Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Het wereldkampioenschap veldrijden behoudt zijn eigen karakter : na een spannende wedstrijd pakte Erwin Vervecken de regenboogtrui. Na een seizoen van overheersing bleef Sven Nys na een val met lege handen achter.

In het Gelderse Zeddam, een deelgemeente van Montferland vlak bij de Duitse grens, moest het dus gebeuren. Sven Nys, dé man van het cross-seizoen, moést er voor de tweede maal wereldkampioen worden. Anders eindigt zijn weergaloos seizoen toch een beetje zuur. Ook Bart Wellens moést er een naar zijn normen magere jaargang opblinken met een wereldtitel. Of Wellens raakt de status van grote uitdager van Nys definitief kwijt, en degradeert tot een van de zovelen in het pak die elke wedstrijd vruchteloos achter Nys jagen. Ook voor zijn ploegmaat Erwin Vervecken moést het eigenlijk prijs zijn in Zeddam. Vervecken reed een erg regelmatig seizoen, leek op tijd in vorm en kreeg in Nederland een parcours op zijn maat. Veel trappen voor zijn lange benen, weinig zware stukken om op kracht het verschil te maken en een lange aankomststrook die geknipt is voor een clevere sprinter. De ondertussen 33-jarige Vervecken besefte ongetwijfeld dat hij in zijn carrière geen betere kans meer zou krijgen om wereldkampioen te worden. Hetzelfde geldt voor Richard Groenendaal, in 2000 al wereldkampioen geworden in eigen land. Voor eigen volk moést Groenendaal nu maar eens de explosieve benen van weleer hervinden. Zijn ploeggenoot Gerben de Knegt, dit seizoen na Nys de meest regelmatige crosser, was nog zo’n man voor wie het moést. Een Nederlands kampioen is daar in eigen land nu eenmaal toe verplicht. En moést het in feite ook niet voor de gevaarlijke Fransen Gadret en Mourey, die heel hun seizoen op dit WK hadden afgestemd ?

Maar een wereldkampioenschap veldrijden is duidelijk niet voor iedereen moéten. De zaterdag van het WK-weekend, waarin de junioren en de beloften aan de start komen, hangt rond het parcours een gezellige, kerstmarkt-achtige sfeer. Het aantal supporters voor wie het echt uitmaakt wie vandaag de wedstrijd wint, moet een absolute minderheid zijn. Wie overigens denkt dat de Vlaamse fans op dit wereldkampioenschap de dienst uitmaken, komt bedrogen uit. Het publiek is een bont allegaartje waarin je zowat alle nationaliteiten terugvindt : lawaaierige Zwitsers, vlaggenzwaaiende Basken, een bijzonder uitgelaten Tsjechische delegatie, verbroederende Polen, fanatieke Vlamingen (de enige die veel aandacht schenken aan het eigenlijke koersverloop), bibberende Italianen, Waalse (!) supporters van Sven Nys en hier en daar zelfs een verdwaalde Japanner of Brit.

Open wonde

De Zeddamse ondergrond is stijf bevroren en zo hard als asfalt. De wielgroeven zitten vastgevroren op de omloop, wat manoeuvreren bijzonder moeilijk maakt. Behendige renners zijn hier in het voordeel. Waaghalzen ook, want in de glibberige afdalingen kan heel wat tijd gewonnen worden. In de schaduw is het soms gevaarlijk glad, maar voor wie goed verkent, mag dat geen probleem vormen. Gecombineerd met het priemende voorjaarszonnetje en de luimige atmosfeer belooft het in ieder geval een aangenaam WK te worden. Toch is niet iedereen tevreden over de omloop. “Zeddam is dit jaar Zeddam niet”, vinden enkele lokale supporters, die betreuren dat de UCI de lange houten trap op de molenberg schrapte. Ons lijkt het nochtans geen groot verlies, want de trap ligt er, zonder overdrijven, levensgevaarlijk bij. Op deze smalle en glibberige bostreden een wereldkampioenschap beslechten had onvermijdelijk tot ongelukken geleid.

