In 2002 won Feyenoord de UEFA Cup. In een seizoen dat begon met een bomaanslag in het WTC en eindigde met de moord op Pim Fortuyn. Een verhaal ook van muiterij tegen de trainer, en van een berucht oefenkamp in Gran Canaria, waar banden werden gesmeed en een oud-aanvoerder dronken van zijn kruk donderde.

Januari 2002. We mogen een week naar Gran Canaria. Feyenoord, met Pieter Collen in de selectie, is te gast op het toernooi van Maspalomas en er mag van de organisatie een Belg mee. Ene Shinji Ono speelde bij de Rotterdammers op het middenveld en België zou die zomer in Japan tegen het gastland zijn WK openen. Ono interviewen op winterkamp, onder de Spaanse zon, het was een mooie kans. Dat we in Maspalomas een week in het spoor van de toekomstige winnaar van de UEFA Cup zouden vertoeven, wisten we toen natuurlijk nog niet.

Het werd een memorabele week. ‘De Belg’ werd met open armen in het gezelschap opgenomen. Het ritueel was steeds hetzelfde: ’s ochtends training, na de middag interviews in het hotel waar we open in en uit konden lopen en rustig met spelers of staf konden praten, en dan relaxed, op het strand, of aan het – nog koude – zwembad van het hotel een boek lezen. Rond vijven dook de zon achter de heuvels en was het tijd voor een ons onbekend fenomeen: het Hollandse levenslied in het Heinekencafé tijdens Happy Hour samen met een paar leden van het rood-witte legioen. Rotterdammers in hart en nieren, adopteerden ze wel een Amsterdams volkszanger nummer één als icoon. Menig Nederlander probeerde er ons uit te leggen waarom iedereen hield van het levenslied dat André Hazes zo intens vertolkte. Geen uitlachliefde, zoals die in Vlaanderen bestond tegenover Eddy Wally, maar echte liefde. Hazes raakte de ziel. Het was de tijd van ‘Poei poei’ en na een paar dagen kenden we ook de tekst. “Ik zag je daarnet op de kade / Maar jij zag mij niet eens meer staan / Ik wist dat jij niet wilde praten / Maar daar bleef het bij / Toch doet het pijn, wil ik je zeggen / Dat ik zo veel van je hou / Echt je blik geeft zo’n warmte / Dat wil ik even kwijt / Poei poei.”

Geen Belg die daar warm van werd, maar ginds, in dat Heinekencafé, waren Nederlandse mannen en vrouwen ontroerd. Een paar duizend kilometer weg van huis zagen ze hun kade, de Rotterdamse. En voelden ze de pijn van het liefdesverdriet.

Ono Latino

Na een paar uur aperitieven ging de avond door. We aten een hap – de culinaire waarde deed er niet veel toe – en zakten vervolgens af naar discocafé Pacha, hartje Playa del Ingles. Een gezellige tent waar elke nacht werd gedanst. Op avond twee doken de spelers er al op. Eerst de anciens: Van Wonderen, Bosvelt, Van Hooijdonk. Paauwe ook, wat jonger, maar in het zog van. Zij moesten niet vrezen voor hun selectie mocht de coach hen betrappen op stapgedrag. Onder de pers gold de omerta. Geen woord in de krant. Elke dag zagen we meer spelers binnen druppelen. Meegereisde supporters konden hun vreugde niet op, hun helden stonden gewoon naast hen te hijsen. Te dansen. Te lullen. En Hazes na te kwelen.

In de zomer van 2001 had Feyenoord Shinji Ono, Japans international, naar Rotterdam gehaald. Goeie voetballer, maar een tikkeltje frêle. In eigen land was hij een held en werd hij in al zijn bewegingen – ook op training – nauwlettend gadegeslagen door een resem journalisten. Die konden in hun ogenschijnlijke idolatrie op weinig begrip rekenen onder de Nederlandse schrijvelaars. Het gevolg was dat Ono een gesloten oester werd en zichzelf afschermde. Op Maspalomas waren amper Japanse journalisten en zij die er wel waren, wisten van het bestaan van het Heinekencafé of de Pacha niet af. Gesterkt door zijn doorbraak in het team – Ono had zich dat najaar ontpopt tot een van de smaakmakers op een middenveld, dat verder nog bestond uit Bosvelt en Tomasson – liet de Japanner zich van een andere kant zien. Geen tafel was, diep in de nacht, nog veilig voor ‘Ono Latino’.

