Dirk Van Thuyne Freelance journalist

Op één uitzondering na stond Leif Hoste op het podium van alle tijdritten waaraan hij dit jaar deelnam. Ook op het WK tijdrijden van morgen ambieert hij een plaatsje in de top drie.

Het Stoomcentrum van Maldegem bezit een schat aan oude stoomlocomotieven, die nog regelmatig een ommetje maken. Zonet werd de toeristische trekpleister van het Meetjesland zelfs genomineerd voor de Vlaamse Monumentenprijs. Even buiten het centrum van Maldegem woont er nog een heuse stoomtrein maar dan één van een totaal ander kaliber : Leif Hoste. Op het WK tijdrijden wil hij de hele wereld laten zien dat er na zijn prachtige voorjaar nog meer dan voldoende druk op de ketel staat. Na een teleurstellende 31ste plaats vorig jaar legt Leif Hoste de lat dit jaar wel heel erg hoog. “Als ik de conditie van het voorjaar kan terugvinden, zit een podiumplaats er dik in. Maar op dat niveau maken een paar procentjes minder natuurlijk snel een heleboel plaatsen verschil”, beseft ook de 29-jarige renner van Discovery Channel. In Fabian Cancellara en drievoudig wereldkampioen tijdrijden Michael Rogers ziet hij zijn grootste opponenten.

Bavikhove tegen de rest

Aan de voorbereiding zal het alvast niet liggen, want al in mei trok Leif Hoste naar Oostenrijk om het WK-parcours te verkennen. De voorbije weken bouwde hij stelselmatig de conditie op naar de ultieme krachtmeting van zijn najaarscampagne. Een eerste niet mis te verstaan signaal gaf hij tijdens de Eneco Tour, waar hij in volle finale tot twee keer toe resoluut de kop pakte. Dat de goede vorm er zat aan te komen bewees hij wat later in Meulebeke waar hij voor de neus van de nationaal kampioen, Niko Eeckhout, de Omloop Mandel-Leie-Schelde meepikte. Leif Hoste was gerustgesteld en de laatste hand aan zijn voorbereiding legde hij in de Ronde van Polen waar hij zich rustig en anoniem in de buik van het peloton liet meedrijven. Sindsdien is hij vooral bezig geweest met specifieke training op zijn tijdritfiets. “Dat is heel belangrijk want je neemt toch een andere houding aan en bovendien stuurt zo’n fiets helemaal anders”, doceert Leif Hoste de tijdritkunde. “Op zoek naar een beetje hoogteverschil ben ik zelfs speciaal met mijn tijdritfiets naar de Vlaamse Ardennen getrokken.”

Toch is Leif Hoste niet helemaal zonder zorgen afgereisd naar Salzburg. Aan zijn valpartij in het Belgisch Kampioenschap in Antwerpen hield hij namelijk nek- en kniepijn over. Dat verklaart meteen zijn zwakkere chrono in de Eneco Tour, waar hij uiteindelijk pas zesde werd en onder andere Philippe Gilbert moest laten voorgaan.

Van bondscoach Carlo Bomans is bekend dat hij niet snel in zijn kaarten laat kijken. Zo wachtte de Limburger enorm lang om zijn definitieve selectie bekend te maken. Een opvallende uitzondering maakte hij voor Leif Hoste, die wel al maanden geleden zeker was van zijn stek op het WK tijdrijden. “Behalve tijdens de Eneco Tour heb ik in al mijn tijdritten dit jaar een podiumplaats behaald : tweede in Tirreno-Adriatico na Fabian Cancellara eerste in de Driedaagse van De Panne, tweede in de Ronde van België en nog eens tweede in de Ronde van Romandië waar alleen Cadel Evans sneller was”, ratelt hij een beetje geïrriteerd zijn indrukwekkende lijstje chronoprestaties af. “Dan heb ik een selectie toch wel verdiend, zeker.” Stijn Devolder moest alvast veel langer wachten want hij kreeg pas begin september zekerheid over zijn deelname. Daarmee krijgt Leif Hoste niet alleen een ploeggenoot naast zich, Stijn Devolder is ook afkomstig van hetzelfde dorp. Het wordt morgen dus Bavikhove tegen de rest van de wereld. Beiden zijn overigens ook geselecteerd voor de wegrit van zondag waar ze met Jurgen Van Goolen het gezelschap krijgen van een derde discipel van Johan Bruyneel.

Een vlag en een trein

Op het salontafeltje bij Leif Hoste thuis slingert de gouden medaille die de hardrijder kort geleden behaalde op het Belgisch kampioenschap tijdrijden. Het tafereeltje illustreert meteen de geringe waardering in ons land voor de nochtans eerlijkste discipline van het wielrennen. Zo waren er in Wachtebeke amper elf profrenners geïnteresseerd in de tricolore trui. “Vroeger waren er op zo’n kampioenschap nog UCI-punten te verdienen, waardoor er meer renners hun kans waagden, maar nu dat niet meer het geval is, is het deelnemersveld een mager beestje geworden”, betreurt ook Leif Hoste de negatieve evolutie.