Nadat bij de junioren Boy, zoon van oud-topsprinter Jean-Paul Van Poppel, zich tot wereldkampioen kroonde, is het de beurt aan de beloften. Niels Albert en Lars Boom starten als favoriet en maken die rol ook waar. Boom neemt in de eerste ronde resoluut het commando ; alsof hij iedereen meteen duidelijk maken wil dat dit zijn WK is. Maar Albert laat zich niet imponeren. Zodra hij en de Tsjech Zdenek Stybar de Nederlander weer te pakken hebben, trekt Niels Albert er zelf vandoor. Maar ook nu zijn de achtervolgers met twee, Albert neemt daarom nooit een echte voorsprong en de achterstand wordt langzaam maar zeker dicht gefietst. Tactisch koersen is er bij de beloften niet bij. Het lijkt wel alsof Boom en Albert beiden mordicus willen bewijzen dat zij de sterkste uit het pak zijn. Stybar, de enige die niet nodeloos met krachten morste, blijkt in de laatste ronde de beste. Hij neemt slechts vijf meter, maar zowel Albert als Boom krijgen het gat niet meer dicht en de Tsjech wordt zo voor de tweede keer op rij wereldkampioen. Andere opvallende vaststelling : het grote verschil tussen de top drie en de rest van het veld. Stybar, Boom en Albert zijn van eliteniveau, de rest is dat (nog) niet.

“In de laatste ronde kreeg ik een tik van een toeschouwer die een foto wilde nemen”, vertelt Albert na de wedstrijd. “Ik ga niet zeggen dat dat de wedstrijd beslist heeft, maar het hinderde me toch. Tja, het heeft niet veel zin om daar lang bij stil te blijven staan. Die dingen gebeuren nu eenmaal in het veldrijden.” Was die aanval in de tweede ronde niet overmoedig ? “Ik wou mezelf eens uittesten, nadat Lars al had bewezen dat hij vandaag erg sterk was. Voor ik het wist, had ik tien seconden. Dan lijkt het me logisch dat je doorgaat en probeert die kloof nog uit te diepen. In feite was dit een heel Tsjechisch parcours, best vergelijkbaar met de WK-omloop in Sankt-Wendel vorig jaar, waar Zdenek ook won. Die jongens zijn opgegroeid met bevroren aarde, hè.” Dat Albert niét won, is voor de Belgen de eerste grote tegenvaller van het weekend. Zullen er zo nog volgen ? “Misschien. De tijd dat de Belgische renners alleen aan de top stonden is duidelijk definitief voorbij.”

Ook de tweede favoriet, Lars Boom, vindt niet dat hij tijdens de wedstrijd te zeer met zijn krachten heeft gewoekerd. Boom meent dat de sterkste gewonnen heeft, al was de top drie aan elkaar gewaagd. “Maar ik heb er zelf alles aan gedaan, dus ik kan me niks verwijten”, zegt de erg rustige en zelfverzekerde Boom. Zdenek Stybar, de gelukkige winnaar van de dag, is niet zo veel van zeg. Een uur na de aankomst kan hij nog altijd niet goed geloven dat het hem weer gelukt is. Wanneer wist de Tsjech dat hij een kans had om te winnen ? “Pas na de finish”, luidt het olijke antwoord van Stybar.

Eén verhaaltje uit de marge nog. In de achtergrond voerde een Amerikaanse belofte een bijzonder moedige strijd tegen zichzelf. Al in de eerste ronde gutst er bloed uit een open wonde in zijn voorhoofd ; hij moet het zelfs uit zijn ogen wrijven om voor zich uit te kunnen kijken. Toch weigert de Amerikaan op te geven. Hij wordt uiteindelijk pas in de laatste ronde gedubbeld. Na de race onthaalt team USA de jonge martelaar als een held. Het blijkt om Troy Wells te gaan, de beloftekampioen van de States. “Hij viel in de eerste bocht door een ongelukkig manoeuvre van een andere renner en haalde daarbij zijn voorhoofd open”, vertelt zijn manager terwijl Wells opgelapt wordt. “Normaal gezien had hij u graag persoonlijk te woord gestaan, maar momenteel is Troy nog te groggy om zelfs maar recht te staan. Wat een pech, hij had fantastische benen vandaag en was een kandidaat voor de top tien geweest. Dat zou een fantastische prestatie geweest zijn tegen die sterke jongens van hier. Oh well, there is always next year.”

