Je bent een jonge, ambitieuze sporter en je wil graag je vleugels uitslaan. Marc Herremans en Cedric Dumont helpen talenten op de weg naar het succes. In Sport/Voetbalmagazine stellen we er om de twee weken een voor. Deze week: golfer Thomas Pieters (22).

Thomas Pieters: “Op mijn vijfde had ik al een golfclub in de handen. Vanaf het eerste moment voelde ik dat het mijn ding was. Mijn ouders, mijn broer en zus: we spelen allemaal golf. Mijn ouders voerden ons overal naartoe en bleven dan de hele dag op de club hangen. Ze hebben er een hoop tijd en kilometers ingestoken.

“Een belangrijke stap in mijn ontwikkeling was het bereiken van de nationale selecties, dan worden je internationale verplaatsingen vergoed. Tussen mijn dertiende en mijn achttiende zat ik bij het Belgische team. Samen met Thomas Detry, nog een jong talent, werd ik Europees kampioen bij de U18. Een complete verrassing en voor een klein landje als het onze een unieke prestatie. Mijn grote troef is dat ik erg ver kan slaan. Als tiener al en ook nu nog. Ik was zot van golf, was er 24 uur per dag mee bezig. Ik keek op naar Tiger Woods, hij is gewoon de beste.

“Het studentenleven heb ik nooit gekend, maar ik mis het ook niet. Ik zat op internaat in Hasselt en daar had je sowieso geen leven. (lacht) Op de topsportschool werd wat neergekeken op de golfers, die als bevoorrecht en elitair aangezien werden. Daar wilde ik me tegen afzetten. Zo verstopte ik dikwijls mijn golfpolo en kleedde me om voor ik andere mensen zag. De dresscode en de etiquette die bij de sport horen, zijn niet aan mij besteed, maar ik golf zo graag dat ik er nooit aan gedacht heb om er tegenin te gaan. Op de baan volg ik dus netjes de regels, maar daarbuiten mag je best een eigen persoonlijkheid hebben.

“Ik ben altijd een karaktertje geweest, werd vlug kwaad en gooide al eens met mijn clubs. Mijn ouders hebben me daar zwaar over aangepakt. De woede-uitbarstingen heb ik ondertussen min of meer onder controle. Ik heb een tijdje een mental coach onder de arm genomen, maar dat werkte niet echt. Te theoretisch en technisch. En praten kon ik thuis al met mijn familie, dus daar had ik weinig nood aan. Als ik een dipje heb tijdens een wedstrijd, praat ik mezelf moed in. In golf moet je, meer dan in andere sporten, leren omgaan met verlies. Je wint hoogstens een paar wedstrijden per jaar en het merendeel van de tijd verlies je… want tweede worden is ook verliezen, hè.”

Opgeleid in de VS

“Na mijn studie aan de topsportschool vertrok ik naar de University of Illinois in Chicago. Een noodzakelijke stap. In de VS is de jeugdbegeleiding van golfers veel beter gestructureerd dan in Europa. Dat gebeurde via het systeem van Overboarder, een bedrijf dat gespecialiseerd is in het aanbrengen van universiteiten voor Europese aspirant-topsporters.

“De eerste zes maanden in Chicago had ik last van heimwee, maar ik ben blij dat ik heb doorgezet, want ik heb er uiteindelijk de beste tijd van mijn leven beleefd. In mijn tweede jaar won ik bijvoorbeeld het NCAA Championship, een van de meeste prestigieuze kampioenschappen die je als amateur kan winnen. In mijn derde jaar wonnen we met Illinois dan nog het Big Tentoernooi, ook zeer bekend in de VS.

“De begeleiding daar was top. Er werd veel aandacht besteed aan de studie. Als je punten niet goed genoeg waren, mocht je geen wedstrijden spelen. Mijn golfcoach was Mike Small, een gereputeerde naam in de VS – nu werk ik trouwens met Pete Cowen, trainer van onder meer Henrik Stenson. Technisch vond ik niet dat ik er zo veel bijleerde, maar het coursemanagement, de juiste keuzes leren maken, mijn kort spel… Er wordt in de VS ook veel aandacht besteed aan het fysieke aspect. Kracht is in de golfsport belangrijker geworden, vooral schouder- en buikspieren dienen goed ontwikkeld te zijn. Je moet je lichaam onder controle hebben.

“Dat ik zo groot ben (1m96), beschouw ik als een troef. Door mijn lange armen heb ik een grotere hefboom, wat zich vertaalt in verdere slagen. Ik heb altijd al grote afstanden gehaald – dit jaar was mijn record 370 meter. Nicolas Colsaerts heeft dat ook. Ik moet in feite trainen op mijn kort spel, maar door het drukke wedstrijdschema kwam ik daar het voorbije jaar onvoldoende aan toe.

“Ik ben eigenlijk wat teleurgesteld over mijn debuutjaar op de European Tour, ik had meer verwacht van mezelf. Maar ik ondervond dat het vele reizen slopend kan zijn. Ik voelde me constant moe. Ook het onregelmatig eten, het steeds wennen aan een nieuwe cultuur, het alleen zijn… allemaal zaken die ik misschien onderschat had.

“Gelukkig heb ik mijn zus die mij nu bijstaat, zij houdt zich bezig met al het administratieve, zodat ik mij kan concentreren op de sport. Eigenlijk is heel de familie betrokken bij mijn carrière: mijn zus is manager, mama doet boekhouding, een tante is kinesiste, een nicht is yogalerares. Via mijn nicht leerde ik ademhalingstechnieken. Erg nuttig als golfer: op de baan moet je kalm zijn en je hartslag onder controle kunnen houden. Zeker voor mij interessant, want ik heb weleens last met het behouden van mijn concentratie. Door te focussen op mijn ademhaling, word ik niet langer afgeleid door de honderd andere dingen die door mijn hoofd flitsen.

“Voor 2015 komt het erop aan zo snel mogelijk mijn tourkaart voor het jaar nadien veilig te stellen. Ik heb niet echt specifieke toernooien aangeduid. En ik zit ook al met de Olympische Spelen in Rio in het hoofd, dat is een grote motivatie (Pieters maakt deel uit van het BeGold-project van het BOIC, nvdr). Op basis van mijn huidige ranking zou een ticket voor de Spelen al binnen zijn. Ik ga er dus vanuit dat ik er in Rio bij zal zijn.”

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – BEELDEN: CHRISTOPHE KETELS/BELGAIMAGE

“In golf moet je, meer dan in andere sporten, leren omgaan met verlies.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content