Voetballers bleken op Maspalomas gewone mensen, die weg van de druk alles van zich af dansten en dronken. Soms te veel, zoals Jean-Paul van Gastel, drie jaar eerder nog aanvoerder van het Feye-noord dat landskampioen werd. Door blessures afgeserveerd, kreeg hij hier te horen dat hij de club moest verlaten. Hij zat, heel alleen, aan de bar zijn verdriet te verdrinken, af en toe een klopje op de schouder ontvangend van een fan. Het is een journalist die zich, diep in de nacht, om zijn lot bekommert als hij van zijn kruk dondert, hem ondersteunt en in een taxi zet. Zelden van zo dichtbij de pijn van het verplichte afscheid gezien. Van Gastel zou later die maand naar de Italiaanse tweedeklasser Ternana Calcio worden getransfereerd en uiteindelijk nog amper spelen.

Pietje Persie

Vaak gingen de gesprekken over voetbal. Vlak voor afreizen werd in een nieuwjaarsspeech gesuggereerd dat Jon Dahl Tomasson, die in de spits een perfecte tandem vormde met Pierre van Hooijdonk, de club zou verlaten. Tomasson zou de zomer daarop ook effectief naar Milan trekken. Zijn vervanger was al bekend: Thomas Buffel, die het dat seizoen uitstekend deed bij Excelsior, in de eerste divisie. In de nieuwjaarsspeech werd ook het werk op Varkenoord, het opleidingscentrum van de Rotterdammers, geroemd. Wellicht wist de directie toen al dat er een ongelooflijk talent op doorbreken stond: Robin van Persie. Op Gran Canaria nog anoniem in de A-kern, maar later dat seizoen doorbrekend. Een lefgozertje, dat al eens voor de neus van specialist Pierre van Hooijdonk een vrije trap durfde te nemen. ‘Pietje Persie’ zouden die van PSV hem noemen, omdat hen in het begin zijn voornaam niet direct te binnen schoot.

Soms gingen de gesprekken ook over politiek. Het was de tijd dat de Amerikanen jacht maakten op Osama Bin Laden en zijn Al Qaida, de bomaanslagen in het WTC waren nog maar net achter de rug. Feyenoord was op 11 september in volle voorbereiding op zijn eerste wedstrijd in de Champions League, een thuismatch tegen Bayern München, toen de aanslag gebeurde. De wedstrijden van die avond gingen nog normaal door, maar de matchen van ’s anderendaags werden uitgesteld tot 10 oktober. Toen de spelers een week later naar Moskou moesten vliegen, vroeg coach Bert van Marwijk nog of ze niet bang waren. Neen, was het antwoord, maar enige toegenomen spanning voor de vlucht was er wél.

Naast Bin Laden was ook Pim Fortuyn vaak onderwerp van gesprek. Rotterdam was in de ban van de flamboyante politicus die rond die tijd overal fora kreeg en zijn controversiële boek De puinhopen van acht jaar Paars concipieerde. De verdraagzame samenleving die Nederland voor ons Belgen leek, kreeg plots een ander gelaat. Fortuyn bleek zeer populair onder de Nederlanders. Theo, als tweede job journalist, maar overdag in Rotterdam bezig met probleemjongeren, probeerde het te duiden en te kaderen. De ‘samen’leving stond voor hem op springen.

Muiterij

Feyenoord overleefde dat jaar uiteindelijk de Champions League niet. Twee zwakke partijen tegen Sparta Praag bleken in de eindafrekening doorslaggevend. Het legioen had aanvalsleider Pierre Van Hooijdonk ook nog niet écht in de armen gesloten. Pi-Air, die in de zomer van 2001 weggehaald was bij Benfica, had nogal eigenwijze ideeën over de manier van spelen en ging daarover fors in de clinch met Van Marwijk.