Leedvermaak

Extra spanning en veel extra volk voor de eliterenners op zondag. Ditmaal is de Vlaamse aanwezigheid rond het parcours wel dominant te noemen. Als voorgerecht wint de nog maar achttienjarige Marianne Vos, uit het Nederlandse Babyloniënbroek, de wereldtitel bij de vrouwen. De eerste Belgische vrouw eindigt vijftiende. Wanneer de wedstrijd in de perszaal in uitgesteld relais wordt uitgezonden, roept een Nederlandse journalist luidkeels : “Hé, zijn er eigenlijk al Belgen binnen ?” Na een jarenlange Belgische dominantie moeten we dit leedvermaak er natuurlijk bijnemen. Nederland leidt voor de laatste cross van het weekend afgetekend in de medaillestand, met twee gouden, een zilveren en een bronzen plak. België kan daar voorlopig slechts twee derde plaatsen tegenover stellen ; onze nationale eliteploeg weet wat haar te doen staat. Overigens krijgt nog voor de start van de race het zelfvertrouwen van de Nederlanders een flinke knauw : Gerben De Knegt blijkt ’s ochtends door zijn rug gezakt. “Elke keer als ik aan mijn stuur trek doet het pijn”, vertelt de Nederlander. “Dat dit net nu gebeurt ! Ze hebben me pijnstillers gegeven, wat mij betreft mogen die gauw actief worden.”

Voor de tweede dag op rij geen wolkje aan de hemel in Zeddam. Het is koud, maar lang niet zo polair als gisteren. In het zonnetje is het zelfs aangenaam toeven. Goed nieuws voor een panlat als Bart Wellens, die bij extreme vriestemperaturen altijd in het nadeel zit tegenover, bijvoorbeeld, Sven Nys, toch wat steviger in het vlees. De sfeer rond het Zeddamse WK-parcours is uitgelaten maar ook zenuwachtiger dan gisteren. De supporters van Nys lijken te beseffen dat hun held vandaag misschien wel meer te verliezen heeft dan te winnen. Er zijn trouwens bijzonder veel fans uit Baal afgezakt ; het geboortedorp van Nys moet momenteel verlaten zijn. We besluiten wat Japanse toeschouwers aan te spreken, die in de drukte wat onwennig rond zich heen staan te kijken. De enige uit het groepje die Engels verstaat, blijkt zowaar zelf een renner te zijn ; YuTakenouchi was gisteren 33ste bij de junioren. Wie is volgens hem de favoriet voor vandaag ? ” Winner last year“, trapt de Japanner een open deur in. ” He too fast for others – I saw in championship of 2005. But watch out for Keiichi Tsujiura, Japan national champion. He very strong this year. ” Tsujiura zou uiteindelijk 44ste worden, vijftig renners rijden de wedstrijd uit.

Bart Wellens trekt vanaf de eerste ronde erg stevig door. Erwin Vervecken en de Tsjechen Ausbuher en Dlask zijn de enige die kunnen volgen. Even lijkt er een Fidea/Tsjechische coalitie in de maak. Nys ziet het gevaar en rijdt het gat dicht. In zijn zog volgt een vrij omvangrijk peloton. De wedstrijd zit nu helemaal op slot. Lange tijd kan of wil niemand het verschil maken. Tot de imponerende Wellens nog eens aan de boom schudt en eerst Radomir Simunek Junior en vervolgens Sven Vanthourenhout bij zich krijgt. Maar zowel Simunek als Vanthourenhout vallen weg met pech – vooral voor de Vlaming erg sneu, want hij leek over uitstekende benen te beschikken. Vooraan komt er weer een hergroepering, opnieuw onder impuls van Sven Nys. De uittredende wereldkampioen maakt een goede indruk, maar zit wel heel de wedstrijd in het defensief. In het gezelschap van Vervecken, Wellens en de Fransman Francis Mourey gaat hij de laatste ronde in. Wellicht niet het scenario waar Nys op voorhand op gehoopt had : niet alleen moet hij met twee Fidea-renners afrekenen, maar ook met de gevaarlijke Mourey, van tevoren door Nys aangekondigd als de te volgen man. En dan slaat het noodlot toe. Nys komt op de spijkerharde Zeddamse ondergrond zwaar ten val. Dan ben je de beste man van het seizoen. Ook bij de elite zal de topfavoriet het niet halen.

