Na de pandoering op AA Gent likt Club Brugge zijn wonden. ‘Eigenlijk heeft het met dit materiaal nog veel punten gehaald’, meent Herman Vermeulen. Een analyse.

“Eigenlijk”, zegt Herman Vermeulen na Gent-Club Brugge (4-1), “is het een sterke prestatie dat Club Brugge met dit materiaal nog zo veel punten en zo’n goeie klassering haalde. Het liep niet alleen op Gent verkeerd. Ik stel vast dat ze achterin te kort komen voor de top. De spoeling is gewoon te dun.

“Club heeft twee pijnpunten : achterin bezit het te weinig maturiteit om dominant te voetballen, vooraan is men te weinig collectief georiënteerd in functie van de opgelegde tactiek. Daardoor is het middenveld nooit balvast. Het kan niet tegelijk de gebreken in het centrum van de verdediging opvangen en de taken compenseren die voorin niet goed worden uitgevoerd.”

Eigenlijk hing de druk op Club al eerder in de lucht. Vermeulen : “Alleen bleef die kritiek lang uit omdat Club de gebreken in de competitie lang verborg door Europees een goeie campagne te maken. Na de Europese uitschakeling viel plots op wat niet functioneert. Vroeger was het vaak omgekeerd. Toen kwamen de gebreken van Belgische topclubs pas Europees bloot te liggen.”

Geen dominant elftal

Op het wedstrijdformulier valt al op dat Club zijn basiselftal grondig bijstuurt. Vermeulen is niet verbaasd. ” Trond Sollied deed zijn inkopen in functie van een vast systeem. Zijn vraag was : hoe rap kan iemand daarin functioneren en wat doe je als iemand het niet oppikt ? Heb je dan iemand achter de hand die het wel doet ? Jan Ceulemans verloor de hele centrale as. Vier, vijf man tegelijk vervangen zou ook Sollied niet gekund hebben. NastjaCeh belandde het eerste jaar op de bank toen die zijn eigen spel wilde spelen in plaats van zich in te passen. Sollied zette er gewoon iemand anders. Pas toen Ceh plooide, geraakte hij in de ploeg. Maar Sollied had wel een dominant voetballend team. Ceulemans niet. In feite is alleen Zulte Waregem een buitenbeentje met jarenlang dezelfde trainer en dezelfde manier van spelen.

“Club heeft voor een driespitsensysteem geen linkerflankspeler en zet daar Balaban. Maar die vindt zichzelf geen speler voor de linkse flank. Daarom heeft Klukowski een flank van tachtig meter voor zich, en bovendien staat hij vaak tegenover twee tegenspelers. Clubs rechtsback speelt vaak met meer comfort. Je bent voor of tegen Gert Verheyen, maar die voert altijd positioneel zijn taak uit in functie van de tactiek en helpt daardoor de man achter hem. Lange is een minder goeie voetballer dan Balaban, maar nuttiger omdat hij meedenkt. Spelers zoals Balaban of Portillo die uit een hogere competitie naar hier komen, denken dat zij hier wel even gaan tonen hoe het moet, maar dat lukt ook in België niet meer als je niet eerst keihard werkt en je inpast. Een ploeg kan zich hooguit één speler permitteren die zijn eigen wedstrijd speelt. Club heeft er zo te veel.”

Het kantelmoment

“De eerste tien minuten kwam Boussoufa niet aan de bal. Toen vroeg ik me af of Leekens niet in de kaart van Club speelde door hem diep in de spits te zetten, terwijl hij nauwelijks af te stoppen is wanneer hij vanaf rechts vrij mag zwerven. Uiteindelijk deed Leekens een goeie zet, door hem uit te spelen tegen centrale verdedigers die zonder vertrouwen en onder hun niveau presteerden. Die gingen dan maar lange ballen versturen, altijd de veiligste oplossing voor een verdediger zonder vertrouwen. Daardoor kon Club geen rust in zijn spel stoppen.

“Het kantelmoment zaterdag zag je na tien minuten, merkte Ceulemans terecht op. De eerste tien minuten zat Club goed in de match, maar je zag Maertens en Clement wel zonder vertrouwen voetballen. In het begin wonnen ze nog hun duels, maar toen al leek het inspelen nergens op. Als je geen verdedigers hebt die kunnen inspelen, hoe kan je dan aan voetballen toekomen ? Na tien minuten bleef ook de balrecuperatie centraal achterin achterwege. De centrale verdedigers slaagden er niet in de wedstrijd te lezen. De problemen die tot de 1-0 leidden, raakten nadien niet opgelost, het uitverdedigen bij Club was niet om aan te zien. De hele achterlijn haalt geen niveau. Maertens is geen leider en maakt een jong talent als Vandelannoite, goed in het afpakken van de bal maar nog veel te leren bij het inspelen, niet sterker.

“De laatste jaren merk je dat bij de Belgische eersteklassers steeds vaker de twee centrale verdedigers de beste voetballers zijn. Die moeten een bal kunnen afpakken, de wedstrijd lezen én de opbouw verzorgen. Dat lukte Club totaal niet. De twee centrale verdedigers zijn ook niet complementair, dan sta je bij elk duel achterin man tegen man. Tegen een goede Boussoufa ben je dan erg kwetsbaar.

“Klukowski vond ik achterin de enige die probeerde om bij balbezit iets op te bouwen, de anderen leden constant balverlies. Op termijn kan Klukowski invullen wat Peter Van der Heyden voor Club bracht. Maar momenteel nog niet.

“Clubs tweede achillespees is de aanval. Kwalitatief zijn Balaban en Portillo talentrijke voetballers, collectief blijven ze in gebreke. Bij 3-1 zag je even dat ze vooraan voldoende materiaal hebben om dominant te zijn, maar dan moeten de ballen komen. Dat Ishiaku en Verheyen niet goed speelden, was niet hun fout. Vanuit de laatste linie kwam er geen enkele bal bij het middenveld.”

Collectief kopen

“Wat Club nu moet doen,” zegt Vermeulen, “is rustig blijven en een goede analyse maken. Het is te gemakkelijk om nu de fout bij de trainer te leggen. De spoeling is gewoon te dun. Men moet durven aanvaarden wat je op het veld ziet. De Fransen hechten terecht belang aan evenwicht in de selectie, zoeken naar complementaire spelers. In België kopen we te vaak puur individueel, niet collectief. Natuurlijk zijn Balaban, Portillo en Leko getalenteerde voetballers. Maar in feite moet de man die je achter Leko plaatst een bepaald profiel hebben om Leko optimaal te laten renderen.

“In deze selectie ontbreekt evenwicht. Club heeft getalenteerde spitsen, maar komt in de problemen door die te plaatsen op posities waar ze niet kunnen of willen spelen. Zo wordt de trainer het slachtoffer van de profielen in zijn selectie. Bekijk wie complementair zijn, vervang de anderen. Geef een paar van de jonge jongens die op Gent faalden krediet, maar laat hen niet de spelbepalers zijn. Wie zijn op dit moment de leidinggevende spelers bij Club ? Je vindt er géén. Gent heeft Boussoufa. Grote spelers maken nog steeds het verschil. Niet alleen als ze de bal hebben, vooral op die momenten waarop de ploeg de bal niét heeft. Standard heeft zo een paar spelers en is daarom voor mij dé titelfavoriet.”

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content