Het ging verder dan een discussie over 4-4-2 (het favoriete spelsysteem van de diepe spits) of 4-3-3 (de keuze van Van Marwijk). Het ging ook om de manier waarop Van Marwijk met de spelers omging. Hij volgde hun kritiek op de manier van spelen niet en hij was veel te nadrukkelijk aanwezig, vonden de routiniers. Raakte je op training een bal verkeerd, dan stak hij meteen een speech af over scherpte. Hij had dan wel gelijk over het gebrek aan concentratie op dat moment, maar de ouderen wisten van zichzelf goed genoeg wat er nodig was om er op zondag te staan. De dag voor een wedstrijd zorgde dat voor heel veel spanning. Dan had je nood aan rust, vonden de routiniers, niet aan gezeik over scherpte.

De klassieke discussie tussen oudere spelers en hun trainer, op dat moment relatief nieuw aan het topsportfront. Van Marwijk, nu Hollands bondscoach, had voor Feyenoord Fortuna Sittard getraind, in de Limburgse luwte. Hij moest het nog leren, werken aan de top, waar iedereen zijn mening had. In zijn eerste seizoen bij Feyenoord was alles nog met de mantel der liefde bedekt, maar in zijn tweede jaar lagen de ambities wat hoger en stond iedereen op zijn vingers te kijken. “Zelfs mijn vrouw”, zei hij in die periode in Sportweek, “maakt nu opmerkingen over voetbal, waarom ze Leonardo niet meer aanspelen.”

De discussie tussen spelers en coach zou blijven sluimeren en tot uitbarsting komen vlak voor de terugmatch tegen de Glasgow Rangers. In de heenwedstrijd (1-1) had Van Hooijdonk zich al wat meer in de harten van de Rotterdamse fans gewerkt. De spits keek ernaar uit omdat hij nog de kleuren van Celtic verdedigd had. De fans van de Rangers waren dat niet vergeten. Hoe meer druk, hoe beter Pierre presteerde en dus flikte hij het om na de opwarming van de ploeg, toen iedereen naar binnen trok om zich klaar te maken, nog wat na te blijven. Hij en reservedoelman Timmer gingen wat oefenen op zijn handelsmerk: de vrije trap. De fans van de Rangers werden helemaal gek, de Celticman die hen, nagenoeg alleen op het veld, tergde. Bewust tergde. “Dat was belangrijk voor de jongeren”, zei Van Marwijk achteraf. “Pierre toonde daar dat ze niet bang hoefden te zijn van het onthaal.”

Vlak voor de return kwam het tot een muiterij van de spelers. Na verlies van Twente in de competitie en een bekeruitschakeling tegen PSV leek een prijs verder af dan ooit. De druk nam toe en de spelers vonden dat het tijd was voor de confrontatie. Tijdens een lunch in het Maasgebouw werden afspraken gemaakt voor de rest van het seizoen: Van Marwijk moest afstand nemen en de routiniers hun werk laten doen. Over dat moment getuigt Van Hooijdonk later in het boek De dag van Pim en Pierre: “Berts geluk is geweest dat hij een aardige vent was. Daardoor besloten we de mogelijkheid open te houden voor een compromis en hebben we niet direct de deur in het slot gegooid voor hem. Maar we hebben hem duidelijk gezegd dat hij moest ophouden met op alle slakken zout te leggen. Gewoon rustig aan doen en erop vertrouwen dat hij een aantal ervaren spelers tot zijn beschikking had.”

Het compromis was: de 4-3-3 van de coach bleef, maar de spelers kregen wat meer ruimte tot initiatief, ook op het veld. Vanaf dan raakte Feyenoord in een roes. De Rangers werden met 3-2 opzijgezet. In de volgende ronde wachtte … PSV. Een replay van de bekermatch, Van Marwijk tegen zijn schoonzoon Van Bommel, die voor PSV voetbalde. Het was op 21 maart 2002 dat Pi-Air zich definitief in het hart van de Rotterdammers voetbalde. Na 1-1 heen, leidt PSV in de return met 0-1 als de blessuretijd aanbreekt. Wanhopig zet Elmander nog een laatste keer voor en voorbij een verbouwereerd kijkende Van Bommel scoort Van Hooijdonk met een kopbal. Feyenoord dwingt verlengingen en strafschoppen af. Van Van Marwijk moet Van Hooijdonk de eerste bal trappen. De spits ziet het anders: hij wil de vijfde. En dat wordt uiteindelijk de beslissende. Van Hooijdonk schiet raak en De Kuip ontploft.