Wat volgt, is uitmuntend ploegspel van de Fidea-jongens. Als Wellens en Vervecken om beurten vertrekken, weten ze dat hun Franse compagnon geen schijn van kans meer maakt. Vervecken is degene met de juiste demarrage. Juichend komt hij over de streep. Wellens klopt Mourey voor de tweede plek, en glimlacht breed wanneer hij op het podium verschijnt. “Ik wist dat we in de sprint geen schrik moesten hebben van Mourey”, zegt bondscoach Rudy De Bie vlak na de start. “Toch niet als Vervecken er in de laatste ronde nog bij zit.” Francis Mourey komt vrij tevreden van het podium gestapt. “Ik ben blij met wat ik hier heb laten zien”, zegt de Fransman. “Tegen de overmacht van die Belgen mag je al heel content zijn als je op het podium geraakt. Of hun ploegenspel mij genekt heeft ? Natuurlijk. Maar het is hun goed recht om zo te rijden. Ca c’est la course.”

Champagne

Erwin Vervecken weet de eerste minuten na de finish duidelijk niet wat hem overkomt. Of hij al beseft dat het hem weer gelukt is, vijf jaar na zijn titel in Tabor ? “Vraag het me morgen nog eens”, kan de Kempenaar met moeite uitbrengen. “Die laatste kilometer was zo mooi. Ik wist dat het binnen was, en reed als in een droom. Daar moet ik nog van bekomen.” Achteraf op de persconferentie herwint Vervecken zijn praatvaardigheid. “Bart Wellens was de beste man van de wedstrijd, ik heb er geen probleem mee om dat toe te geven”, zegt hij. “Wanneer Bart vertrok, moest ik vooral de schade beperken en zeker niet proberen hem te volgen, want dan zou ik me vergalopperen.” Een pientere uitleg van Vervecken. Als Wellens de beste in koers was, betekent dat gezien het resultaat ook niet dat Vervecken de slimste was ?

De beste man in koers loopt trouwens zelf ook te stralen. Alsof zijn lichaamstaal aan de wereld zeggen wil : zie je nu wel ! “Ik heb de beste dag van mijn seizoen gehad”, verklaart Wellens. “De titel van Erwin zie ik ook als een overwinning van mijzelf. We zijn als een verenigd Fidea-blok naar hier gekomen. In de situatie waarin ik de laatste ronde zat, is het logisch dat ik niet achter Erwin rijd, met het gevaar Mourey terug te brengen. Op zo’n moment primeert het ploegbelang.” Bij Fidea kan ondertussen de champagne worden ontkurkt. Eerste en tweede bij de elite én met Stybar de wereldkampioen bij de beloften. Rabobank blijft op een WK in eigen land verweesd achter, met enkel zilver bij de beloften.

Sven Nys wordt ondertussen afgevoerd naar het ziekenhuis. De Balenaar wordt dit jaar dertig en telt op zijn palmares voorlopig slechts één regenboogtrui bij de profs ; voor een atleet van zijn allure is dat eigenlijk te weinig. De kersverse wereldkampioen is er trouwens niet van overtuigd dat Nys hem had kunnen kloppen, mocht hij wel in koers zijn gebleven. “De laatste weken kon je zien dat Nys bij de beteren was, misschien zelfs de beste, maar dat hij niet meer die scherpte had van voor nieuwjaar”, vindt Vervecken. “Ik zeg dat al een paar weken tegen de journalisten, maar vandaag kon iedereen het toch zien ? Waarom laat hij anders al die aanvallen toe zonder dat hij zelf naar voren trekt ? Waarom begint hij als laatste aan die glibberige afdaling, terwijl hij toch weet dat twee Fidea-jongens vooraan zitten ? Nys was vandaag over zijn piek. Ik kon hem in die gevaarlijke afdalingen zelfs probleemloos volgen, en dat terwijl hij technisch normaal gezien toch meer in huis heeft dan ik. Vroeg in de koers heb ik Nys zelfs naar Gerben de Knegt horen roepen om over te pakken. Dat doet hij alleen als hij in paniek is. Ik wist toen dat we de wedstrijd mentaal al hadden gewonnen. Een verrassing was dat niet, aan kleine details merkte ik dat hij zich sterker voordeed dan hij eigenlijk was. Misschien was hij ook wel minder scherp omdat hij zoveel koersen gereden heeft, en allemaal à bloc ? Ik heb mezelf de laatste weken net gespaard, en bewust enkele wedstrijden opgeofferd.” De winnaar heeft natuurlijk altijd gelijk.

JEF VAN BAELEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content