer is onwaarschijnlijk agressief. Vaak zelfs tussen supporters van dezelfde club. De fans zijn enorm opgefokt en moeten het ene politiecordon na het andere omzeilen. Ik zou nooit met mijn kinderen naar een derby gaan en de laatste keer dacht ik zelf even: hier wil ik niet meer komen.”

Ook Erik Gerets weet wat een derby in Istanbul betekent. In 2006 werd hij tijdens zijn laatste derby in het Sükrü Saracoglustadion langs de lijn getroffen door een voorwerp afkomstig van de oververhitte tribunes. De huidige trainer van Marseille kwam met een verband om het hoofd naar de persconferentie. “De man die me heeft geraakt, kon goed mikken”, meende ‘De Leeuw’.

Uitlaatklep

Elke derby is een risicogeval. Telkens zijn in de stad 6000 agenten op de been. “De aanpak van de risicowedstrijden laat zich vooral kenmerken door improvisatie”, weet Dirk Vermeiren. “Er is een groot gebrek aan overleg en aan gezond verstand, maar niet aan politiemannen. Voor elk probleem wordt een extra blik flikken opengetrokken.”

Het grote verschil met bijvoorbeeld Glasgow is dat de rivaliteit in Istanbul niet verder gaat dan het voetbal. Tussen de onderlinge duels in blijft alles rustig. “Na iedere derby paraderen de winnaars in de grote winkelstraat bij het Taksimplein”, weet Vermeiren. “Daar zijn zelden rellen. De derby lijkt een uitlaatklep. Iedereen kiest partij en de voetballiefhebbers beseffen dat je niet elke dag ruzie kunt maken. Nadien gaat het weer goed tot de volgende burenclash.”

Het is dus wachten op 9 november. Dan staat het 361e onderlinge duel geprogrammeerd. Fenerbahçe kan dan in eigen huis zijn 136e zege vieren. Galatasaray won de derby voorlopig slechts 116 keer. S

Dit is de eerste aflevering van een reeks van zes derby’s. Volgende maand: Flamengo-Fluminense.

door françois colin

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content