Feyenoord staat dan op één match van de finale, een finale die … in de Kuip zal worden gespeeld. Ook de laatste hinderpaal wordt genomen, Inter. Uit 0-1, thuis 2-2, na een 2-0-voorsprong. De Kuip ontploft opnieuw en maakt zich op voor een feest. Maspalomas indachtig boeken wij alvast het hotel voor een feestnacht Rotterdam. Wat we dan nog niet weten, is dat Rotterdam de meest vreemde week uit zijn recente bestaan zal kennen.

Palazzo di Pietro

Op maandagmorgen 6 mei komt Pim Fortuyn langs op Feyenoord. Met voorzitter Jorien van den Herik heeft hij het over veiligheid, een van de topics in de kiescampagne. Fortuyn, populair bij de fans, poseert met een Feyenoordpetje op de kale knikker, maar zegt wel supporter te zijn van de stadsconcurrent Sparta. Al heeft hij, zo getuigen zijn naaste medewerkers, zeer weinig tot niks met voetbal. Na het gesprek bij Feyenoord trekt Fortuyn naar Radio 3 FM, waar hij twee uur lang zijn visie mag uiteenzetten. Als hij vervolgens de studio uitloopt, schiet Volkert van der Graaf hem van dichtbij door het hoofd. De milieuactivist voelde zich bedreigd door de opmars van de rechtse politicus. Honderden fans gaan na het horen van het nieuws naar het Palazzo di Pietro, het huis van Fortuyn in Rotterdam, en leggen er bloemen neer.

Voor de tweede keer dat seizoen doorkruist een politiek gebeuren de voorbereiding van de ploeg op een Europees duel. De eerste reactie is: die wedstrijd kan niet doorgaan. De burgemeester van Rotterdam, Ivo Opstelten (VVD), weigert direct een beslissing te nemen. Die valt ’s anderendaags, na overleg met politie en UEFA. The show must go on. Borussia Dortmund, tegenstander in de finale, heeft geen bezwaar. De Duitsers speelden een paar weken eerder ook hun competitiewedstrijd toen een student in Erfurt de dag voordien zichzelf en zestien andere jongeren doodschoot. Voetballers en hun tunnelvisie, geen speler van Feyenoord die zijn optreden twee dagen na de moord in vraag stelt. Allemaal gefocust op die Cup. De burgemeester beslist wel dat er geen feest komt op de Coolsingel, in geval van winst. Daar viert Feyenoord traditioneel zijn prijzen.

Het leidt op woensdag 8 mei tot vreemde taferelen. Aan de ene kant van de Coolsingel schuiven huilende mensen aan om het condoleanceregister voor de vermoorde politicus te tekenen, terwijl aan de overkant zingende supporters pintjes drinken en jointjes roken in afwachting van de wedstrijd.

Fans betreden De Kuip met een foto van Pim. Die steken ze in de hoogte bij de minuut stilte die voor de wedstrijd wordt gehouden. Een minuut die geen minuut is, want de Duitse fans tonen geen respect. Opnieuw is Van Hooijdonk de held van de finale, hij breekt de wedstrijd open en scoort nog voor de rust twee keer. Uiteindelijk wordt het 3-2. Rotterdam treurt en viert, vreugde en verdriet op een paar dagen. Het echte leven, getuigt een jong meisje voor de televisiecamera’s. “Het is een vreemd gezicht, maar het heeft wel iets moois.”

Bronnen: Feyenoord 2002, reconstructie van een Gouden Jaar en De Dag van Pim en Pierre, het verhaal achter de UEFA Cupwinst van Feyenoord.

DOOR PETER T’KINT

Van Hooijdonk had nogal eigenwijze ideeën en ging daarover fors in de clinch met Van Marwijk.

Fortuyn poseert met een Feyenoordpetje, maar zegt supporter te zijn van Sparta.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content