Trekt men bij de Belgische ploegen de neus op voor het werk tegen de chrono, bij zijn huidige team Discovery Channel heerst er gelukkig wel een echte tijdritcultuur. Het was heus geen toeval dat op het tijdritpodium van de Driedaagse van De Panne Leif Hoste met de bloemen zwaaide, geflankeerd door George Hincapie en Stijn Devolder. Het leverde hem uiteindelijk ook de eindoverwinning op in deze Vlaamse rittenkoers en dat was meteen een mooie prelude op zijn prestatie in de Ronde van Vlaanderen. Leif Hoste deed daar zijn tweede plaats van twee jaar geleden nog eens dunnetjes over. Op zijn demarrage op de Valkenberg – die bijna de tenen kostte aan de eega van Peter Van Petegem – had enkel Tom Boonen een antwoord klaar. Samen stoomden ze richting aankomst in Meerbeke. Leif Hoste staat niet meteen bekend als de meester-tacticus van het peloton en vele wielerliefhebbers vonden het dan ook niet verstandig dat Leif Hoste voluit meewerkte en zich op die manier gewillig naar de slachtbank liet leiden met de veel snellere wereldkampioen in zijn gezelschap. “Als je demarreert, dan moet je er vol voor gaan. Anders kun je beter blijven zitten. Ik vind dus niet dat ik dom gereden heb”, verdedigt Hoste zijn tactiek. “Misschien had ik wel nog iets moeten proberen op de Muur van Geraardsbergen maar ik was te onzeker. Op de televisiebeelden zag ik achteraf namelijk dat Tom daar echt heel weinig overschot had.”

Leif Hoste had het een beetje bij de Vlaamse wielerliefhebbers verkorven toen hij in de laatste kilometer van de Ronde van Vlaanderen 2004 de Vlaming Dave Bruylandts ging terughalen waardoor de Duitser Steffen Wesemann(sinds vorig jarig heeft Wesemann de Zwitserse nationaliteit, nvdr) gemakkelijk kon winnen. Zijn populariteit werd er niet beter op toen hij, als kind van de streek dan nog, even later verklaarde dat hij Parijs-Roubaix een mooiere wedstrijd vond dan de Ronde van Vlaanderen. “Maar ik ben al van gedacht veranderd, hoor. Alleen al de impact achteraf is zo veel groter”, haast Leif Hoste zich.

Wellicht heeft het ook te maken met de tegenslagen die hem tijdens de Helletocht maar blijven achtervolgen. In 2004 wapperde een leeuwenvlag vrolijk zijn versnellingsapparaat in waardoor hij alle kansen uit handen werd geslagen. Twaalf maanden later smakte Hoste zwaar tegen de grond maar een doorboorde long en een gebroken borstbeen verhinderden hem niet om toch nog de aankomst te halen. Dit jaar ten slotte zag de hele wereld vol ongeloof hoe een voortsjokkende goederentrein op een wel heel ongelukkig moment de finale van Parijs-Roubaix doorkruiste. Leif Hoste kwam als tweede over de streep van de legendarische wielerbaan maar samen met ploegmaat Vladimir Gusev en Peter Van Petegem werd hij uit de uitslag geschrapt omdat ze de slagbomen hadden genegeerd.”

Een wielergekke familie

Tijdens het voorjaar bakten de rood-witte troepen van Marc Sergeant er niet zo heel veel van. Toch maakte Leif Hoste deze zomer bekend dat hij volgend jaar uitgerekend voor Davitamon-Lotto zal rijden. Hij vreest echter niet dat hij in de finale van zijn koersen aan zijn lot overgelaten zal worden.

De ranke atleet – 70 kilogram voor 1,78 meter – begon zijn wielercarrière als stagiair bij het Mapei van Patrick Lefevere waarna hij eerst nog even in de wachtkamer moest bij het jongerenteam Vlaanderen 2002. De volgende vier jaar keerde hij terug bij Patrick Lefevere maar met bitter weinig succes. Op een kermiskoers in Hannuit, het Belgisch kampioenschap tijdrijden en een ritje in de Ronde van het Waalse Gewest na bleef zijn palmares blanco. Leif Hoste bloeide pas helemaal open bij Lotto-Domo onder de vleugels van Marc Sergeant waar hij zich ontpopte tot een specialist van de kasseiklassiekers. “Patrick is zeer ambitieus en laat dat ook nadrukkelijk merken. Ik heb het liever wat losser waardoor ik beter presteer bij Marc”, vergelijkt hij de ploegleiders van de twee Belgische ProTourploegen.

Leif Hoste had vroeger ook de naam niet altijd even serieus met zijn vak bezig te zijn. “Lang geleden heb ik inderdaad wel eens een bommetje in de hotelgang gegooid. Wat wil je, je bent soms weken van huis met enkel maar venten rondom je heen. Dan doe je al eens onnozel. Maar dat was vroeger. Grappen en watergevechten zijn zeldzaam geworden in het peloton want de ploegleiding apprecieert dat niet”, vertelt de autofreak – hij heeft een Chrysler C300 en een oude Mustang in de garage staan – met uitgestreken gezicht.

Het stond in de sterren geschreven dat Leif Hoste het zou maken op de fiets. Hij werd namelijk genoemd naar Leif Mortensen, een Deen die heroïsche duels uitvocht met de betreurde Jempi Monseré. In 1969 moest die laatste op het wereldkampioenschap bij de amateurs nog de duimen leggen voor Mortensen, maar het jaar nadien bij de profs waren de rollen omgekeerd en mocht Monseré de regenboogtrui aantrekken. Leif Mortensen woonde een paar maanden in bij grootvader Noël Malfait, de peetvader van een wielergekke familie. Zelf was hij namelijk vier jaar profrenner en ook zijn zonen Geert en Lieven schopten het zover. Kleinkind Leif Hoste zet de traditie nu voort.”

DIRK VAN THUYNE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content